troost moet soms uit kleine dingen komen ~ uit een fotootje (dat ik nu niet terug vind)
Aan de achterzijde van ons gebouw keken we uit op een wildernisje, een stuk grond met hoge bomen, dat omgeven was door de tuinen van de omliggende huizen. Die bewoners hadden daar ook een servitudeweg.
Die kleine enclave is verknald, verkaveld en volgebouwd. Er is een woonerf gekomen. 04/2014 is het begonnen. April. In volle nestseizoen! Op enkele dagen tijd waren de bomen en de struiken van die kleine oase omgelegd, verhakkeld en afgevoerd. We waren een leverancier van zuurstof en koelte kwijt, de vogels waren van slag en de katten vonden hun eigen paadjes niet terug omdat de machines de grond kapot gereden hadden. Hoe het ging met molletjes en muizen daaronder, daar durf ik niet aan denken. Met de bestuivers en andere insecten zal het nu ook wel triestig gesteld zijn want de huisjes die er ondertussen neergepoot werden hebben zeer steriele tuintjes. Van 'onze' wildernis blijft niks over.
Aan de straatzijde van ons gebouw worden de perken van de plantsoenen zeer strak gehouden. Dat zal wel zijn nut hebben. Een weelderig struikgewas zou maar inspireren tot struikroverij. 't Is zo al erg genoeg gesteld met Antwerpen. Aan de voorzijde is dus nog groen, mooi groen, maar het is niet wild, het wordt in toom gehouden door de mensen van de plantsoendienst.
Tot een paar weken geleden. Op de middenberm raakte de snoeimeneer met zijn loeimachien niet meer tot boven op zo'n groene cilinderstruik. Die dingen groeien namelijk. Waarom de struiken op de middenberm strenge meetkundige vormen moeten hebben is me een raadsel. Mooi is het niet. Maar die dag ineens wel want bovenop de cilinder bleven de uitlopers ongesnoeid en ineens hadden die strakke struiken een kapsel of ze op een festivalwei stonden, ze hadden een foeziewoeziekapsel dat ging wiegen bij het minste zuchtje wind. Ze zagen er direct veel sympathieker uit. Daarvan hebben we een fotootje. (dat ik nu niet terug vind) Dat was die kleine troost.
In die ene foeziewoezie struik zag ik zelfs een ronde mond en twee donkere oogjes. Lang heeft het niet mogen duren. Twee weken later kwamen ze met een kleine hoogtewerker en werden de plezierige kapsels opnieuw ongeïnspireerde crewcuts.
Achterin zijn we ons wildernisje kwijt en vooraan staat het zo strak dat ik er regelmatig de kriebels van krijg :
Alles gaat volgens 't boekje. De mensen van het groen onderhouden het plantsoen hier bij ons op 't hoekje. Als het voorjaar is gekomen en het groen laat zich weer ruiken staan er botten op de bomen en ook op alle struiken. Alles volgens 't boekje hier bij ons op 't hoekje.
De sappen bruisen, de botten barsten open, men staat versteld van dat stil geweld en dan komen bloesems die tot dromen nopen. Alles volgens 't boekje, hier bij ons op 't hoekje.
Na het dwarr'len van het roze freel -en dat is er heel véél- komen de mensen van het groen den opkuis doen. Het wordt hier zo getrimd. Het word hier zo gepimpt. Het is toch zó volgens 't boekje, hier bij ons op 't hoekje.
Mag het eens wat minder strak, mag het eens wat milder ? mag het eens wat wilder ? Ik heb het graag wat minder mak Helaas … alles volgens 't boekje, hier bij ons op 't hoekje
m – HiH-04/2016, 09/2016, bijgewerkt -
|