‘zeelieden gaan recht naar de hemel want de hel hebben ze al gehad’
Een aantal jaren geleden zaten LM en ik in de wachtzaal voor de jaarlijkse medische controle van de koopvaardij. Gedwee zaten wij onze wachttijd uit met het lezen van oude roddels onder een lichtkoepel in de achterbouw van een omgebouwde stadswoning. Wéér een tuin kwijt door een achterbouw, hoe moet het met de mussen en de bijen in de stad …
Bij MediPort worden ook verstekelingen binnen gebracht, maar dat is een ander verhaal.
Bij MediPort komen zeelieden van ongeveer alle schepen die in de haven liggen. Qua gesprekken valt er al eens iets te beleven in de wachtzaal. Maar niet die dag. LM & ik zaten dus te lezen, het was een rustig moment. Plots hoorde ik rechts boven mij : 'Ha schoon madam!', boven mij, omdat hij rechtstond en ook omdat hij meer dan 1m80 is.
Rozijn! De 2CB, de 2de kok/bakker met wie ik in 1981 twee maal gevaren heb! Varen met Rozijn is een verhaal op zich. Een boek op zich.
'k Stelde de heren aan elkaar voor, LM en Rozijn. Rozijn glimlachte en LM vroeg zich af of hij moest glimlachen. Ja, hij mocht gerust glimlachen. Varen met Rozijn is een belevenis maar niks om den echtgenoot ongerust te maken ivm oude liefdes.
Er werden herinneringen opgehaald, LM en Rozijn vonden gemeenschappelijke kennissen bij de zeevarenden, gemeenschappelijke schepen, gemeenschappelijke havens en havenkroegen waar ik ook geweest ben maar waarover men als dame zwijgt.
We zouden met drie achteraf een hapje gaan eten. Plots zei Rozijn : - Gij kent toch Kaptein Bugel hè. - Ja natuurlijk, wie kent Bugel nu niet ! antwoordde ik. - Die is ineengestuikt, herseninfarct, gedaan.
En toen bleef het stil. Ik moest bekomen van dat nieuws. Bugel was 49 j of zoiets en onderhield een samengesteld gezin, in aantal leden eigenlijk een clan. Bugel zag ook zijn bemanning als volk dat hij moest behoeden en bevaderen, niet als werkvee van de rederij dat kon betutteld worden. Bugel was meer dan een gewone kaptein.
LM zag het impact van die mededeling en zei : 'dat is een verlies'. Ja zo'n plotse jonge afmonstering van deze planeet is zeer zeker een verlies. Voor zijn gezin, voor zijn familie, en voor alle mensen en bemanningen die hem niet meer mogen meemaken. Bon Voyage, Commandant Clairon. Veel meer kon ik toen niet denken.
Het was een vreemd soort afscheid. Met drie een beetje zitten stil zijn in de wachtkamer van MediPort.
m - een goed³ mens, Cdt Clairon– HiH-04/2016, bijgewerkt
|