Gisteren
Vandaag zondag
Een dag zonder zon
Gisteren zaterdag
Een dag van rumoer
Want Sinterklaas stond aan het roer
Hij bracht pieten mee
Daardoor ontstond er een grote wee
Demonstranten die kwamen
van alle kanten
Hoe het afgodenfeest zorgden
voor een uitgebreide slavernij
Ja, u zegt wel het is een kinderfeest
Maar dat is het ooit eens geweest
Tegenwoordig zorgen vele creaturen
Voor veel zware uren
Er wordt heen en weer gediscussieerd
Menigeen heeft zich al aan zwarte piet bezeerd
Wie is er nu zo zwart als roet?
De mens die zich opwerpt in de slavernij
Die zegt zwart hoort niet bij mij!
Nee, zwart is ieder mens
Waar geen intocht door God is gehouden
Als God intocht doet in het hart
Dan voel je de smart
Over het foutieve van een afgodenfeest
En als het een kinderfeest moet zijn
Dan zien we nu het ravijn
Van de verkeerde goden dienen
Jezus is een ware kindervriend
Hij zegt: laat de kindertjes tot Mij komen
En verhindert ze niet
Maar dat doet wel zwarte piet
Want Jezus kreeg een zwarte piet opgespeld
En toen was Jezus met de kindertjes uitgeteld!
Want de afgoden namen bezit in alle vormen
En weg waren alle normen!
Het ging overal vreselijk stormen
En de waarden waren ook niet meer zoals daarvoor
Het werd vreselijk koud en het vroor
De mens was niet gediend van een liefdevolle God
Met een heel groot en verstrekkend liefdesgebod
Wij weten het zelf wel beter
En werd het in en onder de mensheid alsmaar heter
Haat in plaats van liefde maakte plaats
En menig mens kreeg sterke praats
Men dacht ik weet het wel
Maar ze kenden nimmer kommer en kwel
Ze staarden zich blind op eigen woord
En dat was natuurlijk ongehoord
Maar wie eigenwijs wil leven
Komt in deze dagen overal zichzelf tegen
We kiezen en niezen
In een ziekelijk moment
We willen een moderne en economisch cultuur
Maar hier betaald men de prijs wel erg duur
Want elke dag staat men op met veel zuur
Hier is de draak ontbloot
Hij heeft vele doden in zijn schoot
En nog is men niet schaamrood!
Want men ligt midden in de dood
En er is geen leven in de gemeenschap zichtbaar
Men ruziet over futiliteiten
De vrede lijkt nog ver weg
We zien overal de obstakels liggen
Een wereld verliest of heeft de glans verloren
En dat is heel veel koren
Op de molen van veel serpenten
Die laten zich alsmaar met het kwaad inenten!
De visie is niet zichtbaar meer
En om niets gaat men tekeer!
Maar o wee als Hij terug gaat komen
Dan zullen alle vromen
Zich in Hem verblijden
Want het is beter één uur aan Hem te wijden
Dan dagen met een volk op te trekken
Dat niet weet van eigen lijden
Eigen lijden in het brein
Omdat ze zeer verre zijn
Ze zijn niet te bereiken
Want eigen gelijk gaat bovenal
Wat is het diep het dal
Het dal van het ravijn!
In Hem blijf je de overwinnaar
Ook al sta je aan de kant
En ben je sterk aangerand
Hij weet niet van wijken
En maakt je met je gevolg
als dijken!
Psalm 5
13-11-2016 om 21:30 geschreven door Liesbeth
|