Moge Allah ‘azza wa djal onze kennis doen vermeerderen, Ameen. Moge Allah ons leiden naar de waarheid en ons weerhouden van het slechte, Ameen. Moge Allah ons sieren met de schoonheid van Imaan & Taqwa, Ameen.
Sterk als een Paard. Ik een mens met een doel, een werk. Allen van aarde en aardewerk is geen paardenwerk. Strijden als een krijger op een paard tegen mijzelf. Komend van aarde, hard en veel werk. Weet Alle lof aan God! Zijn Schepping, Zijn Wil zijn onbeperkt. Weet Ik en mijzelf? Ik en een broeder? Een netwerk, sceptisch en sterk. Gedane zaken maken geen keer, ik ben gebrandmerkt. Voor rust, samen de Moskee in plaats van de Kerk. Heb je interesse? Een anderhalve man en een paardekop. Wist het al Weinig aanwezigen, weinig belangstelling, maar ga door non-stop. Offensief AF philosophies, geen flop. Stap, draf, galop en rengalop Rot op. Want, beter een blind paard dan een leeg halster. Beter iets dan niets, zeg het anders. Maar ben geen paard van een daalder. Zoals ik zei: van de zelfde bron, allen komen wij van aarde. Misschien een ander pad wat wij vaarden. Alleen of in groep als paarden. Napoleons Marengo, een witte arabisch paard. Of als Bucephalus, Alexander de Grotes paard. Als we konden leven als paarden, dan hadden we het beter op aarde. Edel, vrij, onstuimig, braaf en af en toe eens bokken. Trouw, gehoorzaam, wonend in een stal of tochtvrije hokken. Ben nooit alleen, vaar altijd eenzaam. Niet afbrekend, ook niet om op te fleuren. Kom van en onder de mensen, alle geuren en kleuren. Een open en veel meer gesloten deuren. Probeer me niet mee te laten sleuren. Ze zeggen pessimistisch, ik noem het realistisch. Je ziet ironisch, triestig en toch zo komisch. Bewegend als een paard, schaken doe je strategisch. Zogezegd De beste paarden staan op stal. Een wereld in chaos, woede, haat, jaloezie en overal in verval. De een mag een paard stelen, de ander mag niet over het hek kijken. Verschil tussen blanken en zwarten, westen en oosten, armen en rijken? Radeloos en Genadeloos. Slapen in een doos. Sloppenwijken. Miljarden mensen die bezwijken. Want De paarden die de haver verdienen krijgen ze niet. Dat zei jij Ik zeg: Hij is De Rechtvaardige. Hij laat diegene zien, die niet ziet. Ik weet, is soms nog moeilijk om te hopen en in te zien. Geloof mij, je krijgt wat jij verdient. Voor het zwaard deinst dit paard niet. Onze dien, je zal wel zien, niet af te zien. Het paard zet je schaak, je zal wel zien. Dit paard . Bij het stijgen, sla mij niet. Bij het dalen, jaag mij niet. Wat zal gebeuren zal gebeuren, maar wat je geeft zal je moeten nemen. Gedroogde pen, je kan niet wegrennen. Ik zou er maar aan wennen, er valt niets meer te ontkennen. Waarheid boven valsheid, goedheid boven slechtheid. Een paard en zijn reinheid, zijn schoonheid door Zijn grootheid. Een paard ruikt reeds van verre de strijd. Het lot is met mij mee Lof aan De Tijd. Als een paard met wind in het gezicht. Pure en ongetemde vrijheid. Geloof mij Alsof ik één ben met de wind leef. De waarheid heeft geduld terwijl de leugen haastig leeft. Het bloed dat aan jou, misschien ook mijn handen kleeft. Een zwakke dienaar, en Hij geeft. Ik adem, ik voel, ik geloof dus ik leef. Was al reeds dood, Hij die mij leven deed. De verkeerden willen de teugels in handen hebben en zelfs de teugels laten vieren. Niet als De Profeet Soelayman vrede zij met hem en de mieren. Mensen leven als dieren en vrouwen die zich ontsieren. Maar dan zeggen ze weer geoorloofd: Denken moet je aan een paard overlaten, dat heeft een groter hoofd. Alleen Allah zij geloofd en beloofd, het is Hem veroorloofd. Door Hem Zo sterk als een paard Kennis, Moed, Visie, Perspectief door Geloof. Soms zware tijden en tegenslagen, praat nu over regendagen. Zaken die ik en wij meemaken, eigenlijk wel gekke zaken. Altijd dezelfde vragen, over jihaad en aanslagen. Altijd uitkijken en ondervragen. Maar dan op een zonnige dag, ik ren, als een paard zonder ruiter. Dus kijk uit met wie ik omga, jij omgaat. Doe nog steeds nikies aan, van maar niet meer op de straat. Zorg dat je jezelf niet verraadt. Dit paard laat je direct schaakmat staan. Berouw is nooit te laat, voor jou uitvaart. Ik onder Islaam op het pad, niet van de baan. Wij willen blijven gaan, net als een paard wordt mij steeds een hoofdstel en zadel aangedaan. Een gegeven paard mag men niet in de bek kijken. Zo ben en blijf ik, kritisch zijn en blijven. Een goed paard is zo goed als zijn hoeven. Kennis en geduld zijn je troeven. De Levenswijze van De laatste Profeet is de Quraan. Dus luister en gehoorzaam. Gedaan? Niet te leven naar een oud paard van stal te halen. Tijd is moeilijk, maar heb een paardenmiddel. Islaam: de oorzaak, het doel en het middel. Maar stil aan zie ik het gebeuren, een schurftig paard vreest de roskam. Wat dacht je dan? Wij moslims zijn als leeuwen en we worden wakker. Met de wil van Allah, onze landen, olie, bronnen en elke akker. Wij blijven komen als een Stalker. Geen maes, geen maten, een makker, ook een overstapper. En nu? Een ziekte komt te paard en gaat te voet. Oogsten wat wij zaaiden, niet vervloekt, maar beboet. Kijk naar volk van Profeten vrede zij met hem als Loeth. Wraak lijkt nu zoet en nu ineens moet en moed. Kille blikken, geen gegroet. Een paard met kracht trekt de strijd tegemoet. Niet alleen zij. Maar ik, hij, zij. Ja Wij. Dus ga nu niet gauw op het paard zitten. Tijdens zware ritten, door de hitte. Geduld, wijsheid of soms wat chillen. Maar ga nooit het beste paard van stal vergeten. Nooit Allah Zijn genade en gunsten vergeten. Die dag non-stop zweten, wij moesten eens weten. Hopend, huilend en vragend naar Zijn vergeven. Tracht naar Mohamed vrede zij met hem te leven. Bekeerd of noem het terugkeren en nu strijden en lijden, leven en streven. Allah heeft mij zoveel gegeven. Kan jij het paard sterkte geven, zijn nek met manen bekleden. Soms is het moeilijk, ik begrijp je en hoop dat je erachter komt. Wij leven in een wereld waar het hinkende paard achteraan komt. Wees niet snel tevreden, weet dat er goed nieuws komt. Leef voor altijd voor deze wereld en voor de dood alsof je morgen sterft, je weet niet wanneer je tijd komt. Maar misschien is het trekken aan een dood paard of het paard achter de wagen te spannen. Probeer mij in deze laatste tijden door rijmen te ontspannen. Dagdromend over mijzelf, mijn gemeenschap en onze landen. Netwerken en banden. Ren als paard uit de donkere gevangenis naar de grote weilanden. Droom of een nachtmerrie? In slechte tijden is er hoop, wakker uit die nachtmerrie. Voor ik het even zou vergeten, bij deze ook dank aan de ene merrie. Een man zonder vrouw is zoals een paard zonder teugels. Die vrouw Vliegend als een paard met vleugels. Door mijn gedachten, doet de pijn verzachten. Laat mij na vele tranen ook lachen. Maar ga nu nie dwalen in gedachten. Dus is het tijd om te stoppen met het binnenhalen van het Paard van Troje. Geen paard met vlooien, mezelf ontplooien. Want het oog van de meester maakt het paard vet. Met opzet berecht, zonder respect en onterecht. Ik ben niet van mijn paard gevallen, maar natuurlijk zoek ik soms mijn paard. Zoekend en over het hoofd zien wat bijna voor mijn neus staat. Simpel, vrolijk, enkelvoud, bescheiden en intentie is waar het omgaat. De pracht van een paardenstaart in galop in volle vaart, perfect op de maat. Geen woorden, maar daden. Geschreven en geen gepraat. Dus niet hoog te paard zitten, leef niet trots, ijdel of arrogant. Dat was riskant. Je hebt nog steeds kans. Wil niet de teugels uit handen nemen, leiding afnemen. Geloof bevindt zich niet in de genen. Het is iets dat je dagelijks als een paard moet trainen. Wil iemand de vrije teugel laten, zijn eigen gang gaan laten. Laat de haters maar praten, het zal hen, niet mij schaden. Ik blijf rennen als een paard zo ver als mijn benen me kunnen dragen. Het gevoel om mezelf ver heen te jagen. Dus voor het te laat is Je moet een paard niet doodknuppelen voordat je thuis gaat zijn. Waar blijf je? Wie weet waar je morgen zal zijn? Je blijft niet gaan als Hidalgo door de woestijn. Met Islaam levend in de oase in de dorre woestijn. Oud of jong? Misschien Jong te paard, oud te voet. Maakt niet uit. Weet Je komt van en gaat naar De Rechter toe. Rijmen en schrijven, daarom dat ik dit doe. Voor die tijd daar is, ga ik niet stoppen met zwijgen. Ik ga mij ook houden aan een man en paard te noemen, niets te verzwijgen. Zal nu het echte paard bestijgen. Zeker nu tegen het einde der tijden. Zie mensen lachen, maar veel meer lijden. Door Die leiding, doet dit mij lijden, rijmen en schrijven. Blijven strijden, voor een tijd waarin wij het beter krijgen. Men kan geen paard al lopende beslaan, men moet de ploeg niet voor de paarden spannen. Men moet een paard de rug niet stuk rijden, geduld en haast verbannen. Waar zijn nu die mannen? Maar jah ook het beste paard struikelt wel eens. Ook de deugdzaamste en bekwaamste faalt wel eens. Naleven van Islaam, tracht niet op het verkeerde paard te wedden. Zit altijd op een stokpaardje, naar Islaam luisteren en vertellen. Klaar voor de revolutie zonder rellen. Vechten voor wat ons toekomt, dat zal ik even zeggen. Zie geen liefde en respect, oude paarden jaagt men aan de dijk, wereld waar een dienst vergeten wordt. Pas op dat je niet over het paard getild zal zijn, geprezen zijn zodat men verwaand wordt. Je bent een mens en droom niet dat je morgen een engel wordt. Paarden vallen ook, ook al is het dat zij vier benen hebben. Iedereen maakt wel eens een fout of kan pech hebben. Maar toon berouw in deze wereld die jou toch vergeet. Het is soms heet, maar weet je hoe ik dat deed. Streef en vergeef, neem en geef. Leef, Vrees God en beef, Hij vergeeft. Zorg dat je vast in het zadel gaat zitten. Er komen zware ritten. Weet Voor mensen met paarden is het een hemel op aarde. Komen zij te sterven, dan valt er niets te erven. Waar het paard aangebonden is moet het eten. Ik ben wie ik ben en allen zullen wij sterven. Een eenzaam, sterk en getraind paard, niemand zal zich over mij ontfermen. Ga ook geen dood paard aan een boom binden. Zonder groep, binnen de gemeenschap zwerven. Bij deze probeer ik iemand te paard te helpen. Ik als Darco, Belgisch springpaard, een hengst. Een hengst als een prins op het witte paard. Een paradepaard met aan de zij stilletjes het zwaarste zwaard.
In de naam van Allah de Barmhartige, de Genadevolle!
Dit kwaad heeft mijn familie vernietigd!
Hebt geduld met het uitlezen en het doen van een du3a
Ik ben een jongeman van goede materiële status, ik kom uit een familie aan wie Allah mooi nafaqa (gedrag) gegeven heeft. In ons familiehuis was er altijd geluk, vriendschap en liefde. We leven samen: vader, moeder, zes broers en een zus. Ik ben de oudste van de broers, en mijn zus is een jaar ouder dan mij. Ik was het tweede hoofd van de familie. Ze keerden vaak naar mij toe...
in moeilijke momenten. Ik zat in de tweede klas van de middelbare school en mijn zus in de derde. Ook de overige broers gingen onze weg op. Ik wilde ingenieur worden, mijn moeder was er tegen en moedigde mij aan piloot te worden, mijn vader wilde dat ik academisch werker werd. Mijn zus wilde juffrouw worden opdat ze de jonge generaties geloof en opvoeding zou leren. Maar, dat waren dromen en louter wensen. Hoeveel mensen zijn er wel niet, van wie het leven eindigde voordat ze hun wensen waarmaakten, en hoeveel zijn er, die hun dromen wel hebben waargemaakt. Maar, onze dromen werden op een andere manier onderbroken, op een manier die niemand zou kunnen hebben begrepen, noch een mens zou kunnen hebben bedacht - verstandig noch gek. Niemand zou het in zijn hoofd halen.
Op school heb ik vrienden gemaakt, hun woorden en daden waren als honing, zelfs mooier en zoeter. Menig keren ben ik zonder weten van mijn familie, met ze uitgegaan. Mijn scholing ging me goed af, ik was in de beste orde. Ik deed mijn best om tegelijkertijd met mijn vrienden te zijn en goede succes waar te maken, en dat deed ik ook in het eerste halfjaar. De vakantie begon, en o wat een vakantie, ik smeek Allah om niet één enkel moment uit die vakantie van mij te herhalen.
Mijn vader merkte dat de uitgaansafspraken steeds vaker voorkwamen, en dat de zorg om het huis verminderde. Èn hij, èn mijn moeder, spraken mij hierop aan, maar mijn zus verdedigde mij, ze hield erg veel van mij. Ze was bang dat mijn vader mij zou slaan, want hij was vrij ruw. Dagen en nachten van de vakantie gingen voorbij, als ik had geweten wat me ten einde te wachten stond, had ik zelfmoord gepleegd. Ik had zelfs mijn lichaam gesneden, stuk voor stuk, maar dat is de wil van Allah.
Eén nacht, ging ik met mijn vrienden mee naar een kameraad, die ons mee vroeg om films te gaan kijken. We bleven bij hem van maghrib tot elf uur. Toen was het de tijd voor mij om naar huis te gaan, maar de gastheer vroeg ons nog een half uurtje te blijven. Dan zouden we met zijn allen naar huis gaan. Weten jullie waarmee ik dat ene halve uurtje betaald heb? Met mijn hele leven!! Niet alleen het mijne, maar met het leven van mijn vader, moeder, en gehele familie.
Ja, dat ene halve uur was de prijs van onze levens, de prijs van onze weg van het geluk naar het ongeluk. Dat halve uurtje was de voorbereiding voor het vertrek naar het uitgezaaide vuur, waar alleen de ongelukkige ingaat - mijn excuses voor het afwijken van het onderwerp.... Eén vriend had een theekan gebracht, opdat we daarmee onze tijd zouden inkorten, we praatten en maakten grapjes met schone, voorbeeldige grappen. Maar toen we de thee hadden opgedronken, begonnen we te lachen, te schommelen en te kotsen. Allemaal! We wisten niet wat er gebeurd was.
Ik weet dat ik als eerste wakker werd, en later sprak de gastheer ons aan en bekritiseerde ons. We wisten niet wat er gebeurd was en waarom dit allemaal gebeurd was. We spraken de jongen aan die de thee klaar had gemaakt, en hij zei: 'Het was een grapje'. Later maakten we ons schoon, we maatken de plaats schoon en gingen naar onze huizen. Ik ging het huis binnen met het getjirpt van de mussen. Iedereen, behalve mijn zus, was aan het slapen. Zij riep mij in de kamer, adviseerde mij en dreigde dat dit de laatste keer was dat ik te laat kwam, en dat zij me dekte. Ik beloofde haar dat ik niet meer te laat zou komen.
Na een paar dagen kwamen we weer bij elkaar, we wilden het zelfde mengsel weer gaan drinken. De vriend vertelde ons dat men het kan kopen, dus we verzamelden geld en kochten een paar capsules. Ik denk dat jullie weten waar het om gaat. Het was drugs. Hij bracht de thee gemixt met drugs, en wij wisten het niet. Zo hebben wij onze ondergang betaald door het kopen van drugs. We spraken af dat we dit elke twee weken zouden herhalen, en de capsules kochten we met gezamenlijk geld.
Met de tijd werd ik slechter in school, dus mijn vader zette me over in de voorbereidende school, met de hoop dat ik ten minste de middelbare school af zou maken. De dromen van mij, mijn moeder en mijn vader, om piloot te worden, vielen in duigen. Wat voor een piloot en wat voor een ingenieur kan men van mij verwachten? Bij Allah, dat was niet mijn schuld, noch wist ik wat - als mij alles was verteld, had ik geweigerd en mijn vrienden verlaten, maar ik zag dit alles als een grap. Moge de vervloeking van Allah op diegene zijn die nog verder doorgaat met grappen maken met de moslimse omaldeen.
Dagen gingen voorbij, en we zaten nog steeds in dit vuile overeenkomstje. Niemand wist noch voelde wat er gebeurde. Ik kwam terecht in de situatie, waarin men noch dat kwaad, noch je vrienden, kon verlaten. Ook de resultaten van het einde van het jaar kwamen eraan, die vernederend waren voor de gehele familie, het was een verlichting dat mijn zus het gehaald had met de beste cijfers. Desondanks alles wat me overkwam, feliciteerde ik haar oprecht. Dat zei ik haar voor de eerste, en de laatste keer, uit de diepte van mijn ziel vreugde voelend. Ik vroeg haar wat ze wilde dat ik voor haar kocht omdat ze geslaagd was. Weten jullie wat ze zei? Alsof ze me gezien had met mijn vrienden. Ze zei: 'Broer, ik wil dat je aandacht op jezelf gaat richten, want jij bent mijn trots en troost na Allah.'
Die dag dat ze ze uitsprak, waren het voor mij maar gewone woorden. Ze wist niet dat mijn herinnering aan ze moeilijker en pijnlijker zouden zijn dan een kogel. Was het maar zo, dat ze mij maar niets gezegd had en had ik haar maar niets gevraagd. Wat voor een steun en wat voor een troost verwacht je van mij? Wat voor een steun en troost wil je van mij? Allah is mij voldoende, een prachtige bechermer is Hij. Mijn zus schreef zich in op het Instituut voor leraressen, ze deed heer best en ging ervoor. Ik ging van kwaad naar kwaad, van misleiding naar misleiding, van donker naar donker, van slechter naar slechter Mijn familie wist er niets van.
Mijn vrienden en ik zonken steeds dieper en dieper, elke twee dagen moesten we de pillen kopen. Eén keer vertelde, geen vriend, maar een vervloekte vijand, mij: 'Er bestaat ook nog een duurdere, maar, betere drugs - het geeft een langduriger gevoel van geluk'. We vonden het, en het kwam ons duur te staan. We betaalden alles met het geld van onze ouders, die geen enkel vermoeden hadden dat ze voor onze ondergang betaalden. Zouden zij een last en zonde hebben?
Een keer, toen ik terug naar huis ging, merkte mijn zus wat er aan de hand was. Ze had medelijden met mij, liet me slapen, maar kwam de volgende morgen. Ze dreigde dat ze alles zou gaan zeggen, tenzij ik haar de gehele waarheid vertelde. Op dat moment kwam mijn moeder binnen en we onderbraken ons gesprek. Ze stuurde me ergens heen om iets te gaan halen. Van toen af aan, rende ik weg van mijn zus, bang dat ze mijn geheim dat ik langer dan een jaar lang verborg, zou verklikken. Ik kwam een vriend tegen en we gingen samen naar een andere vriend. Ik nam dit deel van de zonde - ik vertelde ze wat er gebeurd was. We vreesden ervoor dat ons geheim ontdekt zou worden, en dat we op die manier beschaamd zouden worden. We dachten na in werkelijkheid waren dat onze sheitanen die nadachten. Eén van ons zei: 'Ik heb een oplossing'!
Weten jullie wat voor oplossing? Bij Allah, als we sheitaan hadden gevraagd, zou hij er niet eens mee komen. Weten jullie wat hij zei? Dat we haar vermoorden? Was het maar zo... Hij zei zwaardere woorden. Zei hij dat we haar tong afsnijden of dat we haar ogen uitgraven? Nee, iets veel ergers. Zei hij dat we haar verbranden? Nee, hij zei nog iets afgrijselijkers. Allah is mij voldoende, een prachtige beschermer is Hij. Allah is mij voldoende tegen de gewelddadigen. Allah is mij voldoende tegen de dealers en alle drugsgebruikers. Allah is mij voldoende tegen die vriend. Allah is mij voldoende tegen mijn vervloekte ziel. Allah is mij voldoende, een prachtige beschermer is Hij. Moge Allah zijn botten scheiden, zijn zicht afnemen en moge hij geen succes vinden op deze wereld en in de wereld hierna.
Weten jullie wat hij zei? Hij sprak lelijke woorden, onrechtvaardig en vijandelijk - hij zei dat het het beste was om ook haar erbij te betrekken, oftewel dat we haar drugs capsules zouden geven. Zo zou ze ons nooit verraden. Ik weigerde, want zijn was mijn kuise, nobele, lieve en milde zuster! Zij is mijn zus! Ze begonnen me te overtuigen: 'Ze zal niets verliezen, jij gaat dat in jullie huis doen, en ze zal gerespecteerd en gewaardeerd blijven - dat zal op haar geen enkele invloed hebben.' Temidden van de werking van de drugs en het aandringen van hun en van mijn sheitanen, werd ik het ermee eens. Alles hebben we gepland tot in de puntjes.
Ik ging terug naar huis, en zij wachtte mij daar op. Ik vroeg haar om thee te maken en zei dat ik alles zou bekennen. De arme ziel was erg blij voor mij. Haar hele hoop was erin om mijn probleem op te lossen. In mijn hoofd zaten duizend sheitanen, en mijn belangrijkste zorg was om haar leven te vernietigen. Ze bracht de thee. Ik vroeg haar om een glas water. Ze stond op, de kamer werd donker, bij Allah, in dat moment liet ik zonder enig gevoel een traan vallen. Ik weet niet of dat een traan was van pijn om haar toekomst, ik weet niet of dat mijn ziel was die via mijn oog naar buiten kwam, ik weet niet of dat van vreugde was dat ik de gegeven belofte ben nagekomen en voor altijd het geheim bewaard had.
Ik gooide één hele capsule in de thee. Ze kwam glimlachend aan. Terwijl ik naar haar keek, zag ik haar als een lam, dat zonder slechte intentie in een bos vol wolven terecht was gekomen. Ze merkte mijn tranen op en begon ze weg te vegen: 'Mannen huilen niet..' - Ze probeerde me te troosten, ze dacht dat ik spijt had. Ze wist niet dat ik om haar huilde en niet om mezelf. Ik huilde om haar toekomst, om haar glimlach, om haar ogen, om haar reine hart. Sheitan zei tegen me: 'Heb geduld, het zal haar geen kwaad doen, morgen ga je jezelf en je zus genezen. Zij moet van jouw problemen weten, en ze samen met jou doormaken, anders gaat ze niet weten in wat voor problemen jij zit, totdat ze het zelf niet meemaakt. ' Zo vermooilijkte sheitaan de zonde en de belazering. Allah is mij voldoende tegen hem.
Toen zei ik tegen haar om de thee te gaan drinken, we zouden rustig worden, en dan zouden we gaan praten. Ze dronk, had ze het maar niet gedaan. Ik begon te vertellen en zij verloor het bewustzijn. Het ene moment was ik aan het huilen, het andere moment was ik aan het lachen. Ik weet niet wat me overkwam: ik lach en ik huil, tranen op mijn wangen. Sheitaan fluisterde me toe dat mijn ouders overal achter zouden komen als ze mijn zus zo zouden vinden, dus dachten we er over na om te vluchten.
Ik vluchtte naar mijn vrienden en vertelde hen wat ik gedaan had - iedereen feliciteerde me. Ze zeiden dat zo echte mannen deden en dat ik hun leider was: 'Jij bent de leider van onze groep en jij hebt het recht te bevelen en te verbieden'. Die nacht sliepen we daar. Rond de middag begon ik te trillen en me af te vragen wat ik gedaan had, wat deze handen hadden gedaan. Twee dagen later begon mijn vader rond te vragen naar mij, want ik had elk contact met hen verbroken. Ik stuurde een vriend erop af om de situatie thuis in te zien, want ik vreesde voor mijn zus. Zij lieten me geloven dat alles in orde was, dus ik besloot om naar huis te komen, voorbereid op slagen, preken en vloeken.
Mijn vader sloeg me in elkaar, mijn moeder en zus bekritiseerden me. Mijn zus vroeg me de volgende morgen wat ik in haar thee had gedaan. Ze zij dat ze het lekker vond en dat ze meer wou. Ik weigerde, maar zij begon me erom te smeken. Haar overkwam nu wat mij en mijn vrienden overkwam, toen ik hen om drugs vroeg. Ik zei okee en ik gaf het haar, dat herhaalde zich meerdere malen. Ze begon te verslechteren met haar studies, en ze verliet school zelfs, zonder geldige reden. Mijn ouders bleven geduldig, ze wisten dat voor hun dochter alleen nog het huis was. Alle hoop was gericht op de jongere broer.
Op een keer had ik geen drugs meer, en ik vroeg een vriend erom. Hij weigerde het me te geven, behalve onder één voorwaarde. En weten jullie welke? Allah is mij voldoende, en een prachtige beschermer is Hij. Allah is mij voldoende tegen deze mens en tegen sheitaan. Ik weigerde en we kregen ruzie. Onze vrienden probeerden het tussen ons weer goed te maken. Ze zeiden: 'Het is niks joh, het schaadt niet, ze zal niets verliezen... ' Iedereen was voor hem, en keerden zich tegen mij. Ik zei hem: 'Jij zei als eerste dat je met mij zou zijn en me zou helpen haar te genezen, en nu vraag je dit van mij? Je breekt een vriendschap! Wat voor vriendschap en wat voor genezing???
We discussieerden en op het eind verliet ik ze. Enkele dagen gingen voorbij, ik en mijn zus waren geduldig. Maar na enige tijd begon ze drugs van mij te vragen, en ik had niet. Ik zou er alleen aan kunnen komen via mijn oude vrienden, en de situatie van mijn zus was aan het verslechteren. Ze vroeg om ten minste één stukje. Sheitaan spoorde me aan om het haar te vragen, dus ik zei: 'Hij wil jou, hij wil dat jullie ontmoeten en dat je met hem slaapt, en daarna zal hij je de drugs gratis geven.' Ze antwoordde meteen: 'Is goed, we gaan.'
We maakten een plan en verlieten het huis. Ik nam mijn zus mee naar mijn vriend. Toen we aankwamen, gingen we even in zijn woning zitten. Hij vroeg mij om te gaan wandelen totdat hij klaar was met haar. Ik ging weg en ik roep nu de vervloeking van Allah over mezelf, over mijn ziel, over mijn vriend, over alle sheitanen, drugs, drugsgebruikers en dealers. Ik kwam over een uur terug en zag haar half naakt. We zaten samen- ik, mijn vriend en mijn zus - van de middag tot na 'Isha in de drank van onmoraal en verderf.
O wee mijzelf, van mijn Heer! O wee mij zelf van het vuur - ik ben een van haar bewoners. Was ik maar dood. Heer, doodt mij, ik ben een dier, ik verdien niet een moment te leven.
We gingen terug naar huis. Ik zei haar dat dit de eerste en de laatste keer was, maar hij had haar zijn persoonlijke nummer gegeven en een plek afgesproken, zodat ze hem kon contacteren wanneer ze maar wou. Ze had mij niet meer nodig, en ik wist dat niet. Dagen gingen voorbij. Ik zag mijn zus in tegenovergestelde gewoontes verkeren dan normaal. Eén keer ging ze uit met een jongere zus en zocht ze naar elk excuus, of het nou de markt of het ziekenhuis was. Ze weigerde zelfs terug te keren naar haar studies, terwijl onze arme vader haar op elke mogelijke manier terug probeerde te krijgen om door te gaan met studeren.
Een keer toen ik bij mijn vriend was, vertelde hij me dat we naar een andere maat zouden gaan. Toen we bij die maat aankwamen, bedenk dat ongeluk- ik vond mijn zus daar. Ze zat in zijn schoot. Ik begon te huilen. Ze stond op en zei me: 'Je hebt het recht niet mijn leven te controleren, ik ben vrij!' Mijn vriend gaf me een vergif dat een mens het meest waardevolle doet vergeten wat hij heeft, en welke hem, zelfs in zijn ogen, tot de allerlaagste grenzen toebrengt. We gingen terug, ik was rustig. Zij speelden met mijn zus, en ik keek toe als een dier, nog erger zelfs.
Na de middag keerden we terug naar huis. Ik wist niet wat ik moest doen. Verdwenen was de schaamte, het bezit, de waardigheid, de toekomst, het verstand - alles was verdwenen, helemaal alles. Dagen gingen voorbij. Ik lachte in momenten van dronkenheid, en huilde in momenten zonder drugs. Dat is het leven van beesten, ergers zelfs. Dat is goedkoop, vies, en laag leven.
De pessimistische momenten gingen voorbij, mijn hele leven was gevuld met pessimisme. Een morgen, rond negen uur, belde de politie mijn vader. Ze verzochten hem om snel te komen, dus mijn vader ging. Er was een groot ongeluk gebeurd, dat hij niet kon verdragen. Hij stierf een paar dagen daarna, en mijn moeder verloor de kracht van de spraak. Weten jullie wat er gebeurd was?
Mijn zus was in het gezelschap van jongemannen op een plek buiten de stad. Ze waren stoned, en er gebeurde een auto ongeluk. Ze stierven allebei ter plekke. Een zwaar ongeluk dat de zucht van een steen en een traan van een rots oproept. Wat een slecht einde, zuster van me. Een einde dat jij niet gewild had, waar jij niet voor gekozen hebt...Mijn reine zus was onmoreel geworden... Mijn edele zus was een **** geworden... Mijn goede gelovige zus was losbandig geworden... Heer wat heb ik gedaan! Met mijn eigen handen heb ik haar in het vuur van djahannam gegooid! Ik heb haar in de vervloeking gegooid.
Heer, wat moet ik doen? Heer, ik smeek U om mij te straffen, in plaats van haar! Mijn Heer, U weet dat haar geweld is toegebracht. U weet dat haar geweld is aangedaan. Ik heb haar vernietigd, zij wist dat niet! Zij wilde mij genezen en ik heb haar vernietigd. Moge de vervloeking van Allah op drugs en haar dealers zijn. Mijn vader is een paar dagen later gestorven, mijn moeder heeft tot op de dag van vandaag niet gesproken, en ik ben nog steeds op het zwarte pad. Mijn broers bevinden zich op de rand van de afgrond. Moge de vervloeking van Allah op alle drugs zijn.
Ik begon na te denken over berouw tonen, maar ik kon het geduld niet opbrengen. Ik smeekte mijn moeder om mij naar het buitenland te laten reizen. Die tijd duurde maandenlang, ik wilde alles vergeten wat er was gebeurd. Want ik heb mijn leven, het leven van mijn familie, en het leven van mijn zus, vernietigd.
Ik besloot om te genezen, dus ik ging naar het ziekenhuis om daar om hulp te vragen. Ze vroegen me over de manier waarop ik aan de drugs gekomen ben, en ik beweerde dat ik ze van toeristen uit het buitenland verkregen had. Een paar maanden later ben ik genezen van de verslaving. Maar, wat nu??
Nadat ik alle draden die een rustig en zeker leven garandeerden, verbroken had, keerde ik terug naar de familie die leefde van hetgeen mensen brachten en cadeau gaven. Mijn moeder had de ene woning verkocht, en de ander verhuurd. Van het comfortabele en gemakkelijke leven in exclusieve woningen, leven we nu in een driekamerswoning. En we waren met zijn achten. We leefden dicht op elkaar en in armoede. Ik had geen enkele opleiding noch werk. De broers zijn nog jong. De helft is gestopt met school vanwege gebrek aan middelen. Wanneer iemand de naam van mijn zus zou noemen in de familie, zou iedereen haar beledigen en vervloeken, omdat ze de oorzaak was van alles wat ons overkomen was. Ze vervloeken haar en geven haar over aan het vuur. Mijn hart scheurt om haar, want haar was geweld aangedaan. Ook voel ik verdriet om mijn familie, want ze weten niet wat er echt is gebeurd.
Ik kan hen niet vertellen over de slechte en kwaadaardige mensen die mijn en mijn zusters leven hebben vernield. Want als ik hen zou noemen, zou ik de wond van de familie die nog niet over hun zus, hun vader, hun moeder, heen is, alleen maar groter maken. Onze naam, onze waardigheid, onze reputatie. Als dat zou gebeuren, zou de familie te weten komen dat ik de hoofdoorzaak ben van alles. Ik ben in de war. Ik huil elk moment, niemand merkt het op. Ik denk dat ik nodig gestenigd moet worden, maar zelfs dat zal niet genoeg zijn om al mijn zondes en gebreken te verwijderen.
Broeders, zie wat ik gedaan heb. Wat drugs van mij gemaakt hebben. Dat zijn drugs, de moeders van alle kwaad en viezigheden. Dat is het kwaad dat overal verspreid is. Hoeveel familiehuizen alleen al heeft het wel niet vernietigd, hoeveel mensen spoorloos weggestuurd, hoeveel families uiteengereten! Broeders, lach niet en vind dit niet vreemd, maar zeg: 'O Allah, verwijder het kwaad!'
Broeders, neemt de les uit deze vertelling en stuur hem door aan mensen die jullie kennen. Misschien dat Allah met behulp van dit verhaal ten minste één persoon het rechte pad op leidt, en mij om die ene persoon mijn grote zonde zal vergeven, van welke ik denk dat hij mij nooit vergeven kan worden.
Ik smeek jullie om do'wa te doen voor mijn zus. Misschien dat Allah haar genade schenkt, en haar haar zondes vergeeft. Broeders, ik heb jullie nodig, om met mij te zijn in deze moeilijke momenten, maar ik hoef niets van jullie. Ik ben dankbaar voor een ieder die er aan werkt om dit te verspreiden en deze vertelling te vermenigvuldigen. Dit is het einde van mijn verhaal, als ik alle details had verteld, zou dat maken dat jullie kippenvel kregen en schaamte in jullie ogen voelden. Dit is voldoende wat ik gezegd heb......
Moge Allah je genadig zijn, zuster, moge Allah genade met je hebben! Mijn Allah, vergeef haar, schenk haar genade!
Ik heb deze verhaal op mail gekregen, het is een waargebeurde verhaal !
Salaam alaykum,
Ik heb deze verhaal op mail gekregen, het is een waargebeurde verhaal !
Wordt wakker ayoeha naas!!! De dag Des Oordeels komt steeds dichterbij!!! Zorg ervoor dat je je One-way ticket op zak hebt!!!
Een man genaamd Abu Abdullah vertelt: Ik weet niet hoe ik een ervaring die ik een tijdje geleden heb meegemaakt moet vertellen, een verhaal dat mijn hele leven op z'n kop heeft gezet. De waarheid is dat ik nooit besloten zou hebben om het te vertellen, ware het niet dat ik een verantwoordelijkheid voel tegenover Allah. Een verantwoordelijkheid om met mijn verhaal de jonge mannen die Allah ongehoorzaam zijn te waarschuwen en als waarschuwing voor de jonge vrouwen die een valse droom of fantasie naleven 'liefde' genaamd. Wij waren een groep van drie vrienden, het enige wat wij gemeen hadden was ongehoorzaamheid (aan Allah) en dat we dwalende waren. Nou, eigenlijk waren we met vier, de shaytan was de vierde.
Wij waren altijd op zoek naar de mooiste meiden, om ze vervolgens met onze vlotte babbel naar vergelegen boerderijen te lokken. Daar stonden zij altijd versteld dat we opeens in gevoelloze vossen waren veranderd die geen medelijden kenden, ongeacht wat ze zeiden of deden om ons op andere gedachten te brengen. We waren keihard en kenden geen schaamte. Dat is hoe we onze dagen en nachten doorbrachten; op boerderijen, kampen, auto's, en aan de kust. Tot de dag die ik nooit zal vergeten kwam.
Als altijd gingen we weer naar de boerderij, alles stond klaar. Ieder van ons had zijn prooi, het vervloekte drank (alcohol) vloeide rijkelijk, maar we waren een ding vergeten; we hadden geen voedsel. Dus na een tijd, ging een van ons eten halen met zijn auto. Het was bijna 6 uur 's ochtends toen hij vertrok.
Uren verstreken zonder een spoor van onze vriend. Wij begonnen ons zorgen te maken. Ik begon al het ergste te vrezen en besloot om hem te gaan zoeken. Eenmaal onderweg zag ik al gauw uitslaande vlammen in de verte. Toen ik dichterbij kwam zag ik tot mijn grote schrik dat het de auto van mijn vriend was die in lichterlaaie stond terwijl hij gekanteld was en op z'n zij was terechtgekomen. Ik haastte me naar de auto om mijn vriend uit het brandende wrak te bevrijden.
Ik schrok mij kapot toen ik zag dat de helft van zijn lichaam zo zwart als roet was geworden, maar was opgelucht om hem nog in leven aan te treffen. Ik haalde hem uit de auto en legde hem op de grond, en na een kleine minuut opende hij z'n ogen en zei:,, HET VUUR!!! HET VUUR!!!' Ik besloot om hem naar mijn auto te brengen en met hem naar het ziekenhuis te racen. Maar hij mompelde:,, Het heeft geen zin, ik haal het niet.'
Tranen overvielen mij terwijl ik zag hoe mijn vriend voor mijn ogen aan het sterven was ..Plots schreeuwde hij:,, WAT MOET IK TEGEN HEM ZEGGEN?! WWATT .. MOET IK TEGEN HEM ZEGGEN?! Stomverbaasd keek ik naar hem en vroeg:,,Wie?' Hij antwoordde met een zachte verre stem: 'Allah'
Ik voelde hoe mijn lichaam overladen werd met angst en hoe ik begon te beven. Plotseling slaakte hij een kreet, waarvan de echo mij nog lang daarna heeft achtervolgd, en blies zijn laatste adem uit.
De dagen vervlogen, maar ik kreeg het beeld van mijn goede vriend die door het vuur verteerd werd en zijn wanhopige schreeuw: ,,WAT MOET IK TEGEN HEM ZEGGEN?! WWATT .. MOET IK TEGEN HEM ZEGGEN?!' niet uit mijn hoofd. Ik merkte dat ik mijzelf constant afvroeg; 'en wat moet ik tegen Hem zeggen?!'
Mijn ogen liepen vol en ik voelde een raar gevoel van zachtmoedigheid die ik nooit eerder had gevoeld. Op datzelfde moment, hoorde ik de Mu'adien (de oproeper tot het gebed) de oproep tot Salat al-Fajr (het ochtendgebed) doen. Het voelde alsof het een oproep was die rechtstreeks aan mij persoonlijk gericht was, die mij vertelde om het boek van de donkere jaren van mijn leven te sluiten, en mij uitnodigde naar het juiste pad der leiding en gehoorzaamheid. Ik stond op, waste mijzelf en verrichtte de woedoe, zuiverde mezelf van de zonden waar ik bijna in verdronk, en verrichtte het gebed. Sinds die dag, heb ik mezelf tot Allah gekeerd, smekend om vergeving en berouw. Ik heb geen enkele verplichting nagelaten. Ik ben een totaal andere persoon geworden. Ik leef nu om een gehoorzame dienaar van mijn Schepper te zijn, mijn leven is totaal veranderd
De dag (zal komen) waarop de aarde en de hemel door een andere aarde en hemel zullen worden vervangen; en zij (de mensen) allen voor Allah, de Ene, de Opperste zullen verschijnen. (Soerat Ibrahiem (14), ayaah 4
Dit is een verhaal geschreven door een zuster. En ik wil hem jullie laten lezen. Djazakoum allah ou gairan
Ik had me eerder al voorgenomen om tegen hem te zeggen dat we verkeerd bezig waren en dat dit nooit Allaah's wil kon zijn. Hij was iemand die Allaah's regels kende, maar ook zij die weten, maken fouten en begaan zondes.We geven allemaal toe aan de hatelijke verleidingen van shaitaan, maar nu werd ik wakker geschud door de woorden van deze zuster die les gaf! Morgen zou ik Abdel weer ontmoeten en dan zou ik hem vertellen hoeveel ik van hem hield, maar dat mijn liefde en angst voor Allah toch veel groter waren...
Nu had ik het lef en de juiste woorden.Terwijl ik naar huis liep galmden de woorden van mijn zusters nog door mijn hoofd...nu kon ik ook wat doen met het advies dat mij was gegeven, ik hoopte dat de andere meiden ook hetzelfde gevoel hadden en met dezelfde intentie de moskee verlieten; de intentie om zich "vrij te maken van hun vriendje."
Naarmate de maandag arriveerde raakte ik het gevoel kwijt. Ik miste Abdel eigenlijk en we deden toch niet echt iets verkeerd? Mijn voordeel was dat ik alle influisteringen herkende als komend van sjeitaan.Ik wou hem niet van mijn ego laten winnen en koos voor de weg van Allaah.Terwijl ik mijn hoofddoek omdeed voel ik de tegenstrijdigheid; schijnheil! ...naar Abdel toe?En vanwaar die hoofddoek dan? Deze gedachte sloeg ik weg...dit zou de laatste dag zijn dat ik naar Abdel ging en hem zou spreken...
Maar toen ik Abdel zag werden mijn sterke gevoel, de woorden van mijn zusters, de les,weggevaagd door het zien van zijn mooie lach. Mijn angst voor Allah raakte op de achtergrond maar verdween toch niet helemaal. Abdel had geen idee van wat er allemaal in mij omging en sprak net als altijd zijn gezellige, leuke woorden. Hij had een plan voor de toekomst en hij wachtte alleen op een woning en daarna zou hij bij mijn ouders komen.
We maakten grapjes over mijn en zijn ouders, maar bij elk woord kwam de angst voor Allah weer naar boven, die ik weer snel weg drukte. Mijn probleem was; hoe moest ik beginnen? Welke woorden moest ik gebruiken?En ik zelf? Kon ik het wel echt om hem niet meer te zien?Voorzichtig stak ik van wal; zachtjes zeggend:"Dit is toch verkeerd?..."
Hij vroeg wat ik bedoelde maar ik kon zien dat hij wel wist wat ik bedoelde en legde het desondanks uit. Hij reageerde rustig en vroeg me:"Wat denk je dat ik zou doen als we in de tijd van de Profeet (s.a.s.) leefden? We zouden al lang getrouwd zijn...maar de tijden zijn veranderd; als ik naar je vader ga, zal hij me weg sturen omdat ik geen eigen huis, baan, geld etc. heb.Maar natuurlijk; je ouders willen het beste voor je en daarom zullen ze mij wegsturen. In de tijd van de Profeet werd je niet om je bezit geweigerd maar om je Islam en je karakter. "Bij elk woord dacht ik na, hij had gelijk...maar wat wij deden kon niet goed gekeurd worden. Abdel was niet zoals andere jongens; hij was serieus..hij wou echt trouwen..maar kon het niet; dat was toch niet zijn schuld? De minuten tikten voorbij terwijl wij in elkaars aanwezigheid bleven. In mijn gedachten was ik bij mezelf..ik was nog niet ver gekomen...een relatie is niet toegestaan en daarmee uit!!! We waren verkeerd bezig dat wisten we allebei heel goed. Ik had medelijden met mijzelf en hem, omdat ik van hem hield.
Hij,die net de feiten liep te verdedigen terwijl hij wist dat hij ongelijk had en geen kant op kon.Hij keek alleen maar naar de toekomst; hoe mooi die wel niet voor ons zou zijn; maar deze dagen dan?Zijn woorden over liefde?Zijn hand die mij niet mocht aanraken? Dat alles negeerde hij en dat kon niet zomaar."Je moet naar huis,"zei hij eind middag.
Het was laat en mijn ouders die mij blindelings vertrouwen dachten dat ik op school zat. Ik...de trots van mijn vader...maar als hij eens wist...Ik keek Abdel aan, wat had ik nu bereikt vandaag? Waar waren mijn sterke gedachten en gevoelens over Islaam? Waar waren mijn wijze woorden die ik had voorbereid om te zeggen? Allemaal weg? We hadden vandaag gelachen, genoten van elkaars aanwezigheid, maar Allah's aanwezigheid genegeerd!...
Abdel leek niets door te hebben van de storm van gevoelens die in mij woedde, totdat hij mijn tranen zag. Ik voelde me machteloos, verdrietig, angstig..Ik herinnerde me de les van de moskee over huilen om je eigen zondes....Nu kon ik mijn gedachten eindelijk naar buiten brengen; alsof je in een file hebt gestaan en je kunt opeens doorrijden.
"...Abdel..ik wil mijn zondes wegen voordat Allah dat gaat doen; met mezelf afrekenen voordat Hij dat gaat doen...Ik houd van je, ben verliefd op je, verlang naar je, maar alles gaat in de schaduw van angst. Ik weet dat je juiste toekomstplannen hebt, je bent ook een juiste jongen, maar toch. We weten niet wat de mektab met zich mee brengt en ik kan niet zo lang aan jouw zijde staan terwijl wij niet getrouwd zijn en de zondes zich op stapelen. We zijn allebei schuldig; ik wil zo niet doorgaan." Ik droogde mijn tranen en even bleef het stil, waarna hij zei:"Je hebt gelijk, je hebt gewoon gelijk...Ik ben ook bang, bang voor Allah en Zijn straf..." Hij staarde naar de grond en bedenkelijk duwde hij me voor zich uit....richting de metro naar huis...
De woorden "je hebt gelijk" waren nooit zo vervelend geweest als vandaag...misschien hoopte ik stiekem op een plan dat alles halal zou maken, maar dat was er natuurlijk niet....Onderweg naar huis was Abdel stil, geen grappen meer, geen verhalen...Hij staarde slechts voor zich uit en ook ik was stil, maar van binnen voelde ik me verlost omdat ik het eindelijk had gezegd....Ik zie het gezicht van abdel nog steeds voor me; bedenkelijk voor zich uit starend, me gedag zeggend alsof hij me nooit had gekend.
Ik zie hem nu niet meer, we praten niet meer uren lang door de telefoon, maar we wachten op wat Allah ons zal brengen....Ik wil de zusters bedanken; zonder jullie was het mij nooit gelukt om deze stap te zetten. Mijn liefde voor Abdel is alleen maar gegroeid nu ik hem niet meer zie. Vergis je niet hoor.. het is geen pijnlijke liefde maar een zoete juist; zoals liefde hoort te zijn; niet alleen voor de mens maar ook voor Allah!
Salaam mensen! we hebben het vaak over de hel maar laat het ons nu eens over het paradijs hebben (want dit is eigenlijk waar iedereen terecht wil komen Inshallah !! ik hoop echt Inshallah dat ons droom zal uitkomen!! Veel leesplezier!!
Het Paradijs Als we ons afvragen wat ons voornaamste doel is in dit wereldse leven, dan zullen velen van ons als antwoord: gelukkigheid in het wereldse leven. Daar is waar iedereen (of de meesten van ons) naar streeft, we zitten op school, om later een goede baan te krijgen, om geld te verdienen, om gelukkig te zijn...