Zonder grootouders geen kleinkinderen, veronderstel ik.
Noch LM, noch ik hebben kinderen, vandaar geen kleinkinderen. Het jong volk snapt die keuze, of doet beleefd alsof, maar wanneer wij ons in de wereld van het klein grut begeven, zijn wij daar onduidelijke figuren, een groottante en een grootoom … van ooit op zee? Dat zal dan wel een Plopsaland zijn. 'k Laat ze denken, want ik kom zo graag in hun wereldje.
De gesprekjes tussen klein en oud vind ik vaak zeer verhelderend. Wanneer de rechtmatige ouders niet aanwezig zijn, bedoel ik. Ouders zijn de mensen met de opvoedkundige verplichtingen. Grootouders iets minder ende vrienden van de grootouders nog minder.
Een gesprekje tussen het piepjong en het kraakoud :
- Toen god de mensen gemaakt heeft, was het eerst Adam hé, niet Eva. - Ja, eerst Adam, daarna Eva, antwoordde de Oma. - Maar het is 'dames eerst'. Wist god dat niet ? - Misschien niet hé, zei de Oma voorzichtig. - Opa weet dat wél hoor … maar god niet. Die weet dat niet. En zuchtend, hoofdje schuin, hief ze beide handjes op, voor god wou ze duidelijk niet garant staan.
Haar Numero Uno is Opa. En die van Oma ook.
m - met dank aan BF, HiH-05/2016 -
|