koosnaampjes aan boord
Toen LM & ik mekaar een tijdje kenden noemde ik hem Poopy. Omdat hij zo'n strakke achtersteven had. Zoals het schip waarop we mekaar leren kennen hebben.
Mijn cent viel vrij vlug dat men zo'n naampje best niet in het openbaar gebruikt en in het openbaar werden dus geen troetelnamen meer gebruikt. Eerst nog wel verkleinnaampjes, maar dat klopte niet. Ik hou niet van een verkleinnaampje voor mezelf en LM is te groot van gestalte voor een diminutief. Troetelnaampjes en verkleinnaampjes raakten in onbruik. Vooral in de buitenwereld, en in de buitenlandse situaties en omstandigheden.
Eerst en vooral aan boord, zijn mannen zouden te hard lachen als ze aan tafel troetelnaampjes hoorden en ze zouden zeer waarschijnlijk de naampjes achter zijn rug beginnen gebruiken. Zo'n situatie kon het schip niet hebben, de werksituatie aldaar is een tamelijk strak hiërarchisch systeem.
De rederijen werkten toen al met lagere bemanning uit Aziatische goedkope loonlanden, ontwikkelingslanden zeg maar, en daar zaten bij momenten flink wat marginalen tussen. Door hun aantal voerden ze bij momenten de boventoon. Dat is in orde gekomen. Op verschillende manieren. En nu, een twintig jaar later, herhaalde zich die geschiedenis, omdat de rederij qua lagere bemanning aan het overstappen was van Filipijnen, die zich ondertussen (prima) aangepast hadden naar Bulgaren, die goedkoper zijn.
Alle integratiewerk kon herbegonnen worden.
Waar de Filipijnen ooit een clan vormden aan boord, waren Bulgaren een maffia, waarschijnlijk al van vóór de aanmonstering. Dit terzijde.
Dus LM & ik hadden onze koosnaampjes afgeschaft, toen in '92.
In '96, aan boord van de M/T J. deed de echtgenote van de Chef Mécanicien een reis mee. Toen heette die graad nog Chef Mécanicien ofte HWTK, Hoofdwerktuigkundige, de rechtstreekse baas van LM. Later werd de voertaal aan boord Engels, en die functie heette vanaf dan Chief Engineer.
Zij noemde haar man, de Chef, iemand met dezelfde graad als de Captain, consequent 'chou' en bij momenten 'chouchou'. Na drie dagen was chouchou zijn bijnaam en alle Filipijnen wisten wat het wou zeggen. Dat ze daardoor dag-in-dag-uit het gezag van iemand met vier strepen ondermijnde, zag ze niet in.
En Neptunus weet dat we geprobeerd hebben het haar duidelijk te maken, de capt, LM en ik, dat ze haar man beter bij zijn voornaam zou noemen dat ze naar haar Chou in het openbaar beter niet Chouchou kon noemen, en dat ze dat zeker niet door de alleyways moest gillen à la Castafiore. Tevergeefs.
Vond de Chef dat zelf ook? Dat weet ik niet. Die had denkelijk andere prioriteiten met zijn Castafiore.
Het resultaat was wel dat een hoop volk het over Chouchou had, wanneer de opperbaas bedoeld werd. Dit lijkt misschien anekdotisch, maar het mens had met haar zelfgenoegzaam gedoe wel een bres in de hiërarchie geslagen.
Wanneer men meevaart als scheepsgezel, dus niet als bemanningslid, heeft men zich te plooien. Ik heb de twee situaties ervaren. In de 13 jaar als bemanningslid had ik niks te zeggen, maar ik had wel iets te piepen, binnen het sociaal weefsel in de huishouding van een 20 à 25-tal mensen. In de 17 jaar als scheepsgezel, had ik niks meer te zeggen en zéker niks te piepen. Men bestaat enkel nog via de graad van de echtgenoot. En dat had Castafiore niet door. Door haar gedoe maakte ze van hen beiden een mikpunt. En dat kan niet. Men maakt van een Chief Engineer geen mikpunt.
m - EZW-07/2012, HiH-07/2016 – bijgewerkt -
|