Bonn 1770 –Wenen 1827 Duits componist, behoort tot de meest bewonderde componisten uit de westerse muziekgeschiedenis.Uitgaande van de Weense klassieke traditie ontwikkelde hij geleidelijk een individuele stijl, waarmee hij de voorbode werd van de romantiek. Hij heeft in de 19de eeuw een zeer grote invloed uitgeoefend.
____________________________
Mozart
Salzburg 1756 – Wenen 1791
Oostenrijks componist, geldt als een van de grootste fenomenen uit de muziekgeschiedenis. Zoon van Leopold Mozart en Anna Maria Pertl (1720–1778), toonde al zeer vroeg een grote muzikale aanleg, die vanaf 1760 door zijn vader werd ontwikkeld.
____________________________
Chopin
Frédéric François (Pools: Fryderyk Franciszek) Zelazowa Wola, bij Warschau, 1810 – Parijs 1849
Pools componist en pianist Chopin was de zoon van een Franse vader en een Poolse moeder.
Schreef vrijwel uitsluitend pianomuziek, waarin elegante, expressieve melodieën. Experimentele harmonieën en vrije vormen worden gecombineerd met een briljante pianotechniek. Zijn werk vormt het hoogtepunt van de romantische pianomuziek en is excellent voor het instrument geschreven. Het vormt een persoonlijke synthese van Pools-traditionele en West-Europese klassieke elementen. Aanvankelijk trad hij op als concertpianist. Later echter trok hij zich steeds meer uit de openbaarheid terug en concentreerde hij zich op het lesgeven.
____________________________
Mensen kun je vergelijken met muzieknoten . Als ze eenmaal op elkaar zijn afgestemd , vormen ze een prachtig orkest. Deze mooie tekst schreef Amouretje in mijn gastenboek.
Jos van Immerseel - Beethoven: Symfonieën en ouvertures
Jos van Immerseel - Beethoven: Symfonieën en ouvertures
Eind vorige eeuw had Jos van Immerseel het al eens geprobeerd: alle symfonieën van Beethoven opnemen en uitgeven. Maar dat project werd geaborteerd door de crisis in de cd-industrie. Slechte managers maakten de overvloed aan Beethovenedities verantwoordelijk, terwijl het net de overvloed aan managers was. Tweede keer, goede keer.
Twee jaar concerten en opnames (in het Brugse Concertgebouw) resulteerden in het felbegeerde boxje. Dat brengt wat je van Van Immerseel verwacht - en toch niet helemaal. Tot de verworvenheden behoren de passende Weense instrumenten, een correcte notentekst, de door Beethoven gevraagde tempi. Dat zijn drie dingen die je van elke uitvoering zou verwachten. Gewild is de strakke omzetting van de noten en de heldere toonzetting.
Dat zijn elementen die het constructieve werk van Beethoven, zijn motivische machinerie sterk benadrukken. In bepaalde symfonieën, zoals de zevende of de achtste, is dat een groot winstpunt; in andere en in een aantal ouvertures, waar constructie en literaire achtergrond elkaar in evenwicht houden (zoals de derde, de zesde en de negende) mis je soms een poëtisch element.
Dat hij het kan, bewijst Van Immerseel in die passages van de zesde waar het onontkoombaar is, al zal hij ook daar niet overdreven romantiseren maar eerder een classicistisch natuurgevoel à la Gluck oproepen. Dat betekent dat hij het elders niet wil. Die keuze is betwistbaar omdat ze bij momenten het klinkende resultaat te lapidair of zelfs repetitief maakt.
Daartegenover staan honderden passages waar je nieuwe kleuren, motieven en wendingen ontdekt en je jezelf dus plots in de positie van de luisteraar uit Beethovens tijd verplaatst ziet. Door die paradox - op vele plaatsen is de werkwijze een winst maar ook een verlies - stelt deze opname meer nog dan andere op oude instrumenten de fundamentele vraag naar de mogelijkheid van de demarche. De compromisloosheid leert ons iets, maar wijst ons ook op de uiteindelijke noodzaak van het compromis. (Zig Zag Territoires) (***)
L. VAN BEETHOVEN (080402.6) Symfonieën - Ouverturen
CD 1 Die Geschöpfe des Prometheus Symfonie nr 1 op. 21 C Dur (1800) Symfonie nr 2 op.36 D Dur (1802)
CD 2 Symfonie nr 3 op.55 «Sinfonia eroica» Es Dur (1804) Coriolan, Ouvertüre, op. 62 d moll (1807) Egmont, Ouvertüre, op. 84 f moll (1810) Die Ruinen von Athen op. 113 (1811)
CD 3 Symfonie nr 5 op. 67 c moll (1808) Symfonie nr 4 op. 60 B Dur (1806)
CD 4 Symfonie nr 6 op. 68 « sinfonia pastorale » F Dur (1808) Symfonie nr 8 op. 93 F Dur (1812)
CD 5 Symfonie nr 7 op. 92 A Dur (1812) Die Weihe des Hauses op. 124 (1822)
CD 6 Symfonie nr 9 op. 125 d moll (1824) Solisten : Anna-Kristiina Kaappola, sopraan Marianne Beate Kielland, alt Markus Schäfer, tenor Thomas Bauer, bas
Ludwig Van Beethoven - Symphony nº 5 in C Minor (Opus 67)
Jos van Immerseel
"Steeds meer mensen beseffen dat men een componist geen groter respect kan bewijzen dan door zijn muziek au sérieux te nemen, in een uitvoering waarbij plicht en vrijheid hand in hand gaan. Onder plicht versta ik dan de correcte uitvoering van de notentekst, het gebruik van het voorgeschreven instrumentarium, het toepassen van toenmalige evidenties als de stemtoon, de speeltechniek, de balans binnen het orkest, het door de componist gewenste tempo. Maar er is ook die vrijheid, het recht namelijk om iemand van vandaag te zijn, met eigen eruditie en gevoeligheden, en met de mogelijkheid om alle beschikbare elementen te doseren." (Jos van Immerseel)
Jos van Immerseel werd geboren in Antwerpen en studeerde piano (Eugène Traey), orgel (Flor Peeters), klavecimbel (Kenneth Gilbert), zang (Lucie Frateur) en orkestdirectie (Daniel Sternefeld). In 1973 won hij het eerste klavecimbelconcours van Parijs. Zijn brede interesses leidden hem tot de autodidactische studie van de organologie, de retoriek en de historische pianofortes. Naast masterclasses in Europa, Amerika en Japen, doceerde hij ook aan de Scola Cantorum Basiliensis, het Conservatoire National Supérieur de Paris en het Sweelinck Conservatorium Amsterdam. Als gastdirigent leidde hij onder meer de Akademie für Alte Musik Berlin, de Wiener Akademie en Musica Florea Praag. Intussen bouwde hij een unieke verzameling uit van historische klavieren die door hem verzorgd worden en hem vergezellen op zijn concerten. In 1987 vormde Jos van Immerseel zijn eigen ensemble, Anima Eterna, dat zich geleidelijk ontwikkelde tot een symfonisch projectorkest, steeds met historische instrumenten. Sinds 2003 zijn Jos van Immerseel en Anima Eterna in residentie in het nieuwe Concertgebouw in Brugge. Zijn solo- en ensemblewerk, uitsluitend op en met historische instrumenten, wordt gedocumenteerd door meer dan 80 opnamen (lp en cd) bij o.a. Accent, Channel Classics en Sony. Hij leidt ook de Collection Anima Eterna voor het Parijse platenlabel Zig-Zag Territoires.