II/14.De Keet van moeder Kee/Wegwijzers naar de Kambuus (1)
Het kan niet ontkend
dat moeder Kee en haar Kambuus vandaag nog verder leven in het hart van menig
Kalmthoutenaar. Op de borst van onze Kalmthoutenaars klopt de as van moeder Kee.
De Kambuus en de gewaardeerde gastvrouw zijn onuitwisbaar in het Kalmthoutse
geheugen opgenomen.
Nochtans moeder Kee en
haar Kambuus op de drempel van deze 21-ste eeuw in concreto echt doen herleven
is niet evident.De anekdotes zijn
legio, maar decontoeren vervagen en "Fantasia"
doet met het vervlieden van de tijd onvermijdelijk haar intrede.
Wegwijzers naar het
reilen en zeilen van moeder Kee in de schaduw van de
Kambuus zijn in de eerste plaats, voor alles en zonder twijfel, de verhalen en
getuigenissen van haar zielsverwante kleinzoon, wijlen Ward Jacobs. De Word, zoals
menig één onder ons in Kalmthout hem nog hebben gekend.
Welke jongeman op de drempel van de volwassenheid, op en rond de Heuvel, is niet naast hem gaan zitten op de bank in de omgeving van het grove dennenbos achter de gewezen taverne de Landrug aan de heideparking van de Putse steenweg om te luisteren naar zijn droomverhalen ? Uren en uren kon hij er zitten vertellen over zijn grootmoe langs moeders zijde, over haar ongelooflijke wijsheidsmoppen, over haar schalkse benadering van de mentaliteit van een gegoede burgerij, die tijdens de belle-époque met hoge herenhoeden en lange vrouwenrokken op de heide gingen "verdwalen", over haar unieke kennis van de voedingswaarde en geneeskundige kracht van vroenteplanten en bos- en heidevogels. Gepensioneerde Kalmthoutenaars van de Heuvel kunnen het vandaag met een uitgesproken binnenpretje nog niet verhelen : " een gesprek met Jan, de broer van de Ward, duurde juist geteld 2 minuten, maar met de Ward, jongens,jongens, minstens 2 uur en dan nog ! " .
We moeten er dus
zeker rekening mee houden dat de Word een echte Kalmthoutsespring-in-t veld is
geweestMet beide voeten zit hij diep
verankerd in de volkse Kempense levenswijze, vol
schalkse humor, maar ook met een pezige weerbaarheid , opgebouwd vanuit een
dagdagelijks struggle for life gevoel".
Maar " meer is in hem".
Hij kan zijn poëtische natuur niet loochenen. Ondermeer zijn De Markgraaf is
één van die poëtische pareltjes binnen onze Kalmthoutse kunstzinnige
woordexpressie. En wie poëzie zegt, zegt ook een zee van ruimtevoor interpretatie binnen de poëtische
synthese. In de jaren 90 trouwens zijn de verhalen en gedichten van Ward
Jacobs, ter gelegenheid van de vijfde Kalmthoutse stratenkwis,door de heer Hugo Picavet, toenmalig directeur van de school in de Schooldreef, gebundeld
uitgegeven, opgesmukt met enig mooie tekeningen van de heer Fons Noppe,
geïnspireerd door het, nog niet zo lang geleden, nog overwegend agrarische Kalmthout uit het land van Kempen en Polder.
Tot zijn laatste adem
heeft moeder Kees begaafde kleinzoon Kalmthoutenaar en heidebezoeker geïnnitieerd
in wat hem is bijgebleven van het doen en laten van zijn geliefde grootmoeder Kee. En
het liefst bleef hij dat dan inderdaad, met veel ingetogen maar guitige bewogenheid, doenop zijn uitverkoren bank in de schaduw van
hetgrove dennenbos.Maar ook zijn majestueus kortverhaal De Cambus over
moeder Kee, eveneens gepubliceerd in hogervermelde bundel van ere-directeur Picavet, bekoort vandaag nog menig Kalmthoutenaar.
Poëzie +
Het Buntbos( Ward "Word" Jacobs ) (n.b.: onder "den bunt" verstaat de bejaarde Kalmthoutenaar het pijpestrooitje)
Daar schuin tegen die
duin
In de zomer groen, in
de winter bruin
Hij heeft geen stam,
maar toch een kruin
Velen noemen hem een
heidepuin.
Hoelang staat hij daar
Tien, honderd of een
miljoen jaar
Zij aan zij, niet
gelijnd of per paar
Van boven stekel en
van onder krulhaar
Wie bracht hem ooit
naar de hei
Of spoelde hij aan met
een duizend jaar geleden tij
Breekt uw hoofd niet
en zijt blij met mij
Ik hoor er toch tussen
de heide bij.
Hoe blij ben ik dat je
mij even voorstelt
k houd mij stil,
vertoon geen geweld
Nat of droogte en
koude heeft mij nooit gekweld
Ik blijf op dhei, wil
geen vruchtbaar veld.
Deel mijn lot met hei
en zand
Hoor de koekoeksroep
aan de boskant.
Al heeft de mens me al
eens lelijk verbrand
Het maakt niet uit, ik
reik hem de verzoeningshand.
Actua + ---------- Op vrijdag 21 september e.k.opent Kalmthouts burgemeester Lukas Jacobs officieel het vernieuwde Bijenteeltmuseum van Kalmthout. De new-look van het bijenteeltmuseum komt tegemoet aan de hedendaagse inzichten inzake de inrichting van een modern museum : een deskundige opbouw van de tentoonstelling over het leven van de bijen binnen een doordachte macro-structuur, een inschakeling van hedendaagse o.m. ook gecomputeriseerde hulpmiddelen die o.m.aanzetten tot persoonlijke creativiteit van de bezoeker, een intens gebruik van de in het verleden opgebouwde rijke verzameling aan voorwerpen en uitbeeldingen die op de bijenteelt betrekking hebben en last but not least de door het museum met veel liefde en inzet onderhouden kasten met levende bijen. Het vernieuwde museum : om niet te missen! ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ Volgende week zaterdag weer een Kalmthouts broodje : II/15. De keet van moeder Kee/Wegwijzers naar de Kambuus.(2) Awdoe.
II/15.De keet van moeder Kee/Wegwijzers naar de Kambuus (2)
Wie zeker ook
bijgedragen heeft om in een bredere Antwerpse regio de Kambuus en de
legendarische figuur van moeder Kee over de tijd heen uit te dragen is de om
zijn postkaarten gekende Kapelse belle-époque- fotograaf Frans.Hoelen. Wanneer Frans Hoelen in de loop van het eerste decenium van de twintigste eeuw al te vroeg sterft zet zijn vrouw Carolina Peeters de zaak verder. Haar broer, bakker Louis Peeters, neemt dan het maken van de foto's voor zijn rekening en volgt daarbij heel scrupuleus de techniek en de methodiek van schoonbroer Frans. In de latere jaren 20 dan treedt de zoon, Louis Hoelen, in het voetspoor van vader Frans. Reeds voor de aanvang van de eerste wereldoorlog heeft Hoelen in het land van Kempen en Polder zo maar eventjes een 6000-tal verschillende postkaarten uitgegeven.
Deze unieke postkaarten van Hoelen, met vergeelde fotografische afbeeldingen, zijn
vandaag pareltjes van historische getuigen. En dat Kalmthout - en dan zeker
de Kalmthoutse heide - daarbij behoorlijk aan zijn trekken komt hoeft niet te
verwonderen. We hebben reeds aangetoond hoe de komst van de trein de
Kalmthoutse heide heeft omgetoverd tot een toeristische trekpleister voor de
Antwerpse metropool. En wat doet een uitgelaten toerist als hij de zondag, na
een ontspannen heidewandeling, in een lokale bistro lekker heeft gegeten? Hij
kiest er in de kast naast de toog een mooie postkaart uit en stuurt ze
blijgezind naar familie, kennissen ofzakenrelaties.
Hoelen uit Kapellen
speelt hier handig op in en zijn postkaarten Groeten vanuit Kalmthout kennen
een groot succes..Ook de houten keet van moeder Kee ontsnapt niet aan dit
succes. Integendeel de " heidetrekker van toen ", de Kambuus, krijgt een belangrijke rol toebedeeld. Dit geldt
trouwens niet alleen voor "de Kambuus" zelf maar ook voor de duinen- en
vennenpanoramas aan de Cambuus.
Op velen van de
postkaarten is moeder Kee zelf te zien. Want één van de kenmerken van fotograaf Frans Hoelen is dat hij veel belang hecht aan de aanwezigheid van mensen op de foto's . De ene keer bevindt moeder Kee zich in
aanwezigheid van haar oude moeder, een andere keeris ze omringd door één of meerdere van haar
kinderen of kleinkinderen of nogeen
anderekeer vergezelt ze één of meer van
de talrijke gasten van diverse pluimage die de kambuus aandoen..
Bij goed toezien kan
men op de foto's aan de ontwikkeling van de bomen en struiken in de omgeving van de Kambuus
zien dat naarmate de tijd vordert moeder Kee ook imposanter wordt. Gaat het hier om
de aard van het beestje, of zitten de lekkere zelf bereide maaltijden daar ook
voor iets tussen ? Wie zal het zeggen.
Op de postkaartfotos
kan men ook duidelijk zien dat moeder Kee wel altijd met iets bezig is. Is ze
geen water uit de waterput aant scheppen, dan is ze de kippen aan t
voederen.Is ze niet bezig met haar oude
moeder op de één of andere wijze te vertroetelen, dan is ze met één van haar kleinkinderen aan t wandelen.
Op de vele postkaarten van de kambuus komt
telkens weer ook de geïntegreerde tweevoudigheid van de Kambuuskeet tot uiting.
: een hogere keet en een lagere die perfect in elkaar overgaan.Een wereldtentoonstellingspaviljoen enerzijds en een oude boswachtershut anderzijds zouden hieraan volgens sommige bronnen ten grondslag liggen.
Poëzie +
(uit) Mijn dorp
(Wim Sonneveld - 1963)
Thuis heb ik nog een
ansichtkaart
waarop een kerk,een
kar met paard
een slagerij
J.Vanderven,
een kroeg, een
juffrouw op de fiets
het zegt U
waarschijnlijk niets,
maar het is waar ik
geboren ben.
Dit dorp ik weet nog
hoe het was,
de boerenkinderen in
de klas,
een kar die ratelt op
de keien
een raadhuis met een
pomp ervoor,
een zandweg tussen
koren door,
het vee, de
boerderijen.
En langs het tuinpad
van mijn vader
zag ik de hoge bomen
staan,
Ik was een kind en
wist niet beter
Dan dat het nooit
voorbij zou gaan.
Actua + ------------ - Op Zondag 23 september e.k. beleeft Kalmthout zijn dag van de heide. Een infobeurs aan de grote heideparking nabij het Natuureducatief Centrum De Vroente , Putse steenweg 129, informeert tussen 10 en 17 uur de bezoekers over de Kalmthoutse heide en de verschillende partners die bij het reilen en zeilen van ons unieke natuurreservaat betrokken zijn.Speciale themawandelingen vestigen de aandacht op de specificiteit van het heidebeheer. Om 17 uur wordt de dag al zingend afgesloten met "Sing for the climate". Tussendoor kan uitgerust worden in het café van de wereldwinkel aan het Natuureducatief Centrum. Programma's liggen in het NEC De Vroente beschikbaar. Ook de gemeentelijke nieuwsbrief Tussen Hei en Maatjes geeft een overzicht van de geplande activiteiten.Om niet te missen!
- Op zaterdag 22 september e.k. organiseert Kalmthouts burgemeester Lukas Jacobs zijn jaarlijks Bal van de Burgemeester vanaf 21 uur, ditmaal in het cultureel centrum O'KA, Kapellensteenweg nr. 234. De avond wordt opgeluisterd door " Casserole Fermer ". De inkom is gratis. Zoals steeds is de opbrengst van het Bal van de Burgemeester voor het goede doel. Gezellig en sociaal gericht : iedereen is welkom! ------------------------------------------------------------------------------------------------- Volgende week weer een Kalmthouts broodje : II/16.De keet van moeder Kee / De Kambuussite. Awdoe.
Wanneer een op
leeftijd gekomen moeder Kee in 1920 gaat inwonen bijhaar jongste dochter Marie op de Heuvel wordt
de Kambuus afgebroken. En iedere Kalmthoutenaar kon destijds wel iets van die
houten keet gebruiken. Er is van de Kambuus als gebouw dan ook nietsover gebleven.
Is de Kambuus als gebouw afgebroken, dan is de site waar de keet heeft gestaan vandaag nog duidelijk herken- en aanwijsbaar.
In
de tijd van moeder Kee wordt de Kambuus tegen de wind beschermd door een aangebrachte zandomheining enerzijds en door op deze zandruggen aangeplante
kastanjelaars anderzijds.
Een aantal van
deze kastanjebomen zijn vandaag nog steeds aanwezig en getuigen aldus van wat
eens de Kambuussite is geweest. Het nageslacht binnen moeder Kee's familie heeft trouwens een inspanning
geleverd om de ondertussen verdwenen kastanjebomen te vervangen ten einde de herinnering
aan de Kambuus in de harten van de Kalmthoutenaars levend te houden. Ingevolge
deze heraanplantingen hebben wel ook zomereiken hun intrede op de site
gedaan. De aangeplante boompjes werden daarbij met afsluitdraad tegen
konijnenvraat beschermd. Er zitten kurfsgewijs sommige jaren inderdaad nogal
wat konijnen op de Kalmthoutse heide. Uiteraard heeft ook de berk, de
heidepionier onder de loofbomen op de heide, zijn plaats opgeëist in de omgeving van de
site, met in de onmiddelijke nabijheid trouwens ook zijn voorganger in de tijd, de grove den.
De Kambuussite
situeert zich op de punt van een zandglooiing bezijden de stijle rand van de
Kambuusduinen. Het is niet onmogelijk dat de herfstwinden met de tijd de punt van deze plaatselijke glooiing nog hebben doen
aanzwellen door er het zand van de aangebrachte zandomheiningen, beetje bij beetje, over heen
te blazen.
Oostwaarts strekt zich dan, waarschijnlijk naast een oorspronkelijke depressiegeul, de
heidevlakte uit die, door de afgraving van het grootste deel van de Vossenbergen, tussen de Kambuusduinen en de
Vossenbergen/Wilgenduinen is ontstaan..
In het noorden loopt
deze vlakte uit op het Langven, in de nabijheid van het Muggepiske. Het Langven wordt tijdens de nattere wintermaanden altijd maar
groter en groter en verdwijnt daarentegen tijdens de droge zomermaanden nagenoeg volledig. De
oorzaak hiervoor vindt men in het feit dat dit Langven een zandven is. In de
onderliggende kleilaag van de Kempen immers bevinden zich vensters, zodat het ven
volledig afhankelijk is van het grondwaterpeil in de daaronder liggende
zandlagen..
In het zuiden ogen de
Hazenduinen, de noordelijke paraboolduinen rond de Putse moer.
Ook vandaag nog kan men op de punt de verzakking onderscheiden waaronder de waterput is verborgen die
vroeger moest instaan voor de waterbevoorrading, zowel voor het klaarmaken van de Kambuusdranken als voor
het schrobben van de keet.
Nu, verborgen onder het
heidekruid en op sommige plaatsen omzeggens volledig uitgewist door de tand des
tijds , vertrekt vanaf de site doorheen een stuk natte heide de oude
verbindingsweg van de Kambuus naar de Korte Heuvelstraat, die ongeveer uitkomt aan de huidige
scoutslokalen van de Heuvel. Moeder Kee gebruikt deze verbindingsweg,die de wadde van de Putse moer naar het Eendenven en verder door naar het Stroombekken en het Stappersven dwarst, om met paard en zak de Kambuus mede te bevoorraden, hetgeen in de natte regenmaanden trouwens heel wat ongemak met zich medebrengt. Maar moeder Kee is een dappere vrouw met een niet mis te verstane gedecideerdheid en een groot uithoudingsvermogen.Ze "staat haar mannetje". Over het verdwenen Kambuusgebouw en bijhorende konstrukties uit de tijd van moeder Kee, hebben we het in de volgende aflevering. Uiteraard kunnen we hier moeilijk anders dan refereren naar de fotozichten uit Frans Hoelens postkaarten . Het valt trouwens op dat ook Ward Jacobs in zijn verhalen de postkaarten van Hoelen tot hun volle recht laat komen.
Poëzie +
----------
De rozen domen en dauwen. ---------------------------------- (uit de Gulden Schaduw) - Karel van de Woesteyne. ---------------------------------------------------------------- De rozen domen en dauwen ten avond , vredig - vroom ; er waart een paarsere schaduwe om den kastanje - boom.
Actua + ---------- - De provincie- en gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober e.k. naderen met rasse schreden. Ook in de stemhokjes wordt resoluut overgeschakeld naar het computertijdperk. Burgemeester Lukas Jacobs en akolieten willen daarbij niets aan het toeval overlaten. Met ingang van 24 september e.k.kunnen alle Kalmthoutenaars die dat nodig achten, tijdens de openingsuren van de gemeentelijke diensten , in de gangen van het gemeentehuis , zich gaan oefenen om zonder problemen op verkiezingsdag met de computer een valabele democratische stem te kunnen uitbrengen. Aan te raden voor senioren! ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Volgende week zaterdag weer een Kalmthouts broodje :
II/17. De keet van moeder Kee/ De Kambuus en bijhorende constructies.
II/17.De keet van moeder Kee/De Kambuus en bijhorende constructies.
De houten keet van
moeder Kee is opgebouwd uit twee eenheden. Deze twee eenheden liggen wel
aansluitend in elkaars verlengde en zijn perfect geïntegreerd. Het laagste
deel van het geïntegreerde gebouw zou ooit een boswachterswoning zijn geweest
en vormt het oudste gedeelte van de keet. Over de herkomst van het hoogste
gedeelte bestaat geen eensgezindheid. Voor sommigen is het speciaal opgericht
om als slaapplaats te dienen voor de zandafvoerders, voor anderen gaat het om
een oud Antwerps tentoonstellingspaviljoen dat hiervoor gebruikt wordt.
De twee langgevels van
het geïntegreerde gebouwsitueren zich
respectievelijk zuid-oost- en noord-westwaarts.De kleinere zijgevels die kruisgewijs op de langgevels aansluiten
oriënteren zich dan zuid-west voor het hoogste deelgebouw en noord-oost voor
het kleinste deelgebouw.
Op de postkaarten van
Frans Hoelen is ook duidelijk te zien dat de zijgevel van het laagste gebouw
nog mogelijke afbraaksporen bevat van oorspronkelijke andere aanbouwen. Tegen
deze gevel zijn dan primitieve koten opgetrokken waar moeder Kee haar
neerhofdieren onderbrengt. Zo onderscheidt men op één van de postkaarten voor
de dierenkoten kippen en geitjes.
In het verlengde van
deze dierenkoten staat achter de Kambuus op enkele palen een duiventil.
Enkele meters voor de
zuid-oostelijk gerichte langgevel van de Kambuus bevindt zich de waterput. Als men
de lengte aanschouwt van de bijhorende schepbalk beseft men dat deze waterput
diep doorstootin de plaatselijke
ondergrond. Hij is de leverancier in de Kambuus zowel van drinkwater als van
water voor het onderhoud.
Niet ver van de
waterput pronkt dan de hoge dennenmast. En boven in de top van de dennenmast
wappert jaar na jaar, seizoen na seizoen, de vlag van Moeder Kee. Deze vlag is
een baken in het immense landschap van de Kalmthoutse heide, dat zich in de
tijd van Moeder Kee nog veel uitgestrekter en woester vertoont dan vandaag
binnen de grens van het natuurreservaat.De mastenvlag groeit uit tot een echt herkenningspunt voor de verdwaalde
reiziger in dit wijdse landschap.En dat er veel jonge koppeltjes onder de
bezoekende metropolitanen hun heidewandeling dan ook in de taverne van de
Kambuus eindigen hoeft geen betoog. Van
daaruit kunnen ze dan langsheen het tracé van het oude aftakkingsspoor
onbekommerd terug wandelen naar de treinhalte van Heide-Kalmthout. We moeten het ook nog even hebben over de binneninrichting van de Kambuus. Het is moeilijk
vandaag nog een inzicht te krijgen in de exacte binneninrichting .
In de tijd van de zandafvoerders is de binneninrichting van de Kambuus in hoofdzaak afgestemd op een slaapzaal, bestemd voor die zandafvoerders die tijdens de werkweek in de Kambuus blijven overnachten. Heel de slaapzaal is daarbijopgevuld met britsen. Deze britsen zijn gestructureerd in rijen, met tussengangen opgesteld.. Op de britsen liggen strooie slaapzakken. De slaapzaalneemt omzeggens de ganse ruimte in van het hoogste gedeelte van het bouwsel.
In het laagste bouwgedeelte zouden dan de conciergerie ende gelagzaal zijn ondergebracht..
Als Franciskus Schmitz het plan opvat om met zijn familie de Kambuus te betreden, staat de omvorming van de gelagzaal tot gastenkamers centraal. De conciergerie zou dan omgevormd worden tot woonvertrekken voor zijn gezin, terwijl de gelagzaal de functie zou krijgen van een café-taverne.
Deze plannen worden dan ook uitgevoerd, maar helaas zal het gezinshoofd, zoals wij al hebben gezien er zelf niet meer de vruchten van kunnen plukken. Gelukkig kan moeder Kee rekenen op de hulp van de familie en de heer Bastin. En ook zoon Benjamin , die een volwassen man wordt, trekt mee aan de riemen.
Langs de zuid-oostelijke langgevel vooraan de laagbouw tenslotte krijgt de café taverne buiten nog een verlengstuk. Twee lange houten tafels , met langs beide kanten twee lange houten banken zullen tijdens de betere zomerdagen de gasten buiten ontvangen, zodat ze in alle gemoedsrust in de schaduw van het omringende vogelenkersgestruik kunnen genieten van een Kalmthoutse turf en indien nodig de innerlijke mens versterken. In het laatste geval worden moeder Kees pannekoeken met heidehoning dan wel de kers op de taart. Aangesloten op de binnenruimten vertrekken aan de houten buitenwanden ook een paar gemetste stenen schouwen naar boven. Zij dienen niet alleen voor de rookafvoer vanuit de open haarden maar bedienen eveneens een bakhoven waarin moeder Kee zelf het Kambuusbrood bakt.Een aantal gekruiste ramen zorgen voor de verlichting in de onderscheiden ruimten van het houten gebouw.
(uit) Dit huis voor mij is lijk de moederschoot. (Marnix Gijsen) ----------------------------------------------------------------------
Dit huis voor mij, is lijk de moederschoot, veilig en warm.Daarbuiten zijn gevaren. Dan komt het leven, al ons nutteloze gebaren, al ons gemolenwiek. Dan komt de dood.
Maar dit is een gezegend oponthoud, een rust en pleisterplaats vol zaligheden. De lage zoldering, het eedle hout der balken en zoveel andere heerlijkheden.
Actua + ----------- - Morgen zondag 30 september organiseert ons Davidsfonds van Heide in 't Centrum (Heidestatieplein 8) zijn jaarlijkse grandiose boekenpresentatie. De bezoekers worden verwend op een gratische tas koffie. -Datzelfde Davidsfonds stelt dit jaar Vlaanderens grote expressionistische kunstschilder Constant Permeke centraal in zijn gebruikelijke najaarscyclus kunstgeschiedenis.De cursus gaat door op 4,11 en 18 oktober telkens te 20 uur in de locatie Trefpunt, Statielei nr. 9. Voordrachtgever is de gekende Peter De Laet. Bijkomende informatie kunt U altijd opvragen bij de heer Voorzitter van ons Davidsfonds van Heide , Frank Coucheir op het nummer 03/666O886.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ Volgende week zaterdag weer een Kalmthouts broodje : II/18.De keet van moeder Kee /Het Kambuusneerhof.
Rond de Kambuus ontwikkelt moeder Kee binnen de contoeren van de site een niet onbelangrijk neerhof dat mede instaat voor de bevoorrading van het uitgebate logements- en eethuis.
Zo zagen we reeds hoe de primitieve half open koten langs de zijgevel van het laagste deelgebouw van
de keet onderdak verlenen aan een paar geiten en kippen. De geiten
zijn de melkleveranciers van de Kambuus. De kippen die in de site vrij rond lopen staan in voor de productie van gesmaakte eieren. Finaal leveren zij ook kippenbout en kippenborst.
Af en toe ontwaart men een paar
varkens die los langs de randen van de site lopen, snuffelend naar al wat eetbaar is. Zij bevoorraden moeder Kee op tijd en stond van vlees. In
de Kambuus hangen hun hespen te drogen hoog boven in de hoek van de schouw. De
varkenslevers zijn dan weer gegeerd voor de bereiding van de jeneverpaté.
Waar de site overgaat in een stuk nattere heide grazen enkele schapen, waaronder een zwart schaap. Moeder Kee geraakt tegenover haar jongere metropolitaanse gasten maar niet uitgepraat over deze "bliksemafleider" die alle ziekten onder de kuddedieren naar zich toe trekt.
In de duiventil
nestelen een aantal duiven. Ook gebraden duifjes zijn voor de gasten van moeder
Kee niet te versmaden.
De waterput levert al
het water dat nodig is voor de goede werking van de Kambuus. Zo wordt het gebruikt voor het schrobben van de houten en her en der wat rode tegeltjes vloeren. Maar ook de door de gasten gesmaakte
Kambuuslimonade is er een product van.
Verspreid over de site
is er ook een hofje aangelegd, meer bepaald een groentetuin. Een groentetuin in
de omgeving van de Kambuus is niet zo evident, gezien de aanwezigheid van de onvruchtbare zure
zandgronden. Er moet dan ook intensief gemest worden met mest uit de potstal
die door enkele bevriende boeren van de Zwarte Heuvel (nu de Heuvel) na de Winter telkens wordt aangevoerd.
Salade, erwtjes,
worteltjes, groene kool, boekweit en noem maar op worden er in geringe mate
gewonnen. Uiteraard wordt er ook van uit het dorp met paard en kar voedsel
aangevoerd. Dit is ondermeer het geval voor het roggemeel dat in de
zelfgemaakte oven van de Kambuus tot brood wordt verwerkt.
Met kleinzoon, wijlen
Ward Jacobs, mogen wij dan ook zeggen dat het niet overdreven is te stellen dat men in de
Kambuus Kambuusbrood eet met Kambuushesp en Kambuuseieren en dat men daarna
Kambuuslimonade drinkt.
Het bier en de andere
alcoholische dranken worden wel aangevoerd vanuit de brouwerijen.De brouwerij De Kroon uit het dorp is een
trouwe leverancier.
Maar niet alleen de
brouwerijën bevoorraden mede de Kambuus, ook de omringende heide is een gewaardeerde medeleverancier. Maar
dat vertellen we in de volgende aflevering. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Poëzie + -------------- Het zwarte schaap (L.Th Lemann) ------------------------------------------
Het zwarte schaap staat in de sneeuw, het staat er langer dan een eeuw
en als een tentzeil hangt de grond om zijn vier poten in het rond.
Het zwarte schaap is iets dat weet en elke hoef is een magneet
voor 't voetstuk dat onvindbaar is, in bei zijn ogen zwemt een vis.
Des snachts kijkt niemand uit het raam, want wie weet waar het dan kan staan
en als het ooit wordt weggebracht, laat het een voetspoor in de nacht.
Het zwarte schaap staat in de sneeuw, het staat er langer dan een eeuw.
Actua + ---------- Het is zover, volgende week gaan we met zijn allen voor gemeente- en provincieraad kiezen. Voor sommigen onder ons is het gebruikte nieuwe computersysteem om te stemmen misschien een handicap. Aarzel dan niet om nog volgende week tot en met woensdag in het gemeentehuis tijdens de openingsuren even te gaan oefenen in de daarvoor door burgemeester Lukas Jacobs speciaal voorziene stemruimte in de gemeentegang. ---------- --------------------------------------------------------------- Volgende week Zaterdag weer een Kalmthouts broodje : II.19 De keet van moeder Kee / De heide als leverancier. Awdoe.,
II/19. De keet van moeder Kee/De heide als leverancier.
Niet alleen het
omringende neerhof staat in voor de plaatselijke bevoorrading van de Kambuus,
maar ook de aangrenzende vroenteheideis
een leverancier voor de bedoening van moeder Kee en dit niet uitsluitend voor haar
keuken.
Zo levert het
buntbos (pijpestrooivelden) niet alleen kuisers voor het reinigen van de stelen
van de tabakspijpen, maar ook stringstrooi voor de opbouw van de bijenkorven.
En in die tijd is de heidehoning niet te versmaden in de Noorderkempen. Van de
witte suiker van Tienen is er toen nog nauwelijks sprake en de bruine en
kandijsuiker die via de haven van Antwerpen ingevoerd wordt spelen de
metropolitanen zelf naar binnen. Voor zoetstof zijn de Kalmthoutenaars in hun doen en laten dan ook
in grote mate afhankelijk van de heidehoning. De Kalmthoutse heide staat in de
omgeving van de randwijken zoals de Heuvel, de Hoek, de Acht Zaligheden, de
Bezemheide en Heide dan ook vol met bijenkorven.
Ook de wortels van
den bunt zijn bij de Kalmthoutse boeren zeer gegeerd.
Naast het
pijpestrooitje of den bunt vindt men op de natte heide ook heel wat
pitrussen, die rondstengelige grashelmen met bovenaan de stengels telkens een
klein pijpje. Binnen in de stengel zit een week wit absorberend lintmerg. Dit
witte lintmerg wordt door moeder Kee gebruikt als wiek voor de petroliumlampen. Heel de Kambuus wordt met deze petroliumlampen verlicht.
De uitgegroeide
struikhei wordt door moeder Kee aangewend voor het binden van bezems, de ideale
schrobbers voor planken- en rodetegeltjesvloeren.
Uit de bosschages
berken haalt moeder Kee met inkervingen in de berkenstammen dan weer berkensap dat ze opvangt in
potjes . Naar haar zeggen is dit sap goed voor de groei van t haar, maar ook
voor de nieren.
Uit de grove dennen
in de buurt van de boerenkopen puurt ze dan weer scheuten en knoppen die ze
verwerkt in warme baden. Deze warme baden raadt ze haar gasten aan tegen zere
en vermoeide voeten.
In die tijd hebben
de heidevennen ook nog een zuurtegraad van 8 ph. In dergelijke vennen is het
leven van vis nog mogelijk. Vanuit de Putse moer en het Stappersven wordt de
keuken van moeder Kee dan ook regelmatig bevoorraad met snoek en baars.
En wie we zeker niet mogen vergeten zijn de koningen van de Kalmthoutse heide : de konijnen en de hazen. Wat moet er tijdens de belle-époque voor het jonge "bourgeois-gentilhomme"- paartje heerlijker geweest zijn dan na een boeiende heidewandeling bij moeder Kee in de Kambuus een geturfd konijn te gaan eten. Uiteraard ontsnapt ook de Kalmthoutse heide daarbij niet aan de konijnenziekte en " zijn er het ene jaar al meer konijnen dan het andere ", meent moeder Kee daarbij tegenover de natuurliefhebbers te moeten verduidelijken.
Kalmthout.(Anton Van Wilderode) ----------------------------- Zo hees is de heide en droog als een mond voor slijpende krekels geschapen, in eeuwen oud zand liggen bovengronds skeletjes en schelpen te rapen.
Ik roep en mijn stem zonder galm keert terug, blijft in zwerfkruid en erica hangen. Ik loop en het stof gaat maar even op vlucht naar een struikgewas zonder gezangen.
Alleen als ik neerbuig en kijk voor mijn voet ontdek ik eeen betere wereld : een bloemhart pulserend van rozerood bloed, een keitje volmaakt als een perel,
de veer die een vrolijke vogel verloor als hij langs vloog een lichtblauwe flinter, de mieren gereid in elkanders spoor, het volmaakt silhouet van een vlinder,
de leesbare tekens van vlucht en verblijf, de legers, de ligplek, de slieten, voor vinnige slaap en voor have en lijf die onvindbare dieren hier lieten.
II.20 De keet van moeder Kee/De waardin en haar helpers.
In de ogen van menig
heidebezoeker is moeder Kee de geëerde en gewaardeerde waardin van de
Kambuustaverne in het hartje van de Kalmthoutse heide. Niet alleen werpt ze
zich op als een gastvrije vrouw die van wanten weet . Maar daar bovenop is zij
ook een schitterende kokkin die in haar jeugd in de kombuiskeuken van een
luxueus Antwerps passagiersschip heel wat ondervinding heeft opgedaan..Haar
Kempens roggebrood, haar in de schouw gerookte varkenshesp, haar geturfd
heidekonijn, haar pannekoeken met heidehoning, haar zelfgemaakte limonade en
niet te vergeten haar Kalmthoutse jenever veroveren de harten van alle
heidebezoekers.
Deze heidebezoekers
zijn voor alles gesettelde Antwerpenaars, Brusselaars of Noord-Brabanders, vooral uit Breda en Bergen-op-Zoom, die tijdens het week-end of voor een
korte vacantie, met de trein naar Kalmthout komen om er te genieten van dat "kleine
Zwitserland". Maar ook de kunstenaars en de natuurliefhebbers laten de
Kalmthoutse heide en de barak van moeder Kee niet links liggen. En moeder Kee
zou moeder Kee niet zijn indien ook de jagers, de stropers, de plaggende
Kalmthoutse boeren en welke dagloners ook in de Kambuus niet welkom zouden
zijn.
Is moeder Kee de
gewaardeerde gastvrouw dan kan ze voor haar dienstverlening terugvallen op de
even gewaardeerde steun van familieleden en vrienden. We verwezen reeds naar
sommigen van haar (schoon-)broers en zusters en naar de in de Kambuus
verblijvende ouderling, de heerBastin.
Met het vorderen van de tijd worden haar volwassen geworden kinderen echter
haar belangrijkste steunverleners bij de uitbating van herberg en logementshuis.
Dit is reeds van bij
de aanvang het geval voor zoon Benjamin die bij de intrede in de Kambuus
ongeveer de leeftijd van 20 jaar heeft bereikt. Benjamin is een zeer dynamische
jongen die zijn man kan staan.In een tijd dat de Antwerpse haven, in volle
expansie, in haar randgebiedende industrie
aantrekt ontdekt hij al heel vlug de Hobokense metallurgiereus in wording. De
spoorlijn Antwerpen - Roosendaal is daarenboven voor de jonge Kalmthoutse
dagloners een aansporing om de teruglopende landbouwbedrijvigheid van voorheen
te verlaten voor de expansieve industriele bedrijvigheidin en rond de Antwerpse haven.. Wel is het
voor de jonge man geen lachertje om zich vanuit de Kambuus in het hartje van de
Kalmthoutse heide al heel vroeg naar het station van Kalmthout te begeven. De te
volgen weg loopt immers, zoals we reeds zagen, door een stuk heel natte heide.
En toch vindt Benjamin, evenals zijn moeder Kee een grote kindervriend,
onder het week-end ondermeer nog de nodige energie om de Kambuus te voorzien
van speeltuigen voor de kinderen van de bezoekers of voor de schoolkinderen die
achteraf de Kalmthoutse heide met trein of bussen bezoeken langs de Korte
Heuvelstraat, toen nog de Zwarte Heuvel.Kwikkwakken, schuifaffen, paardemolens, schommels ... rijzen onder de handen van Benjamin als
paddestoelen uit de grond. Wel zal er een ogenblik komen dat Benjamin "zijn"
Joanna Jansens leert kennen en het koppeltje hun eigen nestje gaat bouwen in
wat vandaag de Korte Heuvelstraat is.
In zijn Antwerpse
werkomgeving leert Benjamin zijn vriend Edward Frans Wouters kennen. De Frans
is opzichter in dienst van de Esso-directeur Jean Speth uit Kapellen. Al heel
vlug komt Frans de Kambuus bezoeken en ja, er groeit een relatie tussen Edward Frans
Wouters en Dagmar,de ondertussen
volwassen geworden oudste dochter van moeder Kee. Zij staat haar moeder bij bij de
uitbating van de Kambuus..Van hen zullen twee kinderen in de Kambuus geboren
worden. Finaal vertrekt Dagmar met Frans naar Kapellen.
Moeder Kee's jongste dochter
Marie, die ondertussen ook de schoolbanken verlaten heeft, volgt Dagmar op in de
taverne. Zij leert daarbij Frans "Sus" Jacobs van de Heuvel kennen. De Sus is
een gedreven doorzetter, die van wanten weet. Maar hij is ook een echte levensgenieter, een spring in 't veld en een flap-uit.. Klinkt het niet
dan botst het. En zoals voor heel wat jonge Kalmthoutenaars in die tijd ligt een Kalmthouts jeneverke hem wel. De Sus en Marie zullen blijvend in de Kambuus
intrekken tot de keet na de eerste wereldoorlog verlaten wordt en moeder Kee
bij hen in hun nieuwe woonst op de hoek van de Heuvel en de Nieuwe dreef zal intrekken..Zij
krijgen samen 6 kinderen. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Poezie + -------------
Een kind ( Anton van Wilderode) ------------------------------------- De hemel naar alle zijden op een helder voorjaar vol wind : eens danste door deze weiden een eenzaam gelukkig kind.
Wat is er van dit kind geworden? De sloten zijn dicht gegroeid, het groen werd dof en verdorde, de meiroos heeft uitgebloeid.
Het spelend kind werd een knaap en een man, aan de anderen gelijk. Soms ligt zijn gezichtje te slapen nog in het water, als ik lang kijk.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ Actua +: ----------- - De gemeenteraadsverkiezingen 2012 liggen achter de rug. Burgemeester Lukas Jacobs leidde zijn mensen van de Kalmthoutse volkspartij CDenV naar een klinkende overwinning : een volstrekte meerderheid met 14 zetels op 25. Ook tijdens de vorige legislatuur behaalde CDenV voor de eigen mensen hetzelfde aantal zetels. De gewezen kartelpartner NVA, die nu apart opkwam, klom van 2 naar 8 zetels. Het Vlaams blok verloor er 4, en de Kalmthoutse liberalen die tijdens de vorige verkiezingen 2 zetels behaalden, kwamen niet meer op. De SPA behoudt zijn 2 zetels en Groen behaalt opnieuw 1 zetel. Het kan niet ontkend dat uit deze cijfers duidelijk blijkt dat de Kalmthoutenaar het beleid van de afgelopen jaren onder de kundige leiding van Lukas Jacobs duidelijk heeft gewaardeerd. - Op zondag 28 oktober organiseert de gemeentelijke cultuurraad in het kunsthuis Ernest Albert , Hortensiadreef, nr.31, om 11 uur stipt een lezing over onze grote Zuid-Nederlandse schrijver Louis P. Boon . Voorlezing door mevr. Marcella Piessens. Inkom : 5 euro. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Volgende week zaterdag weer een Kalmthouts broodje : II/21 De keet van moeder Kee / De gasten kunstenaars (1) Awdoe!
II/21. De keet van moeder Kee / De gasten kunstenaars.(1)
Niet alleen de
stedelijke burgerij is thuis bij moeder Kee. Ook de (vooral beeldende) kunstenaars laten de
Kambuus niet links liggen. Een paar kunstschilders zijn er zelfs in geslaagd tijdens hun talrijke bezoeken de
Kambuus en het omringende heidelandschap subliem op het doek te vereeuwigen.
Wel dient hier aan toegevoegd dat, in tegenstelling tot wat soms wordt gedacht, het daarbij niet om de kunstenaars gaat van de beroemde
Kalmthoutse Grijze school. In de tijd van de uitbating van de Kambuus
door moeder Kee waren zij reeds, op een gezegende oudere leeftijd, één voor één uit
het Kalmthoutse gezichtsveld verdwenen. De gekendeen gewaardeerde Kalmthoutse heemkundige, wijlen
meester Jos Vorsselmans, refereert eerder naar namen als F. Lamorinière, Th. Verstraete,
F.Van Leemputten, P.Ceulemans, L. Delderenne, F. De Vadder, J.Jacobs,
J.Kiemeney, H. Luyten, H. Rul, V. Thonet, F. Van Kuyck, F. Van Tongerloo, Th.
Verstraete . Wel zitten hieronder ook nog enige tijdgenoten van de mensen van de voornoemde Grijze school.
Sommigen van de door Jos Vorsselmans genoemde
kunstenaars hebben een heel speciale band met Kalmthout, omdat ze in de regio
zijn komen wonen, of omdat ze er zich op de één of andere wijze zijn komen
manifesteren.
Zo is er François Lamorinière die als
gewaardeerd figuratief realistisch landschapsschilder een geëerd opleider
artistieke vakken is geworden aan de Koninklujke Academie van Antwerpen, waar
hij zelf zijn opleiding heeft gekregen van Jacob Jacobs. Hij koopt nabij de Oude
Postbaan op Nederlands grondgebied in het verlengde van de Kalmthoutse heide
een buitenverblijf Le Pavillon. Hij rijdt dan met de trein van Antwerpen
Centraal naar Kalmthout station, waar zijn koetsier hem telkens komt afhalen
met paard en koets. Langs de oude weg naar Putte, die bezijden het kasteel van
Meurisse aan de Putse Moer loopt, rijden ze dan telkens naar Le Pavillon. Het hoeft niet gezegd dat een halte in de Kambuus van moeder
Kee niet uit de weg wordt gegaan.
Wanneer Lamorinière dan op gevorderde leeftijd last
krijgt met zijn zicht , komt zijn neef Frans Van Kuyck, eveneens kunstschilder, hem op warmere dagen
ophalen om met paard en kar nog een bezoek te brengen aan de Kambuus . Moeder
Kee en François Lamorinière : twee doorwinterde heidekinderen kennen elkaar sinds jaren.
Schildert Frans Van
Kuyck regelmatig met oom Lamorinière op de Kalmthoutse heide , dan neemt hij ook zijn
realistisch romantische expressie over. In 19O4 bouwt hij op de Zwarte Heuvel
( nu de Heuvel ) het Zwaluwdak (het huidige OCMW gebouw). Van daaruit
verplaatst hij zich met schildersgerief in een hondenkar naar de Heide. Het is dan
ook niet uitzonderlijk dat men destijds voor de zuid-oostgevel van moeder Kees
Kambuus een hondenkar ziet staan. Achter de zitbank in de hondenkar ligt het dan vol met schilderezels, schilderdoeken, paletten, borstels en enkele zitstoeltjes. Vandaag is de hondenkar volledig gewist in het Kempengeheugen. En toch is het gebruik nog een kleine eeuw geleden een realiteit. Op de oudere postkaartenfoto's van Frans Hoelen vinden we ze inderdaad nog terug.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ Poëzie + ------------ (Uit) Hier en Vroeger (Anton Van Wilderode). -------------------------------------------------------- 2. De dingen staan gesloten rond het huis terwijl de wind mij toeblaast uit de bossen de hemel dicht en toe de kleine trossen der laatste blaren, rood in het geruis.
Maar binnen wordt het leven openbaar in lamplicht, boeken en ontsloten brieven en uit gedichten die het eens onthieven spreekt nu het hart als oudste stamelaar.
II/22. De keet van moeder Kee / De gasten kunstenaars (2)
Wie ook niet los te
koppelen zijn van moeder Kees Kambuus zijn de drie Van Luppen leerlingen , Frans De
Vadder, Leon Delderenne en Henry Rul. Jozef Van Luppen geeft eveneens
landschapsschilderen aan de Antwerpse Academie voor Schone Kunsten. De Vadder, Delderenne en Rul
volgen ongeveer in dezelfde periode les bij hem. Juist op dat ogenblik komt ook
de Academie van Antwerpen stilaan in de ban van een realistische
beeldexpressie. Van Luppe blijft daarbij een estetische vormgeving en
kleurenharmonie hoog in zijn vaandel dragen.
In 1899 komt De
Vadder in de dorpsstraat in Kalmthout wonen., juist rechtover de
Sint-Jacobskapel. Hij zal deze unieke neo-romaans-gotische kapeldan ook twee keer op een merkwaardige wijze
schilderen. Waar het hart van vol is loopt bij de kunstschilder immers de borstel van
over.
Bij de aanvang van de twintigste eeuw gaat hij op de Mont Noir in het
hartje van de Kalmthoutse heide wonen en wordt aldus een rechtstreekse buur van
moeder Kee. Het klikt onmiddellijk tussen die twee en het worden goede
heide-, maar ook toogvrienden. Als hij Kalmthout verlaat voor Antwerpen trekt hij naar een
atelier aldaar in de regentstraat, waar hij ook opnieuw Henry Rul
ontmoet.Beide kunstschilders kunnen echter Kalmthout en haar heide niet loslaten. Zij zullen o.m. op een vergelijkbare wijze de Kambuus
schilderen. Hun schildersgerief laten ze daarbij dikwijls in de Kambuus achter . Moeder
Kee is er telkens als de kippen bij om het op een veilige plaats weg te bergen,
hetgeen Frans en Henry ten zeerste appreciëren. Tijdens gezellige babbels rond de kambuustafels horen
zij moeder Kee dan ook uit over de mooiste plekjes van de Kalmthoutse heide.Moeder Kee
voelt zich daarbij in de zevende hemel en heeft het niet alleen over de mooiste
heideplekjes, maar ook over de heksen en andere kwelgeesten die er zich verbergen.
De kunstenaars worden er stil bij.
Leon Delderenne is
meer van het avontuurlijke type. Met een woonwagen doorkruist hij Europa op
zoek naar de mooiste landschappen. Maar telkens weer krijgt hij heimwee naar de
Kalmthoutse heide. Heel dikwijls treft men zijn woonwagen dan ook aan voor de
barak van moeder Kee.In Kalmthout schildert hij omstreeks de eeuwwisseling De
weg naar de Acht Zaligheden en De Molenstraat met de Sint-Jacobskapel".
Delderenne heeft trouwens ook een tijd in Kalmthout gewoond , eerst in het
schoolhuis op de Kapellensteenweg naast de Kerkendijk en vervolgens in de
statiestraat aldaar. -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Poëzie + ------------ Schone Heide (Uit de André Dumontcantate , tekst E.P. Hilarion). ---------------------------------------------------------------------------------
Hoe schoon de heide, de wijd gespreide naar ver weg deinen van heuvellijnen! Verlauwde domen van loverbomen aan einders rijzen als droompaleizen. Op onbetreden verlatenheden bleef de oude zegen van stille wegen... . O stijgen, nijgen in plechtig zwijgen van wolk-doorschoven gewelf daarboven! Schoon is de heide.
Actua + : ------------- Zondag 11.11.2012 organiseert 11.11.11-Kalmthout een "Brunch for the Climate" Iedereen is welkom van 9 tot 13 uur in de zaal Zonnedauw, Kapellensteenweg, nr.170. Inschrijven mogelijk tot vrijdag 9.11 bij tuurhendrickx@skynet.be of 03.666.86.90 (kostprijs: 13 E.en 6 E. voor kinderen).
II/23. De keet van moeder Kee / De gasten kunstenaars (3)
Eén van de
historisch meest waardevolle schilderijëndie de keet van moeder Kee tot onderwerp heeft is ongetwijfeld de
Kambuus van Herman Rul. Dit schilderij is in het bezit van een lid van de familie Franciskus Jacobs - Schmitz. Enerzijds getuigt het schilderij als het ware van een
fotografisch realistische schildering, maar anderzijds accentueren de kleuren
op een sublieme wijze een uitdrukking van het unieke diffuse licht van onze
Kempen.
Het geïntegreerde
tweevoudige Kambuusgebouw, met al zijn toebehoren, zoals reeds beschreven,staat centraal in het
schilderij. Het is omringd door het stuivende zand van een uitgestrekt
zandplateau.
Aan de horizon
merkt men voorbij een immense wit-gele zandvlakte een donkere scheidingslijn.
Het gaat om de randbebossing van de aan het duinenlandschap aangrenzende vallei
van de Kleine Aa, waarachter de groene weiden en enkele broekbossen ogen..
In de linkse hoek
van het schilderij verschijnt juist voor de donkere horizontlijn de herkenbare
Onze Lieve Vrouwe-kerk van Kalmthout.Het Kalmthoutse dorp ligt immers ingebet
waar de concave vallei van de Kleine Aa en het Kalmthoutse duinenlandschap in
elkaar overgaan.
In de rand vooraan het schilderij , westwaarts van de Kambuus, ziet men
hoe het naakte zandovergaat in een
met dwergstruiken, vooral heidestruiken, begroeid heidelandschap.De barak van
moeder Kee ligt inderdaad op de grens van de toen nog behoorlijk stuivende hoogduinen en de
reeds gedeeltelijk door plantengroei gefikseerde oudere duinen van de Zwarte Heuvel". Een Zwarte
Heuvel die op het einde van de 19-de eeuw doorloopt van de huidige Mont Noir
tot de huidige Heuvel en aldus heel de Kalmthoutse zuid-wester-heide omvat. Deze Zwarte
Heuvel heeft immers zijn naam te danken aan de donkere heidestruiken die
afsteken tegen het lichtgele stuivende zand in de meer Oostelijke Heide. De
plantengroei van de zwarte Heuvel kondigt trouwens ook de successie aan naar een
meer boomgericht landschap, de terugkeer naar het Atlantisch loofbos uit
oeroude tijden, met zijn berken, zijn zomereiken, zijn beuken, zijn wilgen, zijn olmen... .
Poëzie + ----------- (uit ) De Kempen ( tekst :J.Demoulin,muz.:E.Hullebroeck) ----------------------------------------------------------------------- Wat zijt gij schoon, o Kempenland, Met uwe vlakke heiden, Met uwe dreven, bos en land, Met uwe groene weiden! O land waar ik geboren ben, Gij zijt het schoonste dat ik ken.
Actua + ---------- - Ook dit jaar nodigt het Kalmthoutse gemeentebestuur zijn senioren 55-plussers uit op een gezellige knabbel en babbel in de schoot van één van onze in alle wijken aanwezige ouderlingenverenigingen. Ook niet-leden zijn welkom bij één van deze verenigingen. De deelneming is gratis, maar men moet wel best op 17.11.e.k. ingeschreven hebben. De adressen, data en inschrijvingsmogelijkheden bij de onderscheiden seniorenverenigingen vindt U in de gemeentelijke nieuwsbrief Tussen Hei en Maatjes van 7.11 ll.. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Volgende zaterdag 17 november weer een Kalmthouts broodje : II/24.De keet van moeder Kee / De gasten kunstenaars (4) Awdoe!
II/24. De keet van moeder Kee/De gasten kunstenaars (4)
Om de bijdragen
rond moeder Kees "gasten kunstenaars" af te ronden wordt er geëindigd met de
Duitse kunstschilder Temming. Moeder Kees kleinzoon, wijlen Ward Jacobs,
vertelt over hem in zijn kortveraal De Cambuus. In feite gaat het over een "zogezegde" kunstenaar en ook al helemaal niet over een uitgesproken kunstzinnige persoonlijkheid.
Kunstschilder
Temming behoort juist voor de aanvang van de eerste wereldoorlog tot de permanente
logeergasten van moeder Kee. En iedere dag weer als het weer het toelaat trekt hij met zijn schildersgerief de heide op. Maar wanneer dan de eerste wereldoorlog effectief uitbreekt is Temming plots
verdwenen.
Wanneer de Duitse troepen Kalmthout binnen vallen brengen zij een electrische draadversperring aan die Nederland, dat niet deelneemt aan de
vijandelijkheden, van België afgrendelt. Deze draadversperring volgt in de Kalmthoutse regio in grote mate
de zuidrand van de Kalmthoutse heide, om vervolgens over te schakelen op een traject langsheen de oude turfvaart van de Nol en finaal in Nieuwmoer Kalmthout aan de grenspaal van Hanneke Wiewau te verlaten..
Hierdoor wordt de
Kambuus en ook die andere heidewoning, de Mont Noir, van Kalmthout dorp afgesloten. De bewoners zijn voor de bevoorrading, maar ook voor hun burgerrechteljke problemen, plots aangewezen op de Hoek of Essen. Tevens
ontstaan daardoor doorheen de heide ook smokkelroutes van Noord naar Zuid. Maar de Duitse bezetter kijkt heel streng toe
op de smokkelaars en de electrische draad maakt het deze laatsten niet
gemakkelijk. Enkelen schieten er bij het doorkruipen van de draadversperring zelf hun leven bij in.
Maar al heel vlug
duikt kunstschilder Temming weer op en ditmaal als Duits kolonel. Ward Jacobs is dan ook,
m.i. terecht, de mening toegedaan geweest dat hij tijdens zijn logementsschap in de Kambuus spion gespeeld heeft en zijn kunstschilderen
daarbij maar als dekmantel heeft gebruikt.
Wat er ook van zij,
de vriendschap van Temming voor moeder Kee was groot en is onaangeroerd gebleven.. Zo zorgt hij er
voor dat op vraag van moeder Kee Belgische soldaten aan de Ijzer via Duitsers
brieven kunnen bezorgen aan hun Kalmthoutse familieleden. En zo neemt hij ook smokkelaars, vrienden van moeder Kee, in bescherming.
Met het beëindigen
van de oorlog verdwijnt Temming voorgoed uit het Kalmthoutse gezichtsveld. En de
Kambuus wordt na de oorlog opnieuw voor enkele jaren een gegeerden geëerd logements- en eethuis, dit tot groot genoegen van moeder Kee. ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Pöezie+ ---------- Soldatenlied (Marcel Coole). ------------------------------------ Wij schuiven aan voor soep en een stuk brood, En schimpen koppig op de beste vrienden, Wij slaan de laatste blaren van de linden En drinken onze rauwe droefheid dood.
Wij liggen zwijgend naar de lucht te staren, En dromen naast verlaten ploeg en eg, En slikken moeilijk onze tranen weg Wanneer de hand zich strekt naar kinderharen.
En 's nachts zijn onze lippen dubbel stom, Maar plots kan het stro soms naar bloemen geuren, Tot de trompet de dag komt openscheuren En in de harten ploft gelijk een bom.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ Volgende week 24 november weer een Kalmthouts broodje : II/25. De keet van moeder Kee / De bezoekers natuurliefhebbers. Awdoe.
II/25 .De keet van moeder Kee/De bezoekers natuurliefhebbers.
Wie met ingang van
het prille begin ook regelmatige gasten zijn in moeder Kee's Kambuus
zijn de natuurliefhebbers van de Vereniging voor Natuur- en Stedeschoon.De
Delaunois en de De Lattinos lopen al van bij de opening van moeder Kee's gasthof de deur plat. Als de zon aan het Zenith priemt vinden we ze terug
aan de lange tafels van het zuid-oost terras. Als een voorjaarsonweer de
heidebezoekers verrast zitten ze lekker binnen in de gelagzaal van de kleinste
van de houten keten te nippen aan een Kalmthoutse jenever.
In haar door en door
Kempense jovialiteit slaagt moeder Kee er al heel vlug in het hart van de
Natuur- en Stedeschoners te winnen. Met de vaat binnen handbereik en de vod altijd
in beweging wordt ze zonder het te willen een ingewijde in de problematiek die
deze mensen bezig houdt. En zij, heidekind sinds haar prille jeugd, beaamt volledig hun zienswijze.
Ook de
niet-onbelangrijke vergaderingen die de mensen van Natuur- en Stedeschoon
beleggen met Monumenten en Landschappen ontgaan haar niet.Eigenlijk staat de
toekomst van de Kalmthoutse heide centraal in die gesprekken. En op de draaischijf
van de 19-de naar de 20-ste eeuw wordt de Kalmthoutse heide belaagd vanuit twee
hoeken.
Enerzijds zijn er
personen en instanties die de heide willen omvormen tot gecultiveerde
landbouwgronden. Ondermeer de Belgische Boerenbond ondersteunt dit streven.
Anderzijds zijn er industriëlen en instanties die dezelfde heide willen
omvormen tot industrieterreinen en huisvestingsgebieden.
Op een bepaald ogenblik ligt er een voorstel op tafel om van de Kalmthoutse heide 250 ha duinen in het hart van
de heide voor classering in aanmerking te nemen. De overige 2000 ha zouden dan gecultiveerd worden.
Later bestaan er
plannen om de Kalmthoutse hoek dwars door de heide met het station van Heide te
verbinden langs een aan te leggen steenweg.Ook de Mont Noir, waar een zwembad
zou worden voorzien, zou langs deze steenweg met dit station verbonden worden. Tegen al deze
plannen komt er vanuit Natuur- en Stedeschoon een sterke reactie.
De vereniging is de
mening toegedaan dat de algehele Kalmthoutse heide moet geclasseerd worden voor
zijn estetische en wetenschappelijke waarde. Ook onderlijnt de vereniging het
sociaal belang van de Kalmthoutse heide als toekomstig natuurpark in de brede
Antwerpse regio.
Vandaag, een eeuw later, kunnen niet alleen de Kalmthoutenaars, maar ook de mensen uit de brede regio's rond Antwerpen, Bergen-op-Zoom en Breda de natuurliefhebbers van Natuur- en Stedeschoon dankbaar zijn voor hun dan toch in grote mate succesvolle strijd voor het behoud van de Kalmthoutse heide. En ja, een beetje dankbaarheid mag daarbij ook wel uitgaan naar de gastvrouw van de Kambuus, moeder Kee, die deze natuurliefhebbers op moeilijke momenten tegemoet komt met haar hartversterkende Kalmthoutse jenever en ontspannende guitige uitspraken, waaronder heel wat geheimzinnige raadsels en spreekwoorden. Kleinzoon, wijlen Ward Jacobs, liet ons ondermeer het volgende raadsel en volgend spreekwoord van zijn grootmoeder Kee na :
- oud Kalmthouts raadsel : Als ze er zijn dan zijn ze er niet. Als ze er niet zijn, dan zijn ze er wel ( antwoord : mussen en erwten ); - oud kalmthouts spreekwoord : Als de bloem van de eiken bevroren is, daarachter vriest het niet meer.
Poëzie + ------------- De Kalmthoutse heide.(Jan Caluwaerts). ------------------------------------------------- Hoog boven de Kalmthoutse heide rijst, stap voor stap en vol van welbehagen die zomerzon van betere dagen.
Door 't groene lover heen van bos en hei strooit ze mateloos haar vreugdestralen en ontlokt aan beemd en wei geluiden.
Het ritselen van knaagdieren dichtbij, 't sijpelen van water in d'oude vaart en heel ver weg lokroepen van vogels.
Maar bovenal door 't spel bevangen rondom die kruin van d'afgetopte duin kinderen met kreten als gezangen.
Zo groeit er op die hei verwondering, zo bloeit er diep in mij bewondering, 't spiegelbeeld van 't aangename leven.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Volgende zaterdag 1 december weer een Kalmthouts broodje II/26. De keet van moeder Kee/ De Kambuus en de Kalmthoutse goegemeente.(1)
II/26. De keet van moeder Kee / De Kambuus en de Kalmthoutse goegemeente. (1)
Ook de Kalmthoutse
goegemeente ontbreekt niet op het appel in de Kambuus. Nergens immers smaakt de
Kalmthoutse witte jenever zo lekker als bij moeder Kee. En telkens weer wil zij het de wereld kond doen : dat het inderdaad Kalmthoutse en zeker geen Hollandse jenever is.
Wanneer de
Kalmthoutse boeren van het dorp of van de Hoek hun plaggen op de heide komen
stekenvoor de bevoorrading van hun potstal gaat dit
meestal gepaard met een omweg langs moeder Kee. En plaggen worden er omzeggens
gans het jaar door gestoken, vooral op de nattere heide in het westen van de
Kalmthoutse heide. Sommige boeren hebben er zelfs speciaal ten noorden van het
domein van Meurisse gronden in eigendom voor aangekocht, de zogenaamde
boerenkopen. Wat zijn nu deze
plaggen, of ook nog wel eens "vlaggen" genoemd en waarvoor worden zij gestoken? De zandbodem op de
Kalmthoutse heide gaat zich onder invloed van zich langzaam aan vastzettende
dwergplantjes van een stuifzandbodem omzetten in een gestructureerde zandbodem.
Deze
gestructureerde zandbodem bestaat uit vijf lagen : de strooisellaag, de
humuslaag, de uitgeloogde zandlaag, de aangereikte humuslaag en de aangereikte
ijzerlaag. De twee eerste
lagen, destrooisel- en de humuslaag,
worden door de boeren met een speciale schop, de greef, uitgestoken en met
paard en kar vervoerd naar hun potstal. De potstal is een
stal gebouwd boven een put. Week na week worden deze plaggen in de put
gedeponeerd.De schapen en de koeien laten er hun uitwerpselen op vallen. De
aldus bekomen mengeling is in die tijd de beste meststofom de zure zandgronden van de Kempen
enigszins vruchtbaar te maken. Telkens bij de
aanvang van de lente worden de potstallen uitgemest en de mest over de akkers
verspreid. Op het einde van de Winter staan de dieren in de potstal dan ook met
hun hoofd tegen de zoldering van de stal en na de lenteuitvoer van de mest met
hun poten onderaan in de put.
Naast de Kalmthoutse
boeren zijn ook de lokale postboden regelmatig te gast in de Kambuus. Peerke
Van Eekelen van de Bessemhei en Fons Ansoms van t Aloude Dorp brengen
regelmatig de post, maar hangen ook regelmatig aan de toog in de Kambuus .Tenminste buiten het natte seizoen, want in dat natte seizoen
is de weg van het scoutslokaal in de Korte Heuvelstraat naar de Kambuus
dikwijls ondergeregend en niet te berijden met de fiets. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Poëzie + -------------- Boerengebed (FelixTimmermans) -----------------------------------------
't Kruis staat eenzaam op de velden, door mijn zware boerenhand uitgesneden en gebeeldhouwd en godvruchtig neergepland.
Jezus is voor ons gestorven en misschien ook voor mijn veld. Al onz' haren en de sterren ook het zaad heeft Hij geteld.
Heer, laat ons elkander helpen, Gij, die 't stroo niet hebt miskend, geef mij't zaad, ik geef de tarwe voor Uw heilig Sacrament.
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Volgende week zaterdag 8 december weer een Kalmthouts broodje : II/27. De keet van moeder Kee / De Kambuus en de Kalmthoutse goegemeente (2). Awdoe.
II/27.De keet van moeder Kee/De Kambuus en de Kalmthoutse goegemeente.(2)
Dat in de tijd van Moeder Kee de konijntjes ongetwijfeld de
koningen zijn van het Kalmthoutse duinenlandschap hebben we reeds kunnen vaststellen.En waar konijnen zijn, zijn ook
jagers, stropers en boswachters.
Ward Jacobs somt de
voornaamste onder hen op in zijn kortverhaal De Cambuus.
Bij de jagers valt
het op dat, in tegenstelling tot de meeste omringende gemeenten , de
kasteelheren , zoals ze uit de middeleeuwen tot ons zijn gekomen, in Kalmthout
totaal ontbreken. Dat komt ervan als een heerlijkheid , zoals die van
Kalmhout-Essen-Oost-Huybergen tot op het einde van het ancien regime een abt als heer hebben gehad. Op
de Kalmthoutse heide gaat het dan ook om industriëlen en rijke aandeelhouders
die de jagersclub samenstellen.Zo gaat het om gekende namen als Meurisse van de
Putse muur, Martougin van de Mont Noire, Bosmans van de Markgraaf, Strijbos van
Belgrano, enz . Ofwel hebben deze heren in Kalmthout een riant buitenverblijf in het groen neergepoot, ofwel hebben ze dit doorheen de tijd al omgevormd tot een vaste residentie.
Voor hun drijvers
doen zij beroep op jonge kerels uit het dorp. Door op deze jonge kerels beroep
te doen , ontgaat het les bourgeois gentilhommes dat ze in feite de kat bij
de melk zetten . In het arme Vlaanderen van weleer en zeker ook in de Kempen
kunnen de gezinnen van keuterboerkes, de heikneuters zoals men ze hier noemt, af en
toe een lekker wild konijntje op tafel gebruiken.
De jonge snaken
groeien dan ook op tot volwassen stropers. . Jonge mannen uit de Bezemheide en
de Acht Zaligheden nemen daarbij het voortouw. Maar ook uit Putte komen er heel
wat wildstropers naar de Kalmthoutse heide afgezakt. De Kalmthoutse volksmond
voorziet deze wildstropers van de meest lyrische bijnamen, waarvan sommigen
door Ward Jacobs zijn opgetekend : Mees de Posser, Rik van Pol de Wouter,
Fedelleke, den Turk,de Mergo, de Natus ... .Velen onder hen groeien
daarbij ook uit tot doortrapte smokkelaars.Uiteraard kunnen deze wildstropers en
alles wat erbij hoort ook met jachtgeweren schieten. Moeder Kees gasten
gebruiken nochtans bij voorkeur graag klemmen.
Tussen de jager en
de stroper nestelt zich dan gebruikelijk de boswachter.Een beroemde
boswachtersnnaam op de Kalmthoutse heide in de tijd van moeder Kee is
ongetwijfeld die van Peer De Bondt. Zoals de meeste van zijn lotgenoten in de
Noorderkempen is hij niet alleen boswachter , maar ook schaapsherder. Het
hoeft niet gezegd dat er in de Kambuus ook af en toe een wild konijn op het menu staat,
volgens moeder Kee een geturfd konijn.Uiteraard!
De herfst blaast op den hoorn en 't wierookt in het hout, de vruchten gloren. De stilten weven gobelijnen van gouddraad over 't woud, met reeën die verbaasd verschijnen uit varens en frambozenhout en sierlijk weer verdwijnen... . De schoonheid droomt van boom tot boom, doch alle schoonheid is slechts droom, maar gij zijt d'eeuwigheid! Heb dank dat gij mijn weemoed wijdt en zegen ook mijn vruchten. Een ganzendriehoek in de luchten: nu komt de wintertijd. Ik hoor U door mijn hart en door de rieten zuchten. Ik ben bereid.
Actua + ----------- Op Zaterdag 22 december e.k. brengt ons Kalmthouts gemengd koor AIDOMEN om 20u.30 in de parochiekerk van Achterbroek zijn jaarlijks gesmaakt kerstconcert. John Rutter, Chritopher Wigginsen en menig Vlaams componist staan op het programma. Dwarsfluit, hobo, fagot en klarinet ontbreken niet op het appel. Kassa 10 E., vvk 8 E.(O3/6668291), - 16 j. : gratis.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Volgende zaterdag 15 december weer een Kalmthouts broodje : II/28. De keet van moeder Kee / Afscheid van de Kambuus. Dit wordt het laatste Kalmthouts broodje in deze reeks II/ De keet van moeder Kee. Voor daarna is er nog geen nieuwe reeks Kalmthoutse broodjes in voorbereiding. Awdoe.
II/28. De keet van moeder Kee / Afscheid van de Kambuus.
Na de eerste wereldoorlog, in de twintiger
jaren, waait er een nieuwe wind over de
Kambuus.
Moeder Kees kleinkinderen die er verblijven worden groter en de lagere school wenkt. In die tijd
betekent dit voor de Kambuuskinderen dat zij iedere dag, doorheen een natte
heide, langsheen de Zwarte Heuvel naar de gemeentelijke dorpsschool aldaar moeten wandelen. Anderzijds breidt.de
haven haar industriële invloed uit over het land van Kempen en Polder. En
inwonende schoonzoon en toeverlaat Sus Jacobs wil ook een centje bijverdienen met zulke havenactiviteit. Hij moet zich daarom al heel vroeg in de morgen door dezelfde natte heide naar het station van Kalmthout begeven.
Deze situatie wordt
onhoudbaar voor Sus Jacobs en zijn Marie. En de onvermijdelijke , enig
mogelijke, beslissing valt : de Kambuus wordt verlaten.Sus Jacobs en Marie Schmitz kopen een huis op de Heuvel, op de hoek met de Nieuw Dreef, en
moeder Kee volgt dochter Marie en schoonzoon Sus naar het nieuwe verblijf.
Op het ogenblik dat
moeder Kee de Kambuus verlaat heeft zij de drempel betreden van de zestig jarige leeftijd. Op de Heuvel
zal zij nog 17 gelukkige jaren met de kleinkinderen en Marie en Sus doorbrengen.
Wanneer de familie
de Keet verlaat vervalt voor goed de verblijfsvergunning die hen door de
gemeentelijke notabelenis toegekend
geweest. En iedere boer van de Heuvel kan wel een stevige met teer ingesmeerde plank of een steen van de fundering van
de Kambuuskeet gebruiken. Al heel vlug blijft alleen de Kambuussite zonder Kambuus over.
Het verdwijnen van
de Kambuus heeft in eerste instantie gevolgen voor de heidetoeristen, die er
hun erkenningspunt, hun schuilplaats en hun gasthofop de heide mee verliezen. Wat natuurlijk niet
wil zeggen dat er geen toeristen meer op de heide gaan wandelen. De uitbouw van
het hotelwezen, vooral in Heide, het ontstaan van buitenverblijven, die langzaam
in de tijd ook vaste residenties zullen worden voor metropolitane inwijkelingen, zorgen hiervoor. Maar toch, bij de oude getrouwen
onder de wandelaars, wordt het verlies van moeder Kee en haar gasthof scherp
aangevoeld en voor de Kalmthoutse plaggers en neringdoeners is het alsof de wereld vergaat.
En ook voor moeder
Kee is het verlies van de Kambuus moeilijk door te slikken.. Voor zolang zij
dat nog zelf kan blijft ze de Kambuussite methaar familie bezoeken., maar wanneer dat niet meer kan moeten dezelfde familieleden, telkens zij
richting Kambuussite zijn geweest, haar in t lang en in t breed uitleggen hoe het
staat met die of die boom en of er veel konijntjes rondlopen dat jaar en noem
maar op.
Op 7 februari 1937 overlijdt moeder Kee te Kalmthout op de gezegende
leeftijd van 77 jaar. Maar zij leeft er, ook vandaag nog, met een uitgestoken hand , verder in het hart van menig
Kalmthoutenaar, die zij op de haar zo typisch eigen wijze in haar doen en laten graag herinnerde aan hun diepe wortels in dat aloude land van Rijën, dat latere markgraafschap Antwerpen, dat zich uitstrekte binnen dat "Edele Brabant Were Di", dat verder doorschoof tot aan de Grote Rivieren. En, aldus het adagio van moeder Kee , zoals het "Sonnet van Brabant" van Harriet Laurey het uitdrukt, : "Op weg naar Brabant wordt de wereld warmer "!
Poëzie + ------------ Herinnering ( Martinus Nijhoff) ---------------------------------------- Moeder, weet je nog hoe vroeger Toen ik klein was,wij tezaam Iedren nacht een liedje moeder, Zongen voor het raam?
Moe gespeeld en moe gesprongen, Zat ik op uw schoot, en dacht, In mijn nachtgoed kleine jongen., Aan 't geheim der nacht.
Want als wij dan zingen gingen 't Oude, altijd eendre lied, Hoe God alle,alle dingen Die wij doen,beziet
Hoe zijn eeuw'ge grote wonderen Steeds beschermend om ons zijn Nimmer zong je, moeder zonder 'n Beven dat refrein.
Dan zag ik de sterren flon'kren En de maan door wolken gaan d'Ouden nacht met wijze, donk're Ogen voor mij staan.
Actua + : ----------- Op zondag 6 januari e.k. tussen14 en 18 uur ontmoeten de Kalmthoutenaars, nu reeds voor de 12-de maal , zich op het Kerkeneind - plein om er elkaar het beste toe te wensen voor het Nieuwe jaar. Gemeente en verenigingen zorgen voor de nodige dranken en hapjes en de harmonie speelt heerlijke deuntjes. Om niet te missen!.
NOTA BENE ----------------- Zoals reeds in het voorgaande broodje aangekondigd eindigen hier de Kalmthoutse broodjes die betrekking hebben op II/ De keet van moeder Kee. Er is nog geen volgende reeks voorzien. Deze reeks mocht bogen op een gemiddeld aantal bezoekers van 250 / 300 per week . Ik wil mijn vrienden Kalmthoutenaars hiervoor bedanken. Mijn dank gaat ook uitdrukkelijk uit naar aanverwanten van moeder Kee : Jan Franken uit de Heidestatiestraat, wijlen moeder Kees kleinkind, Ward Jacobs, die ik als "de Word"mocht leren kennen, Germaine Jacobs, Monnik Schmitz, Nicole Theunis en al die andere aanverwanten/afstammelingen Teijssensen,Schmitzen, Woutersen en Jacobsen, zonder wiens medewerking deze broodjes niet tot stand konden komen.
Vervolgens zou ik deze reeks heel graag willen opdragen aan de begin januari uittredende Cultuurschepen Mevrouw Clarisse De Rijdt voor haar, in ruggespraak met de burgervader, genomen beslissing op het Heidestatieplein een standbeeld (van de hand van beeldhouwer Raf Theys) te laten plaatsen van onze Kalmthoutse legendarische moeder Kee, maar ook voor haar 6 jaar lange inzet om het culturele leven in onze Kalmthoutse Cultuurgemeenschap onder de volwassenen vorm te geven. Uiteraard mocht ze daarbij ook 100% rekenen op de mensen van de Gemeentelijke Cultuurraad van Kalmthout, onder het huidige voorzitterschap van een creatieve Gert Vanginneken..
En om te eindigen , na een hoopgevende zonnewende : prettige eindejaarsfeesten en een voorspoedig 2013 voor U allen en de Uwen! Awdoe!
Jan Caluwaerts . ( ere-voorzitter van de gemeentelijke cultuurraad van Kalmthout) .
Ter gelegenheid van de herdenking van W.O I verschijnt met ingang van heden tijdens de maanden augustus, september en oktober iedere week op zaterdag een aflevering van deze nieuwe reeks.
Op 4 augustus 1914 dringt het Duitse leger België binnen om in een cirkelbeweging aartsvijand Frankrijk ook vanuit het noorden te kunnen aanvallen.
Het Belgische leger dat hardnekkig weerstand biedt, wordt teruggedrongen tot aan de Ijzer. In de loopgrachten van de Westhoek zal nog lang en hevig gevochten worden. ( Lees hierover o.m. het boeiende oorlogsdagboek "Kalmthout aan de Ijzer" van onze Kalmthoutse Nieuwmoerse soldaat tijdens W.O.I , Louis Van Loon, die enkele ouderen onder ons nog persoonlijk hebben gekend.)
Deze schending van de Belgische neutraliteit door de Duitsers sleurt ons land ongewild mede in wat uitgroeit tot de " eerste wereldoorlog ", een oorlog waaraan voor het eerst in de geschiedenis omzeggens landen uit alle werelddelen zullen deelnemen. In die nu toch lang vervlogen tijd spreken zij die ons voorafgingen dan ook over " de Groote Oorlog".
Wordt er in de loopgrachten van de Westhoek hevig gestreden, dan ontstaan er voor de Duitse bezetter ook al heel vlug bijkomende problemen langs de grens tussen het bezette België en het neutrale Nederland.
Zo maken de Duitsers zich grote zorgen over de inhoud van brieven die langs de Belgische noordergrens via Nederland en eventueel ook Engeland naar de Westhoek of het noorden van Frankrijk worden getransporteerd. Het kan daarnaast ook over brieven gaan die in omgekeerde richting vanuit de Westhoek langs hetzelfde traject worden verstuurd naar het bezette België.
Zo komen zij er ook achter dat jonge Belgische vrijwilligers de Belgisch/Nederlandse grens oversteken om langs eenzelfde weg hun landgenoten in de Westhoek te gaan versterken.
En uiteraard zijn ze in bijkomende orde ook bekommerd over de talrijke smokkel- en overzetroutes die langs de Belgisch/Nederlandse grens, om welke redenen ook, ontstaan. De Duitsers beseffen maar al te goed dat mogelijk verborgen kantjes , met voor hen ernstige gevolgen, aanwezig kunnen zijn.
In de lente van 1915 pakt de Duitse bezetter deze problematiek aan door het tot stand brengen van een elektrische draadversperring die loopt van Knokke aan zee in het noordwesten tot Vaals aan het drielandenpunt, achteraan de Voerstreek, in het noordoosten. In de volksmond wordt deze draad "de doodendraad" genoemd.
Wel volgt deze elektrische draadversperring niet volledig alle uitsprongen van een soms grillige Belgisch/Nederlandse grens.Om draad uit te sparen en een militair toezicht op verboden overgangen aan de draad zo rationeel mogelijk te houden wordt gestreefd naar een afgrendeling die geen rekening houdt met al te grote grensuitsprongen. Hierdoor komen sommige gehuchten, ja zelfs algehele gemeenten, achter de draad te liggen, hetgeen wel niet belet dat de Duitsers in die betrokken gebieden ook toezicht houden.
Zo komen bij ons in Kalmthout de Hoek, een groot deel van de kalmthoutse heide en Nieuwmoer achter de draadafspanning te liggen. En ook onze Kalmthoutse zustergemeente Essen wordt alzo afgezonderd. Waterlopen, onbewoonde natuurlandschappen, afgezonderde leefgemeenschappen en administratieve grenzen zijn in hoofde van de Duitse bezetter medebepalend geweest voor een aldus gecorrigeerde grensafsluiting.
Poezie +
(uit) "De moeder en de zonen" van Anton van Wilderode. (1)
De moeder :
Het huis is groot zonder zonen.
Het dak bewaart hun jeugd, het puin van kinderspelen , de balast van de leerjaren.
De kamer staat vol lege stoelen . Er zijn altijd borden te veel.
De deuren staan open naar het nieuws van de wereld, naar de angst .
Brieven zijn witte onheilvogels die plotseling binnen fladderen.
Mijn ogen gaan op de vlucht door het raam .
Maar ook in de notelaars hebben zij als kinderen geklommen. Overal zijn hun sporen.
........... ( vervolgt) .
actua +: Ons Kalmthouts gemeentebestuur heeft het plan opgevat om, in samenwerking met de gemeente Essen, het boek "Kalmthout aan de Ijzer" van Louis Van Loon heruit te geven. Voorinschrijvingen zijn nog steeds mogelijk tot 31 augustus bij de gemeentelijke cultuurdienst.
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Volgende zaterdag 23 augustus weer een Kalmthouts broodje :
Over het wat, het waar, het waarom en het hoe van de elektrische draadversperring zijn doorheen de tijd al heel wat artikels verschenen, zo ook in ons Kalmthouts heemkundig tijdschrift "Calmpthoutania".
In deze bijdrage willen wij speciaal meer concreet ingaan op de vraag waar de draad op Kalmthouts grondgebied juist heeft gelopen? Al is ook hierover reeds heel wat geschreven, dan zijn die bijdragen toch niet altijd gelijklopend of spreken ze elkaar zelfs tegen. Het is dan ook niet evident, anno 2014, honderd jaar na de aanvang van de eerste wereldoorlog, het juiste tracé van de elektrische draadversperring op Kalmthouts grondgebied nog met 100% zekerheid weer te geven.
Rechtstreekse getuigen, die nog met volledige kennis van zaken kunnen spreken, zijn niet langer aanwezig en de beschikbare geschreven historische bronnen zijn inderdaad niet altijd duidelijk of eenvormig.
Vergeten wij daarbij ook niet dat het Kalmthoutse landschap in die honderd jaar ook, langzaam maar zeker belangrijke wijzigingen heeft ondergaan, o.m. in functie van een evolutie van een zuiver landelijke naar een gedeeltelijk, maar niet onbelangrijke, periferische bestemming.
In een poging om het tracé van de "doodendraad" op Kalmthouts grondgebied nog eens op een valabele wijze uit de doeken te doen wil deze bijdrage uitdrukkelijk refereren naar drie brongegevens. Voor alles is er het artikel van wijlen Aloïs Ribbens dat onder de titel "1915-De elektrische draadversperring te Kalmthout" in 1965 is verschenen in het nummer 2 van de 17-de jaargang van het Kalmthouts heemkundig tijdschrift Calmpthoutania. Vervolgens is er een door de Duitsers tijdens de oorlog bewerkte legerkaart uit 1910 die professor Alex Vanneste, hoogleraar aan de Antwerpse universiteit, in het jaar 2000 heeft gepubliceerd in het nummer 4 van de 54-ste jaargang van het Tijdschrift van Dexia Bank. Tenslotte zijn er de uitspraken van enkele oudere Kalmthoutenaars.
De heer Ribbens zelf geboren in 1902, heeft in de Boonsstraat in Kalmthout grwoond niet ver van de rand van het natuurreservaat waar de "doodendraad" is voorbij gekomen. Als heemkundige is hij een onderlegd man geweest. Hij draagt daarvoor zelfs de uitdrukkelijke felicitaties mee van de in Kalmthout zeer gewaardeerde heemkundige voortrekker, wijlen meester Vorsselmans, die hem trouwens bij het uitschrijven van het artikel met raad en daad heeft bijgestaan op basis van zijn eigen studiewerk terzake. Toen hij in 1965 het bewuste artikel heeft geschreven is het de heer Ribbens daarenboven ongetwijfeld nog mogelijk geweest daaromtrent nog andere Kalmthoutenaars te ondervragen, die de eerste wereldoorlog persoonlijk bewust hebben meegemaakt.
Professor Alex Vanneste heeft zich doorheen de tijd, omzeggens bij wijze van hobby, opgeworpen als één van de meest wetenschappelijk onderlegde kenners van de eerste wereldoorlog in onze kontrijen. Niet onbelangrijk is daarbij ook aan te stippen dat in zijn bijhorende commentaren over de elektrische draadversperring o.m. ook wordt verduidelijkt dat "de draadversperring er niet enkel op diverse plaatsen maar zelfs periode na periode anders kon uitzien".
Het valt op dat onder de oudere Kalmthoutenaars het vooral de Nieuwmoerenaars zijn die als ze het over de "doodendraad" hebben, graag naar voor komen met die inleidende slagzin "Mijn vader heeft gezegd... ", om alzo met volle overtuiging te refereren naar uitspraken van hun overleden vader.
Poëzie +
(uit) De Moeder en de zonen van Anton van Wilderode (2)
...................
(vervolg)
De eerste zoon :
Ik schrijf je mijn eerste brief, moeder.
Dat is vreemd : naar moeder schrijft men niet, die is altijd bij je.
Zo wàs het.
Je weet dat iedereen hier altijd met leugens begint :
alles is goed - de oorlog duurt maar kort - wij zullen spoedig weer thuis zijn.
Je voelt wat ik verzwijg, wat te moeilijk is voor woorden :
de thuis
alles wat onafscheidelijk met jou verbonden was maar wat wij niet wisten,
toen.
Wij wisten alles te laat.
Thuis bloeien de geraniums. Het gras is er anders.
De eerste Herfst zonder jou,
moeder.
.......................
(vervolgt)
Actua +
Groenland Kalmthout voegt een nieuwe parel toe aan zijn kroon. Het gras-en boompjesplein aan het winkelcentrum De Beek wordt heringericht als een heus parkje. En daar blijft het niet bij. Kalmthoutse kinderen en hun ouders moeten niet alleen kunnen genieten van een deugddoende natuur maar ook van een uitgeruste speeltuin die de jongeren ontspanning en beweging brengt. Van de gelegenheid zal ook gebruik gemaakt worden om de aanpalende parkruimten bij te sturen.Op 25 september starten de werken.
Alvorens verder in te gaan op "Het tracé van de doodendraad op Kalmthouts grondgebied" is het toch nuttig vooraf nog enkele toelichtingen rond de draadversperring uit de doeken te doen.
Voor de opbouw van de elektrische draadversperring worden er om de 3 à 4 meter vertikaal palen geplaatst van +/- 2 meter hoog. Op deze palen worden er alle 20/30 cm. witte isolatoren aangebracht. Aan deze isolatoren worden van paal tot paal horizontaal lopende dikke koper- of ijzerdraden vastgehecht, die meestal aangevuld worden met bijkomende verticaal of van boven naar beneden schuinlopende draden.
De draden ontvangen electriciteit via een draad die als stroomgeleider gehecht is aan hogere palen die om de 50 meter zijn ingezet. Langs deze stroomgeleider probeert men telkens een spanning van 2000 volt op de draden te krijgen. Kalmthout behoort voor deze electriciteitstoevoer tot de transformatorengroep Merksem/Kapellen. Ook een telefoondraad ontbreekt niet in het geheel.
De Duitsers brengen langs de draadversperring schakelhuisjes aan met apparatuur om de stroom op de gewenste wijze over te brengen. Deze schakelhuizen zijn houten barakken die in bijkomende orde ook schuilplaatsen voorzien voor de Duitse opzichters.
De aldus aangebrachte draden worden langs beide zijden nog afgeschermd door lagere niet geladen bijkomende draadafspanningen. Er ontstaan aldus brede gangen waarbinnen de burgers zich niet mogen begeven en langswaar de Duitse Uhlanen zich ,eventueel met paard en/of kar, kunnen verplaatsen.
Bij de inleiding hebben we reeds gesteld dat de elektrische draadafspanning niet volledig met de grens samenloopt. Voegen wij hier nog aan toe dat deze draadversperring ook niet verward mag worden met de gewone pindraad die legermanschappen van het neutrale Nederland als tegenreactie langs hun kant van de grens hebben aangebracht, zoals dit bvb. het geval is geweest in de Maatjes tussen Achtmaal en Nieuwmoer.
Een aldus ontstane tweevoudige draadafspanning heeft wel Nieuwmoer, de Hoek en zustergemeente Essen op die wijze als het ware volledig van de buitenwereld afgesloten. Op Nieuwmoer en in Essen is dan ook het gezegde gegroeid dat ze "in een kiekeskot leven".
Om in 't geniep over de elektrische draadversperring te kunnen komen kan men wel beroep doen op "passeurs", die de mensen op vakkundige wijze overzetten door het gebruik van bodemloze tonnen of andere doorkruip materialen, zoals een opvouwbaar houten raam. Zelfs Duitse soldaten verlenen hieraan al heel vlug uit eigenbelang stiekem hun medewerking. Een appeltje voor de dorst is in die barre oorlogstijd immers ook voor hen altijd welgekomen.
Gekende "passeurs"-namen in Kalmthout zijn o.m. die van de Kennessen, de Van Oersen, de De Schrijvers en de Baelemansen.
Wel dient gezegd dat de vlucht naar Nederland vooral bij de aanvang van de Duitse invasie heeft plaats gevonden. De vluchtwegen lopen bij ons daarbij in eerste instantie vooral naar Huybergen, Roosendaal en Nispen en vervolgens verder door naar Bergen-op-Zoom en Breda. En het dient onderlijnd dat de Noord-Brabantse solidariteit t.o.v.onze mensen ontroerend door verwees naar dat nog steeds aanwezige samenhorigheidsgevoel uit die lang vervlogen tijden van het vroegere " edele Brabant were di".
Voor nog andere bijkomende gegevens verwijzen we graag door naar de bijdragen die daaromtrent verschenen zijn in onze regionale heemkundige tijdschriften "Calmpthoutania" (Kalmthout) en "De Spyker" (Essen). Deze bijdrage gaat dan verder in op het traject van de "doodendraad" op Kalmthouts grondgebied, meer bepaald van West naar Oost (zoals met de stroomtoevoer voor de transformatoerengroep Merksem/Kapellen).
Poësie +
(uit) De moeder en de zonen van Anton van Wilderode. (3)
.................
De moeder :
Iedere brief is een stap die voor de deur stil houdt,
een behoedzaam gefluisterd overleg.
Een aarzeling van vreugde, een verdriet dat men wil verdagen minuten lang.
Kom binnen, zeg het maar, ik moet het dragen,
mijn nachtelijk pantser, mijn slapeloos verdriet.
De tweede zoon :
Ik weet wat je doet moeder van uur tot uur.
Ik heb teveel tijd voor de herinnerig en mijn geheugen heeft alles feiloos gefotografeerd.
Als ik mijn ogen dicht doe ben ik thuis dicht bij jou.
Ik moet niets meer zeggen.
Jij weet alles, net als vroeger.
.......................
(vervolgt)
Actua +
Nu de grote vacantie ten einde loopt start Digidak ook in onze Kalmthoutse gemeente opnieuw zijn initiatiecursussen in de computerkunde. Inschrijvingen zijn mogelijk in de jeugdbibliotheek van Nieuwmoer op dinsdag 9 september e.k. van 10 u. tot 11u.30 en in het dienstencentrum De Groten Uitleg op het Kerkeneind op maandag 15 september e.k. van 10u.30 tot 12 u. en op Donderdag 18 september e.k. van 19u. tot 20 u. O.m. voor een grote groep van senioren is de digitale initiatie van Digidak, met de medewerking van talrijke wrijwilligers , in onze gemeente niet te versmaden..
Vanuit Putte-Kapellen overschrijdt de "doodendraad"de Kalmthoutse gemeentegrens langs de Driehoeven (Grensstraat langs de zijde van Kapellen) om er onder grenspaal nr.254, aan de puntige inham van Nederlands Putte, evenwijdig met de Putse steenweg verder te lopen.
Hij verlaat er voorgoed het Putse polderlandschap voor het duinenlandschap van de Kalmthoutse heide . Daarbij betreedt hij de Kempense landrug, dat scheidingsvlak tussen het Schelde- en Maasbekken, die er zich verheft op een hoogte van 20 meter boven de zeespiegel om verder door langzaam van West naar Oost af te hellen.
De zanderige bodem wordt er gedragen door de in de ondergrond reeds op 1 meter diep priemende kleien van de Kempen. Deze kleilaag is dermate robuust en kleverig dat zij omzeggens onaantastbaar is.
Hoogteligging en kleverige ondiepe kleiondergrond beletten dat er natuurlijke waterwegen tot stand komen. De enige natuurlijke watertoevoer komt er dan ook vanuit de lucht : regenwater. Dit neervallende water infiltreert slechts heel langzaam tussen de kleilenzen door. Van een natuurlijke waterstromingsafvoer kan nauwelijks gesproken worden.
Een onvermijdelijke veenvorming en een daarna door de mens "om den brode" uitgevoerde ontvening zijn er het gevolg van. De ontvening heeft vervolgens wel aanleiding gegeven tot het ontstaan van vennen. Om het overtollige water te kunnen afvoeren heeft de mens dan finaal de vennen met elkaar verbonden door afwateringsgrachten.
In de onmiddelijke omgeving van de Driehoeven zijn er aldus enkele kleinere vennen ontstaan zoals het Visserijke en het Middelven die door de grachten langs de Visserijdreef en de Middeldreef met elkaar verbonden worden en waardoor het water gedeelteljk is kunnen afgeleid worden naar de Middelbeek in Kapellen.
Het lagere centrale landschap aan de gemeentegrens noordwaarts de Putse steenweg is er sinds de belle-époque langsheen de vennen en afwateringsgrachten met hun drassige oevers uitgegroeid tot een aaneenschakeling van weiden en bossen met een gemengde begroeiing van naald- en loofbomen. Enkele boerderijtjes en later ook enkele burgerwonngen hebben er zich doorheen de tijd neergezet.
Boven en onder deze centrale zandpan ogen in het noorden, op Nederlands grondgebied, de duincomplexen van de Molen- en de Hoge berg en in het zuiden aan de andere kant van de Putse steenweg de vooruitgeschoven duinen van de Geuzenbak.
Over de naamgeving van die Geuzenbak bestaat onduidelijkheid. De betrokken gronden zouden oorspronkelijk deel uitgemaakt hebben van het landdomein de Driehoeven aan de overzijde (vandaar de straatnaam), van oudsher private eigendom.Volgens de verhalen zouden er geuzen verbleven hebben die tijdens de godsdienstoorlogen naar Nederland zijn gevlucht.
Door de verkoop van gemene gronden in de belle-époque is er in de Geuzenbak, tussen de Canadezenlaan (voorheen de Heikantstraat) en de Max Temmermanlaan (voorheen de Keienhoflaan) rond 1906 een verkaveling ontstaan met zo maar 76 kavels. Kenmerkend voor de huizen van deze verkaveling is dat ze op de één of andere wijze ingekapseld zitten in het duinenzand. Dit is ook het geval met het in Antwerpen goed gekend Melkhuisje dat na de eerste wereldoorlog in de periode van 1920 tot 1930 eigendom is geweest van Geert Pijnenborg (pseudoniem voor Geert Grüb), ooit kunstrecensent voor de Nederlands Rotterdamse Courant en die heel goed bevriend is geweest met de Antwerpse burgemeester Camiel Huysmans en de gekende dichteres Alice Nahon, die meermaals het Melkhuisje hebben bezocht.
Vermelden we nog dat de Geuzenbak tijdens de belle-époque de reputatie verworven heeft van "het kleine Zwitserland". De lievelingswandeling van de Antwerpse burgerij liep er door. En aan de voet vestigden zich langsheen de gemeentegrens doorheen de tijd de exclusieve toeristentavernes "De Groene Wandeling " en de "Kar".
Om dit hoofdstuk af te sluiten moeten wij nog vermelden dat aan de Driehoeven in 1917 aan de "doodendraad "de broertjes 't Seyen, respectievelijk 11 en 13 jaar, het leven hebben gelaten. De juiste oorzaak is niet gekend, maar een nog bestaand beeld toont aan hoe verschrikkelijk onmenselijk de elektrokutie voor de kindjes moet zijn geweest.
Poëzie +
(uit) De moeder en de zonen van Anton Van Wilderode (4)
....................
De moeder :
Alles is voorbij.
De kinderziekten, de koortsen, de onredelijke angst voor de kou,
het diepe water, de hoge kerseboom.
De kleine wonden van messen en glas,
de wilde jongensspelen.
Hij is heelhuids groot geworden voor een gevaar dat ik niet kende,
waartegen ik hem niet kon beschermen.
Nooit meer en nooit meer.
Alles zal gelijk blijven, de sneeuw, het gras, het dorp vol vogels.
De avonden zullen langer worden en onvermijdelijk.
Ik zal met hem spreken
met de lieve jongen, de knaap die wegging voor een maand van vuur.
De derde zoon :
Luister niet moeder.
Sluit de deur voor alle nieuws, voor alle brieven.
Bid voor ons moeder,
nu en in het uur van onze dood amen.
.......................
(vervolgt)
Actua +:
- Heden Zaterdag 6 september zet ons Kalmthouts Dienstencentrum "De Grote Uitleg" , Kerkeneind 20, o.m. een oase van rust voor onze senioren, van 13u.30 tot 16u.30 voor iedereen de wijdse deuren open. Zij die beter kennis willen maken met de dienstverlening, de werking en de medewerkers worden er o.m. ook vergast op heel wat culturele voorstellingen.
- Morgen Zondag organiseren onze Kalmthoutenaars van "Achter het Broek" van 10 tot 15 u. op de speelplaats van De Linde en aan de sporthal langs de Brasschaatse steenweg opnieuw hun dorpsmarkt. De manifestatie wordt opgefleurd met heel wat creatieve nevenactiviteiten.
III/5."De doodendraad"/Ten Zuiden van de Putse Moer.
Bij het verder doorschuiven langs de Putse steenweg (voorheen de Klinkaard geheten) binnen een straal van ongeveer 50 meter, doorloopt de "doodendraad" het landschap ten zuiden van de Putse Moer, één van de grootste moervennen van de Kalmthoutse heide.
Waar de hoofddreef naar het landhuis van Van Thillo ( voorheen het kasteel van Meurisse) aanvangt, rechtover het Keienhof, komt de elektrische draad toe in wat vandaag het Nieuwe gemeentebos is. Hier moet echter onmiddelijk aan toegevoegd worden dat dit Nieuwe Gemeentebos met zijn zwarte Corsicaanse dennen en zijn meer gestructureerde dreven pas in 1953 het levenslicht heeft gezien.
Voorbij het aldaar aanwezige Boerenven kruist de "doodendraad" vervolgens "De Duitse weg" , die grote invalsweg naar het hartje van de Kalmthoutse heide.
Ten zuiden van de Putse moer neemt het aangestoven dekzand toe. Opstekende zandbulten en drassige greppels gaan er elkaar afwisselen. In de Herfst en de Winter staan stukken lager gelegen gebied onder water, maar in de zomer verdwijnt de drassigheid. Dopheide en struikheide, maar ook bosschages, wisselen er elkaar af.
Bij de aanvang van de 20-ste eeuw is dit gebied tot aan de oevers van de Putse Moer en aan de overkant van de Putse steenweg op de Withoefse heide nog een sterk gevarieerd heidelandschap, met trouwens ook bomenrijen van vooral vliegdennen en berken. Wel worden deze bomen door de Kalmthoutenaars regelmatig gehakt voor het aanmaken van landbouwersalaam. Tijdens de eerste wereldoorlog kunnen de Duitsers deze bomen trouwens ook heel goed gebruiken.
Het aangehaalde Keienhof is vandaag een vooral door zakenmensen druk bezocht restaurant, maar is in 1914 opgetrokken als een riante buitenwoning voor de Joodse diamantair Mozes Tolkowski.
Na hun inval hebben de Duitsers het Keienhof ingenomen om soldaten te herbergen die belast zijn met de bewaking van de "doodendraad".
Het Boerenven waarvan sprake, is een zandven waar de inwoners van Kalmthout - Kerkeneind langs de Kijk-uitstraat nog tot in het begin van de twintigste eeuw langs de oevers zand komen steken, dit in het ven wit wassen en het vervolgens gebruiken voor het reinigen van hun hoevevloeren.
In de omgeving van het boerenven en de aanzet van de hoofddreef naar het landhuis van Van Thillo komt men langsheen de Putse steenweg tijdens de eerste wereldoorlog ook het eerste schakelhuisje (zie voorheen) en de eerste van de toegelaten doorgangen voor militairen op Kalmthouts grondgebied tegen. (Burgers kunnen in Kalmthout de draad alleen maar passeren langs één doorgang : de Gageltjes op de Zilveren Hoek, zoals we nog zullen zien.)
De Duitse weg heeft zijn naam meegekregen vanuit de tweede wereldoorlog. Oorspronkelijk een zandweg is hij achteraf verhard geworden met aangevoerd steengruis vanuit de dorpen rond Antwerpen die tijdens die tweede wereldoorlog het slachtoffer zijn geworden van hevige luchtbombardementen (zoals Mortsel bijvoorbeeld).
Langsheen de Duitse weg loopt op het einde van de 19-de eeuw nog het aftakkingsspoor voor de afvoer van het duinenzand van de afgegraven Vossenbergen. Het afgevoerde zand moet dienen om in Antwerpen spoorwegbermen aan te leggen tussen Antwerpen centraal en Zurenborg.
Het aftakkingsspoor volgt vanaf (eerst) het Muggepiske / (daarna) de omgeving van de Kambuusduinen de Duitse weg, de weg door de Withoefse heide en vervolgens de Guido Gezellelaan om uit te monden in de buurt van het station van Heide.
Zo'n 200 man nemen aan de zandafvoering deel.Voor hen zijn er op de heide houten keten opgericht waar ze kost en inwoon krijgen. Eén van de barakken wordt bij een toenemend toerisme omgebouwd tot een logements- en eethuis voor toeristen : de beroemde Cambuus van moeder Kee.Vooral natuurliefhebbers en kunstenaars maken er gebruik van. Maar ook onze Kalmthoutse landbouwers gaan er graag hun Kalmthoutse jenever degusteren.De keet van moeder Kee is pas in 1920 afgebroken.
In 1914 begint aan de Duitse weg ook de aanzet van het smalspoor naar de "Mont Noir", het landgoed van de Duitse jood Bernsohn. De aanvang van de eerste wereldoorlog heeft echter een einde gesteld aan een verdere exploitatie ervan.
In de tweede wereldoorlog hebben de Duitsers eveneens getracht er een spoor aan te brengen naar hun verzamelplaats in de Hazenduinen. Verder dan de langs de Duitse weg neergelegde molensteen zijn ze toen echter niet gegraakt.
Vermelden we tenslotte nog dat op 10 juli 1917 Mevrouw Rosalie De Coster er aan de draad overlijdt.
Poëzie + :
(uit) De moeder en de zonen van Anton Van Wilderode. (5)
.................
De tweede zoon :
Bid voor ons moeder
nu en in het uur van onze dood.
De moeder :
Ik zet de deur op een kier.
Zij kunnen thuiskomen.
Ik zal wakker worden van hun stap, de stap van een man, een soldatenstap,
De straat ligt leeg tot haar bocht van bomen.
De mensen zijn viendelijk medelijdend.
Ik heb alle avonden voor mijn verdriet, alle nachten.
Ik moet moedig zijn voor de terugkerenden.
Ik wil geen brieven meer krijgen, ik wil niemand meer verliezen
Ik zal wakker blijven en wachten, een leven lang.
(einde).
Actua + :
Op 19, 20 en 21 september eerstkomende staat de Nieuwmoerse dorpsgemeenschap weer volop in de kijker met haar Maatjesfeesten, die omgedoopt worden tot septemberfeesten. Van Quizavond, alover gezinsfietstochten tot kinderkermis, visprijskamp, een tractortocht en nog veel meer staan op het programma. En naturlijk niet te vergeten : lekker eten. Het volledige programma vindt U volgende week terug In de "Koopjesgids". Nieuwmoer verwacht ons !