De eerste discussie in dat kader ontspon zich rond de nieuwe Europese verordening voor bio die momenteel in ontwikkeling is. Eén van die nieuwe regels bepaalt immers dat biologische landbouw grondgebonden moet zijn. Daarmee kan hydrocultuur nooit als bio gecertificeerd worden. Ook de hele stadslandbouwbeweging wordt per definitie uitgesloten. Volgens Bram Moeskops die voor de Europese afdeling van de International Federation of Organic Agriculture Movements (IFOAM) werkt, is voor het principe gekozen dat in de bioloandbouw planten moeten gevoed worden door nutriënten die de bodem vrijgeeft en niet door nutriënten toe te voegen.
“Biolandbouw denkt in systemen en nutriënten toevoegen staat haaks op die visie. Bovendien zou het de deur open zetten voor grote, industriële landbouw”, stelt Moeskops. Blijkbaar zorgde deze bepaling ook voor heel wat discussie met de Noord-Europese landen, zoals Denemarken en Zweden, waar het groeiseizoen te kort is om in volle grond te telen, maar toch heeft de systeemvisie het gehaald.
Vervolgens kreeg Stijn Bruers de kans om dieper in te gaan op de vraag hoe rationeel biolandbouw is. Op basis van de doelen en waarden waar hij als persoon naar streeft, is hij op zoek gegaan naar de manier waarop biolandbouw kan helpen om die doelen te verwezenlijken. Hij geeft aan te streven naar welzijn, veiligheid en gezondheid van mensen, toekomstige generaties en dieren en naar sociale en intergenerationele rechtvaardigheid. Hij komt tot de conclusie dat hij bio niet als meerwaarde ziet, niet op milieuvlak en niet op gezondheidsvlak.
“Uit tal van meta-analyses blijkt dat bio een grotere ecologische voetafdruk heeft dan gangbare landbouw door meer landgebruik als gevolg van de lagere opbrengsten. Ook heeft dit landbouwsysteem een hogere stikstofvoetafdruk per kilo product”, stelt Bruers. Hij acht bio mogelijk ook schadelijker dan ggo’s. “Zo is Bt-insectengif toegelaten in de biolandbouw, terwijl Bt-gewassen die via genetische manipulatie zijn bekomen niet toegelaten zijn in de biolandbouw. Onderzoek heeft ook aangetoond dat er minder insecticide wordt gebruikt op percelen met Bt-gewassen waardoor er meer ongewervelde insecten op de akkers terug te vinden zijn.” Bruers wijst er ook op dat in de biosector, vooral bij de sojateelt, ook bepaalde pesticiden zijn toegelaten die schadelijk zijn voor bijvoorbeeld bijen. Er bestaat ook risico op ongecontroleerde verspreiding doordat bio invasieve insectensoorten inzet als biologische bestrijdingsmiddelen die een bedreiging kunnen vormen voor de lokale fauna.
Ook op vlak van gezondheid biedt biovoeding in zijn ogen onvoldoende meerwaarde. “Soms zijn er meer mycotoxines terug te vinden in biovoeding dan in sommige ggo’s. Biovoeding kan ook residu’s bevatten van biologische pesticiden, terwijl de gezondheidsimpact van synthetische pesticidenrisico’s waarschijnlijk verwaarloosbaar zijn”, zijn maar enkele van de argumenten die de rationele ethicus opsomt. Hij vergeleek ook de milieu- en gezondheidsbaten van bio met de meerkost ervan en kwam tot de conclusie dat de baten niet opwegen tegen de kosten.
Tot slot is het voor Bruers ook duidelijk dat er in onderzoek naar bio en anti-ggo evenveel belangenvermenging vast te stellen valt als in het onderzoek naar ggo’s. “Ook hier kunnen bekende namen als Charles Benbrook, Gilles-Eric Séralini, Judy Carman en het Rodale Institute gelinkt worden aan bioproducten en financiering door biologische organisaties. In mijn ogen zijn deze wetenschappers en wetenschappelijke instellingen even onbetrouwbaar als Monsanto die zegt dat er geen gevaar uitgaat van ggo’s”, aldus Stijn Bruers.
In het afsluitende debat was Kurt Sannen, voorzitter van BioForum, streng voor Bruers. “Hij vertrekt van een postmoderne visie waarbij wetenschap allesbepalend is. Daarbovenop maakt hij nog heel wat denkfouten.” Sannen heeft er dan ook geen problemen mee om zijn keuze voor bio een ideologische keuze te noemen. “Mijn keuze voor bio is ingegeven vanuit mijn onderliggende waarden en visie en mijn grondhouding ten aanzien van natuur: zijn wij heersers, knechten of rentmeesters van die natuur? Wat mij betreft gaat het om dat laatste. Die grondhouding bepaalt dan ook mee het debat”, klinkt het. De agro-industriële landbouw is volgens de voorzitter van BioForum door economische waarden gedreven, waar bij de biosector ecologische waarden vooropgesteld worden. “In die zin zie ik de keuze voor bio dan ook als een ideologische keuze”, besluit hij.
Ook Sander Van Haver van Bio zoekt Boer wijst erop dat biolandbouw meer is dan regeltjes die gevolgd moeten worden. “Je moet ook achter de ideologische principes van dit landbouwsysteem staan.” Paul Verbeke wees in dat verband op een varkenshouder uit Nederland die om economische redenen zijn bedrijf omschakelde. “Gaandeweg ondervond hij allerlei problemen waar hij niet meteen een antwoord op vond. Door zich te gaan verdiepen in de principes van de biolandbouw vond hij wel een antwoord. En vandaag gaat hij daardoor zelfs verder dan wat het lastenboek hem oplegt.”
Lees ook: "Biolandbouw gaat om meer dan regels uit een lastenboek volgen"
Bron: 13.02.2018 Vlaams Infocentrum Land - en Tuinbouw