.Het broednest wordt bekleed met spaanders en mama bonte specht legt ergens tussen april en juni 4 tot 7 glanzend witte eieren en zij broedt ze ook overwegend alleen uit in 12 tot 16 dagen.
Binnen de 24 uur zijn alle jongen uitgekomen en zij leggen allen hun kopjes over elkaar zodat zij een soort "warmtepiramide" vormen.
Daarna voeden beide de hongerige magen en na 20 tot 24 dagen verlaten de jongen het nest.
Een spechtenhol met jongen hoor je voor je het ziet. Dat kleine grut maakt ongeloofelijk van zijn oren om voedsel te krijgen. Ze moeten ook niet bang zijn om zich te laten horen , want geen enkele predator kan de woning binnen.
Eigenaardig daarbij is dat de jonge spechten voor het uivliegen zachtjes tegen de binnenwand van het hol kloppen. men weet tot op heden nogn iet waarom ze dit doen.
Zelfs nadat ze de ouderlijke woning hebben verlaten blijven de kleintjes nog om voedsel bedelen en dat lukt nog ook gedurende 8 tot 14 dagen. daarna moeten ze definitief op eigen pootjes staan.
De jongen wordne hoofdzakelijk gevoed met rupsen en larven. Deze laatste worden met de lange tong die eindigt op een verhoornde harpoenpunt met weerhaken, diep uit hun gangen gehaald.
.Het baltsgedrag is zowat identiek aan dat van de groene specht. Beide schudden eerst met hun koppen naar elkaar om hun sekse kenbaar te maken en dan achtervolgt het mannetje het wijfje met een spiraalvormige vlucht rond de takken. Beide vliegen ook met een speciale "beverige" vleugelslag van boom naar boom waar de achtervolging rond de takken opnieuw begint.
Als mevrouw uiteindelijk akkoord gaat om te paren wordt het nest gekozen.
De aanzet is reeds gemaakt door het mannetje en het is ook overwegend meneer die de holte verder uithakt. Slechts af en toe steekt mevrouw een handje toe, maar meestal beperkt zij zich tot het inspecteren van het resultaat en tot het verwijderen van de spaanders. het hakwerk duurt van een drietal weken tot een maand. Als het hol klaar is heeft het een diepte van 25 tot 30 cm en is het ongeveer 15 cm breed.
Foto van Grote bonte specht, vrouw
.In het broedseizoen heeft hij een territorium nodig van ongeveer 40 hectaren. Dit is behoorlijk wat minder dan zijn soortgenoot, de groene specht die aanspraak maakt op een domein van zowat 100 hectaren.
Niet tegenstaande zijn kleiner grondgebied is het mannetje binnen de spechtensoorten een hoogwaardigheidsbekleder, want hij heeft een rood kardinaalspetje op zijn achterhoofd staan.
Het wijfje is verstoken van dit ornament, alhoewel ze het in haar jeugd wel heeft gehad. Alle jongen hebben een mooi satijnrood petje, maar enkel bij de mannetjes blijft er later iets van over.
De bonte specht is en stuk kleiner dan de groene specht en heeft zowat de grootte van een spreeuw.
Zijn korte, krachtige "tsjik"-roep hoor je tamelijk ver.
Om zijn aanwezeigheid kenbaar te maken heeft hij, binnen zijn residentie, zorgvuldig enkele goed resonerende takken of stammen uitgekozen. Die vormen zijn vaste drumstellen en daarmee maakt hij indruk op zijn buren of soortgenoten.
Met zijn geroffel lokt hij ook een wijfje. het gebeurt dat meerdere wijfjes slaags geraken om een mannetje. Zij zitten elkaar dan meestal laag bij de grond achterna rond de voet van de stam. het mannetje ziet dit wel, maar bemoeit er zich niet mee.
De Grote bonte specht (Dendrocopos major) inleiding
.Als je in het bos een duidelijke stevige roffel hoort en je kan heel vlug tellen en je telt 12 tot 16 slagen op 6/10 van een seconde, dan hoor je een Grote bonte specht.
Hij is wel de meest voorkomende in onze gebieden.
of het nu een mannetje of een vrouwtje is kun je nog niet zeggen, want beide hameren er duchtig op los.
Om het onderscheid te kunnen maken, moet je hem kunnen zien.
Na elke roffel kijkt hij even rond of iedereen wel goed heeft gezien hoe knap zijn drumprestatie wel was. in feite doet hij dit om na te gaan of de kust nog veilig is.
foto van de Grote bonte specht, man
.Het beste groeien mango's op een losse, vrij schrale bodem.Zij kunnen goed tegen droogte. Zij hebben voor het rijpen van de vruchten een droogteseizoen van 3 maanden nodig.
Als we zelf een mangoplant willen kweken, moeten we eerst de pit met een scherp mes openbreken omdat de kiem door het onrijp plekken niet genoeg kracht heeft om er zelf uit te komen. Je kunt hem in vochtige bladaarde planten en met plastic afdekken. Op een warme plek in de schaduw zullen er, als je geluk hebt, na drie weken de eerste blaadjes tevoorschijn komen. Het plastic kun je dan verwijderen en de ter plant langzamerhand aan het zonlicht wennen. het wortelstelsel zal zich ontwikkelen en moet dus in een grotere pot geplant worden. Bij ons zal de mangoboom niet groeien.
.De gigantische mangoboom symboliseert kracht en sterkte. Het Sanskritwoord amra werd vroeger gebruikt om aan een persoon of object waardigheid en bewondering toe te kennen. Het inademen van de geur van de bloem zou helpen bij liefdesverdriet.
Volgens een legende kreeg Boeddha van een dame namens Amradarika een mangotuin cadeau. In de indiase mythologie belichaamt de mango de gedaanteverandering van Prajapat, god van de schepping. Bundels van jonge takken en bloemen worden nog tegenwoordig bij bepaalde religieuze ceremoniëen gebruikt.
.In India zijn meer dan 1000 variëteiten te vinden.
Vermeerdert wordt de mango meestal door geënte stekjes. Deze planten dragen al na 3 jaar, bomen uit zaden pas na 7 jaar vruchten.
.In eerste instantie is de mango ( in de hindoeïstische Veda's godenspijs genoemd) een belangrijk voedingsmiddel voor de mensen in torpische landen. Hij is rijk aan vitamine A en C en verschillende mineralen.
Uit de pit wint men vet voor de zeep - en cosmetica-industrie.In India worden mangoproducten als geneesmiddel gebruikt. Het vruchtvlees bevordert de spijsvertering en heeft een licht laxerend effect. Mango's worden gebruikt om bloedingen te doen stoppen en het hart te versterken. Er wordt beweerd dat hij een positief effect op het functioneren van de hersenen heeft. Het inademen van de damp van mangobladeren zou keelonsteking genezen en van de hik bevrijden.
De schors bevat het zogenaamde resine. Vermengd met limoensap geneest men daarmee huidziektes.
De mango zou eigenlijk binnen de wereldhandel een grotere rol moeten spelen dan tegenwoordig het geval is. Het is tragisch dat de helft van de rijpe vruchten ongebruikt wegrot. Het probleem is dat hooguit drie maanden lang geoogst kan worden. Daar waar wel geëxporteerd wordt, worden de vruchten onrijp geplukt. In gekoelde laadruimten worden zij naar onze streken getransporteerd. Natuurlijk heeft dit nadelige gevolgen voor de smaak. In feite weten wij niet hoe een echt rijpe mango smaakt.
de mango is zeer geschikt voor de verwerking tot producten als mangochutneys, compote en voedingsmiddelen voor baby's, mangoijs en mangoyoghurt.