ongewild grappig, Alzhumor
Tijdens de info-namiddagen en de cursussen voor mantelzorgers & zorgdragers werd ons duidelijk & uitdrukkelijk bijgebracht dat er niks mis is met lachen.
Het werd Alz-humor genoemd. Men lacht met de situatie, niet met de dementerende persoon. En dat lachen kan zeer ontladend zijn voor de zorgdrager want de zorgdrager is degene die het moet zien vol te houden. En degene die het moet volhouden mag al eens ontladen. Punt. De instructrice was daar tamelijk kordaat in:
“Degenen die afkomen met zware principes staan niet in de praktijk volgens mij en worden dus verzocht hun verontwaardiging voorlopig voor zich te houden. Tenzij ze naar de praktijk overstappen. Maar dan zullen ze vrij snel een uitlaatklep nodig hebben. Drank? Liever Humor.”
Een tijd later kregen we in praktijk een voorbeeld van wat bedoeld werd in de cursus.
Een dame met beginnende dementie, een bewoonster van het WZC, had haar dochter + gevolg op bezoek en ze liepen samen door de gang, op weg naar de cafetaria. "We gaan een crèmeke eten", zei de dochter,"hé Ma?" "Ja", antwoordde de moeder opgetogen en ze versnelde haar pas, "kom, we gaan naar het crèmatorium!"
Want een crèmeke eet men in een 'crèmatorium'. Dat klonk op dat moment en in die context zeer logisch en de aanwezigen gingen mee in die redenering en niemand heeft gelachen en haar gemoedsrust & waardigheid werden intact gelaten.
Hilarisch is het niet, maar wanneer de dierbare ongewild grappig is, doet het (achteraf) soms glimlachen. Dat soort situaties werd in de cursus alz-humor genoemd.
m - EZW-02/2013, HiH-03/2016, bijgewerkt -
|