de giechel van SV ~ en de bisschop
1966 ~ We waren 14 jaar. In de klas zat een meisje dat erg last had van giechel. Extreem zelfs. We gebruikten het woord extreem nog niet, wij dachten : zo ís SV gewoon, giechelachtig. Ze had al wel verteld dat ze dat zelf niet wou, lachen, maar dat het iets was waar ze niks kon tegen doen. Want wij verwarden giechelen toen nog met lachen. Terwijl er bij giechelen soms weinig te lachen valt.
Later heb ik een glimp opgevangen van haar thuissituatie. Maar dat was later. Nog later is haar moeder uit het leven gestapt met een dosis pillen. Daar moest ze niet ver voor lopen, haar man was apotheker. SV is ook apotheker geworden. Maar ik dwaal af.
Op een dag tijdens de les geschiedenis zag de lerares dat SV haar schrift niet bij had. Dat schrift zat al in mijn boekentas, ik had beloofd het voor haar bij te werken, want ze liep hopeloos achter met haar notities. Oorlogen met wisselende coalities en vredesverdragen met steeds wisselende datums waren haar ding niet. Zij was een meisje van de wetenschap. Voor haar mocht het strak en helder zijn. Daarom had ik voorgesteld haar notities bij te werken. Niemand zou het verschil in handschrift zien, de notities werden nooit opgevraagd, maar SV had ze wel nodig voor de examens.
Wij waren een samenwerkende vennootschap, SV hielp mij met fysica en wiskunde. Ik hielp haar waar ik zo’n beetje kon. Beetje. ’k Was al blij dat ik eens iets voor haar kon doen.
SV zat aandachtig de les te volgen -want haar best deed ze wel- zonder schrijfwerk. Ipv iets op een blad te noteren, of minstens te doen alsof! Vandaar de vraag van de lerares natuurlijk : Moet gij niet noteren? Waar is uw schrift?
En SV schoot in een zenuwlachje, de gevreesde giechel weeral. De lerares bleef aandringen en SV bleef slapjes giechelen.
- Dat is van de zenuwen, zei ik tegen de lerares, dat is van de zenuwen … - Heb ik u iets gevraagd ? - Nee Juffrouw, maar het is van de … - Gij, zei ze tegen SV, naar de directrice! We zullen eens zien of ge haar ook in het gezicht durft uitlachen. En gij, zei ze tegen mij, gij zult nog eens wat zien.
- Ja patat! zei ik halfluid.
Die uitdrukking is Brabants, mogelijk zelfs Brussels, en betekent iets zoals : daar zult ge het hebben.
Nu wil het toeval dat de bijnaam van die lerares Petatje was. Niet patat met een A, maar Petatje met een E. Ze was klein en rond en ze had een dopneus. Of de bijnaam er gekomen was door haar gestalte of door haar neus dat weet ik niet, dat is een vraag voor de generaties scholieren vóór mij.
In elk geval ze hoorde iets dat op haar bijnaam leek en ik kon op de gang gaan staan. ’s Avonds ging ik naar huis met het gevoel dat er iets niet klopte met dat mens, maar goed, het zou wel overwaaien. Dacht ik.
’s Anderendaags bij het eerste lesuur zei de lerares Frans dat ik niet moest gaan zitten, ik moest me gaan aanbieden bij klas B. Ik werd verplaatst van klas. De lerares geschiedenis wou me niet meer zien. Compleet overdonderd deed ik wat de lerares Frans zei en ging een lokaal verder, naar klas B. Daar was ook de les Frans aan de gang. Ik zei dat ik moest komen vragen of ik binnen mocht. De lerares deed democratisch en legde die vraag aan de klas voor. Alsof die leerlingen nee zouden antwoorden. Alsof die al niet ingelicht waren. Alsof ik haar theatertoontje niet gehoord had. Er was al een lessenaar bijgezet en ik kon achteraan gaan zitten. Eigenlijk een ramp, want ik zit liefst in het midden, aan alle kanten omgeven door anderen. Maar als banneling heeft men niks te verzoeken natuurlijk.
Achterin kwam ik naast ND te zitten, een nichtje van Monseigneur D, toen bisschop van A. Tijdens de speeltijd van 10h ging ik op zoek naar SV, met ND in mijn kielzog. SV vond het verschrikkelijk wat er gebeurd was, ik iets minder en ND, de rebel, vond het allemaal machtig & prachtig, zij vond het een evenement. Ik trachtte SV te troosten door te zeggen dat Petatje misschien wel veel van geschiedenis kende maar niks van lesgeven en van leerlingen. ND had dat gehoord en het tamtamsysteem deed de rest, tot bij de Nonkel Bisschop.
Tegen het einde van het schooljaar was er een ouderavond en toen mijn Ma terug kwam wist ze te vertellen dat de betreffende lerares discreet haar verontschuldigingen aangeboden had.
Ja, patat! wat had ik daar aan.
m – HiH-08/2016, nagekeken -
|