Ergens in de jaren '80, mogelijk was het '88. De term bucketlist bestond nog niet, het heette verlanglijstje, of zoiets. Wenslijst misschien? De jonge broer van een vriend studeerde verpleegkunde en hij vroeg me tijdens het afwassen wat ik zou doen als ik nog een jaar te leven had.
Oelala, zo ineens plotsklaps, en tijdens het afwassen dan nog wel. - Ik zou nog alle contracten afwerken die ik te pakken kon krijgen in dat jaar. - Nee, dat gaat niet, zuchtte hij. 'k Zag dat ik er weer niks van begrepen had.
Hij moest een stageverslag maken over iemand met borstkanker. En ze was uitbehandeld. En ik moest me nu in haar plaats stellen. Dus dat van die contracten bij de koopvaardij kon al niet doorgaan.
Ziet ge wel dat ik er weer niks van begrepen had. Hij vroeg me niet wat ík zou doen, de slome vroeg me eigenlijk zijn huiswerk te maken. We werkten eerst de afwas af, zo kreeg ik wat tijd om een aantal gedachten op een rijtje te zetten.
- Is zij een vrouw mét kinderen of zonder kinderen? En hoe oud is ze, want dat is ook van belang. Laat ze jonge kinderen achter, of opgroeiende kinderen of volwassen kinderen? Zijn er kleinkinderen? Da's telkens een groot verschil hoor manneke. - Geen kinderen. - Hoe oud zijn zij en haar man? - Er is geen man. - Haar lief dan. - Het is een non. Van 76.
Ha potvermille!
- Waarom vraagt ge aan mij hoe een non van 76 erover denkt? Ik ken haar wereldje niet! - Ja, eh … gij zijt toch ook een vrouw. Zonder kinderen, liet hij er zeer alert op volgen.
Wachtwa, ik zou volgens hem als vrouw -van toen 36- moeten weten hoe een bejaarde non reageert op de aankondiging van haar levenseinde?
Waarschijnlijk vindt ze steun in haar geloof, gesteld dat ze uit overtuiging ingetreden is. Waarschijnlijk werd haar persoonlijk leven gedragen en gesteund door het leven in groep. Waarschijnlijk heeft ze nooit in haar eigen levensonderhoud moeten voorzien, daar zorgt haar orde voor.
Voor mij was die dame als van een andere planeet.
Geloof ? Ik lijd aan fundamentele twijfel. Leven in groep ? Enkel op korte termijn, de tijd van een contract aan boord. Levensonderhoud ? De eigen broodwinning was mijn navelstreng met een bestaan.
- Waarom vraagt ge het haar zelf niet? - Ze zegt weinig. Ze wil met mij niet spreken.
Daar kon ik inkomen, dat de non niet praatte met hem. Dat was niet persoonlijk. De stageleidster was compleet getikt om een mannelijke stagiaire in te zetten bij een bejaarde religieuze bij wie wondverzorging aan de borst moest gebeuren. Natuurlijk klapte de non dicht als een oester! Mannen horen niet bij het bed van oude nonnen en jonge mannen al helemaal niet. Zelfs niet als de jongeman in kwestie nichterig is van San Francisco tot Kaapstad.
- Ze zou toch moeten weten dat ze van mij geen schrik moet hebben, zei hij een beetje moedeloos. - Jongen, ze is geboren in 1912, mogelijk in het klooster gegaan op haar 18 of 20 en sindsdien weet zij van de buitenwereld niks meer. NIKS. De buitenwereld beperkt zich tot nieuws uit de missieposten en het Vaticaan.
Ondertussen had ik de laatste trein gemist en ik logeerde die nacht bij de mensen op de sofa. Ik droomde dat de jongste broer purser was op een cruiseschip en dát wit pakje stond hem veel beter dan het tenue van verpleger.
m – HiH-03/2016, bijgewerkt -
|