het lichtje onder de korenmaat
Een correspondente heeft haar kleindochter (nu 8j) leren schaken. De kleine is een vraagstaart. Ze had zichzelf leren lezen nog voor ze zes was en ze is nu vlot tweetalig Nederlands-Frans.
Zij is het soort kind dat van een kermisattractie vooral de achterkant wil zien, om te kijken hoe alles werkt. Haar broertje niet. Die staat te kijken naar de tover van zoveel lichtjes. Hij ziet daar tekeningen in. Hou die twee maar eens samen, op een drukke kermis.
Twee jaar geleden. In het eerste studiejaar had het Meisje een spreekbeurtje over de dinosauriërs, en dat die uitgestorven waren. De Juf had gezegd dat het heel goed was, maar dat ze in het vervolg zo geen moeilijke woorden meer moest gebruiken, omdat de andere kindjes het ook moeten kunnen verstaan.
Ontreddering. Toen ze het thuis vertelde was ze opnieuw ontredderd. Wat was er mis met haar spreekbeurtje? Ze had het toch goed gedaan. Thuis vonden ze het toch goed, hé Oma?
Wat bleek: het woord uitgestorven was te moeilijk. Als begrip ook : uitgestorven = niet meer bestaan. Geen enkele van dat soort. Geen enkele? Dino's waren van de TV, zeiden de andere kindjes.
- Waarover kwamen de andere kindjes dan vertellen? vroeg Oma. - Over hun kat en hun hond. En over de vogels in de bomen want de kindjes van Allah hebben geen kat. En geen hond.
Hoe dat verder gegaan is weet ik niet. Maar er moeten zich nog gelijkaardige situaties voorgedaan hebben.
Een tijd later kreeg ze een pluim van haar Oma, omdat ze iets slim gezien of gezegd of gedaan had. Daarop antwoordde ze : "Op school hebben ze niet graag dat ge slim zijt." Ze deed daar niet triestig over of gelaten of zo. Ze had dat geconstateerd. Ze deelde dat mee als een van de feiten des levens: op school hebben ze niet graag dat ge slim zijt, waaruit volgt => slim zijn is niet voor op school.
Mijn hart bloedde toen ik dat las. Nog maar zes jaar en ze stak haar licht al onder de korenmaat.
Haar Oma stimuleerde haar in gebieden die niet aan bod kwamen op school. Schilderkunst bvb. Over symboliek, van toen de mensen nog niet konden lezen en schrijven. Die richting wou Oma uit. Symboliek is een onderwerp waar men een tijd zoet mee blijft.
Maar het Meisje zat al gauw bij perspectief: 'Hoe maken ze iets ver op een schilderij dat plat is?' Want er zijn periodes en ook stijlen mét en zonder perspectief. En dat had ze gezien. Uit zichzelf. En plots zaten ze in de meetkunde, nog voor het kind meetkunde kreeg op school. Dat was niet de bedoeling.
Nu is de kleindochter acht jaar en Oma heeft haar leren schaken. Om dat schaken het brein bezig houdt en met schaken komen ze niet in het vaarwater van de school of van een Juf.
- Mij niet laten winnen hé Oma, anders leer ik het niet tegoei. - Nee Kind, nooit! beloofde Oma plechtig en uit de grond van haar hart.
Flinke zijn Meid! denk ik dan. De Oma, bedoel ik. Want een kleinkind nooit laten winnen, écht nooit ... dat houdt ze niet vol.
m - EZW-09/2014 ~ HiH 08/2015, 05/2016, bijgewerkt - naar een gegeven van-
|