Wanneer hier iets ongewoons gebeurt kijk ik op de klok. Dat is een overblijfsel uit de zeevarende jaren, toen er nog een logboek moest ingevuld worden. Wat al lang niet meer het geval is.
’k Was op een ontiegelijk uur wakker en ik hield me in stilte bezig. Stilte wil zeggen geen stofzuiger gebruiken, geen mixer, geen wasmachine en het klankvolume van de TV op lowlow-level. Stilte voor mijn Schone Slaper en voor alle andere gelukzaligen in dit gebouw.
Terwijl ik met een half oor naar Discovery Channel luisterde en onderwijl met een stofdoek rondfladderde hoorde ik ergens in het gebouw een bel gaan. Drie rinkels, dat is de benedendeur. De benedendeur? Nu? Bezoek? Ik keek op de klok, 04h17. Dit is te vroeg voor bezoek, tenzij het een urgentie is. Bezoek zou … Een urgentie in het gebouw! Het senioren alarm van de benedenburen! Ik haastte me naar het balkon en verwachtte beneden hun zoon te zien staan.
Er stond een figuur in een lang blauw gewaad, met sneeuwlaarzen aan. Opnieuw de bel, de vaste drie rinkels van de benedendeur. Halfluid zei ik : hallo? hallo daar? De figuur keek omhoog. Zo zag ik dat het de benedenbuurvrouw zelf was. Het gewaad bleek een kamerjas en de laarzen waren warme knufpantoffels.
Ik haastte me naar de parlofoon en drukte op de sleuteltoets. De benedendeur klikte open. Iets later startte de lift. Op 1-hoog ging de deur dicht, hoorde ik. Dat waren geruststellende geluiden.
Later op de dag vroeg ik me af hoe zoiets had kunnen gebeuren. Ze had zich zonder sleutels buiten begeven, in nachtkledij, op een uur dat haar echtgenoot nog sliep. Maar waarom? En ze had hem niet wakker gekregen om terug binnen te raken.
Ik ben het niet gaan vragen. Toen we mekaar een paar dagen later tegen kwamen leek het of er niks gebeurd was ... had ze geslaapwandeld?
m – HiH-04/2017, bijgewerkt -
|