over babbelcultuur en laméren
In de familie aan vaderskant werd alles op tafel gegooid. Ondergeschoven kinderen, oorlogsverledens, trouwerkes-van-moeten, financiële en andere schelmenstreken, het werd allemaal luidop meegedeeld. Of er nu klein grut met grote oren rondliep of niet : het leven werd verteld zoals het is. Heel die wijk was zo. Over geldelijke meevallers waren mijn grootouders opvallend minder openhartig. Misschien is dat eigen aan zelfstandigen.
Over bevallingen en aandoeningen werd er niet geheimzinnig gedaan, alles werd uitgebreid tot zeer uitgebreid verteld, varianten en remedies incluis, met al de misvattingen van een verhaalfolklore die terug gaat tot vóór de kindertijd van mijn grootouders.
Niet dat problemen bespreekbaar gemaakt werden of dat er taboes doorbroken werden. Helemaal niet. Het waren gewoon mededelingen die werden uitgesponnen en als verhalen werden opgediend. Een overblijfsel uit de tijd dat radio voor rijke mensen was en de TV nog niet bestond. Want in die tijd en in dat milieu zijn mijn grootouders opgegroeid. Men maakte zélf de soaps. En die manier van communiceren hebben ze zowat heel hun leven gehanteerd, over alle onderwerpen, met de clichés en de dooddoeners die erbij horen. Ik denk dat mijn grootouders 'streetwise' waren.
Van hun kinderen (negen) waren er een paar zeer zwijgzaam. Misschien zijn ze in die bende nooit aan het woord geraakt en hebben ze het dan maar opgegeven? En een paar zijn nu nog altijd grote tateraars. Maar ze vertellen niet alles meer. Er is nu meer oog voor privacy, alhoewel … één tante heeft nog altijd een zeer levendige belangstelling voor 'het leven zoals het is'.
Iets waar mijn Pa absoluut niet tegen kon was de openheid waarmee zijn Moeder over aandoeningen en ziektes vertelde. Daar kreeg hij het danig van op zijn heupen. Maar eens voorbij een bepaalde leeftijd deed hij zelf juist-klak-exact hetzelfde als zijn moeder met alle ongevraagde details en op de meest ongeschikte momenten. Wanneer we hem er op wezen, dat hij dat vroeger zelf niet verdroeg, viel hij uit de lucht, dan waren wij het die weeral overdreven. Weeral …
Die babbelcultuur en dat lameren heb ik enkel daar gekend. In die wijk, Ter Eiken. Men leefde er luidop mee en de mantel der liefde betekende daar het verhaal van de beklagenswaardige doorvertellen.
De familie aan moederskant was bijlange niet zo. Daar ging het gans anders. Dat is voor een andere keer.
m, ooit klein potje met grote oren – EZ-04/2013, HiH-08/2016, herzien -
|