wanneer een lichtje gaat branden
Wanneer iets plots duidelijk wordt, ooit heb ik daar eens een beschrijving van gelezen. De blik staart, de ogen gaan half dicht, er is een moment van hersenstilte (er wordt niet gedacht of nagedacht) en plots verheldert het gelaat. Aha! zeggen de ogen.
Lang geleden, het meisje is nu 46 jaar geworden, verwarde Toppié het woord andere met het woord blauwe. Wanneer ze 'andere' bedoelde, zei ze 'blauwe'. - Wilt ge een pannenkoek of een wafel, Toppiéke? - De blauwe. Pannenkoek dus, dat eerste, dat andere. Wij snapten het, maar ze moest ook elders verstaanbaar zijn met haar blauwe.
Misschien als ze de namen van de kleuren leerde, zou ze vanzelf het woord blauw in de juiste context gaan gebruiken. Want het kind was schrander genoeg, ze was enkel efkes misleid door dat 'andere = blauwe'. Ik nam een blad papier en wasco stiftjes en zei dat het papier wit was. Ze zette er een paar strepen op, ziezo, en ze keek mij aan of ze me een groot plezier gedaan had. Waarschijnlijk had ze begrepen dat het papier leeg was.
Wit = leeg? Een tweede begripsverwarring konden we missen, we hadden eerst die andere weg te werken, die blauwe. En de kleuren opsommen van de wasco leek ook geen vat te hebben op haar denkmachientje.
Als ik nu eens veel dingen van dezelfde kleur bijeen bracht, dan werd het misschien duidelijk dat het over de kleur ging en niet over een andere eigenschap van gelijk welk ding. Kleine prutsen in kleur, dingen die op tafel kunnen gelegd worden.
In de knopendoos (4 generaties knopen) lag kleur, bij de pionnen van mens-erger-je-niet hadden we de basiskleuren, plus groen. Vier van de wasco's mochten weer meedoen. En plastic wasknijpers. En legoblokjes in allerlei vormen en basiskleuren. En de grote houten kralen. Geel was de moeilijkste kleur. Kleine gele dingen vinden … gelukkig zaten er voldoende gele knopen in de knopendoos. Ergens rond WOII moet geel in de mode geweest zijn.
En toen kwam ik in de speelgoedbak de zandvormkes tegen. In de vier kleuren. 'k Was gered. Ik nam vier vormkes en zette ze op tafel. Rond het groene legde ik alle groene spulletjes, De gele dingen kwamen rond het geel vormke, de rode frutsels rond het rood potteke en alle blauwe dingetjes rond het blauw.
Toppié zag me doen en ik zag haar denken welk spel dit kon zijn. 'k Had haar aandacht, dat was al iets.
Traag legde ik in elk vormpje 1 ding - Groen-bij-groen … geel-bij-geel … rood-bij-rood … blauw-bij-blauw. Nu Toppiéke.
Haar blik ging op oneindig, haar ogen gingen half toe … stilte … En toen gingen de oogjes weer open : aha! zó zit het spel ineen! Het was alsof ik tot in haar denkmachientje kon kijken. Ze heeft het vast, ze snapt het, ze heeft het begrepen! 'k Had zin om te juichen en hield tegelijk mijn adem in.
- Zo-bij-zo, zo-bij-zo, zo-bij-zo, zo-bij-zo … ratelde ze. Klaar! Schrander genoeg, 'k zei het toch. Nu nog de namen van de kleuren. Ik roefelde de resterende spulletjes door elkaar. - Dit is een groene, de groene bij de groene. De rode? - Pij te rote …
Ze deed en zei vlotjes wat van haar verwacht werd, zonder te aarzelen bij het woord blauwe. We hebben het spel nog één keer gespeeld en toen vond ze het genoeg, het was tijd voor iets anders. 's Avonds hebben we nog een optreden gedaan voor Tina. Het was een echte voorstelling, met applaus en gelukwensen en kusjes voor Toppiéke.
Mijn dag was goed. 'k Had die namiddag in dat klein brein een lichtje zien geboren worden. Dat is een memorabel moment hoor.
m – HiH-09/2016, bijgewerkt - https://nl.wikipedia.org/wiki/Aha-erlebnis,
|