een gemiste vriendschap?
In de lente van '76 stond ik op Zaventem in de aankomsthal te wachten op een vliegtuig uit New York. Nagelbijtend. En in de andere hand welkomst-bloemen.
De luchthaven zag er toen nog helemaal anders uit en er hingen nog geen monitoren. We moesten het doen met zo'n ratelend lamellenbord. Dat ging goed hoor : door het geratel werden we eraan herinnerd dat we nog eens op het bord moesten kijken. Was er nieuw nieuws? Want het vliegtuig had vertraging. Eerst drie uur, dan ineens maar twee uur ... er kwam schot in de zaak! Uiteindelijk zijn het 6 uren geworden. Zés. Na verloop van tijd stopt een mens vanzelf met nagelbijten. En de bloemen trokken ook op niks meer.
'k Was in gesprek geraakt met iemand van mijn leeftijd. Zij moest ook die zes uren zien door te komen en ook met de cash die ze op zak had. Bankcontact bestond nog niet. Eten en drinken? We zien wel.
Wachten maakt murw. Uiteindelijk zaten we op de grond, de benen languit en de bloemen lagen al ergens buiten mijn gezichtsveld. Teveel roken (dat mocht toen nog) te weinig drinken (wisten wij veel van hydrateren) en niet eten. En dan dat wachten. Niks actie. En weinig focus want lectuur hadden we ook niet bij. Na een tijdje geraakt men in een vreemd soort tijdsinterval. Compleet onwerkelijk.
We hebben mekaar dingen verteld waarover ik zelfs nog niet met mijn naaste dierbaren gesproken had en ook niet van plan was zulks te doen. Zoveel dingen worden existentieel wanneer men 24 is, zes uur moet wachten en niks om handen heeft. Zes uren vacuum.
En toen kwamen onze reizigers toe en hadden wij mekaar niet meer nodig. Zouden we wel afscheid genomen hebben?
Drie dagen later zat ik op de tram ter hoogte van de Beurs (Brussel), toen nog bovengronds (de tram), en iets verderop zag ik een bekend gezicht staan. 'k Glimlachte wat vaagjes, omdat ik niet wist wie, van waar, of hoe. "New York" lipte ze, en ik wist het weer. 'k Zat te ver af en een gesprek was gelukkig onmogelijk. Het was niet de bedoeling dat de gedachtewisseling van uren een vervolg zou hebben, hoe kort ook.
Nog eens drie dagen later zag ik haar zitten in de Villon, aan het kerkhof van Elsene, de andere kant van de stad, toen een nogal spooky rondpunt, zelfs op dagen dat het langer licht bleef.
Twee toevallige vervolg-ontmoetingen in één week tijd? Dat vond ik bizar genoeg, en ik koos voor een strategische aftocht.
Dat alles is vandaag 43 jaar geleden. Heel af en toe vraag ik me af hoe het verder zou gegaan zijn als ik die avond in de Villon toch naar haar was toegestapt. We waren allebei in gezelschap, we hadden het zeer kort kunnen houden. Óf we hadden de tafels bijeen kunnen schuiven ...
Misschien ben ik daar de vriendschap van mijn leven misgelopen.
m - EZW-08/2011, HiH 11/2015, 09/2016, bijgewerkt -
|