in eigen boezem kijken van TP
“Je hoeft me zondag niet te vieren, kind. Ergens heb ik een hekel aan die opgelegde vieringsdagen. Geef toe zo’n lieve, oergezellige moeder ben ik überhaupt niet. Ik vraag me steeds weer af wanneer moeders diep in eigen boezem kijken, durven kijken, of ze, zoals ik, soms ze met rode kaakjes voor de spiegel staan. Ik weet het ik maak je knettergek met mijn opmerkingen. Wanneer ik je voor de zoveelste keer zie slikken, zie denken “My God, daar gaat ze weer” bij mijn zoveelste opmerking dat die fijne spulletjes van je dochter beter op 30 graden met Dreft worden gewassen dan met dat laatste nieuwe commercieel ingevoerde vloeibaar spul dat je gebruikt of dat je dure meubels hongeren naar een flinke beurt met een oerdegelijke vaste boenwas dan met die rotzooi van sprays.
Ik weet het, ‘t is om horendol te worden die commentaar van mij. Moet je mij niet vertellen hoor, heb ik eveneens ervaren met jouw grootmoeder. Kind toch, heb ik mijn make vaak een betweterige zaag gevonden. En nu, zou ik er alles voor over hebben nog een keer onder mijn voeten te krijgen omdat de schoudernaden van de overhemden niet naar haar zin zijn gestreken. Ons make, jouw liefste meméke, zij beheerst nog steeds een stuk van ons leven, nietwaar?
Je hebt natuurlijk van die moeders die zelden opmerkingen maken, die altijd een brok gezellige warmte zijn wanneer de kinderen eens per week of om de veertien dagen langs komen op de koffie of zo. Wij zitten zo niet in mekaar. Jij komt nooit langs op bezoek, jij komt altijd naar huis haast elke dag. Dat oude vertrouwde nest blijven we delen, jij en ik. Ons huis ademt naar jou, jouw geur raakt er nooit meer uit. Kan niet, zesentwintig jaar onder eenzelfde dak wonen laat sporen na. Overal. Je babyschoentjes, je fopspeentje, je glazen papfles, een tetraluier met twee veiligheidsspeldenspelden, je kindercouvert, je poppenhuis, je Barbies, al je melktanden, al je schoolrapporten, je 45-toerenplaatjes, je nieuwjaarsbrieven, heel wat opstellen, je diploma’s, tapes vol zelfgezongen en soms zelfbedachte schlagers toen je de Abba en Olivia Newton-Jones toer opging, zelfs je eerste cognackleurig behaatje alles heb ik gehouden. De liefdesbrieven van je man liggen onaangeroerd in de lade van je nachtkastje. Met rood lint er rond. Jawel onaangeroerd. Oké, ik heb er ooit een tweetal gelezen, twintig jaar geleden, sedertdien nooit meer, mijn erewoord. Hoeveel van je tekeningen, jouw attenties voor mij hangen er hier wel niet in huis? En je slakkenhuisje in klei in ons toilet.
Ach, liefje, ik hoef geen bloemen of parfum en zeker geen beurt in zo’n wellness-salon. Jij bent mijn wellness, jij en je twee kinderen. De klank van je stem, je ‘mamma, ik ben hier’, die tedere blik in je mooie grote ogen en je lippen op mijn wang. Van geschenken gesproken! En die, die krijg haast ik elke dag”. TP
Dat is een machtig idee, TP, dat rond Moederdag een vrouw eens haar eigen moederschap onder de loep neemt. Zonder herinneringen met roze tule en sentimentele franje maar in de stilte voor de spiegel. Zonder in de bovenkamer het verleden te schminken. De dissectie van een moederschap. Of is het vivisectie …
Mijn moeder was een drama-queen, haar moest ik zoiets niet vragen. Tenzij van op veilige afstand, per mail bvb. Of ze zichzelf nog voor het lapje hield in de stilte voor de spiegel, dat zou ik nu graag weten. Wist ze na al die jaren wat voor soort moeder ze was of hield ze het voor zichzelf nog altijd rozig?
m – HiH-05/2016, bijgewerkt – de tekst in het zwart is van TP
|