Ooit leek het simpel: als je calorieën telt en niet boven een bepaald aantal uitkomt, dan verdik je niet. In combinatie met sport en een beetje minder eten dat je normaal moet, val je af. Gemakkelijk, toch?
Over- of onderschatMaar het werkt niet (altijd) en dit is waarom: omdat het aantal calorieën vaak tot een kwart wordt over- of onderschat. Dat meldt het wetenschappelijke blad The New Scientist. De reden is dat voedingsproducenten gebruik maken van verouderde technologie om de voedingstabellen samen te stellen.
Verouderde techniekDe calorieën van een product wordt nog altijd bepaald op basis van een theorie ontwikkeld in de late 19de eeuw door de chemicus Wilbur Olin Atwater. Op basis van calorimetrie, de hoeveelheid warmte die vrijkomt bij de verbranding, schatte hij dat koolhydraten en proteïnen gemiddeld 4 calorieën per gram tellen, en vet 9. Na een paar aanpassingen, werden zijn metingen algemeen voor waar aangenomen.
VerteringMaar dit zijn benaderde waarden. Ons lichaam gebruikt voedsel niet zomaar, het verteert het. Dit proces vergt energie, en de hoeveelheid verschilt per stof. Afhankelijk van wat je verteert kan je lichaam 5 tot 25 procent minder calorieën opnemen dan op het label staat.
Minimaal verschil, maximaal effectVoedingsvezels bijvoorbeeld, die zoveel energie kosten om te verteren dat een kwart van de kilocalorieën niet door het lichaam wordt opgenomen. In plaats van 2 calorieën per gram, tellen zulke vezels maar 1,5 calorieën per gram.
Dat lijkt een klein verschil, maar een kleine rekenfout van 20 kilocalorieën te veel per dag kan je op een jaar tijd een kilo extra vet opleveren. En als je bedenkt dat de rekenfout op véél voedingsstoffen van toepassing is, dan is het effect nog dramatischer.
Zacht versus hardVan zacht voedsel zal je dus sneller dikker worden. Je moet minder kauwen en het vergt minder energie om te verteren. Dat bleek ook al uit eerder Japans onderzoek bij 450 jonge vrouwen. Wie hard voedsel at, dat moeilijk was om te kauwen, had een slankere taille dan wie gemakkelijk voedsel had.
Ook de manier waarop voedsel wordt klaargemaakt, heeft zo een invloed op de calorieën die het bevat. Hoe zachter gekookt, hoe gemakkelijker te eten én te verteren, en hoe gemakkelijker het je doet bijkomen. De calorieën die je niet verbruikt, door vertering of verbranding via dagelijkse activiteiten of sport, worden immers opgeslaan als vet.
Opgenomen calorieënDe zaken worden enigszins bemoeilijkt door het feit dat sommige calorieën gemakkelijker in het lichaam worden opgenomen dan andere. Bewerkt voedsel, zoals geraffineerde bloem, leveren meer calorieën én ons lichaam haalt er ook meer calorieën uit, omdat het gemakkelijker opgenomen wordt. Ongeveer tien procent blijft in de darmen achter als onverteerd, wat bij volle granen oploopt tot 30 procent.
Netto-calorieënEr gaan dan ook stemmen op om de voedingslabels aan te passen en het aantal 'netto calorieën' te vermelden ofwel het aantal dat overblijft na vertering. Ook zouden mensen kookadvies moeten krijgen, zodat ze de voedingsstoffen op een calorievoordelige manier naar binnen werken. (edp)
De Daily Mail herberekende enkele (Britse) favorieten met het nieuwe caloriesystee. Dit was het resultaat:
De voeding die beter is dan je dacht:
Vegetarische lasagne: 367 kcal ipv 400 (winst: 33)
Steak met aardappelen en boter: 652 ipv 702 kcal (winst: 50)
Vanille-ijs: 124 ipv 140 kcal (winst: 16)
Glas wijn: 115 ipv 120 kcal (winst: 5)
Kleine pepperoni-pizza: 386 ipv 402 kcal (winst 16)
De voeding die slechter is dan je dacht:
Worst en puree: 596 ipv 585 kcal (verlies: 11)
Fruittaart: 488 ipv 475 kcal (verlies: 13)
Boterhammen met confituur: 140 ipv 130 kcal (verlies: 10)
Kaastaart: 271 ipv 260 kcal (verlies: 11)
**********