de snorkel
'k Heb zitten denken over mijn goede oude tijd. Dat waren periodes uit de kinderjaren, zeker weten.
'k Weet niet vanaf wanneer ik kon zwemmen. We lagen elke vakantie in de Middellandse Zee te plodderen en in mijn herinnering kwam ik er enkel uit om in het zand te spelen. En om te eten. En om te slapen.
'k Herinner me wel dat ik eens wat ver in het water gewandeld ben. Dat kan de zomer van '57 geweest zijn.
Een klein golfslagje bracht me nog een paar centimeter verder : diep! Ineens had ik geen grond meer onder de voet. Ik had de tegenwoordigheid van geest om mijn hoofd achteruit te houden en te zorgen dat mijn mond boven water bleef. Ondertussen wriemelde ik met mijn tenen op zoek naar grond. Die kwam, ik was de juiste richting uit gewriemeld, richting strand. Want met het hoofd in de nek ziet men enkel lucht natuurlijk. En misschien een wolkje. 'k Had evengoed de verkeerde richting kunnen uit tenen en dan zat ge dit misschien niet te lezen.
Terwijl ik naar de kant teende was er plots iemand die mijn hand nam en die vroeg "ça va?" Ik wou weg van die doe-goeder, want ik had het gevoel dat ik niks moest vertellen aan mijn Ma, over dat stappen in het water. 't Zou maar gedonder opleveren, te ver, te dit, te dat … De hand liet me los en ik was weer vrij. Iemand moet toch mijn ouders ingelicht hebben want iets later kreeg ik een snorkel en zwemvliezen. Mogelijk was dat de dag er na al.
Het was zo'n kindersnorkel, waar én neus én mond in passen en aan de tube zat een stopper, een kromming met daarin een pingpongballeke. Dat ding is nu compleet achterhaald wegens onveilig, maar toen was het een oplossing : 'als ze dan toch niet te houden is, heeft ze tenminste nog wat lucht'. Want ik wou overal komen waar ik niet kon geraken.
Snorkelen had het voordeel dat ik niet meer krampachtig deed met nek en schouders. Ik kon met mijn gezicht in het water liggen en toch kreeg ik lucht. Mijn armen zorgden voor de route en de zwemvliezen gaven me vaart. Waarschijnlijk heb ik leren zwemmen dank zij de snorkel. Schátten heb ik toen naar boven gesnorkeld. Mooie keitjes, mooie schelpen, een dood zeepaardje, stukjes afgesleten glas en af en toe een Franse cent … schatten !
m – EZW-09/2014, HiH-06/2016, bijgewerkt -
|