Monilia en Kriek
Schaarbeekse Kriek’ (‘Griotte de Schaerbeek’) (RGF-Gblx) : Zeer oud ras, traditioneel gebruikt voor het maken van kriekbier, vooral wegens het sterk roodkleurend sap, middelmatig grote,donkerrode vruchten in trossen, zoetzuur, dessertvrucht, maar vooral in de keuken gebruikt, gemakkelijk te vormen en vruchtbare boom, alle boomvormen, zeer goed bestand tegen taksterfte (Monilia) en hagelschotziekte (Cylindrosporium). Bloei heel laat – Goede bestuiver – zelf vruchtbaar.Oorsprong: dit nieuwe ras van CRA-W (Centre wallon de Recherches agronomiques) is het resultaat van een selectie uit honderden vrij bestoven zaailingen van de traditionele verscheidenheid van Brabant en ‘Pajottenland’, ook gebruikt voor het maken van gueuze ‘Kriek’.
Ik heb die staan en wat zie ik: lichte aantasting door takmonilia in zijn 2de & 3de groeijaar. Ik heb nog een Gerema staan, een Duits resistent ras. Vroeger moest ik regelmatig door monilia aangetaste takken wegknippen. Daarna is dat veel verminderd.
Op de abdij van Affligem werd ook een resistente kriek ontwikkeld. Dit ras wordt door boomkwerij De Bock van Oudenaarde verspreid. Ik weet niet hoe dit gewas zich gedraagt.
Ik vraag mij af of de moniliagevoeligheid grondgebonden is? Is de Kempische zandgrond onvoldoende geschikt? Tot 30 jaar terug had ik een 5 tal rassen staan. De aantasting ging zover dat de bomen geen bloemen meer konden vormen. Tenslotte allemaal gerooid. Anderzijds heb ik in het Pajottenland, op vruchtbare bodem, rassen gezien die het bij mij totaal niet meer deden en daar nog steeds vruchten geven!
Op het biologisch proefstation van de provincie Brabant Aardbeien en houtig kleinfruit te Pamel- Roosdaal zijn vorig jaar heelwat Schaarbeekse krieken aangeplant om verder te beoordelen. Over enkele jaren weten we meer.
Schaarbeekse krieken waren de basis voor kriek-lambic, het streekproduct van het Pajottenland.
|