Dit is een lied voor de mensen die zorgen,
dat morgen de mensen al dood zullen zijn,
dit is een lied voor de doden van morgen,
begraven gekist in een stenen woestijn.
Laat ons een bloem en wat gras dat nog groen is,
laat ons een boom en het zicht op de zee
vergeet voor één keer hoeveel geld een miljoen is,
de wereld die moet nog een eeuwigheid mee.
Je preekt en je hakt en je boort door de bergen,
je maakt elke heuvel gelijk met de grond,
de reuzen van nu lijken morgen maar dwergen,
vooruitgang vernieuwd wat er gisteren nog stond.
Laat ons een bloem en wat gras dat nog groen is,
laat ons een boom en het zicht op de zee
vergeet voor één keer hoeveel geld een miljoen is,
de wereld die moet nog een eeuwigheid mee.
De vis in de zeeën vergiftigd gestorven,
het zand op de stranden vervuild door mazout,
en jij door je tankers en chequeboek bedorven,
je weet zelfs niet meer waar de meeuw heeft gebroed.
Laat ons een bloem en wat gras dat nog groen is,
laat ons een boom en het zicht op de zee
vergeet voor één keer hoeveel geld een miljoen is,
de wereld die moet nog een eeuwigheid mee.
En zo zal dan morgen het leven verdwijnen,
verslagen door staal en gewapend beton,
de maan zal dan koud op je nachtmerries schijnen,
geen mens die nog weet hoe het einde begon.
Laat ons een bloem en wat gras dat nog groen is,
laat ons een boom en het zicht op de zee
vergeet voor één keer hoeveel geld een miljoen is,
de wereld die moet nog een eeuwigheid mee
een eeuwigheid mee
een eeuwigheid mee
een eeuwigheid mee
een eeuwigheid mee