Eigenlijk heb ik geen juwelen meer. Behalve twee ringen. Maar die zijn in zilver. Of zilver mee telt als juweel weet ik niet. Zilver oxideert. 'k Heb wel een heel mooi glad vierkant doosje in geoxideerd zilver. Het vraagt geduld om de zuurstof in de lucht en het zilver van het doosje een paar jaar hun gang te laten gaan. Oxideren op natuurlijke wijze. Tot hier toe ben ik tevreden. De tekening van de oxidatie begint heel Japans te lijken. LM is veel minder tevreden. Hij vraagt zich af waarom ik een mooi doosje laat oxideren. Het antwoord was en is nog altijd zeer simpel : omdat ik dat wil.
-----
Enkele zomers geleden was ik in de slaapkamer een kast aan het opruimen en in een doosje met 'juwelen' zaten dingen die ik al twintig en dertig jaar niet meer gedragen had.
Dat kwam deels door de job. Ringen zijn niet zo handig als men vaak rubberhandschoenen moet aan- en uittrekken. Halssnoeren en kettingen … wanneer zou ik ze gedragen hebben. Toch niet om aan de wal te gaan, dat is vragen om overvallen te worden. Juwelen dragen was voor later. Ooit zou ik dat wel doen. Dat ik die dingen niet droeg kwam ook omdat veel van die spullen in goud waren. En ik vind dat goud soms toch zo luid kan blinken. Ik heb liever de zachte glans van zilver.
De gouden dingen had ik in de loop der jaren geërfd en gekregen, zeker niet zelf gekocht. Een mens verzamelt nogal wat spullen. In de loop der jaren.
Er waren oorbellen bij die ik gevonden had toen LM & ik de kamer bij een neefje van hem gingen herinrichten. Ze lagen tussen het bed en de muur, bovenop de plint. Toen ik ze liet zien aan de neef, verschoot hij van kleur.
- Doe dat weg, doe dat weg! zei hij gejaagd.
Het waren oorbellen van zijn vorige vriendin. De huidige vriendin mocht die oorbellen niet zien en al zeker niet weten waar ze gevonden waren. 's Avonds belde ik hem om te vragen hoe ik die oorbellen kon terugbezorgen aan de ex-vriendin.
- Ge moogt ze houden, fluisterde hij. Da's voor de moeite.
Zo stond ik naar die dingen te kijken Ik herinnerde me dat ik iets gelezen had over de goudprijzen. Dat er geld gegeven werd voor oud goud. Dus heb ik op het Net opgezocht waar ik daarvoor moest zijn en de dag erop heb ik de hele mikmak uit de kast gehaald en samen met de oorbelletjes binnengebracht bij de mensen die van goud hun werk maken. 'k Heb 300 € gekregen voor het boeltje.
Met dat geld wou ik iets kopen dat ik echt mooi vind. Eén stuk. Maar dan iets heel moois. Een ontwerp dat tijdloos is en nooit gedateerd zal raken. Eventueel kon ik nog 300€ bijleggen, dan had ik het juweel eigenlijk nog aan halve prijs.
Maar het was zo warm die dag dat ik recht naar huis gekomen ben. Mijn favoriete zilverwinkel (Reyndersstraat) zou ik wel op een andere keer gaan bezoeken.
Ondertussen zijn we drie zomers verder, of vijf en ik heb nog altijd niet naar het stuk van mijn dromen gezocht. Maar ooit hé, ooit zal het er van komen. Dat ene juweel dat op mij ligt te wachten zal op een dag mijn pad kruisen. Dan maak ik een foto en dan zend ik die in.
En anders zijn er nog altijd de micro-investeringen, de geitjes van Oxfam. Misschien is dat uiteindelijk zinniger dan mijn gemekker over 'ooit'.
m – HiH-08/2016, bijgewerkt -
|