Om bij tijd, eens terug te genieten van de plaatsen waar je ooit geweest bent! De wereld in een muisklik http://www.alovelyworld.com/index2.html
OP REIS MET DE BLAUWE VOGEL - Cruise op deNijl -
1.Lezers die het hele REISVERSLAG WENSEN TE LEZEN.... weet dat dit in omgekeerde orde staat.
Het begint met de terugreis 15.09.06 (zie blog vanaf 3december 06) en eindigt met het vertrek op 01.09.06 ( zie blog vanaf 3 oktober 06)
2.Verder wordt deze blog aangevuld met EGYPTE NU:actuele feiten en vondsten...
08-03-2008
Nederlandstalige kinderen in Egypte schrijven over Egypte
Ik ben Christiaan en ben geboren op 23 november 1993 in Lelystad. Op dit moment woon ik in Kerdasa ; dat is vlak bij Kairo in Egypte.
Wij wonen hier sinds 5 mei 2001 en waarschijnlijk gaan we volgende zomer terug naar Nederland. Ik woon hier samen met mijn zusje Anne-Wil en mijn ouders omdat mijn vader bij de Nederlandse ambassade werkt. Voordat ik naar Egypte ging heb ik alleen nog maar in Nederland gewoond.
Egypte is een leuk land om in te wonen. We hebben een groot huis met een grote tuin en een eigen zwembad en het is bijna altijd mooi weer. Ook de school vind ik erg leuk. Wat ik niet leuk vind is dat wanneer ik met mijn ouders bij Egyptische mensen kom ze altijd gaan kussen en dat iedereen steeds maar weer mijn naam wil weten.
Ik zit op de Dutch Stream van de New Cairo British International School. Het leuke hiervan is dat we gewoon de Nederlandse school volgen , maar dat we ook Engels leren. Het bijzondere aan de school is dat de klassen erg klein zijn en dat drie groepen in hetzelfde klaslokaal werken. Op mijn school moeten we ook een schooluniform aan.
In Egypte spreekt men Egyptisch-Arabisch; dat is een moeilijke taal. I k ken wel een paar woorden , maar ik spreek het niet echt. Mijn vrienden zijn allemaal Nederlands of Belgisch (maar die tellen als Nederlands)
In Egypte is het meestal echt warm ; alleen van november tot maart is het wat koeler en soms s nachts best koud.; vooral in de woestijn. Meestal vind ik het klimaat wel lekker , maar soms is het wel te warm.
Als ik met vakantie naar Nederland ga , ga ik altijd naar Zeewolde , waar wij woonden. Ik zoek dan mijn vrienden op , want die mis ik soms toch wel. Wat ik hier in Egypte ook mis , is dat je niet gewoon op straat kunt spelen of met de fiets naar een vriendje kan gaan.
Wanneer we volgend jaar weer in Nederland wonen denk ik dat ik vooral mijn school in Egypte zal missen , mijn vrienden Wout en Nadim en natuurlijk ook Amin (onze bewaker) en Ramadan (onze tuinman/chauffeur).
Als kinderen naar Egypte komen om hier te wonen moeten ze vooral naar mijn school gaat want die is echt gaaf. Ook is het belangrijk om een sateliet-antenne te hebben zodat je Nederlandse televisie kunt zien. Aan de Egyptische televisie heb je niets.
Dit was mijn verhaal over mijn leven in Egypte ; ik vind het hier fijn , maar ga volgend jaar ook met plezier terug naar Nederland.
Op de fotootjes zie je mijn zusje en ik bij Ramadan achter op de scooter en mijn vrienden tijdens mijn verjaardagsfeestje.
In het Oude Egypte werd niet meer dan een lendendoek gedragen, de kinderen liepen meestal naakt. Op een kleine lok na was alle haar afgeschoren om vlooien, luizen en ander ongedierte te weren. Mannen droegen vaak een eenvoudige lendendoek van linnen die van de heupen tot de knieën reikte. Dit was meestal het enige kledingstuk wat zij droegen.
Bij rijke Egyptenaren waren deze lendendoeken soms wat langer en geplooid tot een soort pofbroek die van voren uitliep in een punt of gedragen werd met een mooie ceintuur.
Van dit kledingstuk zijn wel veertig verschillende modellen gevonden. Soms werd daarop nog een lang hemd gedragen.
Egyptische vrouwen gingen gekleed in een nauwsluitende japon met een soort bretels. Als ze het zich konden veroorloven was dit kledingstuk vaak gemaakt van een doorschijnende, gaasachtige stof met ingewikkelde plooien en versierd met kralen.
zowel mannen als de vrouwen hielden van gouden sieraden, bezet met edelstenen als donkerblauw lazuursteen, bruin kornalijn en felblauw turkoois. Met deze materialen wisten de edelsmeden soms bijzondere kleinoden te maken: zoals halssieraden, armbanden, oorknoppen.
Verreweg de meeste Egyptische vrouwen moesten zich echter tevreden stellen met bloemen, amuletten of een paar mooie schelpen.
Als je bij mij in Egypte op bezoek zou komen, zou ik je als eerste de drie grote piramiden van Gizeh laten zien, want daar wonen wij tien minuten rijden vandaan.
De drie piramiden van Gizeh bestaan uit de oudste en grootste piramide van Cheops (gebouwd in de periode 2589 tot 2566 jaar voor Christus) en de piramiden van Chefren en Mycerinus. Ik vind het daar heel mooi. Je kunt de piramide binnengaan en vanaf een plateau heb je een heel mooi uitzicht over het hele gebied.
Vóór de grootste piramide staat de wereldberoemde sfinx, het oudste en bekendste monumentale beeld van het Oude Egypte.
Als we wegrijden bij de piramiden kom je langs een kanaaltje waarin vaak dode paarden, honden en ezels drijven. Ook zwemmen er kinderen en worden paarden gewassen. De mensen vissen ook in het kanaal en ik denk dat ze de vis ook opeten.
Op vrijdagochtend wil ik je graag meenemen naar de kamelenmarkt in Birqash, ongeveer 15 minuten rijden van mijn huis. Er staan honderden kamelen die worden verhandeld. Op weg naar de markt kom je vaak hele kuddes kamelen tegen op de weg en je kunt er vaak niet langs met de auto. Op de markt is het heel druk. Handelaren, vaak uit Soedan, proberen er hun kamelen te verkopen. Soms is het zielig: de kamelen staan met één voorpoot opgebonden zodat ze op drie poten staan en niet weg kunnen lopen. Ze worden ook veel geslagen.
Wat wel leuk is om te zien is wanneer men een kameel op een pick-up truck probeert te laden. De kamelen willen dat helemaal niet en worden dan boos. Heel veel mannen duwen dan de kameel de auto op. Soms best wel lachen hoor.
In het Boek der Doden wordt verteld, dat de geesten in den hemel 4.601.200 in getal zijn. Men vermoedt, dat dit getal waarschijnlijk de Egyptische optelling was van al de geesten van mensen, die gestorven en in den hemel opgenomen waren; dit is echter zeer onwaarschijnlijk, en wel om voor de hand liggende redenen.
De manier, waarop deze geesten hun tijd doorbrachten, is zeer duister. Sommige leidden de loop der hemellichamen, andere vergezelden de grote goden, op hun reis door den hemel, terwijl weer andere het toezicht op wereldse zaken hielden.
Zij zongen hemelse liederen, ter ere van Ra, als opperste heerser over de goden en hun hymnen beschreven de wonderen van zijn macht en glorie. Zij leefden van de lichtstralen, welke van het oog van Horus vielen, dat wil zeggen, zij werden door het zonlicht gevoed, zodat hun lichamen langzamerhand geheel en al uit licht samengesteld werden.
Volgens één mythe leefden de goden zelf van een plant, welke de levensplant genoemd werd, welke bij een groot meer groeide. Deze opvatting is in overeenstemming met een idee, welke voorstelde, dat de gestorvenen in een Paradijs leefden, waar weelderig bloeiende graanvelden door ontelbare kanalen bevochtigd werden en waar stoffelijke genoegens, van allerlei soort, hun ten dienste stonden.
Het was misschien deze plaats, waar men het voorstelde, dat het eeuwige brood, het eeuwige bier, de hemelse vijgeboom en andere dergelijke dingen het voedsel van de gestorvenen uitmaakte.
Men geloofde verder, dat de gelukzaligen een gelijke kleding als de goden droegen, doch enigen van hen schijnen, volgens hun voorstelling, een linnen gewaad en witte sandalen, aan hun voeten, gedragen te hebben.
Dit alles doet ons zien, dat de hemel van de oudste Egyptenaren eenvoudig een verlenging der aardse toestanden was, of misschien zou men kunnen zeggen, een verbetering hiervan.
Zo lang de Egyptenaar de middelen bezat om brood te bakken en bier te brouwen, zolang hij heldere kleren had en beschutting vond op een plaats, welke rondom door kanalen doorsneden was, beschouwde hij deze toestand als de beste van alle hemels. Het koren placht natuurlijk uit zichzelf te groeien. De gehele idee was materieel, daar het leven eenvoudig, doch gemakkelijk was.
Aangaande den Egyptische hemel is er niets sophistisch, zoals bij het Mohammedaanse of Christelijke rijk der gelukzaligen; zelfs de manier het te bereiken was primitief, daar de oudste bewoners van het Nijldal geloofden, dat zij den hemel bereiken konden, door over de bergen, welke deze schraagden, te klimmen, terwijl de latere bewoners het geloof koesterden, dat zij een ladder nodig hadden, om daarheen te klimmen.
In verscheidene graven werden deze ladders zo geplaatst, dat de doden van hun astrale tegenhangers gebruik konden maken, om de hemelse streken te bereiken. Zelfs Osiris had een dergelijke ladder nodig en werd door Ra en Horus, of door Horus en Set, bijgestaan om deze te beklimmen.
Men vindt in verschillende papyri van het Boek der Doden beschrijvingen van zulke ladders, welke in de graftomben geplaatst werden. Haar lengte werd door den gestorvene zelf bepaald, in overeenstemming met de kracht der toverwoorden, welke hij over haar uitsprak.
De gestorvene was verder, eveneens door toverwoorden, in staat, zich in een vogel, of andere dierengestalte te veranderen. Het is moeilijk, de reden van deze veranderingen in het Paradijs aan te geven, maar de opvatting heeft enige overeenkomst met die der Aztec-krijgers, die geloofden, dat, wanneer zij het gebied van den zonnegod binnengetreden zouden zijn, zij hem op zijn reis vergezellen zouden en naar de aarde zouden afdalen, in de gedaante van een kolibrie.
Om iets te kunnen vertellen over snacks die de mensen in Egypte eten, ben ik een paar weken geleden met mijn vader en Ramadan - dat is een Egyptische meneer die bij ons werkt - naar de stad Kerdassa gegaan. Wij wonen zelf iets buiten Kerdassa; ongeveer 10 minuten lopen.
Eerst zijn we naar de koffieshop gegaan waar mijn vader vaak heen gaat om met mensen te praten. De hele dag en de hele avond zitten daar Egyptenaren koffie of thee te drinken en een waterpijp (een Shisha) te roken. Vrouwen komen daar nooit; die hebben het daarvoor, denk ik, te druk.
Bij de koffieshop zat een meneer achter een grote bak kamelenlever. Bij hem kan je een stuk lever kopen dat hij dan eerst weegt en dan in een hele grote pan gaat braden. De Egyptenaren eten deze lever als ontbijt met een stuk brood. Van het brood maken ze dan een soort vogelbekje dat ze als bestek gebruiken.
Op de foto zie je de bak met lever en Ramadan en ik. Ik heb het zelf niet gegeten, maar Ramadan vindt het wel lekker.
Op de volgende foto sta ik naast een soort pot waar ze bonen in koken. De bonen worden eerst gekookt in water en daarna wordt er olie en tahina in gedaan. De snack heet foel (betekent gewoon: bonen). Je krijgt het in een plastic zakje en ook deze snack wordt gegeten met brood.
Tameya is de volgende snack. Tameya is een soort platte gehaktbal die wordt gefrituurd. Het is gemaakt van groenten en je eet het met een soort zure salade. En natuurlijk weer met brood. Op de foto zie je ook een sapbar waar je allerlei soorten verse vruchtensap kan kopen, maar ook sap van rietsuikerstengels. De rietsuikerstengels koopt men ook wel gewoon als stengel om ze leeg te zuigen. Zie je de stengels voor de winkel staan?
Op de foto met het karretje en de ezel zie je de volgende snack: een gepofte zoete langwerpige aardappel. De aardappel wordt gepoft in het kleine oventje op het ezelkarretje. Wanneer je deze snack koopt, wordt het in een stuk krantenpapier verpakt en je eet het natuurlijk met je handen.
Op de laatste foto heb ik alle snacks uitgestald.
Eerlijk gezegd houd ik niet van deze Egyptische snacks. Ik ga liever naar de McDonalds. Maar om het zeker te weten heb ik overal een hapje van genomen: niet lekker! Gelukkig hadden we Ramadan bij ons; hij heeft alles opgegeten!
De koningen van het oude Egypte hebben altijd een harem gehad. Honderden vrouwen, van alle rangen en standen en overal vandaan leefden er in grote afzondering, louter en alleen voor het plezier van de Farao.
Onder de vele echtgenotes, die hij had, was er een die of van koninklijke bloede of uit de hoge adel afkomstig was, die de status van koningin had, de andere waren bijvrouwen.
Naast de (bij)vrouwen beschikte hij ook over een harem. De farao heerst over de hele aarde, waarvan zijn onderdanen het vruchtgebruik ontvangen. Uitgaande van deze gedachte wil de gewoonte dat, hoewel hij zijn eigen echtgenotes heeft, alle Egyptische vrouwen, vrouwen van de Farao zijn.
De haremvrouwen, die op uiterlijke schoonheid worden geselecteerd uit alle lagen van de maatschappij, staan onder bewaking van een overste. Zij moeten het de Farao naar zijn zin maken.
Ze moeten goed kunnen musiceren, zingen en dansen. Hoewel ze bij hun heer geen enkel recht kunnen claimen, krijgen sommige van hen grote gunsten toebedeeld en mogen ze bijvoorbeeld de hoofdtooi van de prinsessen dragen of, maar dat gebeurt veel minder vaak, de uraeus, het heilige symbool.
Deze vrouwen die bij de Farao een streepje voor hebben worden vorstin van het land, heerseres over beiden landen, koningin van de Deltaof mooie koningingenoemd.
Naast de talloze Egyptische vrouwen zijn er ook buitenlandse vrouwen. Ze zijn herkenbaar aan hun kleding, kapsel, muziek en hun manier van dansen. Amenhotep III kreeg als blijk van trouw en verbondenheid de Mitannische prinses Gilochipa, de dochter van de prins van Nagarina, die hij de status van echtgenote gaf, maar ook 317 van haar allermooiste dienstmeisjes als haremdames.
De Farao vierde dit heuglijke feit door grote herdenkings-scarabeeën uit te geven. Het vrouwenhof werd bewaakt voor een groot aantal wachter die de haremvrouwen alle contacten met de buitenwereld verboden.
Het beheer over de harem was in handen van hoge functionarissen, zoals de directeur van de koninklijke vrouwenvertrekken, de schrijver van de koninklijke verblijven en de haremluitenant.
Niet alle faraos kregen zoveel kinderen als Ramses II, die naar men zegt meer dan 100 (zelfs 200) kinderen bij zijn bijvrouwen kreeg.
Er werden speciale bijgebouwen neergezet voor het koninklijke nageslacht, dat, als het eenmaal volwassen was, moest deelnemen in het bestuur van de Staat Egypte.
In het Midden Rijk gingen veel kinderen van de bijvrouwen van de Farao in het leger, waar ze uitblonken in dapperheid. Ramses III is een van de weinige - zo niet de enige - die zich op muurschilderingen in zijn harem heeft laten afbeelden. Toch kostte deze harem hem waarschijnlijk zijn leven. Teje, een van zijn bijvrouwen, droomde ervan haar zoon Pentawer op de troon te zien. Ze beraamde een samenzwering waarbij ze onder een hoedje speelde met een groot aantal bijvrouwen, hoge ambtenaren en harembewakers.
Dat leidde tot de val en de dood van Ramses III, die al wel op leeftijd was, maar nog volop genoot van het aanzien dat hij met zijn roemrijke overwinningen in het buitenland had verworven. Op zijn sterfbed gaf de koning twaalf rechters opdracht de zaak uit te zoeken.
Tijdens het proces ontsnapten de haremdames, hoewel ze onder speciale bewaking waren gesteld, om feest te gaan vieren met een generaal en twee van de rechters. Een deel van de schuldigen werd gestraft, Pentawer pleegde zelfmoord en Ramses III kondigde algehele amnestie af omdat hij het schandaal liever de kop indrukte dan dat hij zich de woede van zijn bijvrouwen op de hals haalde.
Veel mensen hebben een fout beeld van Egypte, omdat het een islamitisch land is. Als iemand Egypte zegt, dan denken sommige mensen aan helemaal gesluierde vrouwen, vrouwen die niet mogen autorijden, meisjes met hoofddoekjes en meisjes die niet naar school mogen gaan. Dat is allemaal niet waar.
Je vindt in elke religie fanatiekelingen. Er zijn best wel een paar mensen die zich echt dag en nacht bezig houden met de koran (de islamitische bijbel) en het soms ook overdrijven. Zo heb ik een keer een familie ontmoet; de moeder was helemaal gesluierd en ze hadden een zoontje dat niet mocht zingen, want dat vonden zij haram (iets dat niet mag volgens de islam). Maar dat is helemaal niet zo. Hij mocht ook niet meedoen met kerstprojecten, omdat kerst iets is voor christenen, maar dat maakt hier niets uit.
Ik ben zelf ook moslim en ik respecteer alles wat er mee te maken heeft, maar ik kan toch merken dat ik niet zo religieus ben als de rest. Terwijl ik door een heleboel mensen in Europa erg religieus zou worden genoemd. Hier krijg je op school ongeveer drie tot vijf lessen per week godsdienstles. Dat gaat niet zo zeer over de islam, maar over God, dus eigenlijk wat christenen en joden ook te horen krijgen. Wij moeten wel stukken uit de koran leren en opzeggen.
Er zijn ook een heleboel christenen in ons land. Bij mij in de tweede klas zijn er ongeveer zeven christenen. De leraren proberen ze meestal bij elkaar te zetten in de klas, omdat de christenen apart godsdienstles krijgen. Iedereen is hier bevriend met elkaar en de juffen en meesters steunen ons daar ook in, zolang je, volgens mijn godsdienst lerares, maar niet met een christen gaat praten over godsdienst.
Iedereen hier draagt ook gewoon wat hij of zij wil. Vooral op onze leeftijd gaan we heel erg met de mode mee. Hoe ouder je wordt, hoe meer meisjes hoofddoekjes gaan dragen. Tot groep zeven vind je eigenijk niemand met een hoofddoek. Misschien is er één iemand met een hoofddoek in groep acht. In de eerste klas van de middelbare school beginnen kinderen ze te dragen. Ik zit in de tweede en heb 34 meisjes in mn klas. Zes daarvan dragen een hoofddoek en er zullen wel twee meisjes bij komen tijdens de ramadan.
Tijdens ramadan gaan meisjes vaak een hoofddoek dragen want dan krijg je bij alles meer punten dan normaal. Volgens de islam heb je altijd twee engelen bij je, eentje die alle goeie dingen opschrijft en eentje voor de slechte. Alles wat je doet levert punten op. God bekijkt die later om te beslissen of iemand naar de hemel of naar de hel gaat.
Iedereen rijdt auto en het maakt niet uit of je een man of een vrouw bent. Er zijn een heleboel vrouwen zonder hoofddoeken en genoeg meisjes dragen minirokjes of gewone kleren. Ik wou ook nog even zeggen dat het verboden is op mijn school om gesluierd te gaan. Als je je bedekt, mag je hier alleen een hoofddoekje dragen.
Bikini: Mensen in het Westen riepen schandaal toen de bikini verscheen.
Nog erger werd het toen de monokini onze stranden veroverde. In de oude Egyptische beschaving was dit gewoon.
Vrouwen gingen 6000 jaar voor Christus zo baden en omstreeks 2000 jaar voor onze tijdrekening was het voor werkende vrouwen de gewoonste zaak ter wereld dat zij zich ontkleedden als het te warm werd.
Welstellende Egyptenaren bezaten in hun woning ook al badkamers waar slaven hen besprenkelden en inwreven met zalfjes, die de lichaamsgeuren verdreven. De zalfjes waren een mengeling van terpentijn en wierook.
29-02-2008: Het zal u niet ontgaan zijn dat het vandaag een schrikkeldag is. Om de 4 jaar, tenzij het een eeuwwisseling betreft, hebben we er zo eentje. Diegenen die vandaag jarig zijn genieten een jeugdig leven, slechts om de vier jaar komt er een kaarsje op de taart bij. Wat minder bekend is, is dat 29 februari lang niet bestond en pas later tijdens het gebruik van onze kalender werd ingevoerd.
Van origine - toen de Juliaanse kalender de norm bepaalde - was de schrikkeldag een nummerloze dag en viel hij niet op 29 februari, maar wel tussen de 23e en de 24e februari. De dag noemt in het latijns niet voor niets ante diem bis sextus Kalendas Martii, wat ruim vertaald zoveel betekent als extra dag vóór maart.
( Weer een andere kalender )
De dag-die-niet-genoemd-mag-worden had men in het begin tussen twee dagen gesitueerd en dat is behoorlijk apart. Volgens het volksgeloof bracht die dag ongeluk. De Fransen hebben nog de uitdrukking: 'il me porte bissestre', in de betekenis van: dit brengt mij ongeluk. Op die dag geboren worden bracht leed en ellende. Op de extra dag dient u dus waakzaam te zijn.
De Egyptenaren zijn er op 6 maart 247 voor Christus mee begonnen. Farao Ptolemaeus III had deze naamloze dag ingelast tijdens het decreet van Canopus. Men nam natuurlijk notulen van de vergadering en deze werden, net als de overbekende Steen van Rosetta, opgetekend in zowel het Grieks als het Egyptisch. Het decreet van Canopus werd op 15 april 1866 ontdekt in San al-Hagar, de oude hoofdstad Tanis van Egypte. De schrikkeldag op de tweede 23e februari bleef nog in gebruik tot aan de Gregoriaanse Kalenderhervorming in 1582.
426 Jaar geleden besloot men het in Rome iets anders aan te pakken en de kalender te hervormen. Toen werd de Juliaanse kalender de Gregoriaanse die we nu nog steeds gebruiken. De grote doorgevoerde veranderingen was het wijzigen en benoemen van de schrikkeldag, en het veranderen van het aantal dagen per maand. Voorheen telde iedere maand 30 dagen en had men naast de schrikkeldag vijf extra dagen om tot 365 te komen. Dit werd opgelost door de maanden afwisselend 30 en 31 dagen te geven en februari in te korten.
eerste vrouw in de islamitische wereld die paren mag trouwen
Eerste vrouw bij burgerlijke stand Egypte
CAÏRO - De eerste vrouw in de islamitische wereld die paren mag trouwen én scheiden woont in Egypte.
De benoeming van de juriste Amal Soliman tot ambtenaar burgerlijke stand heeft meteen tot ophef geleid.
,,Tradities kunnen worden doorbroken, zegt de 32-jarige vrouw. Het haar en de hals zijn bedekt door een hoofddoek met grote bloemen. Zij woont 90 km ten noordoosten van Caïro. Amal Soliman kreeg het idee voor dit beroep toen haar oom, die lang ambtenaar burgerlijke stand was, vorig jaar overleed. De vrouw wil bovendien geld verdienen, zodat haar gezin kan verhuizen naar een ruimere woning.
,,Ik was bang dat de mensen me zouden uitlachen, zegt zij over haar beroepskeuze. Samen met haar man haalde ze referenties van tien mannen uit haar stadje op. ,,Zij moesten bevestigen dat ik voor dit werk geschikt ben en een goed mens ben. Zij kreeg tevens de steun van de hoogste islamitische leider. Ook de minister van Justitie is akkoord. Onder de tegenstanders zijn mannen en vrouwen. Als zij ongesteld is, mag zij de Koran niet vastpakken. Haar antwoord: ,,Ik hoef de Koran niet vast te pakken als ik twee mensen in de echt verbind. Critici vragen zich ook af of mannen een huwelijk dat door een vrouw is gesloten, wel serieus nemen.
In Egypte is er,zoals veel mensen weten, veel te bekijken. Zowel Islamitisch als Faraonisch. Mijn favoriet is het Egyptisch museum, daarin vind je veel Faraonische schatten. De trots van dit museum zijn de schatten van Tutankhamon, dit was een farao die maar 19 jaar oud was toen hij stierf, zijn graf licht in het dal der koningen in Luxor.
Er ligt: zijn dodenmasker, zijn armbanden, zijn kettingen, zijn troon, zijn voetenbankje, zijn staf, enzovoort. Ik ben hier 2 keer geweest.
In Giza, vlak bij Cairo vind je de beroemde piramides van Cheops (ook wel Khufu genoemd ), Khefren en Mycarinos. Als je in Cairo rijdt, zie je ze al liggen maar als je erin gaat is het nog veel mooier. Het is er donker, maar het is er verlicht door gloeilampen. Ik ben hier 2 keer ingeweest en ik zie ze zeker 2 keer per week.
Nu naar de middeleeuwen.
Het verdedigingsfort tegen de kruisridders was gebouwd door Saladdin (in Arabisch Salah el Din ), je kunt er in gaan om het te bekijken, in de Citadel ( zo heette het fort ) is ook de Mohamed Ali moskee, het Egyptisch legermuseum en het Egyptisch politiemuseum. Ik ben hier een keer geweest, een keer in het legermuseum en nog nooit in het politiemuseum.
Er is in Cairo ook de Khan el Khalili, een markt waar van alles en nog wat te koop is. Ik rij hier vaak langs en ik ben er 2 keer geweest.
In Luxor is het dal der koningen, een plaats waar de faraos uit het nieuwe rijk begraven zijn. Je hebt ook het dal der koninginnen, waar de vrouwen van de faraos begraven waren. Ook is er het dal der nobelen, waar de nobelen begraven waren. Ik ben 1 keer in het dal der koningen geweest, maar nooit in het koninginnen en nobeldal. Ook is er in Luxor de Luxor-tempel, een tempel voor de oud-Egyptische goden. En ook de karnak-tempel in Luxor eerde de vele goden.
De anti-Koranfilm van Geert Wilders heeft, nog voordat deze is uitgebracht, tot een boycot van een Nederlandse film geleid. Het Internationale Filmfestival voor Kinderen in Cairo weigert de Nederlandse bijdrages te vertonen. Voor zover bekend is het de eerste echte boycot van een Nederlands product in een islamitisch land als gevolg van Wilders' film.
Kinderfilms uit Nederland en Denemarken zijn niet welkom op het kinderfilmfestival, zo maakten de organisatoren op een persconferentie in Cairo bekend.
De film Waar is het paard van Sinterklaas wordt geboycot op het kinderfilmfesitval in Cairo
De boycot tegen de Nederlandse en Deense inzendingen is een protest tegen zowel de aangekondigde film van Geert Wilders als het herdrukken van Mohammed-cartoons in Deense kranten. Het is een 'symbolisch gebaar tegen al degenen die doorgaan met het beledigen en neerhalen van welke monotheïstische religie dan ook', aldus de organisatoren.
Het Egyptische Internationaal Filmfestival voor Kinderen is van 6 tot 13 maart.
De Nederlandse bijdrage van dit jaar zou in ieder geval Waar is het Paard van Sinterklaas van Mischa Kamp zijn geweest. Twee jaar geleden stond de Nederlandse film nog centraal op het kinderfilmfestival in Cairo. Toen werden zo'n twintig Nederlandse kinderfilms getoond.
In tegenstelling tot wat grote Hollywood producties ons wijsmaken werden de piramiden en andere bouwwerken niet door slaven, maar door handwerklieden gebouwd.
Op bevel van de vizier hoofd openbare werken van de Farao, werden handwerklieden aangetrokken uit de boerenbevolking die volgens een systeem van verplichte herendienst op ieder moment kon worden opgeroepen oor de bouw van openbare werken.
Deze arbeiders wilde niets liever dan werken voor hun farao, omdat ze er van overtuigd waren dat het was voor een goddelijke zaak.
Voor de indrukwekkende piramide van Cheops zouden twintig jaar lang roulerend bijna 100 000 mensen ingezet zijn om 2,5 miljoen blokken steen van ongeveer 2 ton per stuk te vervoeren, te verplaatsen en op te stapelen. Om deze grote bouwplaatsen te laten doorgaan zonder dat het werk op het land eronder leed, dit was ook net zo belangrijk, werkte de vizier met ploegen van 20 000 man die elkaar om de drie maanden afwisselde. De arbeiders die ingezet werden werkten negen dagen en mochten de tiende dag uitrusten. De mannen die dichtbij woonde gingen terug naar huis. Voor wie dit niet mogelijk was, bakte het brood voor de komende week, of zij ruste uit op een matje op de harde grond met een biertje of gestremde melk.
Rondom het bouwterrein ontstond een groot aantal gelegenheidsdorpen, vlak bij de talloze werkplaatsen en levensmiddelenwinkels.
Elk huis, dat van ongebakken steen gebouwd was, had een keuken en een broodoven en er was plaats voor een tiental mensen. Op de plaats waar de piramide gebouwd werd heerste altijd grote bedrijvigheid.
Er werden manden en korven gemaakt, vrouwen droegen zware waterkruiken op hun hoofd. De steenbakkers werkten met gehakt stro en zachte klei. Boeren die als arbeiders waren ingezet moesten zware steenblokken verslepen voor de steenhouwers of ander materiaal voor de schilders, houtbewerkers, timmerlui, meubelmakers, botenbouwer, leerlooiers, iedereen droeg zijn steentje bij.
De boeren waren in de meerderheid. Drie maanden lang moesten zij de velden en hun kudde achterlaten om mee te bouwen. De meesten werden uit de buurt van de omgeving gehaald, maar als voor een groot project zoals de bouw van een piramide en enkele duizenden krachten nodig waren, aarzelde de vizier niet om de boeren langer dan drie maanden te laten werken, of mensen van verder af te laten komen.
De professionele ambachtslieden kwamen altijd uit de naburige grote steden. Het systeem van verplichte herendienst is nog lang van kracht geweest tot lang na het bestaan van de faraos. Pas in 1889 werd het afgeschaft.
De farao vaardigde regelmatig per wetsvoorstel vrijstelling voor bepaalde beroepsgroepen, zoals priesters en personeelsleden van de koninklijke begrafenisondernemingen.
Later in het Midden Rijk werden deze wetsvoorstellen ook op de middenklasse van toepassing, dit had betrekking op bijvoorbeeld schrijvers in overheidsdienst. Deze gunsten leiden tot opstanden van herendienstplichtigen. In de loop van de eeuwen neemt het verzet alleen maar toe. Als een herendienstplichtige vlucht, wordt hij tot levenslange dwangarbeid veroordeeld. De schuldige werd van zijn vrijheid beroofd en liep de kans van het ene gebied naar het andere overgeplaatst of kon aan een ander verkocht worden.
DEN HAAG - De Smurka heet-ie, de smurf (of smurfin?) met een burka. Zn blauwe neus steekt nog door het islamitische allesbedekkende kledingstuk heen, zn blauwe handjes komen tevoorschijn onderaan de mouwen en je ziet ook zn witte voeten en ogen. Verder doet de burka zijn werk: zowat alles bedekken.
De geweigerde Smurf in burka, de Smurka. LEZERSFOTO ALWIN HUBER
Maar we zullen de Smurka niet op de website Happysmurfday.com zien. De Smurka is van Zoetermeerder Alwin Huber.
Vorige week vrijdag werden in de straten van Scheveningen en Den Haag duizenden plastic smurfpoppetjes verspreid om de vijftigste verjaardag van het beroemde strip- en tekenfilmvolkje te vieren.
De bedoeling was dat kinderen de ongeveer twintig centimeter hoge poppetjes zouden meenemen naar huis om in te kleuren of aan te kleden. Een foto daarvan kun je dan sturen naar happysmurfday.com en meedingen naar een prijs.
Maar de Smurka werd geweigerd en Hendrik Coysman van het Belgische bedrijf IMPS (dat de rechten van de smurfen bewaakt) legt uit waarom: We willen met de smurfen geen pornografische, politieke of religieuze toestanden. Ook een smurf met een Jezuskruis zouden we niet toelaten.
Over islamo-fascisme, de grenzen van de tolerantie en het couscous-model
Enige tijd geleden sloot Jan Leyers zijn TV-exploratie doorheen de Islamwereld af. De reis startte in Cordoba, ooit hoofdstad van het Moorse Spanje, en eindigde met een anticlimax in Saudi-Arabië, nabij de heilige stad Mekka, waar Leyers als heiden niet welkom was.
Wat had hij dan gedacht. Zich als moslim vermommen, zoals Richard Burton in 1853 deed, vond de olijke VRT-toerist veel te riskant: ontmaskerd worden staat gelijk met de doodstraf.
En zich tot de Islam bekeren was al evenmin een optie: Mevr. Leyers wil niet de rest van haar dagen in een Burka slijten; bovendien kan men zich achteraf niet meer ont-keren, een afvallige wacht eveneens de dood.
Geen pastoorstruc kon hier helpen. Blode Jan vertrok dus met stille trom, en deed wat alle Westerse intellectuelen in zon geval doen: een boek schrijven. Een, naar ik aanneem, vrij accuraat reisverhaal met veel pittige details.
Maar waarin tussen de regels toch duidelijk wordt met wat voor een probleem wij hier in Europa eigenlijk opgescheept zitten: het wordt nooit wat met die Islam,- dit is gewoon geen religie zoals een ander.
Veeleer combineert ze de slechtste eigenschappen van haar twee zusters: het fundamentalisme van het Jodendom en het expansionisme van het Christendom. Met een eigen accent van humorloos ressentiment en fallo-sadisme. Is weldenkend Vlaanderen eindelijk ontwaakt uit zijn eenheid-in-verscheidenheid-idylle, waarbij de Islam één krent zou zijn van de multiculturele taart?
Een café zonder vrouwen Is de toon van de TV-reeks en van het boek nog onderkoeld en bewust anekdotisch, in interviews nadien neemt Jan Leyers geen blad voor de mond: de kloof tussen de middeleeuwse Islam-theokratie en het geseculariseerde Westen is onoverbrugbaar.
Het is een schrijnende bekentenis, gelet op de man in kwestie die het formuleert. Want in De weg naar Mekka gaat het niet om de zoveelste makakkenmop, een VB-tirade of een O nee, alweer een moskee-meezinger die uit de jukebox galmt van Café Odal.
Neen, hier is een bezadigde exponent van politieke correctheid aan het woord, een goedlachs TV-gezicht, ex- gitarist van het rockgroepje Soulsister, die ooit nog op een blauwe maandag filosofie studeerde.
Het korte Metro-interview dat Leyers weggaf, getiteld Een café zonder vrouwen is de grens van Europa (22/10/07) slaat in elk geval nagels met koppen. De auteur stelt vast dat een coëxistentie tussen de wereld van de moslim en die van de min of meer ontkerstende Europeaan een fantasme is dat we beter achter ons kunnen laten (Ik kan me heel weinig voorstellen bij een Europese Islam).
Hij zit daarbij op één lijn met de belangrijkste Vlaamse Islamkenner en Arabist Urbain Vermeulen (KUL), die sinds zijn boek Islam en Christendom, het Onmogelijke Gesprek? zowel door De Morgen als door De Standaard persona non grata is verklaard. Een fatwa van politiek-correct Vlaanderen dus,- Leyers mag opletten. Want, zo stelt hij, de Islam blijkt te zijn, wat we steeds vreesden: een volstrekt statisch- autoritaire mannencultuur, gekenmerkt door een totale afwezigheid van vrijemeningsuiting, een geïnstitutionaliseerd sadisme tegenover de vrouw, en een onvoorwaardelijke onderwerping aan het religieuze primaat, de almacht van Allah waarin de mannelijke autoriteit zich projecteert.
Hij duldt geen enkel empirisch argument en beweegt zich in pure cirkelredeneringen, met Allah als middelpunt en de Koran als passer.
Het onderwijs bestaat vrijwel uitsluitend uit het slaafs vanbuiten leren van die Koran, een perfecte strategie voor autoritaire regimes om gedweeë onderdanen op te voeden.
Het idee dat de Islam zich gaandeweg zal moderniseren, als we maar wat geduld oefenen, af en toe wegkijken, de bloedneuzen stilletjes stelpen en ons tolerant blijven opstellen, veegt Leyers van tafel: het autoritair-theocratische niet-denken zit hen in de culturele genen, aldus onze verkenner.