Inleving
Hoe de depressie kan toeslaan
Van een mens dat door de duisternis moet gaan
Niemand om mee te praten
Niemand om liefde mee te delen
Niemand om voor te zorgen
Niemand om voor te leven
Zo kan een mens in de duisternis het ineens begeven
Dan is alles nutteloos
Het was niet dat je er voor koos
Maar er was zo veel loos
Je stopte het allemaal in een oude doos
En ging gewoon verder
Maar er kwam nergens iemand die je met dit alles redde
En zo kwamen de dagen
Die iedereen als glinsteringen zagen
De dagen met de feestrandjes en de bomen
Daar zat een mens ineens geheel alleen
Waar moest die man of vrouw nog heen!
Alleen dan maar dit feestje vieren
Wat moet je dan vieren?
Net als Jezus in de stal
Daar was alleen soberheid het geval
Helemaal geen bomen en versiering
Het was een zeer eenvoudige viering
Een kraamkamer met beesten
Er viel maar weinig te feesten
Ze moesten ook snel hun verblijfplaats verlaten
Want er was een koning die het Kind haten
Hij was de koning
En een Koning in een stal
Dat in geen geval
Maar Hij werd van Bovenaf beschermd
Hem zou niets overkomen
Die koning die kon daar wel van dromen
Maar eens zou hij in zijn narigheid voor eeuwig omkomen
Hoewel die kleine Koning
Hier was in een tijdelijke woning
Hij had veel te bieden
Het was zo zoet als honing
Maar weinige die er van aten
En zo sloegen hem ook de soldaten
En zo kwam deze Koning in de kribbe
Om naar het Kruis te gaan
Wie kon dat in die tijd verstaan?
Maar zonder Kruis is er voor een depressieve geen redding
De kribbe in de stal was sober
Maar het Kruis letterlijk en figuurlijk was een hete oven
Hoe kunnen gelovigen nog veel praten over mooie kerstbomen
Het heeft niets te maken met dit ware Christelijke feest
Dat er voor het mensdom is geweest
Vrede op aarde veranderde in vreten op aarde
Niemand die het ware Heil bewaarde
Men was alles aan het vergaren
Behalve de hemelse toonaarden
Van het zingen van fijn besnaarde liederen
Mensen gaan van jaar tot jaar maar wat aan kliederen
Een gourmet hier en een fondue daar
Ja, het is waar we maken het allemaal klaar
De supermarkten liggen al vol
De mensen slaan helemaal op hol
Want we moeten ons niet alleen voelen
We moeten met zn allen lekker kroelen
Het is een gezelligheidsfeest
En geen feest voor mensen alleen
Misschien is er hier en daar wel geween
Mensen die mensen hebben verloren
Die er helemaal alleen voor staan
Zijn we nog met deze mensen begaan?
Ik geloof het niet
Want dit is een lied wat ik telkens weer hoor en zie
Bah, het is weer een maand van moeten
Je moet dit en je moet dat
Ik heb dit jaren lang gehad
Nu wel niet meer
Maar nu doet het ook zeer
Want niemand heeft behoefte aan het Kind
Het Kind dat toen op de wereld kwam stinkt
Je ziet ook hoe de mens aan alle kanten hinkt
Hinkt op kromme gedachten
Hoe ze het heil verachten
Maar voor wie Hem verwachten
Daarvoor is het misschien niet te laat
Maar was u een heilsoldaat?
Dat is waar het eigenlijk allemaal om gaat!
Heil in mij en heil naast mij
Dat is Kerstmis tweeduizend negen
Hopelijk voor die of die een ware zegen
Zit men er om verlegen
Dan moet het zwaarste het zwaarste wegen
En eens gaan afwegen
Om al die franje van het feest weg te vegen
En in alle soberheid met het Kind te leven!
Dat is die werkelijke zegen
Maar wel allemaal van Godswege
06-12-2009 om 21:24 geschreven door Liesbeth
|