Vanmorgen vouwde ik een paar zeefdoekjes op en er schoot me iets te binnen. Toen we kind waren en de slazwierder nog moest uitgevonden worden, werd de gewassen sla in een bolrond rood plastic mandje gedaan, en daarmee werd de sla dan droog geschud. Of gezwierd. Tina deed dat enorm graag en ze was daar soms nogal energiek in. Ze zwierde die bol rond met kracht en enthousiasme.
Het Net heeft een fotootje van zo'n antiek ding. En het is nog een oranjerood ook!
In de rand van de slabol waren gaatjes en druktoppen voorzien, om de twee helften aan mekaar te houden. Mogelijk had ik de druktoppen niet goed ingedrukt want op een keer ging het mandje open en de sla vloog de tuin in, weg van het grasveld. Hij lag verspreid op en tussen de planten.
De sla hebben we zoveel mogelijk bijeen geraapt, opnieuw gewassen en opnieuw ging Tina de tuin in om de blaadjes te zwieren. Nu alsof ze ging kogelslingeren. Dit keer belandde de sla op het grasveld. Met slabol en al.
Voor een derde keer hebben we de sla gewassen. Deze keer deed ik hem in een zeefdoek en ik zei haar op het terras te blijven staan, en voorzichtig heen en weer te zwieren, niet rondomrond gaan staan draaien. Gewoon uitslaan, vooruit en achteruit. Dat ging ze dan staan doen.
Vooruit vielen de druppels de tuin in, achteruit dretsten ze tegen het raam van de woonkamer en voor een deel door de openstaande deur naar binnen.
Maar Tina was toch zo opgetogen dat de sla dit keer niet gevallen was, dat niemand gepiept heeft over de nattigheid op raam, deur en vloer. En dat was ook iets om opgetogen over te zijn.
m – HiH-06/2017, bijgewerkt -
|