Ik heb in het bos een ‘geheime plek’. Je komt er via een klein paadje dat flink overwoekerd is. Ergens middenin is een kleine open plek waar een boomstronk ligt als een stoeltje. Je kunt erop zitten en met je rug leunen tegen de stam van een grote spar. Echt geheim is de plek overigens niet. Ik kom er soms een vrouw tegen die dan op de stronk een sigaretje rookt terwijl haar hond om haar heen scharrelt. Een sigaret roken in het bos vind ik onder ons gezegd niet echt verstandig, heb er al eens iets van gezegd maar blijkbaar is die dame langs één kant doof...
Maar meestal heb ik er het rijk alleen. Gisteren baande ik me nog dapper een weg langs natte takken en door natte sporen. Ik ging op de stronk zitten en sloot even mijn ogen. Er was een frisse wind die door de bomen ruiste. Af en toe voelde ik zelfs even de stam van de spar bewegen, een apart gevoel: een levende rugleuning. Het voelde aan alsof ik op schoot zat, op de schoot van een boom in het bos, mijn universum… Ik voelde me omvat door iets dat groter is dan ik en het voelde veilig, verruimend en ik nestelde me erin. De ideale plek om even onze verstoorde wereld te vergeten...
|