uit 2003 ~ Joy riding ~ van GMA
Op een zonnige dag reed ik naar naar de supermarkt met mijn schoonmoeder als passagier. Zij was een oude dame, die met een stok liep. Op de parking aangekomen stapten we uit, gingen de winkel binnen om onze boodschappen te doen. Buiten gekomen, naar onze auto gestapt, tassen ingeladen.
Toen zag ik twee agenten uit een combi stappen en naar mij toe komen. Stoere kerels, mijn schoonmoeder zat reeds in de auto en ik stond aan de open deur.
"Heb je aan joy riding gedaan?" vroeg de agent. "Neen, natuurlijk niet" lachte ik de vraag weg . "Wat is dat, joy riding ?" vroeg schoonmama. "Dat is rondjes rijden, de ramen open, heel luide muziek laten horen en veel kabaal maken."
"Er werd een seintje gegeven vanuit de supermarkt, dat er joy riding gebeurde op de parking" zei de man van de wet. "Je hebt een lichtblauwe auto, ronde koplampen, je bent samen: met een oudere vrouw met een stok dus...dat klopt!".
"Wie doet nu zoiets, ik heb geen vijanden, geen enkele!"...
"'Tja, zei de agent, als wij een telefoontje krijgen, dan moeten wij komen, vandaar. Dit is niet de eerste keer, hoor, zoiets gebeurt regelmatig!"
Zij zagen in dat het loos alarm was. Gelukkig voor ons, maar... wie doet nu zoiets? van GMA
Volgens mij was dat niet tegen u of tegen uw schoonmoeder persoonlijk gericht. Keken er toen hoger gelegen ramen uit op die parking?
Waarschijnlijk zat daar de telefoonpleger. Te kijken naar wat er zou van komen, van zijn telefoontje.
Het scenario zoals ik het zie :
Een puber heeft huisarrest omdat hij ongevraagd de wagen van zijn ma of van zijn pa geleend heeft en daarbij mogelijk schade aangericht heeft. Daar kwam dan politie aan te pas. Hij is nijdig nu, op zijn ouders, op de politie en op de wereld in het algemeen die een jongmens geen lolletje gunt. Hij zit uit het raam te kijken.
Hij ziet op de parking van de supermarkt twee gemakkelijke slachtoffers uitstappen : een dame van middelbare leeftijd en een oudere dame die met een stok stapt. Prooi. Het verongelijkt wezen ruikt prooi.
Met zijn GSM (met herlaadkaart) belt hij de politie en geeft ulle signalement. De herlaadkaart was in 2003 nog anoniem, daardoor kon de beller niet opgespoord worden. Maar die zat wel uit het raam te kijken. Zijn genoegdoening was van korte duur natuurlijk.
Hoe het wezen zich op die saaie dag verder troostte laat zich raden. De situatie op de parking was een kwestie van pukkelhumor, volgens mij.
Er zijn natuurlijk andere versies mogelijk dan deze. Mensen in een drugseuforie?
Dat de telefoonpleger in een andere wagen op de parking zat te grinniken of te hinniken, is ook een mogelijkheid. Maar dat vraagt al meer lef natuurlijk, zoiets doen van ongeveer vlakbij.
Vandaar mijn vraag in het begin, keken er toen hoger gelegen ramen uit op die parking ? Als de parking omgeven is door bomen, hou er rekening mee dat die 14 jaar geleden niet zo hoog stonden als vandaag, dat er toen mogelijk kijk op de parking was.
m – HiH-02/2017, bijgewerkt -
|