In het laatste jaar krijg ik in de klas een briefje door, gelukkig was het tijdens de les Nederlands. Het briefje kwam van Mia, en ik dacht dat het voor de schoolkrant was. Onze klas had daar een rubriek. Op het briefje stond : de zee klotst voort in eindeloze deining, de zee is als mijn ziel, in wezen en verschijning
Ik kende die lijnen (nog) niet, maar ik vond het wel grandioos. Dit was weer Mia op haar best. Dit was waarschijnlijk weer een aanloop naar een van haar meesterlijke parodieën. Het klonk al goed en het was nog maar het begin. Ik voelde de pretkriebels komen. 'k Kon mijn lach binnenhouden maar ik zat wel te schudden. De leraar vroeg of ik mijn blijdschap en jolijt wou meedelen aan de ganse klas.
Ik las de twee lijnen voor en toen was ik bevrijd, ik mocht luidop lachen om de lijnen van Mia. Maar! Met Willem Kloos wordt niet gelachen. Toen toch niet. 't Zal wel iets met de tijdsgeest geweest zijn. Met die van Kloos, en met die van ons laatste schooljaar. Het botste tussen Kloos en mij. Dat is (helaas) nog altijd zo.
voor de volledigheid :
Van de Zee - Aan Frederik van Eeden
De Zee, de Zee klotst voort in eindeloze deining, De Zee, waarin mijn Ziel zichzelf weerspiegeld ziet; De Zee is als mijn Ziel in wezen en verschijning, Zij is een levend schoon en kent zichzelve niet.
Zij wist zichzelven af in eeuwige verreining, En wendt zich altijd óm en keert weer waar zij vliedt, Zij drukt zichzelven uit in duizenderlij lijning, En zingt een eeuwig-blij en eeuwig-klagend lied.
O, Zee was Ik als Gij in ál uw onbewustheid, Dán zou ik eerst gehéél en gróót gelukkig zijn;
Dán had ik eerst geen lust naar menselijke belustheid Op menselijke vreugd en menselijke pijn;
Dan wás mijn Ziel een Zee, en hare zelfgerustheid Zou, wijl Zij groter is dan Gij, nóg groter zijn.
Willem Kloos (1859-1938)
m – HiH-03/2016 - het was een zalig moment, Mia en zo had Kloos nog eens voor wat deining gezorgd!- https://nl.wikipedia.org/wiki/Willem_Kloos_(dichter)
|