Manlief heeft een nieuwe hobby: muziek van internet downloaden. Nou muziek ... daar durf ik een groot vraagteken bij plaatsen.
Gisterenmiddag ging ik even op bed een dutje doen. Terwijl hij het bad in dook, zette hij één van die cd-tjes op om eventuele fouten op te sporen. Eerlijk gezegd is het mij een raadsel hoe je hier foutjes in kan vinden. Volgens mijn gevoelige gehoororganen is het één en al fout.
Ik bleef maar hopen dat er snel een eind aan zou komen. De stilte na ieder liedje was een echt godsgeschenk. Ik was zo moe ... te moe om te reageren, om mijn stem boven het lawaai te verheffen en te moe om uit bed te kruipen om die verdomde herrie af te zetten. Na zo'n drie kwartiertjes, nadat ik een droom had gehad waarin ik de stofzuiger niet afgezet kreeg, heb ik al mijn krachten bij elkaar gebundeld en ben naar de computer gestrompeld. Mopperend en vloekend heb ik het verdomde ding afgezet.
Manlief, die nog altijd in bad zit, roept heel vrolijk naar me: "Ik vond al dat je het lang volhield !" Zou je'm niet ...
Manlief had in zijn verstrooidheid het inlichtingenblad ivm ons inkomen voor het ziekenfonds vergeten in te vullen. Eigenlijk ook een beetje belachelijk, zij weten beter dan wij hoeveel ons maandelijks inkomen bedraagt. Niet echt om naar huis te schrijven dus. Pas op het moment dat ik ontdekte dat verleden maand ons "pree" niet gestort was, ging er een alarmbelletje rinkelen. Ondertussen was ik ook op het ziekenfonds dus nu werd manliefs inkomen in één trek maar herberekent. Ondertussen bleven de rekeningen ook in de bus vallen. Uiteindelijk gooi je zo'n enveloppe maar op de stapel, want er is toch geen geld.
Vanmorgen, groot jolijt want er stond geld op de rekening. Een pak minder dan normaal want manliefs inkomen is zowat gehalveerd ... Maar ons stapeltje enveloppen kon eindelijk ook aangepakt worden. Het grote voordeel van je rekeningen zolang te laten liggen is dat er een heleboel aanmaningen bij zijn voor één en dezelfde rekening. Dus het aantal viel best mee. Ik vond ook twee nog dichtgeplakte enveloppen van de PIDPA. Na het openen bleken het verzoeken te zijn om de meterstand op te nemen, waar we niet op gereageerd hebben.
Verleden week stond hier een PIDPA mannetje voor de deur om de meterstand op te nemen ....
Phoebe en ik trokken er vandaag op uit. Eventjes quality time met mijn hondendochter. Stitch bleef thuis, omdat ik ten eerste kreupel met mijn wandelstok geen twee sterke honden aankan. En vooral omdat Phoebe geniet van dat uurtje met ons tweetjes. Stitch huilde onbedaarlijk toen hij begreep dat hij niet meekon deze keer.
Omdat door de omleiding, waar de kermis de oorzaak van is, voor een relatieve drukte zorgt op onze gewone wandelroute, besloot ik een alternatief pad te volgen. Door weiden, velden, bossen, moeras en langs de Nethe. We wonen vlak naast een ongerept natuurgebied. Waar de konijnen voor je voeten huppelen, waar reigers, fazanten en eenden zich laten betrappen. Waar je, als je goed oplet, de herten door de bomen ziet gluren. Waar de buizerds vlak boven je hoofd scheren, op elkaar roepend met hun specifieke geluid. De Nethe is volgroeid met allerlei waterplanten, oeverplanten en het jong struikgewas kunnen hier zonder enige hinder uitdijnen. De smalle wandelpaadjes worden onderhouden door de ruiters die met hun paarden het hoge gras plattrappen.
Ik geef toe, het wandelpad is niet geschikt voor kinderbuggy's en rolstoelen, maar een kreupele met een wandelstok gaat nog net. Verleden jaar heeft de gemeente een houten pad over het moeras laten bouwen. Een slingerende houten brug, diep het moeras in ... je waant je echt in een andere, onbestaande wereld. Dat is mijn thuis. De plaats waar ik tot rust kom. Zo vrij als een vogel ... vrij van alle verplichtingen en verwachtingen. Hier kan ik zijn wie ik ben, Phoebe zal het me niet kwalijk nemen.
We trokken verder over de dichtbegroeide oever naast de rivier. We moesten obstakels vermijden zoals laaghangende takken, torenhoge mollenhopen, paardenhoopjes, boomwortels ... Genoeg mogelijkheden om een wankel iemand te vloeren. Gelukkig had ik mijn beste vriendje bij me. Ik moet hem toch eens een naam geven, die stok. Ook voor dit probleem zijn leuke ideeën altijd welkom. Een originele naam
Phoebe en ik wandelden over het moerasbruggetje, hoorden allerlei vreemde vogels fluiten en trokken daarna via hetzelfde onherbergzame pad naast de Nethe terug naar huis. Een overwoekerd pad, in the middle of nowhere. En toch ... toch ... hoorde ik iets want daar niet thuis hoort: een fietsbel. Het duurde enkele seconden voor ik reageerde. Phoebe en ik keken om en verbaasd zagen we een man op een fiets uit het hoge gras tevoorschijn komen. Verbaasd keken we hem na. De man was van middelbare leeftijd, op het eerste gezicht niet echt goed in conditie, hij droeg een slobberjogging en zwoegend duwde hij de trappers rond. Surrialistischer kan ik ze echt niet bedenken.
Sinds ik mijn werk heb opgegeven, zit ik niet echt goed in mijn vel. En dat zie je eraan. Ik loop er wat verwaarloosd bij. Vooral mijn haren. Die haren groeien als onkruid: even snel en even ontembaar. Maar de laatste weken valt dat woud met de bosjes uit.
Sinds vorige winter voel ik regelmatig tintelingen aan de linkerkant van mijn hoofd. Dat is neurologisch onderzocht en men heeft niets onrustwekkends gevonden. Dus men denkt nu aan een gekneld zenuwtje in mijn hoofdhuid. Kan er ook nog wel bij. De diagnose Fibro is toch zo gemakkelijk voor die dokters. Alles wordt onder de noemer geplaatst.
Vooral op die plaats is mijn hoofdhuid heel gevoelig. Een paardestaartje, hoe los ook, kan ik vergeten want dan verga ik 's avonds van de pijn. De laatste dagen moet ik er niet eens meer een staartje dragen om pijn te ervaren. Ik denk dat mijn haar te lang en daardoor een beetje te zwaar wordt voor mijn dunne en gevoelige huid ...
Ik zal dus een tochtje naar de kapper moeten ondernemen. Maar ik moet wel opletten welk kapsel ik kies, want met korte haren lijk ik al vlug op mijn overleden moeder en dat vind ik net iets te griezelig om iedere ochtend in de spiegel te zien. Mijn haren zijn ook kort niet te temmen. Ze groeien rechtop. Haargel heb ik eigenlijk niet nodig, alleen om de plukjes in de goede richting te zetten. En soms zelfs om een verdwaalde haarlok plat te leggen. Mijn haar is de natte droom van iedere punker.
Ik wil ook geen doodeweeks kapseltje. Het moet iets speciaal zijn en het liefst zou ik toch nog een vleugje van mijn gespaarde haren laten staan. Ik ben wat aan het surfen en ik heb enkele gegadigden gevonden. Voel je vrij om je mening te delen
Al van kindsbeen af ben ik gek op treurwilgen. Nu ik een eigen huis met tuin heb, staat er dan ook eentje voor mijn deur te pronken en o wee degene die het boompje een tak durft krenken. Ik heb die liefde opgedaan bij een vroegere buurvrouw van mijn ouders: Clementine.
Clementine was een fiere, oudere vrouw. Altijd tot in de puntjes verzorgd, staalgrijze haren en oorknopjes herinner ik mij. Alsook haar twee hondjes. Een wit en een zwart poedeltje. Het zwartje was mijn vriendje, Pekkie heet het. Op een dag was Pekkie verdwenen, gestolen dacht men. Er leefde een oude, beetje demente man bij Clementine. Wie hij eigenlijk was heb ik nooit begrepen. Hij was in ieder geval niet haar man. Ze had wel een kleinzoon en iedere keer als hij bij haar een dagje of langer verbleef, ging ik met hem spelen in haar tuin.
Clementine had een mooie verzorgde tuin met veel bloemenstruiken, fruitbomen en het pronkstuk: een enorm grote, oude treurwilg. Ik hield van die boom en werd vooral gefascineerd door zijn ruwe schors. Zelfs als we met tweeën rond die boom stonden, konden we elkaars handen niet raken. We reden rond op onze fietsjes langs de smalle paadjes die in haar grasperk waren aangelegd. Op een dag, waarschijnlijk was ik te ontstuimig, viel ik van mijn fiets recht op een afgevallen appel. Een wesp, verstoord door mijn plotse aanwezigheid, stak me gemeen in mijn arm. Met een harde huilbui tot gevolg. Clementine nam me mee naar binnen, één van de weinige keren dat ik in huis werd toegelaten, en verzorgde de steek met azijn. Ze had een typisch "oude mensen" huis uit de jaren zeventig. Ik herinner me vooral posturekes en kanten doekjes.
Ik kan me niet meer herinneren waarom die speelpartijtjes met mijn vriendje van toen zijn gestopt. Waarschijnlijk door het opgroeien, andere interesses, andere vriendjes. Hij bleef een vage maar gelukkige herinnering uit mijn vroege kindertijd.
Enkele jaren geleden, kwamen er twee nieuwe Vlaamse sterren aan het firmanent. Peter van den Begin en Stanny Crets. Groot was de opwinding van mijn vader, want Stany bleek een streekgenoot te zijn. Ik ben niet zo snel onder de indruk, dus mij maakte het niet veel. Okee, Margriet Hermans woont ook vlak bij mijn ouderlijk huis, maar daarom voel ik mij daar niet specialer door.
"Stany, die moet je je toch herinneren!" drong mijn vader aan. Ik haalde mijn schouders op. "Allee, hij is de kleinzoon van Clementine!" Bij mij ging er nog altijd geen belletje rinkelen. Je ging er altijd spelen als hij daar was!" Riep hij opgewonden uit. Op dat moment doemde dat kleine jongetje in mijn geest op. "Heette die Stany?" Vroeg ik ongelovig. "Ik dacht dat die oude man Stan heette ..."
Dit is dus het verhaal van de treurwilg. Raar hé, dat die boom meer indruk op mijn kinderzieltje heeft gemaakt dat een toekomstige beroemdheid ...
Dit weekend is het weer zover: de jaarlijkse kermis is gearriveerd. Eén van de "grootste" kermissen hier in de streek. Niet qua oppervlakte, want er staat helemaal geen kermis. Er is geen kraampje te bespeuren. Er staat alleen een heel grote tent waar vier dagen en nachten in gefeest wordt, begeleidt door ofwel een dj, rockgroepen, een Jazzbandje en last but not least een avond gevuld met BV's allerlei slag. In die tien jaar dat we hier wonen hebben we bijna half BV - land al horen passeren. Want dit evenement wordt amper tweehonderd meter van onze achterdeur georganiseerd.
Vannacht was het fuif. Rond twee uur werd ik wakker op de tonen van: "Your the one that I want" Groot is ieder jaar mijn verbazing dat op hedendaagse fuiven bijna dezelfde muziek gedraaid wordt als vijfentwintig jaar geleden, in mijn tijd ... Wat klinkt dat oud als ik dat zo zwart op wit zie verschijnen. En toch lijkt het pas gisteren. Doezelend zong ik in mezelf mee met de liedjes en ik voelde me meer ontspannen dan in lange tijd. De nachten zijn te stil voor me. Mijn hoofd heeft teveel ruimte om te werken in die stilte en duisternis. Overdag, als de zon helder straalt en de dagelijkse geluiden voor de nodige afleiding zorgen val ik zonder probleem in een diepe slaap. 's Nachts heb ik hulp nodig in de vorm van slaappillen.
Manlief werd wakker en mopperend sloot hij het raam. De afleiding werd buitengesloten en op slag was ik klaarwakker. Uiteindelijk ben ik opgestaan, heb ons Lotje eten gegeven, de honden uitgelaten en drinken gegeven. Ik heb zelf een chocomelkske gedronken en ik ben achter de computer gekropen om een spelletje te spelen. Alles om die hersentjes eventjes af te leiden ...
Bijna twaalf jaar oud ... bijna een vrouw. De juwelier kwam langs want het meisje kreeg een ring voor haar plechtige communie. Ze was zo fier! Haar hele leven had ze bewonderend gekeken naar haar moeders ring. Goud met een rode steen erin.
De bel ging ... opgewonden nagelbijtend wachtte ze af. De man kwam binnen met een grote zwarte koffer. Hij opende deze schatkist en het was al goud wat blonk. Alles was even mooi. Het meisje mocht kiezen van haar vader, want zij kreeg een ring. Maar moeder had al snel haar keuze gemaakt. Een witgouden ring met een paarse en twee witte steentjes. Zij pasten perfect bij de witgouden collier die zij voor zichzelf had gekozen. Het meisje ging mee in haar moeders enthousiasme. Het was inderdaad een heel mooie ring. Maar hij was veel te groot voor haar smalle vingertjes. Rond moeders ringvinger paste hij perfect. Hij leek voor haar gemaakt. Moeders ogen schitterden.
Het meisje raakte in paniek. Zij mocht een ring kiezen en nu was moeder er mee weg! Maar moeder suste haar. Het meisje mocht deze ring dragen op haar comunnie. Daarna zou moeder hem indragen tot haar dochters vingers groot genoeg waren om hem te dragen. Het meisje vond het goed.
Op de grote dag droeg het meisje haar ring. Haar knuistje gebald zodat de te grote ring zeker niet van haar vingertje zou schuiven. Na de kerkelijke dienst gaf ze hem in bewaring aan haar moeder, die er de volgende achttien jaar mee pronkte. Er werd niet meer gesproken over de overeenkomst. Moeder had haar ring ...
Moeder stierf. De dag nadien overhandigde vader al haar juwelen aan de dochter. Waaronder haar trouwring, de gouden ring met de rode steen, een witgouden collier met witte parel en de ring ... Ze keek naar het ding. Het was na al die jaren een zielloos ding verworden, waar nare herinneringen rond spookten. Ze stak de juwelen in een enveloppe en keek er jaren niet meer naar om.
De ring en de collier zijn verkocht ... aan een dame in Izegem die ze als verjaardagscadeau voor haar moeder kocht ...
Schoonma is voor de eerse keer overgrootmoeder geworden van een gezonde achterkleinzoon, Wout genaamd. Een heuchelijke gebeurtenis, iets meer dan een jaar na het overlijden van haar man. Mocht het niet zo zijn dat schoonma niet eens op de hoogte is van de komst van haar offspring. De respectievelijke oma (bonneke wil ze genoemd worden) ligt al jaren in onmin met haar moeder. Geen mens weet nog waarom. Ze heeft haar zus en één van haar vier broers meegesleurd in deze onnodige vete. Net zoals haar kinderen en haar nichtjes en neefjes en nu dus ook haar kleinzoon, die waarschijnlijk nooit zal weten dat hij nog een bomma had toen hij nog een baby was ...
Onlangs hebben we mensen leren kennen die we stilletjes aan "vrienden" zouden kunnen noemen. Een begrip wat ik heel zelden gebruik. Deze mensen delen hun leven met allerlei dieren, een beetje zoals wij dus. Onder deze levenspartners bevind zich een Witte herder. Een tiental jaren geleden werd dit hondenras een Amerikaans - Canadese Herder genoemd, maar ondertussen zijn ze erkend als Zwitserse Herder. Eigenlijk zijn het doodeenvoudig witte Duitse Herders ... But What's in a name.
Witte herders zijn schuwe dieren. Ze zijn helemaal niet op vreemden gesteld. Behalve mijn Faith. Zij is anderhalf jaar geleden, op Haloweenavond, gestorven op de gezegende leeftijd van twaalf jaar. Zij was heel gevoelig en tegelijkertijd ook enorm dominant. Heel spontaan, sociaal, supervriendelijk, hyperactief en enorm intelligent. Te intelligent. Ik verzeker je, het is eenvoudiger om een oerdomme hond iets aan te leren dan een hond die inteligenter is dan jij en de instructeur samen. Dit kan misschien ook iets zeggen over mijn intelligentiepijl.
Het punt is, ik heb zoveel geleerd van haar. Zij is de bron van mijn kennis over de leefwereld van dieren. Door haar heb ik me moeten inleven in hun zienswijze, hun redenatie en taal. Daardoor wordt ik voor een deel toegelaten in hun wereld, wat ik een hele eer vind. Faith was mijn deur.
Ik kan boeken schrijven over haar, misschien doe ik dat ooit wel eens. Ze was mooi, dapper en verstandig. Maar ze had ook zin voor humor en ze was enorm geslepen. Ze was de vamp onder de honden. Ik mis haar, maar pas nu besef ik hoe hard ik haar mis. Sinds ik Psycho heb ontmoet. De witte herder die bij onze nieuwe vrienden woont. Hij is schuchter ten opzichte van vreemden, maar ons heeft hij zonder enig morren geaccepteerd. Tot grote verbazing van zijn baasjes (baasjes vind ik eigenlijk een afschuwelijk woord, maar bij gebrek aan beter ...) Bij mij en manlief ontstond er ook een zekere vorm van herkenning. Wij hebben hun cultuur leren kennen, hun omgangsvorm die anders is dan bij andere honden. We begrepen elkaar en wij hoorden erbij. Soortgenoten als het ware, wij vertoeven met één been in zijn wereld en wij respecteren zijn heerschappij van die wereld. Witte herders zijn mijns inziens de Koningen onder het hondenras.
Ik geef het toe: ik ben vreemd gegaan. Ik heb een blog op "My space". Ik weet het ... Egoïstisch van me.
Een vriend van me verzamelt doodskoppen. Schedels van mensen. Echte en namaak. Hij heeft al enkele mooie en unieke examplaren op de kop kunnen tikken en omdat hij nieuwsgierig is naar hun afkomst wilde hij een blogje op myspace beginnen. Maar aangezien hij geen kaas had gegeten van het blogjes opbouwen, html codes en weet ik wat allemaal kwam hij bij mij terecht. Nu ... ik vind blogjes bouwen een heel eenvoudige bezigheid, een tweede natuur bijna maar blijkbaar is niet iedereen van die mening gespeend.
Myspace werkt anders, heeft andere mogelijkheden en dat moest eventjes uitgezocht worden voor ik mijn vriend de nodige raad en tips kon geven. Dus op een slapeloze nacht ging ik aan de slag met als gevolg: Fiep had weer een blogje bij. Aangezien ik op dit moment invalide ben en ik er in eerste instantie niet veel verandering in zie komen, zie ik maar één mogelijkheid om mijn overige dagen te slijten: tekenen. Mijn grootste gave waar mijn getormenteerde lijf mee gezegend werd. De tekenkunst is voor mij meer dan een hobby, een verstrooiing, passing time. Ik heb het nodig net zoals het voor de gemiddelde persoon noodzakelijk is om dagelijks te eten en non - stop te ademen. Ze moet ik tekenen om een beetje helder te blijven.
Mijn "krankzinnigheid" wordt getemperd door het tekenen. Het is als het ware een filter, zodat ik me weer kan concentreren op "aardse dingen". En Eureka!!! Myspace zit vol met zielsverwanten. Grote en kleine talenten die ook het tekenen en ontwerpen nodig hebben en die er in geslaagd zijn er hun beurs mee te spekken! Het geeft me hoop ... hoop dat er toch nog een toekomst voor me is weggelegd. In dit klein Belgenlandje is er geen hoop en geen plaats voor plaatselijke kunstenaars. Maar we leven in een wonderlijke tijd die een geheel nieuwe wereld heeft geschapen. Een wereld waar rare snuiters als wij ons een plekje kunnen veroveren. Een plekje waar we elkaar kunnen ontmoeten, waar kan gecommuniceerd worden met beelden die meer zeggen dan ... blablabla.
Ondanks de pijn besloot ik vanmorgen toch een wandelingetje te maken. Ik nam een pijnstiller in, greep mijn wandelstok vast en lijnde Phoebe aan, die sinds ik kreupel ben niet meer trekt aan de leiband en onmiddellijk komt als ik roep.
Enrique, onze kater, was al sinds gisteren heel onrustig. Als hij buiten was, wilde hij weer binnen en andersom. Ongedurig liep hij heen en weer achter het huis, al klagend miauwend. Spiedend keek hij rond en bij het geringste gerucht schrok hij en legde zich plat op de grond. Er was iets, behalve hetgeen er in de lucht hing. Ik zou vanmorgen al snel ontdekken wat ....
Na een geslaagde wandeling op een gezapig tempo van een invalide vrouw op middelbare leeftijd, kuierden Phoebe en ik terug huiswaarts. Tussen de struiken zag ik plots een lichtbruine schim. Onmiddellijk ging er een alarmbelletje rinkelen. Niet weer! Op de één of andere manier trek ik verdwaalde en rondtrekkende honden aan. Enkele jaren geleden werden Vinnie en ik door een Basenji gevolgd, die met zijn familie op vakantie was. Slechts na een grote discussie en minstens een kilometer wandelen besloot hij om uiteindelijk toch maar huiswaarts te keren. Ondertussen heb ik al enkele verdwaalde honden, die op de één of andere manier hier verzeild geraken, door de politie laten ophalen.
Een verwaarloosde Collie - reu sprong ons vrolijk tegemoet. In eerste instantie ben ik vooral bezorgd om de hond die ik bij me heb. Stel je voor dat ze in clinch gaan, wat ik ook al enkele keren heb meegemaakt. Meestal is het genoeg om mijn keel eens luid open te zetten om het respectievelijke baasje te alarmeren, die zich meestal wel ergens in de buurt ophoudt. Maar aan de toestand waarin dit dier zich bevond wist ik al dat er geen baasje zou komen opdagen. Dus ik weerde hem maar met mijn stok af. Niet dat Phoebe haar mannetje niet kan staan. Maar dat wilde ik net vermijden, twee vechtende honden aan mijn wandelstok.
Hij bleef rond ons cirkelen, ondertussen overal zijn poot tegen heffend. Af en toe liep hij verliefd naar Phoebe die hem dan met een snauw op zijn plaats zette. Er was niets aan te doen, deze zwerver had besloten om met ons mee naar huis te gaan. Onze buurman stond in zijn tuin te werken. Verbaasd zag hij me thuis komen met een vreemde hond. Ik haalde mijn schouders op, alsof ik wou zeggen: "Ik kan er ook niks aan doen..." Phoebe werd binnen gezet. Ik nam een potje eten en drinken en lokte de hond naar het afgesloten gedeelte van de tuin. Stitch ziet die vreemde snuiter en begint groot alarm te slaan. De kippen roepen en kakelen moord en brand en Enrique zet zijn haren recht en spuugt en blaast. Ik neem hem op en zet hem binnen. Wie weet hoe onze bezoeker op katten reageert?
Amper een half uur later is de politie hem komen halen. Hij bleek geen chip te hebben, maar wel een hele hoop huisdiertjes (vlooien en wie weet wat nog) De vrouw, die zelf toegaf niet echt een hondenliefhebber te zijn, heeft hem in de combi gezet en zo is onze zwerver aan het eind van zijn lange en vermoeiende reis gekomen. Ik kan nu alleen maar hopen dat ze een goede thuis voor hem zullen vinden, zogauw hij een beetje opgeknapt is.
Al meer dan een maand op ziekenkas ... Inderdaad, de Fibro heeft weer toegeslagen. Ik heb mezelf een wandelstok aangeschaft, zodat ik af en toe toch een wandelingetje met één van de honden kan maken. Ik berg mijn ambitieuze toekomstplannen op. 't Zit er niet in, tijdens dit leven ....
Al enkele dagen heb ik last van prikkende ogen. Vannacht om 2h00werd ik gewekt door een sterke brandgeur. Ik ging op onderzoek. Je weet maar nooit. Behalve enkele ganzen die geïrriteerd kwaakten, vond ik niets vreemd. Ons huis stond in alle geval niet in lichte laaien, wat ik al een hele geruststelling vond. Ik kroop terug in bed en verwachte ieder moment de sirene van de brandweer te horen, maar die bleef uit.
Vanmorgen ontdekte ik, na mijn wandeling, dat de geur sterker werd achter in onze tuin. De andere kant op verdween de irritante en prikkelende geur. Het is avond en nog altijd is hij niets verzwakt. Hier hangt iets, een wolk van weet ik veel wat ...
De tropische hitte wordt ondraaglijk. Ik voel me misselijk en futloos. Rond 8h00 sta ik op en eet een boterham. Bah, zonder boter, te droog om door te slikken. Daarna kruip ik terug in bed. De stralende zon, zomerse temperaturen en de datum ... Het brengt me tien jaar terug ... toen ons ma stierf. Vanaf die dag ben ik de zomer gaan ... haten is een te zwaar begrip. Maar als ik kon zou ik die dagen, die in menig lied bezongen worden, vermijden. Geef mij maar die goeie ouderwetse, wisselvallige en frisse Belgische zomers ...
Onze kippetjes zijn vrije kippen. En ze namen het begrip "vrij" nogal letterlijk. Met geen stokken waren ze in onze toch wel aanzienlijk tuin te houden. Ze vonden altijd wel ergens een gaatje om naar de buren te scharrelen. De buren maakten daar niet echt een probleem van, tot het plantseizoen begon. Onze linkerbuurman, een oude boer, zet ieder jaar patatten op zijn weide vlak naast het huis. En onze meisjes hielden er natuurlijk van om de al omgeploegde grond verder om te woelen. Maar daardoor haalden ze ook de pas geplante patatjes naar boven. De kippen moesten we thuis houden wilden we geen burenruzie.
Sneller gezegd dan gedaan. Want het zijn niet alleen vrij kippen, het zijn ook ontsnappingskoningen. Een tuin omheinen is echt niet genoeg voor hen. Dus manlief spande rond het oude hondendhok, dat nu ongebruikt achter in de tuin staat, een kippendraad. De ren is overdekt, dus van erover vliegen kon ook geen sprake zijn. Nu onze dames en twee heren nog in de ren krijgen.
Eén kipje zie ik parmantig naar de buren wandelen om daar haar vaste slaapplaats op te zoeken. Die konden we voorlopig al vergeten. De rest zette zich te slapen in een conifeer. Bij schemerdonker haalde ik ze, bijgelicht door manlief met een pillamp, luid protesterend uit de takken van de bomen. Uiteindelijk had ik onze twee mannen Tony en Duupje te pakken. Onze dames lieten zich niet echt doen. Twee van de vier ladies kon ik toch verenigen met hun hubbies.
De volgende ochtend al heel vroeg liep onze logee al rond het huis te scharrelen. Zij is heel tam, heeft geen schrik en komt tot aan mijn voeten naar eten zoeken. Haar had ik maar van de grond te plukken waarna ze met luid protest bj haar zusters en broer werd gezet. Jawel ... broer. Tony was op mirakuleuze wijze ontsnapt. Samen met zijn Carmella, die ik de avond daarvoor niet te pakken had gekregen, liep hij trots rond in de tuin.
Sinds enkele weken werkt er een jonge man bij ons in de speelgoedwinkel. Recht van school, zijn eerste job. Een goeie loebas, een beetje traag maar hij wil wel. Mijn "vriendin" op het werk is een jonge vrouw van ongeveer dezelfde leeftijd. Sinds enkele maanden single na een slopende en destructieve relatie. Zij ziet hem best wel zitten ... dat nieuw bloed in huis. Maar zoals iedere jongolwassene, de puberteit nog niet volledig ontgroeid, geeft ze tegen anderen haar gevoelens niet toe, ook al staan ze duidelijk te lezen op haar hele wezen.
Behalve tegen mij. Ik weet dat ze interesse heeft ... En tegelijk stoot ze hem af, uit angst. Ze is een beetje geschrokken na haar slechte ervaring met haar ex. Gisteren was onze man in huis afwezig. Zomaar weggebleven, geen verwittiging ... niets. Vermist. Zoals er al zovele nieuwe collega's plots vermist worden. De sfeer was bedrukt in Happyland. Tot hij vanmorgen plots in de winkel stond en vroeg of hij nog terug mocht komen ...
Maandagavond had zijn vriendin het na vijf en een half jaar plots uitgemaakt. Hij was er zo van ondersteboven dat het hem gisteren allemaal niet meer kon schelen. Om zijn zinnen te verzetten is hij vandaag toch maar komen werken.
Tijdens het werk kijkt mijn collega mij aan en vastberaden zegt ze: "Let the Hunt begin ..." Terwijl Mama's jasje door de luidsprekers schalt ...
Britse ouders dwingen hun kinderen van vaak slechts vijf jaar oud tegen elkaar te kickboxen. Dat onthult de zondagskrant News of the World, en de foto's van huilende kinderen die door hun vaders worden aangespoord zonder hoofdbescherming de boksring in te gaan, zijn ronduit schokkend. De nieuwe rage wordt omschreven als 'Baby Fight Club'.
Geen minimumleeftijd "Een meisje van vijf huilt terwijl haar vader haar in de ring dwingt. Die man, Darren Flanagan, heeft het lef dit ziekelijk spektakel een sport te noemen. Hij is slechts één van honderden ouders die hun jonge kinderen aansporen deel te nemen aan de nieuwe rage in ons land: thaiboksen voor kinderen, zonder leeftijdslimiet", aldus de krant.
Tranen "Miah Flanagan staat doodsangsten uit als ze door de touwen kruipt in de Gladiators club in Merseyside voor haar vierde gevecht die dag. Maar haar vader, tevens haar agressieve coach, wil van haar tranen niets weten. Hij schreeuwt in haar gezicht: 'komaan liefje, amuseer je gewoon, komaan'. Na enkele minuten snauwt hij 'stop er NU mee'. De tranen stromen nog over haar kaken als de frêle Miah zonder hoofdbescherming in de ring stapt en haar tegenstandster onder ogen komt: een meisje van zes. Enkele ogenblikken later is ze in een gevecht verwikkeld. Vuisten en voeten flitsen langs alle kanten, als in een vreselijk straatgevecht. Miah verliest, haar vader is boos en teleurgesteld".
Geen beschermkledij Naar verluidt zijn er in Groot-Brittannië naar schatting vijfhonderd clubs waar kinderen deze 'sport' bedrijven. Er is geen minimumleeftijd, er bestaan geen algemeen geldende spelregels en het dragen van beschermkledij is niet verplicht. In het conventionele boksen moeten kinderen elf zijn om een wedstrijd te boksen.
Talent Darren Flanagan trainde zijn dochter en haar tweelingbroer Kian als peuters al vechten. "Ze moesten vier zijn om lid te worden van de lokale vechtclub, dus begon ik hen thuis te trainen. Ze hebben talent. Zelf train ik elke dag. De kinderen neem ik mee. Terwijl ik met de gewichten bezig ben, slaan zij op de punchzak".
Tegen verkrachters De man geeft toe dat hij zijn dochter volpropt met pasta als ze voor een zwaardere tegenstandster moet uitkomen. "Maar het is allemaal voor haar bestwil. Al de trainingen die ik haar heb gegeven zullen ervoor zorgen dat ze nooit het slachtoffer van een verkrachter wordt. Als iemand Miah vastgrijpt als ze vijftien is, wat zal er dan gebeuren, denk je? Ze kent alle grepen, alle slagen van het thaiboksen. Als ik haar die niet zou hebben geleerd, hoe schuldig zou ik me niet voelen indien ze als tienermeisje wordt vekracht?"
Dagje uit met het gezin De moeder van Miah geeft toe dat ze soms wel wat moeite heeft als ze haar dochtertje vlak voor een kamp ziet huilen. "Maar ze moet respect en discipline leren. Het houdt de kinderen ook fit, en de sport heeft ons allemaal dichter bij elkaar gebracht. Als de kamp snel gedaan is, kan je nog eens naar het park gaan en een kopje thee gaan drinken. Het is een gezinsuitstap als een andere". (lb)
Ik ben zomaar iemand, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Fiep.
Ik ben een vrouw en woon in Balen () en mijn beroep is dromen.
Ik ben geboren op 07/10/1967 en ben nu dus 57 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: schrijven, tekenen, computeren, observeren, mijn huisdieren en mijn lief.
Ik ben herstellend CVS patient. Sinds een paar maanden durf ik opnieuw toekomstplannen maken. Via het schrijven kan ik me uiten en ik hoop om via deze blog nieuwe zielsverwanten te vinden