Maand 
  
Het einde van een maand 
In wat voor zomer hadden we ons gewaand? 
Waarschijnlijk niet zo somber met veel regen 
Maar toch een mens met de zon in het hart kan er tegen 
Het bracht heel veel zegen 
Mensen die leren verstaan 
Hoe ze door het leven dienen te gaan 
Mensen met nieuwe gedachten 
Mensen waar God zijn werk in wil doen 
Dat zijn mensen met een speciale wandelschoen 
Of het nu regent of niet 
Zij wandelen door terwijl het giet 
Zij ontdekken het plezier van het vocht 
Want dat is wat het innerlijk tot iets nieuws wrocht 
De regen buiten gaat daarmee gelijk op 
De natuur stelt altijd het geestelijk leven voor ogen 
Mogen we dit alles beogen 
Dan zal God zon mens op zijn tijd verhogen 
Ja, onder zoveel goedheid wordt een mens verlegen 
Soms kom je dan jezelf tegen 
Dat je dit zo lang hebt uitgesteld 
Dat zie je nu aan alle geweld 
Hoe de aarde is verworden 
Ja, mensen hebben altijd wat tegen Gods goedheid te
knorren 
Zo waren de Israëlieten ook in de woestijn aan het
morren 
Het was nooit goed 
Ook toen men genezen kon worden 
Om naar de verhoogde slang te kijken 
De mensen wilde liever de andere kant opkijken 
En zo verspeelde veel mensen hun nieuwe geboorterecht 
En dan vergaat de woestijnreis erg slecht 
Velen zijn daarin gestorven 
En komen nimmer in het nieuwe land aan 
Ja, zo zie je een mens steeds als een 
onwillige onder Gods goedheid staan 
Goedheid die wordt aangeklaagd 
Omdat het de mens nu eenmaal behaagd 
Zich in de afgodendienst te storten 
En lijkt alles om zich heen in elkaar te storten 
Geen afgod die een mens staande houdt 
Maar alleen een doorgang geeft in een dor en droog
woud! 
  
Ezechiël 17:24 
  
					 31-08-2011 om 18:15 geschreven door Liesbeth
 
					
					
					 |