van Den Helder tot Den Briel
In mijn jonge jaren (in de pre-LM periode) had ik eens voorgesteld om een voettocht te maken, van Den Helder tot Den Briel. Holland is vlak, geen bergop-bergaf gedoe. En om de cadans er in te houden konden we dan zingen van Jan Klaassen de Trompetter.
- Hoe lang is die tocht? - Heel Holland door.
Dat was dom van mij. 'k Had moeten zeggen : twee provincies maar, kleintjes. Achteraf mocht ik met cijfers afkomen, in vogelvlucht een 120 km, langs de weg amper 170 km langs de wandelpaden weet ik niet maar we spreiden het over twee weken, kunnen ook stukken met de bus doen … niks gebaat, 'k kreeg mijn volk niet meer warm, want "ze wil héél Holland door". Alsof ik hen door de jungle van een land met slangen had willen jagen.
Hét argument :
- Ze tappen hun bier in colaglaasjes. - Ook dat nog, ja. Héél Holland door serveren ze pils in colaglaasjes. Dat maakt een voettocht ondoenbaar. Voor dat soort gebieden is een helikopter meer aangewezen? #^¡]o!*&!!
Die tocht had moeten doorgaan ergens tussen '79 en '89 (pre-LM dus) maar het is er nooit gekomen want elk verlof was er wel iets en na elk verlof moest er weer gevaren worden voor zes maanden. Zo verdween het plan naar de achtergrond. Daar liggen wel meer plannen zachtjes neergevlijd.
Met het marsliedje maakt men zo'n tocht al huppelend van het ene uiteinde naar het andere uiteinde: klank aanzetten, https://www.youtube.com/watch?v=x5NTy-cxK78 03min15
Jan Klaasen was trompetter in het leger van de Prins Hij marcheerde van Den Helder tot Den Briel Hij had geen geld en hij was geen held en hij hield niet van het krijgsgeweld Maar trompetter was hij wel in hart en ziel
Het leger sloeg z'n tenten op voor Alkmaar in 't veld En zolang geen vijand zich liet zien was iedereen een held De kroeg werd als strategisch punt door 't hoofdkwartier bezet De officieren brulden: "Jan, kom speel op je trompet!" Ze werden wakker in de goot in de morgen kil en koud Maar Jan Klaasen sliep in de armen van de dochter van de schout
(refrein)
De Prins sprak op inspectie tot de majoor van de compagnie "Ik zag hier alle stukken wel van mijn artillerie. Ja, zelfs dat kleine in uw kraag en dat blonde in uw bed. Maar waar zit dat stuk ongeluk van een Jan met z'n trompet En niemand die Jan Klaasen zag die bij de stadspoort zat En honderd liedjes speelde voor de kinderen van de stad
(refrein)
Jan Klaasen zei: "Vaarwel mijn lief, ik zie je volgend jaar. Wanneer de lente terugkomt dan zijn wij weer bij elkaar." De winter ging, de zomer kwam, de oorlog was voorbij Maar het leger is nooit teruggekeerd van de Mookerhei Geen mens die van Jan Klaasen ooit iets teruggevonden heeft Maar alle kinderen kennen hem; hij is niet dood, hij leeft!
(refrein)
Hij had geen geld en hij was geen held en hij hield niet van het krijgsgeweld Maar trompetter was hij wel in hart en ziel
tekst Lennaert Nijgh , muziek Boudewijn de Groot, gezongen door Rob De Nijs - 1973
-----
Jan Claesen of Jan Klaassen is thans vooral bekend als de held van de poppenkast. Hij zou trompetter zijn geweest in het leger van Frederik Hendrik (1584-1647), en nadien met zijn vrouw Katrijn poppenkastvoorstellingen hebben gegeven. Het lied is dus gebaseerd op een historische persoon.
Den Briel / Brielle heb ik later kunnen bezoeken, twee keer en telkens toevallig. Toen ik daar was, was ik heel blij, dankbaar bijna, dat ik er kon zijn. De geschiedenis is er heel op mensenmaat, bijna tastbaar.
En ik voelde telkens een klein kneepje spijt over die voettocht.
In Den Helder ben ik nooit geraakt. Nuja, Den Helder staat ook op Google hoor.
m – HiH-08/2016, bijgewerkt - https://nl.wikipedia.org/wiki/Frederik_Hendrik_van_Oranje ,van : https://nl.wikipedia.org/wiki/Jan_Klaassen_(pop)#Oorsprong
|