Wat nicotine met je doet
Dat roken verslavend is, weet intussen wel iedereen. Maar hoe komt dat precies? Het antwoord is: nicotine.
Nicotine, de belangrijkste chemische verbinding in tabak, is verantwoordelijk voor de fysieke afhankelijkheid en deels ook voor de psychologische gewenning. Nicotine lijkt qua vorm en structuur op acetylcholine, een neurotransmitter of boodschappersstof die het dopaminesysteem in de hersenen prikkelt. Prikkeling van dopaminerge hersenreceptoren zorgt voor een goed, ontspannen gevoel. Om dat gevoel te kunnen reproduceren, zijn echter steeds grotere doses nicotine nodig.
Er treedt dus gewenning op. Meer nog, door het overaanbod van nicotine in de hersenen komen er in de grijze massa dopaminerge receptoren bij. Chronische stimulatie van deze receptoren neutraliseert het euforische gevoel. Na verloop van tijd veroorzaakt nog gemiddeld één sigaret op de tien zo'n positief moment. De andere negen sigaretten dienen om de emoties neutraal te houden en om negatieve effecten tegen te gaan. Want, wanneer men niet rookt, blijven de receptoren onverzadigd. Dat zorgt voor prikkelbaarheid en nervositeit.
Constante nicotinespiegel Iedere roker zorgt er onbewust en op zijn manier voor dat de nicotinespiegel in zijn bloed min of meer constant is. Niet alleen door een vast aantal sigaretten per dag te roken, maar vooral door de manier van roken.
Een roker kan trekje na trekje de dosis nicotine in het bloed vrij precies moduleren. Overdosering, op stressmomenten bijvoorbeeld, is moeilijk. Verschillende sigaretten na elkaar worden niet fors geïnhaleerd, de luchtwegen voeren de hoge doses nicotine weer naar buiten.
Het is opvallend hoe stabiel de concentratie nicotine in het bloed blijft. Iedere roker voelt zich best met zijn persoonlijke, optimale dosis. Lichtere sigaretten, met een lager nicotinegehalte, zijn daarom volstrekt zinloos. Rokers compenseren de lagere dosis door dieper te inhaleren of door de filter plat te drukken.
Lichte sigaretten hebben filters met microporiën die de geïnhaleerde rook vermengen met lucht. Een roker die probeert het aantal sigaretten per dag te beperken, zal ook dieper inhaleren om de maximale doses uit de sigaret te halen. Onbewust zal een roker nooit onder een bepaald aantal sigaretten gaan.
Natuurlijk is niet iedere roker in dezelfde mate verslaafd. Rokers kunnen hun mate van fysieke afhankelijkheid onderzoeken met de Fagerström-zelftest, een gevalideerd en internationaal erkend instrument.
Door: Marleen Finoulst, hoofdredacteur Bodytalk Bron: Knack
**********
|