Inhoud blog
  • De Geschiedenis Herhaalt Zich
  • Brazil
  • Eindelijk!!!
  • Oneindige Liefde, Onbereikbare Vrijheid en Onverschillige Wreedheid
  • KKK - Kemels, Klootzakken en Kommissaris's

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Archief per maand
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 11--0001
    Zoeken in blog


    free counters
    Laatste commentaren
  • Fijne avond nog ... (Gita)
        op Met de Nagel op de Kop - Zelfdoding als Verlossing - Staf de Wilde
  • Lieve groetjes vanuit De Klinge (Lana & Pip)
        op Voyeurs en aanverwanten
  • Wandelgroetjes uit Borgloon (Johnny en Christiane)
        op Gruwelijk
  • Wandelgroetjes uit Borgloon (Johnny en Christiane)
        op Nog meer tegenslag..
  • Lieve midweekgroetjes en een zonnige dag ..... (Gita)
        op Brottende liefde
  • welkom (miekemuis en maatje)
        op Vervolgende bladzijden
  • Foto
    Zoeken met Google


    De Beul van Rumbeke
    Herinneringen, anekdotes, gebeurtenissen...
    12-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gevaarlijke poepen

    Een andere keer dat ik mij, onverwacht, bloot heb gesteld aan gevaar is gebeurd nadat ik mijn vrouw naar de engelse taal cursus had gereden (ze studeert nog altijd Engels en nu ook Spaans). Na haar daar af gezet te hebben kon ik niet vermeiden mijn blik, op een wiegend achterwerk, op het trottoir, te laten rusten. Om er zeker niets van te missen, had ik zelfs de snelheid van de auto aanzienlijk verminderd. Vooraleer ik, echter, de tijd had om te begrijpen wat er precies aan de hand was sprong het schepsel, razend vlug, de passagiersdeur binnen. Ach, waarde mij aan het uitnodigen misschien, kraakte ze? De klank van haar stem, plus haar uitzicht, nu van dicht beschouwd, deden het me opeens beseffen dat het zich om een travestiet begaf. Ik vroeg het ook onmiddellijk, zonder aarzelen. Nee nee, ontkende ze beslist, bekijk maar eens mijn tieten hier, pas twee weken geleden ben ik er mee gestopt mijn kindje te voeden. Ach já? Drong ik aan. Kijk eens hier, madammeke, het is beter prompt uit mijn auto te stappen, hé!

    Intussen was ik langzaamaan door blijven rijden, want er was geen enkele plaats te bespeuren, vrij om te parkeren. Oké schatje, reageerde ze, laat me er dan wat verder, uit. Dáár aan die hoek, wees ze. Opgelucht een rappe oplossing voor een mogelijk gevaarlijke toestand, ontwikkeld te hebben, streefde ik er zonder aarzelen naar toe. Ter plaatse gearriveerd en weeral helemaal onverwacht werd de auto omringd door vier andere travestieten, die zogezegd vriendschappelijk tegen de deuren en ruiten aan kwamen leunen. Let op hé, baasje, we zijn allemaal gewapend met scheermesjes. Wilt ge er levend van uit geraken? Meteen zochten ze mijn zakken na, loerden in het handschoenvakje van de auto en onder de zitbanken. Ik bewaarde mijn kalmte, overhandigde het geld dat ik bezat, vroeg mijn documenten terug en zweerde dat ik niets anders van waarde bezat. Toen wilde die travestiet, die naast mij had plaats genomen, weten, van de andere die aan mijn linkerkant, buiten, recht stond, of het toch niet beter zou zijn me te verminken in het aangezicht. Allez, allez, waarom dan toch, probeerde ik, verbaasd? Ik ben toch aan het coöpereren zeker? Dat heeft waarschijnlijk mijn redding betekend, want ze beslisten allemaal ineens rap wég te wezen.

    Daar had echter de travestiet die in de auto achter was gebleven, niet op gerekend en ze trachtte verwoed, maar tevergeefs, uit de auto te ontsnappen. Het veiligheidsslot voor alle deuren, zoals standaard is vandaag, is echter alleen maar bedienbaar vanaf mijn deur. Maar dat besefte ik, op dat ogenblik, zelf ook nog niet. Laat me buiten begon ze nerveus en schellend te tieren. Ze vocht met de klink, wrong zich over haar zetel heen naar de bank vanachteren, trachtte daar ook de deur te openen en niets...

    Haha, schreeuwde ik woedend, nu zal ik uw gat eens goed verkrachten, hé. Neetje, alstublieft niet, ik ben nog maagd, huilde ze wanhopig.

    Wel kom, dat laatste deeltje is niet echt gebeurd, maar dat ik goesting had zijn slap hol met een bezemsteel te ontmaagden, dat had ik. Had ik er maar ene bij mij gehad…

    12-02-2011 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    11-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zilver: 't is bijna niets..

    Jawel, ik heb gisteren niet vermeld, opzettelijk, dat mijn dochter enkel “Zilver” heeft veroverd in de recente Judokampioenschappen van de Staat van Pernambuco (ze is dus nu lokale Vicekampioen, terwijl ze de Braziliaanse titel had veroverd, verleden jaar en het jaar daarvoor). ’t Was ook al drie jaar lang dat ze iets minder dan “Goud” had ontvangen. De oorzaak is niet moeilijk aan te duiden. Ze was, tot vorig jaar, een “zwaargewicht” in haar categorie, wat betekent tot en met 12 jaar, tot en met 52 kg. Dit jaar bleek het onmogelijk haar gewicht onder de 52 kg te blijven behouden en ze is moeten stijgen naar de categorie “superzwaar gewichten”, vanaf 53 kg, zonder verdere gewichtslimiet. Ze weegt nu 55 kg (nog altijd 12 jaar oud) en is verslagen geworden door een meisje dat ongeveer 65 kg weegt en bijna een hoofd groter is (en huidig Braziliaans kampioen). Dat alleen is eigenlijk geen reden genoeg om de hand niet te hebben gelegd op de gouden medaille (want ze had haar eerder al eens overwonnen in een andere wedstrijd), maar ’t zal ook wel een beetje liggen aan het feit dat ze haar eigen capaciteit onderschat; te weinig aanvalt en de tegenaanval verkiest, wat niet altijd succes oplevert.

    Ik was er de put van in! Zijzelf heeft me komen troosten: dat ze onmogelijk altijd alles kan blijven winnen, dat ze ook, af en toe, eens ne keer zal moeten verliezen, dat ik me niet hopeloos moet voelen, dat het leven nu eenmaal zo is, enz...

    Wat denkt ge nu misschien? Dat ik helemaal verslagen ben? Uitgeroeid? Plat gestampt? Overwonnen? Overheerst?

    Oké, 't is waar, er zijn momenten dat men zich zo voelt. Ik heb mezelf weeral zien buigen tot praktisch aan de grond. Maar 't is niet genoeg geweest om te kraken, ook weeral. En het is al lang over. De weerstand was wel wat aangetast, oké, ik moet het bekennen, maar ik heb mezelf toch nog terug kunnen omhoog trekken. Eerst mijn benen bijeen geraapt. Dan mijn achterwerk op getild. Mijn rug recht gericht. Mijn hoofd op gehoffen. En daar sta ik weer, gereed voor een nieuwe uitdaging.

    Tegen de vorige heb ik, inderdaad, het spit moeten delven.

    Het versterkt, nochtans, mijn opvatting: het leven heeft eigenlijk alleen maar belang, zolang men kinderen heeft die onze strijd voort blijven zetten. En dus zal ik verdere pogingen moeten ondernemen. Als ik het opgeef ben ik verloren. Want dat is synoniem van EINDE.

    Zo voel ik mezelf soms. Overbodig. Nutteloos. Tenware ik mijn eigen vlees ná laat. En dat wordt een reden op zichzelf. Men is niets als men niets levends achter laat. Het vlees van uw vlees. De enige erfenis die het waart maakt er voor geleefd en gewroet te hebben..

    Ik voelde me net zoals dat lijk op het treinspoor, hoeveel jaren niet terug? Overreden. Verslonden. Zonder enige kans verder leven te verwekken. Mijn vlees en bloed. Geweigerd door de natuur. Afgekeurd.

    Kinderen adopteren staat ook nog altijd in mijn plannen.

    Maar ik besef dat al dat opgekropt verdriet een negatief effect heeft op mijn gezondheid. ’t Blijft maar opstapelen en opstapelen en ik kan er gene weg nemeer mee. Tja, ´t is waar; hoe meer tijd een mens reserveert om over zijn eigen verdriet te piekeren, hoe dieper hij in de put geraakt. Het is beter door het venster te staren en te analyseren wat er allemaal nog gedaan kan worden. De volgende stappen uitrekenen om niet in verwarring te geraken. Vast te stellen dat het verleden eigenlijk groter is dan de toekomst. Te besluiten dat ik nog altijd niet op de eerste plaats van de rij sta. Dat ik het ritme terug wat moet óp drijven. En dan te redeneren dat ik niet geschapen ben geweest om me nutteloos door het leven heen te sleuren.

    Dus???!!

    11-02-2011 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    10-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kinderen, de vrucht van het leven

    Ik ben, zonder er langer over te willen piekeren en schuimen, een café gaan opzoeken om mijn rust te herstellen, mijn reden te heroveren, te bedenken dat ik er ooit wel eens in zal slagen mijn muziek op dezelfde golflengte van die van de anderen uit te zenden, niettegenstaande die verduvelde storingen en nogmaals de noodzaak vast te stellen thuis, meer en meer kinderen onder de paraplu te plaatsen, eigen of geadopteerde, om ze het bruisend leven in te stuwen, zelfzeker te zijn, kracht te hebben door te terten, onafhankelijk van de keren dat ze struikelen, moedig genoeg zijn niet na te laten hun hart bij hun ouders, af en toe, ne keer te luchten...

    Zelfs moordenaars en verkrachters hebben er geen spijt van kinderen verwekt te hebben, gepland of niet, eens ze, door hen, omhelsd worden. Diene dwaze praat van één van mijn neven in België en zijn naïef gezelschap, in verband met "kinderen", zal maar blijven duren zolang het duurt. En als 't wat langer duurt dan de natuur bereid is te wachten zal hij nog vele keren terug peinzen aan de domme commentaar die hij uitgebraakt heeft toen hij nog kompleet groen was. Is 't nie voor ´t één of voor 't ander, 't is genoeg om over iemand te beschikken (wat een zonde is; maar 't is een dagelijkse en geen doodzonde) die er niet voor terug zal deinzen uw achterwerk af te kuischen als ge verlamd van de ellende met uw laatste adem aan het vechten zijt. En zonder er een vergoeding voor te vragen. De liefde voor uw kinderen, vooral, maar ook omgekeerd, de liefde voor uw ouders (diene Nonkel Fons niet inbegrepen) is ONVERGELIJKBAAR. Niets in het leven is volmaakt, maar als er iets bestaat dat de grenzen van het volmaakte benadert is het de liefde die een mens (vooral de moeder) koestert voor zijn kinderen.

    Trouwen? Kinderen hebben? Da's voor de onnozelaars! Maar ze beweren dat maar terwijl ze nog zelf flink en fris zijn. “Cu doce” zijn (letterlijk: een zoet gat bezitten of, beter vertaald: genoeg hebben aan zichzelf). Ze vermoeden dat ze zelf nooit oud zullen worden en hebben zelfs een zekere hekel aan oudere mensen. "Neanderthalers", zoals ze minachtend genoemd worden. Ze hebben zelfs de neiging te geloven dat ze ongenaakbaar zijn voor ziekten en ongelukken. Dat ze misschien zelfs de uitzondering van het leven zullen betekenen en de natuurwetten tegensprekend, helemaal nooit zullen sterven.

    Dus proficiat Rudo, dat het maar weinige jaren geduurd heeft vooraleer ge plechtig tot het besluit zijt geraakt dat kinderen zo intens belangrijk zijn...

    10-02-2011 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    09-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gapen, boeren, wateren, winden en dutten van de verwachting..

    Zonder het eigenlijk zelf goed te beseffen zat ik daar, in de "volkstribune" van het openbaar stadium van de stad Caruaru, in het binnenland van de Staat van Pernambuco, voortdurend te gapen. Mijn dochter was deel aan het nemen aan de Staats Judokampioenschappen en was haar respectieve matchen aan het afwachten. Ze was ook wat nerveus, vanzelfsprekend, maar mijn lijden was aanzienlijk intenser, terwijl de opgestapelde spanning mij, letterlijk en figuurlijk, aan het overmeesteren was. Een overwelvende en onweerstaanbare drang om voortdurend te blijven gapen. Zonder reclamerende honger of dorst, maar onvermijdbaar vergezeld van ongezellig klotsende darmen en andere rammelende ingewanden. De drang van de woeste winden, die blijkbaar geklemd in mijn onderbuik, bleven wachten op verlossing, lieten me niet in vrede. De lucht die ik voordien, zonder argwaan en onbewust, droog, had ingeslikt, samen met de benauwdheid, pleegden constante aanvallen op mijn weerstand in het openbaar te boeren. De nooit wijkende drang om verlossend te gaan wateren en die daarna, vanaf het moment dat ik mijn materiaal aan het opbergen was, terstond en opnieuw verscheen, alsware het mijn schaduw, deed mij verdenken van ernstige problemen aan mijn blaas. De krabbelende goesting wat in te dutten, beseffend dat toch niemand zal storen. De klaarheldere ruimte die zich langzaam uitdooft in uw verlammende staat van wanhoop en de veroverende nood op rust die er mee gepaard gaat...

    Stop met diene omni aanwezige zin van verantwoordelijkheid, diene onmogelijk immer te dragen mantel, diene altijd aanwezige druk, de hoop die ver weg, om de hoek, op een andere ziel aan het lokken is... en dat voortdurend gapen dat niet wil óp houden, van pure verwachting, ongeduld en eeuwige twijfel...

    .....terwijl er zich een andere soort van "gapen" opdringt, in uw persoonlijk en alledaags leven, zoals eerder vermeld. Er zijn van die situaties die men alleen maar begrijpt na jarenlange ervaring en ondervinding. Iedereen kopieert alles van iemand anders en niemand ontdekt iets nieuws. Dat gebeurt ook met gapen, scheten ontladen, hardop niezen met de bijbehorende verlossing van miljoenen bacteriën, zonder enig gevoel van schuld te manifesteren en zelfs het simpel in slaap vallen terwijl men met iemand aan het praten is.

    De verontschuldiging, tussen de tanden gemompeld, dat de dokter het verboden heeft die drangen te bestrijden, is natuurlijk de beste manier om een andere mens te laten weten hoeveel hij wel geminacht wordt, hoeveel zijn aanwezigheid (niet in het minst) geapprecieerd wordt, of zelfs eigenlijk ferm ambeteert, of nog beter: duidelijk maakt dat hij uit diezelfde lucht bestaat die van boven, door het open gesperde bekkes, buitenwaarts wordt gestuwd of van onderen, uit het gat van alle schaamden, opzettelijk ontsnapt. In 't kort: niets keren niets, plus niets, vermenigvuldigd met niets. Gapen, in die zin, is de meest onbeschofte manier om uit te drukken hoe een bepaalde aanwezigheid stoort, vermoeit, verveelt en vertaalt meteen dat men een nul is, aan de linkse kant. De beste reactie daarop is zelf ook te gapen, zelfs zonder werkelijke goesting, maar ge moet wel uwe mond heel wijd open sperren en verschillende seconden laten passeren vooraleer ge besluit de dialoog te hervatten. Het heeft de invloed van een ijskoud stortbad aan de andere kant van de lijn en de mens die daar aanwezig is zal onvermijdbaar haperen in zijn reactie, vooral ook omdat hij niet onmiddellijk zal begrijpen wat er aan de hand is... Werden de rollen nu omgekeerd? Zoiets is nog nooit eerder gebeurd, of in andere woorden, hij heeft zelf de klok wel verschillende keren doen dreunen, maar het is hem altijd ontsnapt waar juist die tepel hing.

    09-02-2011 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    08-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Toeval, louter toeval

    Toen ik nog in Rio De Janeiro woonde bezat ik een huis voorzien van een grote hof waar veel bloemen, planten en bomen in groeiden. Één ervan was een kerstboom die ik zelf had geplant, na onze eerste Kerstdag daar, in dat huis, gevierd te hebben. Gedurende ettelijke jaren schonk ik er geen werkelijke aandacht aan, tot op een zekere dag, mijn meid mijn aandacht er op trok dat, indien ik hem, die kerstboom, verder zou blijven laten groeien, zonder hem regelmatig te snoeien, vooral boven aan de top en zo óver het huis zou beginnen te reiken (alias, twee verdiepen hoog), iemand zeer genegen van de familie, als rechtstreeks gevolg daarvan, zou sterven. Ik heb geen enkele voorzorg getroffen.

    Ik ben niet gelovig en bijgevolg, nog minder bijgelovig en ik heb me nooit geneigd gevoeld het verband tussen die boom en mijn zoon te leggen.

    Mijn zoon is enkele maanden later overleden in een auto-ongeval.

    Eigenaardig, hé? ’t Zal wel toevallig geweest zijn. Louter toeval.

    Sedertdien wil ik, echter, in geen huis nemeer wonen.

    08-02-2011 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    07-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vingertopgrote zuigers

    In Belo Horizonte en in Curitiba moest ik beroepshalve, gedurende meerdere weken in één enkele reis, verblijven. Verschillende machines moesten geïnstalleerd worden, ik was nog jong en onervaren en op den duur kreeg ik de gelegenheid vastere relaties met het lokaal ontmoette vrouwvolk, aan te gaan. Ook in die omstandigheden betrof het zich om ietwat jongere meisjes, een romantische sfeer, toekomstplannen. Toch was het mij minder gepast, vanwege de dan later te overbruggen afstand, het verschil in de opvoeding en vooral in de cultuur. Men zou er een nieuw leven in moeten investeren om klaar te geraken voor een evenwichtige en langdurende verhouding. Alleen de goesting, de seks en het lichaam zijn niet voldoende. Daarom zal ik over deze relaties hier niet al te veel schrijven, tenware over één van de twee, de vurigste, met wie ik in Belo Horizonte serieus gevrijd heb. Een echt schoon meisje. Een klassiek aantrekkelijk aangezicht. Een reeks witte, perfecte, tanden. Maar een beetje aan de mollige kant toe. En toch warmbloedig (a propos, dat is niet toevallig, dat is een noodzaak). Ik had ze leren kennen gedurende een carnaval in Rio, aan het strand. Later heb ik haar verschillende keren opgezocht in Belo Horizonte en is zij mij terug komen bezoeken in Rio. Ze kuste ontzettend geconcentreerd en langdurig. Met haar volle mond en haar enorme tong, die ze overal in mijn mond wist te wringen, tot diep in mijn keelgat. Ze hield intussen mijn nek stevig vast, mijn hoofd dichter tegen het hare trekkend. Gedurende tientallen minuten en vooral terwijl we aan het dansen waren. Intussen zou ze mij, met haar schoot, blijven opwrijven tot en met de conclusie (weeral) in mijn onderbroek. Ik geloof dat ze zelf ook niet achterbleef, alléén maar door het kussen en het wrijven, maar het lag er met pollepels op dat haar grootste bedoeling was mij over de grens te smokkelen. Ze vond er genoegen in niet alleen een man op te hitsen, maar ook het werk te beëindigen. Of misschien voelde ze dat zelfs als een noodzaak aan. Om hem verslaafd op haar te maken. Ik weet niet zeker of ze nog maagd was, maar ik verdenk van wel. Nooit hebben we volledig naakt gevrijd. Ik mocht me wel in haar aanzienlijke boezem verbergen, overheersend en zacht, zelfs indrukwekkend, met vingertipgrote zuigers. En ook met haar kittelaar. Maar enkel en alleen maar boven op haar slipje. Tot het drenkte van het sap, terwijl ze gretig haar dijen opende. Onderwijl niet vergetend, langs mijn broekgleuf om, de oorzaak van mijn spannende onderbroek, te blijven bekneden en te betasten. Haar warme mollige handjes, werkten zonder medelijden. Tot ze de stuiptrekken en rillingen door mijn lichaam voelde passeren. Ene keer gebeurde het liggend, op een verlaten strand, op een regenachtige dag, in Rio. Een andere keer in haar auto, in Belo Horizonte, boven op de neergeklapte banken. Nog een andere keer, op de sofa in de woonkamer van het huis van haar vriendin, ook in Belo Horizonte, waar we een half uur alleen mochten verblijven en tenslotte in een bioscoop, terwijl we naar een komische film aan het kijken waren.

    07-02-2011 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    06-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mijn Plechtige Eerste Communie in de Zusterschool van Rumbeke

    Ik herinner mij nog goed hoe één van de zusters (van de Zusterschool vanzelfsprekend, in Rumbeke, waar ik mijn abc heb geleerd) mij een dikke grote kaars in de handen had gestopt, waarmee ik preuts, ze recht voor mij úit houdend, moest méé stappen in de processie, geleidt door de ene of de andere Bisschop, gevolgd door verschillende andere Kerkelijke Overheden, allemaal verkleed in paars gekleurde, in de wind wapperende, mantels, afgerond met belachelijke, enorme, hoeden, waar men zelfs het toppunt niet van kon bereiken en die altijd gevaarlijk balanceerden in de wind, de heilige mensen die hen droegen verplichtend te stoppen met wuiven naar de aandachtig toe-gapende madammekes, aan de rand van de straat en die, overwelfd door God’s aanwezigheid, vertegenwoordigd door al deze schone kleren, die ze al eerder hadden opgemerkt in hun geschiedenisboeken die het over de middeleeuwen hadden gehad, dertig jaar eerder en sindsdien nooit meer uit de mode zijn geraakt en die de Bisschop veel groter liet schijnen, en de paster ook bijgevolg, dan ze in werkelijkheid waren, plus dan nog die enorm lange “staffen”, verzilverd ook, of zelfs verguld, waarvan ik nooit het echte nut heb gesnapt, tenware om indruk te maken, want weinige van die Paster’s sukkelden eigenlijk zo echt dat ze een staf nodig hadden als steun, want er was geen steun aan te bespeuren, alleen een boog, daarboven, waar de kobben niet bereikbaar waren, wanneer ze in de Sacristie, in een hoek, bewaard waren geweest voor de volgende gelegenheid, binnen enkele maanden of zo en ze onveranderlijk ook in de processie mee defileerden, de kobben bedoel ik, zonder argwaan op te wekken bij de dragers ervan, tenware hun aanwezigheid verradend door die fijne webdraadjes, die voortdurend voor hun ogen bleven zweven en zij verplicht waren het ritme van het vergevend wuiven naar de aanwezige Magdalena’s nog wat verder op te drijven, om de webben met meer vastberadenheid weg te waaien, enz...

    Feit is dat een jongen, voor mij in de rij, terwijl we al de schoolpoort achter onze rug hadden gelaten, mij gedurig aan het aambeteren was geweest en ik me verplicht had gevoeld hem tot de orde te roepen, ondermeer door met mijn kaars op zijn hoofd te pletsen en dan triestig vast te stellen dat de kaars, juist in ’t midden, in tweeën was gebroken (wat een schande voor de gehele familie Van Leuven betekende), maar toch niet op de grond was gevallen, vanwege dat draadje (lontje?) er binnenin, zodat dat stuk van de kaars simpelweg naar beneden tuimelde en daar bleef zwieren op het ritme van mijn stappen en iedereen aan de kant van de straat mij lachend deed nawijzen en de handen van mijn lieve vaderke, die daar ook ergens verzeild was geraakt, weeral hevig hadden doen jeuken en ... wacht maar tot ge thuis komt.. en ik uit pure verwachting alvast niet bekwaam was enkele druppelkes in mijn onderbroek te vermeiden en wat hij niet duurde óók vast te stellen, de jeuk nog vermenigvuldigend, plus de schaamte.... en ik, zelfs op mijn eerste communie, de slagen niet heb kunnen ontwijken... wat een hel, Rudootje, ge zijt toch wel altijd diene smerige duvel geweest die vake en moeke (nu ook) beweerden dat ge altijd geweest zijt, hé.. al van jongsafaan...

    06-02-2011 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    04-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pikant eten

    Terugkerend op dat verhaal van die vreemdeling die geen kloten had verstaan van wat die onschuldige meisjes met hem hadden willen aanvangen, dat was vroeger ook nog ne keer gebeurd, weliswaar in andere omstandigheden. Ik was toen pas enkele maanden eerder gearriveerd in Brazilië, maar kon toch al wat ’t één en ’t ander brabbelen in het Portugees, alhoewel nog uiterst naïef en onschuldig, op seksueel gebied. Het geval heeft zich afgespeeld in Sao Paulo, waar ik toen nog werkte. We kregen op een zeker ogenblik het bezoek van een Zweedse technieker die een Step-and-Repeat-Machine (Misomex) was komen installeren. Het management had mij gevraagd diene mens wat rond te leiden, ’s avonds, als extraservice. Ik had een restaurant uitgekozen met de naam “Eduardo”, uitstekend eten, perfecte omgeving en in de buurt van de meer “gemakkelijkere” meisjes. Het duurde niet lang, terwijl we nog aan het avondmalen waren, vooraleer twee meisjes ons naar hun tafeltje lokten, met de uiteindelijke bedoeling, ons naar hun bed mee te slepen, vooral vanwege de groeiende, opmerkbare, liefde, wat later in de avond. Het probleem voor de Zweed was, natuurlijk, zich verstaanbaar te maken met het meisje dat zich dicht bij hem was komen aanleunen. Ik moest me voortdurend, eerst naar hem en vervolgens naar haar, overheen buigen, om de nodige vertalingen constant te realiseren, want er kwam niets uit, rechtstreeks, vanwege beide kanten. Op den duur was ik zelfs mijn eigen gezelschap aan het verwaarlozen, maar ze scheen dat toch niet zo danig erg te vinden, gelukkig. De vertalingen, van de andere kant, begonnen pikanter en pikanter te worden, tot ze het seksuele terrein begonnen binnen te dringen, met onder andere wanhopige liefdesverklaringen, die voorkeuren bevatten over hoe en op welke manier de ene de andere zou opvreten, later in bed. Ik begon mij eigenlijk het derde wiel aan de fiets te vinden, of zowel de vijfde poot aan de tafel. Maar er was geen doen aan: ze keerden zichzelf altijd terug naar mij om en zonder dat ik het zelf besefte zat ik ineens tussen hen twee in, aan de tafel, terwijl mijn gezelschap alleen over bleef, aan de andere kant. Toen was ik nog onvolwassen, laat ons zeggen, maar zijn geliefde, dat werd duidelijk, was zichzelf, hem en ik ook, aan het voorbereiden voor een “three-some” (haar eigen vriendin, zonder zich veel te generen, vroegtijdig op pensioen zendend), waarbij ik voortdurend aanwezig zou moeten blijven zijn om, terwijl zij, door hem, van vanachteren aan getrakteerd zou worden, ik van voren, mijn microfoon zou mogen aanbieden, voor aangepaste muziek....

    Uiteindelijk heb ik dat dan toch niet aanvaard, alhoewel haar beschrijvingen altijd maar explicieter en explicieter werden, mijn verbeeldingen altijd maar verder en verder op stang jagend en hij, vanaf een zeker ogenblik, minder en minder vroeg en nog minder antwoordde, helemaal verdwaasd van de drank en de seksuele overval. Op het einde werd het een simpele missionarisachtige missie (wat mij betreft, toch), elk met zijn eigen jacht, elk in zijn eigen kamer, om er zo rap als mogelijk een einde aan te maken, want de mostaard was er, langs alle kanten, vanaf aan het lopen.

    04-02-2011 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    03-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een beetje stoeien kan toch geen kwaad??

    Wel, ne keer dat men zich het verleden begint te herinneren, dan komt er geen einde aan. Ik herinner mij nu die twee vriendinnetjes, allebei rond de twintig (een beetje minder misschien) die ik ontmoet had op de zeedijk, terwijl ik daar mijn dagelijkse lichaamsoefeningen aan het uitvoeren was. Ze waren vergezeld van een buitenlander die geen enkel woord Portugees verstond, laat staan, sprak en ze waren bezig geweest, al een uur lang, hem ervan te overtuigen, vertelden ze mij spottend, alle drie samen, de avond in zijn hotelkamer door te brengen. Gewoonweg om wat rond te stoeien, enzovoort. Een borstje pakken hier, een pruimpje pakken daar en dan wat spelen met zijn piemel, om vast te stellen hoe lang hij wel weerstand zou kunnen blijven bieden, vooral terwijl ze er beiden beslag op zouden hebben gelegd en dan te betwisten in wiens hand, of mond, de eerste stralen zouden spuiten, allez, ge kent dat wel..., die onschuldige spellekes.. maar hij had er, blijkbaar, gene kloot van verstaan, tot op het moment dat ze mij in de gaten hadden gekregen. Daarom hadden ze beslist mij om hulp te vragen, ook en vooral om hem duidelijk te maken dat ze absoluut en in geen enkel geval, met hoeren te vermengen waren, integendeel, ze hadden een uiterst strenge, katholieke, opvoeding gekregen, allebei, terwijl deel uitmakend van verschillende traditionele families, van hier, in Recife.

    Ik heb niet kunnen uitmaken of hij dat allemaal echt niet goed heeft kunnen verstaan (ze waren nogal expliciet in hun daden), of ik het zelf niet goed had begrepen, of zij, integendeel, toch wel degelijk het beroep van de hoeren aan het proberen waren. Feit is dat mijn broer zich opstandig begon te bewegen in mijn onderbroek. Ze waren allebei uitgerust met stevige tieten, ferm achteruit pronkende, maar toch nog deftige, achterwerken, vriendelijke aangezichten en bovenal, ze geleken zo echt op dat onschuldig, type, anglicaanse wezens, net zoals ze wilden zeggen: ’t is onze eerste keer, wie zal ons helpen.. ??... enzovoort, waarbij zelfs de Paus zou wankelen, voor enkele weinige minuten alleszins en bereid zou zijn deze verse nonnekes op de heilige weg te helpen en voor dat heilig doel, hen met een beetje van die oude en stinkende mostaard te voorzien... zonder daarvoor ooit iets, als vergoeding, te eisen, uitzondering gemaakt, natuurlijk, voor die enkele centjes, in dat zilveren schaaltje van de kerk, de volgende zondag...

    Feit is dat ze mij allebei gezworen hebben dat ze nog compleet zuiver en puur waren, met uitzondering van één van hen die, onderdanig, had bekend dat haar neef, gedurende één enkele gelegenheid, zijn middelvinger in haar asshole had gewrongen.. hem daar heen en weer bewegend.. tot hij hem terug had getrokken (weliswaar vaststellend dat er een beetje kaka onder zijn nagel was blijven plakken), maar in alle geval, dat dat onnozel incident zich had afgespeeld in een ambiance van alle mogelijke eerbied, natuurlijk...

    Om een lang verhaal kort te maken, nee, ik heb mezelf niet laten verleiden, de buitenlander ook niet en de Paus, wel daar steek ik nooit nemeer mijn handen vóór in het vuur.

    03-02-2011 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    02-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Hel

    Terwijl we toch over de Paus en de Duivels bezig zijn, ik herinner mij een klucht over die zondenaar die rechtstreeks naar de hel werd gewezen. Eens daar aan gekomen werd hij onmiddellijk in de rij geplaatst om zijn straf te horen uitspreken. Toen het aan zijn beurt was keek Lucifer naar zijn daarvoor speciaal geprepareerd dossier, waarin ondermeer vermeld stond hoeveel keren en in welke omstandigheden hij Anne Marie, de dochter van zijn buur, had verkracht. Zonder meer werd hij veroordeeld tot het sodemieteren, gedurende niet minder dan tien opeen volgende uren, door de grootste gevangenisbewaker aanwezig in de hel, een neger van twee meter twintig. Hij luisterde, met verbijsterende ontzetting zijn vonnis aan. Bevend en zwetend van de angst en verwachting, werd hem beleefd gevraagd enkele minuten geduld te hebben, terwijl Lucifer meteen ook de straf zou uitspreken van de volgende twee zondenaar’s in de rij, om dan daarna, alle drie samen, onmiddellijk aan het vonnis te onderwerpen. De volgende hoorde met afschuw dat hij geroosterd zou worden in een enorme pan, speciaal daarvoor gefabrikeerd in een Hollandse firma. Aan de derde, klippertandend van de verwachting, werd uitgelegd dat zijn nagels met een gepaste tang zouden verwijderd worden, vervolgens zijn tanden en moest hij dat nog overleven, ook zijn neus, oren en vingers.

    De drie zondenaars werden vervolgens naar binnen geleid waar ze in een nieuwe rij werden geplaatst om, zonder treuren noch snikken, de straf te ondergaan. Toen de beul de naam van de eerste zondenaar aan kondigde, greep deze nerveus de mauw van zijn hemd vast en fluisterde hem ontredderd in zijn oor: .. hei, hei.. vergis u niet hé, ik ben van die zwarte neger daar....!!

    02-02-2011 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    01-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verdelen om te beheren

    Het wordt tijd ietske kwijt te spelen dat al lang op het tipje van mijn tong ligt.

    Zoals ik eerder al eens vermeld heb, wij, ik bedoel, de kinderen van Nonkel Fons en bijgevolg praktisch alle andere kinderen die in de Spanjestraat woonden, werden streng verboden contact op te nemen met de kinderen van de "Sossen" zoals hij ze uitschelde en die in de Guido Gezellelaan woonden, om de hoek van de straat. Wij discrimineerden toen, maar wij werden ook gediscrimineerd, zoals eerder al verteld. Juist aan diezelfde hoek en dus bijna halverwege onze woningen woonde er een familie (die, verspreidden de roddelaars, bijna failliet was), in een indrukwekkende villa, verborgen tussen bomen en struiken, waarvan de eigenaar een glasfabriek, dichtbij, administreerde, die tegenwoordig zelfs ruiten exporteert naar Brazilië. Alhoewel in het centrum van West-Vlaanderen wonend, spraken ze uitsluitend Frans en hadden een tolk nodig iedere keer ze zich aan hun onderdanen moesten wenden. Hun dochter, ongeveer van onze leeftijd, Cathy genoemd, was ook verboden, door haar ouders, noch met ons, noch met de kinderen van die socialisten, om te gaan, zodat we mogen beweren dat de tactiek van de Amerikaanse diplomatie toen al degelijk fruiten gaf, wat neerkomt op "ruzie zaaien tussen de buren, om zelf belangrijker te worden", zonder dat ze eigenlijk goed beseften waarom.

    Vroeger heb ik er nooit bij stil gestaan, maar jawel, zeker en vast, de Godsdienst heeft daar alles mee te zien. De gemeenschap verdelen, selecteren, overheersen, dicteren, veroveren, uitbuiten, verspreiden en uitsluiten. Het is onmogelijk, op één rij, de kerkelijke overheden en de alledaagse werknemers te zetten, tenware om de laatste te verplichten, geknield, de tengere handjes van de eersten te kussen.

    Wat een pretentie. Die gaan zeker en vast allemaal naar de hel en de duivel zal hun straf wel ne keer goed uitrekenen...

    01-02-2011 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    31-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Respecté La Belgique!!

    En we goan nog nie noar hus, bilange nie, bilange nie... en tans zieme ne keer naar Bairnegem gewist... en ze zei wel vannee maar ze peinsde wel vanja... bilange nie, bilange nie...

    In de Spanjestraat woonde onze huisarts, Dr. Spincemaillie en die had een zoon, ongeveer ook van mijn leeftijd, waarmee we eens, ik denk langs de Scouts om, met de fiets, op stap zijn geweest. Ik ben er zeker van dat we terecht zijn gekomen op een plaats die nog aan Vlaanderen toe behoorde maar waar men toch al wat Frans begon te tateren. Alhoewel ik hem er altijd van verdacht had een voorstander te zijn van de verfransing van onze Vlaamse gewesten, heeft hij me toch voor een verrassing bezorgd, toen hij, onverwachts aan een franstalig koppel vroeg om Vlaams te spreken in Vlaanderen en hij hen daarbij ook uitschold voor “franskiljons”.

    Eigenaardig was hun reactie en dat heb ik nooit ne meer vergeten: "Respecté la Belgique!".

    Wat voor een domme uilen, hé!! Wij waren wij toch in ons eigen landje? België??

    31-01-2011 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    30-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Onschuld en gevaar

    Over mijn dochter nog, terwijl ze aan haar laptop, met enkele vriendinnen van de school, aan het tateren was (MSN of Orkut, ik weet het niet juist) kreeg ze ineens een berichtje binnen waarin het woord "punheta" vermeld stond (let op, ze was toen maar pas elf jaar geworden). Dat woord is eigenlijk moeilijk letterlijk te vertalen in het Vlaams, maar ik zal er, als verklarende uitleg, aan toevoegen dat "punho", "pols" betekend en voor de rest dat de pols op en neer beweegt. Voor de weinig geinspireerde mensen, mag ik er ook nog op wijzen dat die sport veel geoefend wordt door mannelijke adolescenten, meestal dagelijks. Het kan ook door de vrouw op haar vriend gepraktijkd worden, wanneer deze verboden is de pruim te bepotelen, aktie die dan beschreven wordt als "tocar uma punheta nele".

    Goed, dat was dus als inleiding om te vervolgen dat ze dat woord ineens op haar computerscherm te lezen had gekregen. Ze wendde zich prompt om en vroeg, zonder blozen: Pa, wat betekend het woord "punheta"? Ik beken dat ik volledig verrast was geweest en verwoed mijn tong verschillende keren rond heb laten draaien in mijn mond, terwijl ze me vragend bleef aanstaren, want ik kon niet onmiddellijk aan de juiste woorden geraken. Tenslotte probeerde ik toch, twijfelend, te verklaren dat het eigenlijk neer kwam op een jongen die met zijn eigen intieme delen, een beetje, aan het spelen is. Dat verstond ze blijkbaar min of meer, ik denk zelfs minder dan meer, maar aangezien ze intelligent is (zoals zij alleen) begreep ze terstond dat ze een veld was binnen gedrongen waar er nog vele andere mysteries op haar stonden te wachten en besliste ze dat dat nog wat te vroeg voor haar was. Gelukkig is ze dus niet blijven aandringen, want ik was eigenlijk op het einde van mijn (onschuldig) latijn geraakt...

    Terwijl ik over zotte toestanden bezig ben, op één van die avonden wanneer ik mijzelf met een biertje trakteer (in overweging genomen het feit dat, moest ik op iemand anders uitnodigeng, daarvoor, zou moeten blijven wachten, ik allang al helemaal uitgedroogd zou geweest zijn), was ik bijna ter plaatse geraakt, toen ik opeens een man met een stok in zijn twee handen rechtstreeks op mij af zag rennen en toen ik, nog juist op tijd, mijn handen verdedigend kon bewegen om de slag enigszins te dempen, of op zijn minst mijn schedel te beschermen, hij de bezemstok néér liet pletteren op de voorruit van een wagen die juist achter mij geparkeerd stond. Opgelucht vaststellend dat ik toch niet zijn doel was geweest, vermeed ik mijn rug naar hem toe te draaien en terwijl verschillende mensen de gebarsten ruit persé van dichtbij wilden ontleden, deinsde hij kalm terug van de plaats van de misdaad, terwijl hij, zonder ophouden, reclameerde over het feit dat niemand daar mocht stationeren vooraleer eerst zijn goedkeuring verkregen te hebben. Wat later is de eigenaar van de wagen verschenen en doordat hij een officiële afgevaardigde was van het gerecht, was hij bekwaam de politie rap op te trommelen, die de zot, ongeveer vijftig meter verder, hebben opgepikt en hem, enkele dagen later, terug hebben vrij gelaten. Juist één week daarna, echter, heeft hetzelfde toneel zich terug afgespeeld (weeral voor mijn ogen) en nog ne keer hebben ze hem opgepikt, deze keer na hem een overtuigende rammeling te hebben toegepast en sedertdien is hij spoorloos verdwenen. Als iemand de voorruit van zijn auto gebroken terug vind, dan kan ik misschien een poging aanwenden te raden wie dat eventueel gedaan zou kunnen hebben.

    30-01-2011 om 16:50 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    29-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Voyeurs en aanverwanten (2)

    Er bestaat ook een antagonische kant van het voyeurisme: het exhibitionisme. Dat heb ik ondervonden kort nadat ik naar Rio was verhuisd. Waarschijnlijk heb ik het al eens te pas gebracht, in een eendere situatie maar met een ander meisje, maar ik vind het toch de moeite waard er nog eens op terug te keren. Ik leefde toen nog alleen in een gehuurd appartement in Copacabana, waar mijn toekomstige (eerste) vrouw, Hilma, mij geregeld kwam bezoeken. Ik had de eettafel dicht bij het venster geïnstalleerd om zo het leven, daar beneden, gade te kunnen slaan, met een fles Martini in handbereik om mijn voortdurend droge mond te verfrissen en mijn lippen gulzig áf te kunnen lekken wanneer, vooral gedurende de weekends, er tientallen uiterst schone, gebruinde, wijfkes op daagden en provocatief onder mijn venster defileerden, allemaal halfnaakt, op weg naar het strand, enkele meters verder weg. Normalerwijze zat ik aan ene kant van de tafel en zij, Hilma, terwijl ze op bezoek was en ná onze patrimoniale plicht plechtig te hebben vervuld, aan de andere kant, dichter bij het venster, maar ervan wég kijkend. Ik had al opgemerkt dat ze zich, op een zekere namiddag, iedere keer met méér interesse om draaide om blijkbaar iets in de straat te bezichtigen, tot ik het niet meer kon vol houden van de nieuwsgierigheid en haar vlakaf vroeg wat er daar beneden juist aan het gebeuren was. Ewel, bekende ze, iedere keer dat ik óm kijk steekt een jongen, daar aan de andere kant van de straat, in dat gebouw, op het eerste verdiep, zijn piemel door het venster en hoe langer ik er blijf naar kijken, hoe heviger hij er aan schudt..

    Om hem te verrassen sloop ik, gebukt, dicht naar háár toe en richtte ik mij ineens rechtop en waarlijk, daar stond hij, preuts zijn piemel aan het ópwarmen, maar op hetzelfde ogenblik dat ik te voorschijn kwam deinsde hij verschrikt, terstond, terug. Ik heb dat verschillende keren herhaald en hij heeft verschillende keren terug moeten deinzen, om dan op het einde helemaal en definitief te verdwijnen. Ik vermoed dat zijn brandstof uiteindelijk óp was geraakt... diene vuile smeerlap... had ik hem vast kunnen grijpen, ik zou zijne nek omgedraaid hebben, zoals dát van een kieken (wat later heb ik hem het gebouw zien verlaten, vergezeld en "hand-in-hand", met zijn moeder. Die zal waarschijnlijk geopperd hebben dat hij zijn handen moest wassen, want ze plakten zo verschrikkelijk...).

    29-01-2011 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    28-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het ei in het bed van Mama

    Toen ik nog geen enkel benul had over hoe juist de conceptie van kinderen gebeurt en hoe ze precies geboren werden en toen ik dat ook nog niet wilde weten, alias intense haat koesterde voor alle mensen die het al wisten, besloot Mama, bezorgd over mijn alom heersende oerdommigheid, een poging aan te wenden me daarin een “licht” te geven, rond de vieren ’s namiddags, op een gewone werkdag, na mijn huiswerk te hebben voltooid, wanneer ik gewoonlijk een boterham met "doe-het-zelf" confituur (afkomstig van onze eigen hof, waar we verschillende vruchten in overvloed, elk jaar, oogsten, zoals appels, peren, krieken, jeneverballekes, aardbeien, bananen en vooral pruimen en ambricozen) rap inslikte en ze het me ineens vlakaf vroeg en ik ontkennend toegaf, dat ik daar nee, absoluut nikske, gene barst van verstond en zij dan besloot het voorbeeld aan te halen van de vogelkes die een nestje bouwen in een boom en daar eierkes in leggen die ze dan gedurende een aantal weken zitten te broeden en ik er verheugd aan toe voegde dat, jaja, dat weet ik al, zoals de kippen, hé... en zij volmaakt gelukkig bevestigde dat ik nu al veel slimmer was dan gisteren en ik ’s avonds, in mijn bed, dat allemaal nog eens goed heb willen ná bepeinzen en ik me af vroeg door welk gaatje die eieren er eigenlijk wel uit zouden kunnen geraken, aangezien ik me alleen maar herinnerde van het schijtgaatje en het heel lang geduurd heeft vooraleer iemand anders (mijn ook geïnteresseerde zuster) mij dergelijk heeft ingelicht dat er nog een ander gaatje, daar, in dezelfde omgeving, bestaat en ik me dan afvroeg waarom ik nog nooit eieren had zien liggen in het bed van Mama en waarom zij me nooit alles perfect heeft uitgelegd en alleen maar de helft van bijna niets en ik mijn papa gelijk moest geven, zone oerdomme Rudo, die in alles en in iedereen geloofde en nog altijd eigenlijk, allez, bij manier van spreken, hé, want nu moeten ze het mij allemaal tien keer precies gelijk, tussen dezelfde komma’s, in dezelfde volgorde, heruitleggen en dan nog zal ik nog mijn wenkbrauwen twijfelend optrekken en zal ik nog ne keer express vragen: “zijde daar absoluut zékers van...?”

    ’t Is een beetje zoals mijn dochter die mij onlangs vroeg, toen ze al begreep dat de kindjes uit de buik kwamen van hun moeder (maar er ook niet helemaal zeker van was van waaruit welk gat en zij, zoals ik toen, het achterste ervan verdachte) maar eerst verkoos te weten hoe ze er eerst in waren geraakt en ik, kuis, had uitgelegd dat Mama en Papa, eerst een beetje vrijden, wat ze goed verstond en dan een beetje wreven en op den duur nog een beetje meer, tot ze elkaar ook hevig kusten.. en zij haar hoofdje bevestigend knikte en beweerde dat ze het allemaal al goed had verstaan en dat verdere uitleg helemaal overbodig was en ik oprecht dacht dat ik dat goed aan boord had kunnen leggen en bewonderd mijn eigen ego streelde, enz... tot ze een week daarna een vriendinneke op bezoek kreeg en toen ik en mijn vrouw elkaar, en passant, een zoentje op de mond gaven, zij zich opeens recht hief, een paar elleboogstoten in de buik van haar vriendinnetje gaf en haar, een beetje beschaamd, uit legde: “Blijf stil, ze zijn bezig een kindje aan het maken” en ik mezelf ervan verdacht de zaak toch niet goed genoeg aan boord te hebben gelegd en vergeten had de waarheid te zeggen en niets anders dan de waarheid en dat ze misschien wel bekwaam zou zijn, in de school, ’s anderendaags, de zuster in te lichten, dat wij alle dagen kindjes aan het maken waren in de keuken, in de woonkamer en zelfs in de auto, waarmee we haar naar school brachten en dat die zuster, bezorgd, de directeur zou kunnen waarschuwen en de directeur de politiecommissaris en die laatste de rechter, tot de gehele parochie van dat geval zou weten en iedereen die ik ontmoette in de buurt, mij minachtend zou nakijken terwijl ze me tussen hun tanden als “monster” zouden uitschelden en ik op den duur zou beweren dat het allemaal begonnen was met mijn eigen moeder en zij dan zouden beweren dat ik nog vele keren slechter was dan ze oorspronkelijk hadden gedacht hadden, een duivel zelfs... en eventueel over een aangeraden zottekot zouden beginnen fluisteren... allemaal veroorzaakt door die stomme “kleine beestjes” die ik voortdurend uit mijn mond aan het overkoepelen was naar de mond van mijn vrouw...

    28-01-2011 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    27-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oostende, het meest bekende

    Deze anekdote is begonnen toen ik een vroegere vriend van de Vakschool in Roeselare onverwachts ontmoette in de haven van Oostende (waar hij in de machinekamer werkte van een Ferry Boat naar Doover) en hij me uitnodigde, diene zelfde avond nog, er één te gaan drinken op onze gezondheid. “Één”, was natuurlijk bij manier van spreken.

    Het had gesneeuwd gedurende de gehele dag, midden in de winter en naarmate het later werd in de avond, werd het kouder. Op den duur begon het zelfs te vriezen. Ik was pas toe gekomen vanuit Rumbeke, op mijn Belgische FN moto, uitgerust met een één cilinder motor van vierhonderd kubieke centimeter en gefabriceerd juist ná (of vóór?) de tweede wereldoorlog. Het was mijn persoonlijke trots, waarvan vooral het gebrom van de motor me enorm aantrok en andere mensen, van de andere kant, hevig afschrikte. Dat, ná hem eerst aan het draaien gekregen te hebben, met de voetkrick, die af en toe eens hevig terug kickte en gevaar betekende voor de kuit. De reis, ongeveer veertig kilometer, was op zichzelf al, een avontuur. Vallen in zo’n omstandigheden was uiterst gemakkelijk en ik was amper in staat twintig kilometer per uur te behalen, terwijl ik met beide voeten over de uiterst gladde baan schuurde. Toen ik uiteindelijk op mijn bestemming arriveerde, waren niet alleen mijn handen en voeten vervroren, maar ook mijn ogen, oren en neusgaten. We hadden af gesproken elkaar op een zekere straathoek te ontmoeten en volgden rechtstreeks naar een duister caféétje, daar dichtbij. Tot onze uiterste verrassing was er niemand, buiten een jong toogmeisje, in het cafeetje aanwezig. Ijskoud buiten, gezelleg warm binnen en weg waren we, aan het lollen, aan het lachen, aan het drinken natuurlijk en wie weet, aan het hopen op zonden, grotere of kleinere, afhangend van de medewerking van het verlaten meisje, dat duidelijk getroost moest worden. Ik herinner me nu niet meer wat we allemaal gezeverd hebben om haar op te kikkeren, moed te geven en haar van het leven te doen genieten, maar ik herinner me wel dat ze, op een zeker ogenblik, een trap achter een fijn gordijntje heeft beklommen, zonder iets te zeggen en dat hij, mijn collega, het niet kon weerstaan haar te volgen. En daar zat ik dan, alleen, op mijn barkrukje, de minuten tellend en me af vragend of ze aan het fucken waren of alleen maar aan het stoeien. Het duurde lang genoeg om verdacht te zijn, maar niet lang genoeg om een volledige daad te hebben kunnen voltooien, tenware natuurlijk, hij last had van “vroegtijdige ejaculatie”. En intussen bleef ik maar drinken: jenever om op te warmen en bier om af te koelen, tot ze beiden, gelukkig en blijkbaar verzadigd, de trap terug áf daalden. Ik zelf voelde me ook opgelucht, want dat alleen achter blijven was nikske grappig geweest. Kort daarna, ik bedoel, toen we al drie keer het allerlaatste pintje hadden besteld, besloten we afscheid te nemen en de deur open duwend, zetten we zorgvuldig eerst onze rechtervoet (om ongelukken te vermijden) over de drempel. Eerlijk, de deur openen had me prompt een geweldige thermische schok gegeven en mijn voet op het voetpad zettend, onmiddellijk een andere en “ploft”, ik tuimelde luidruchtig op mijn achterwerk. Het was daar zo glad als in de Kristallijn (in Gent) en ik had natuurlijk de vervroren sneeuw vergeten. Mijn maat kwam me onmiddellijk helpen maar hij was bekwaam nog rapper te vallen dan ik en daar lagen we alletwee, buiten, op het voetpad, want het meisje had het zich weinig aangetrokken en had de deur, achter ons, al dicht gegooid, voor dat we het beseften en de sleutel om gedraaid. We verrichten verwoedde pogingen recht te kruipen, maar een nieuw obstakel voegde zich bij het bestande. Allez, ik weet niet over zijn kop, maar de mijne begon te draaien zoals een pioen. Hij slaagde er in zich op zijn knieën te equilibreren en na me verward en met een dubbele tong gevraagd te hebben of alles in orde met me was, wat ik zelfs niet beantwoord heb, want ik was diezelfde positie aan het nastreven, wenste hij me nog een goede avond toe en weg kroop hij, de richting in van zijn woning. Gelukkig dat ik alleen was met mijn lijden, besloot ik, na verschillende pogingen ondernomen te hebben recht te staan, me naar de goot te sleuren. Op zijn minst, daar kon ik me aan de kasseien vast grijpen en me voort slepen, zonder gevaar, midden in de straat, terecht te komen. Mijn “kot” was ongeveer vijfhonderd meter verder weg en ik ben er in geslaagd die afstand te overbruggen, in de goot weliswaar, zonder ooit nog geprobeerd te hebben mezelf op te richten, in minder dan één uur tijd en vooraleer de ene of de andere goede ziel mij naar het hospitaal wilde voeren. De volgende dag heb ik, uitzonderlijk, gebrost. Ik geloof dat ik zelfs examens had, die dag. Maar ik durf het niet zweren.

    27-01-2011 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    26-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het leven is zoals de pedaal van een fiets

    Ongeveer een week geleden, na mijn dagelijkse zware lichaamsoefeningen te hebben beëindigd (en waar ik in een oogwenk bijna twee liters zweet verlies), toogde ik opgewekt naar mijn stamcafé om daar de verloren vloeistof te recupereren en een nieuwe voorraad energie op te slaan voor de volgende dag.

    Om mijn stamcafé (te voet) te kunnen bereiken moet ik een klein straatje inslaan waar het éénrichtingsverkeer is. Wat verder geraakt men dan terug in een normale straat en daar dichtbij, bevind zich mijn cafeetje. Toen ik de straat bijna uit was stopte er een wagen naast mij en de chauffeur, een ouderwets madammeke, wilde de weg weten naar een bepaald gekend hotel. Dat hotel is in feite heel gemakkelijk te bereiken te voet, maar vanwege het éénrichtingsverkeer's-straatje, niet langer dan vijftien meters, is het ietwat moeilijker de juiste manier om daar te geraken uit te leggen, aangezien men een aanzienlijke "ommetoer" verplicht is te maken, om daar, van de andere kant, te geraken. In overweging genomen mijn haast, mijn dorst en het feit dat ik onmiddellijk begreep dat dat vrouwmens, niettegenstaande al mijn pogingen nooit (jamais, never, nunca) zou begrijpen hoe daar precies te geraken, besloot ik haar de kortste weg aan te duiden en die verreweg ook de gemakkelijkste was. Alhoewel ik haar op voorhand had verwittigd dat ze goed moest oppassen, heb ik haar dat uiterst klein straatje aangewezen, dat direct naar het hotel leidde, eraan toevoegend dat er, op dat uur van de avond, praktisch niemand nemeer zou opdagen vanuit de tegenovergestelde richting, dat de politie daar in eeuwen al niet meer had gepasseerd en dat het dus geen slecht idee zou zijn toch dat stukje straat in te slaan, want het risico was klein, de omweg ontzettend groot en het moment voordelig. Ze knikte beslist en toestemmend van ja, bedankte me oprecht voor de hulp, sloot haar venster en weg was ze, het straatje in.

    Ik bad, een beetje bezorgd, om vergiffenis en besloot mijn stappen wat te versnellen, want met al dat klappen was mijn keel nog droger geworden en toen ik pas het ritme perfect had hervat hoorde ik opeens een geweldige, metaalverwringende en glasbrekende klap achter mijn rug en begreep meteen wat er gebeurd was. Ik heb me niet helemaal omgedraaid en heb mijn pas ook niet vertraagd maar integendeel, veranderd in een draf, weg van het toneel, maar door een spleetje in mijn ogen kon ik nog juist vast stellen dat de wagen van dat ouderwets vrouwke recht in was gereden op een andere auto die vanuit de tegenovergestelde richting aan het rijden was.

    Weet ge dat ik mijn verblijf in het cafeetje wat extra lang heb uitgerekt en daarna vermeed door dat eenrichtingsverkeerstraatje te stappen en integendeel de omweg te maken die zij eerst beslist had niet te gebruiken?

    Voor alle zekerheid heb ik gedurende de verschillende dagen mijn baard niet meer geschoren en in plaats van mijn leesbil te gebruiken heb ik mijn uitzicht gemoderniseerd met een enorme zonnebril, net zoals diegene die mijn moeder altijd gebruikte en die ons eerst de bril deed zien en dan pas haar aangezicht?

    Deze episode doet mij herinneren aan een uitspraak die ik ooit eens gehoord heb van mijn Joodse Chef, Herbert Landsberg, die aan een bediende, Lage Filho, aan het expliceren was dat zijn ontslag te wijten was aan een onvermijdbare regel, i.e. dat het leven nu eenmaal te vergelijken is met het pedaal van een fiets: vandaag is de pedaal aan de bovenkant, maar morgen is hij dan toch weeral aan de onderkant en dat dat in het leven net gelijk werkt. Bijgevolg treur niet, want morgen zal uw pedaal, ergens anders, terug aan de bovenkant staan.

    Ga met zo een luidruchtige uitleg in uw oren gaan slapen!

    26-01-2011 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    25-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Trap

    Enkele jaren geleden kregen we het bezoek van de moeder van mijn meid in Rio, vanuit São Luis, op weg (met de bus) naar São Paulo en volgens haar uitleg was ze gevraagd geweest, op het busstation, door een daar toevallig ontmoette kennis, gedurende de reis, een beetje op te passen op haar dochter die toevallig ook naar São Paulo aan het afreizen was, om daar een ander familielid op te zoeken. Zoals afgesproken en om haar dat plezier te doen, wachtten we haar aan het busstation in Rio op, voor een “tussenlanding” van amper twee dagen. Op weg naar huis (ik had me toen al mijn huis in Engenho Novo, een wijk van Rio, aangeschaft) was het, door het achteruitkijkspiegeltje gemakkelijk vast te stellen geweest dat het meisje, verbaasd over mijn eigenaardig en voor haar vreemd accent, me gedurig bleef aanstaren. Eens thuis, geraakten moeder en dochter dadelijk in een-oneindig-lang-overtijds-over-iedereen-gesproken-roddelaars-gesprek in de keuken terwijl ik, in de woonkamer, het meisje, zonder gelijk welk soort van interesse, ook wat aan de praat trachtte te houden. In de engelse taal bestaat er een uitdrukking waarvoor ik in het Vlaams geen precieze vertaling vind. Feit is dat het meisje een geboren “crotch watcher” was. Vanaf het moment dat ze mij voor het eerst had gezien tot op het ogenblik dat ik in de sofá neer zakte, had ze haar ogen niet afgewend van mijn onderbuik. Eigenlijk erg verstorend als ge dat niet aan het verwachten bent. Ik gebruikte, zoals gewoonlijk, een “bermuda”, een niet te korte sportbroek, die wat van de knieën af naar boven opschuift als men gaat zitten, maar toch niets verhult, zelfs als ge echt naar iets aan het zoeken zijt. Ze besteedde geen enkele aandacht aan de “small talk” die ik uit mijn mouwen aan het toveren was, of misschien verstond ze mij eigenlijk niet goed, maar ze was kort en grof toen ze me zonder aarzelen vroeg haar de kleur van mijn onderbroek te laten zien. Dat was het laatste wat ik verwachte van iemand die ik nog maar tien minuten eerder had leren kennen, van het vrouwelijk geslacht was en heel zeker niet ouder was dan achttien. Ze bezat blijkbaar al een prominente boezem, was wel een beetje aan de mollige kant, maar niets of niemand genoeg om een volwassen man, zoals ikke, te trachten mee te verleiden. Toch werd ik rood tot achter mijn oren, deed alsof ik het niet had verstaan en stond op om mijn broekbenen meteen zoveel als mogelijk naar beneden te trekken. Ik haastte me verschrikt naar de keuken waar ik zelfs niet opgemerkt werd door de twee vrouwen, keerde verbijsterd terug naar de woonkamer, keek haar wantrouwig over mijn bril heen aan en vluchtte zonder meer de trap op om boven, in mijn slaapkamer, in veiligheid te geraken. Ze was me echter één stap te vlug af en stelde zich uitdagend en strak naar mij opkijkend, op de eerste trede. Het was moeilijk om me, zonder mezelf laf te voelen, terug weg te draaien en zo besloot ik de trap toch op te klimmen. Ik verwachte al min of meer die beweging, maar toch verschoot ik mezelf een bult, toen haar linkerhand zich rechtstreeks en doelbewust naar mijn zak bewoog, die ze stevig vast klemde, haar tong tussen haar gesloten lippen stekend en er met wilskracht op bijtend. De pijn (in mijn ballen natuurlijk) was niet groot genoeg om het uit te brullen, maar het was ook niet zo dat ik me gerust voelde me bruusk terug te trekken. Zo stonden we daar, gedurende enkele seconden, in een onopgelost dilemma, niet wetend wat er verder zou gebeuren. Of beter, ik wist het niet.

    De twee vrouwen waren nu pas maar echt aan het roddelen geraakt, nog altijd in de keuken en niets wees er op dat ze rap zouden ophouden. Ik wilde wel vluchten maar mijn benen waren zoals verlamd en antwoordden niet meer op mijn onovertuigend bevel. Zij intussen, maakte gebruik van mijn tijdelijke wanhoop om met haar rechtse hand, zonder aarzelen, mijn riem open te haken, de drie knoppen van mijn broek praktisch af te trekken en haar hand onbeschaamd in mijn onderbroek te steken....censuur...

    Zonder zich te storen aan de twee vouwen die op minder dan vijf meter afstand, achter de hoek, stonden te kletsen, terwijl wij allebei op de eerste tred van de trap geklemd stonden, haalde ze....censuur...

    Onmiddellijk voelend dat ik aan het bezwijken was, loste ze de druk wat op mijn eieren, liet mijn broek op de trap néér vallen, duwde mijn onderbroek naar beneden en....censuur....

    Alles samen duurde het minder dan drie minuten. Dan pletste het resultaat met een duidelijk hoorbaar geluid op de derde trede van de houten trap. Ikzelf heb me gehaast het er met mijn eigen zakdoek vanaf te vegen. Zij, ongestoord, gleed terug naar de woonkamer, scharrelde ergens een tijdschrift op en keek niet meer om naar mij. De rest van de twee dagen heeft ze, iedere keer dat we elkaar kruisten, met een spottende blik op haar aangezicht, terug naar mijn kruis gegrepen. Toch is het niet meer mogelijk geweest dezelfde daad te herhalen en bleef het bij een licht, bovenop de broek, knijpen en wrijven, terwijl ze grijnzend en op haar tong bijtend, in mijn ogen staarde. Ik vermoed dat ze niet helemaal bij haar verstand was want later klaagde de moeder erover dat ze tijdens de gehele reis, ongeveer veertig uur lang, verschillende keren gewoonweg verdwenen was, vooral bij het donkeren, om het gezelschap op te zoeken van alleen reizende mannen. Toen begreep ik beter wat ze in São Paulo, alléén, van plan was te doen en waarom haar moeder zo bekommerd had gevraagd op háár te letten.

    25-01-2011 om 11:08 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    22-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Paster

    Ik was weeral eens mijn dagelijkse plicht aan het vervullen, met name, een biertje binnen te gieten, in mijn nieuwste stamcafé, “O Artesão” in Recife, toen ik opmerkte dat er aan de tafel naast de mijne een bekend gezicht te bespeuren was. Het duurde verschillende minuten vooraleer ik hem thuis kon brengen en ik me herinnerde dat het zich om een Paster betrof van de Kerk, op het pleintje, dicht bij ons gebouw, die ik eens had opgezocht, samen met mijn vrouw, speciaal om over onze “delicate toestand” te spreken. Het is zo dat ze (mijn vrouw), alle zondagen, zonder faal, de mis bijwoont en iedere keer een ongezellige situatie beleefd, in die zin dat iedereen in die kerk normaal gaat communiceren (? - ik vermoed dat dit een verkeerd werkwoord is) en alleen maar mijn vrouw overblijft op haar stoel, omdat ze verboden is te biechten en bijgevolg ook de heilige hostie te ontvangen, omwille van het feit dat ze getrouwd is met een gescheiden man (ikke, natuurlijk, als ge daar nog over aan het twijfelen zijt). Voor iedereen die daar in de rij aan het aanschuiven is en geheimzinnig in de lenden duwt van de voorganger, hem (of haar) erop wijzend dat de zonden door haar (mijn vrouw) bedreven in de voorbije week nog erger waren dan diegene van de week daarvoren, toen ze ook al niet gecommuniceerd had, zich hadden blijven opstapelen en waarschijnlijk, intussen, onopbiechtbaar waren geworden.

    Ik had gedacht dat gedurende een persoonlijk gesprek met de Paster, hem er op wijzend dat ze nooit doodzonden had bedreven (maximum enkele weinige, dagelijkse, zonden, zoals mijn kloten kussen) en dat ze daarom die straf helemaal niet verdiende, het mogelijk zou zijn hem van gedacht te doen veranderen. De Paster antwoordde (met diene typische mond die iedereen herkent, het geniepig gat van een kieken verwezenlijkend, waarin men pas een geschelde citroen heeft geduwd) dat ze werkelijk en in VOORTDURENDE ZONDE aan het leven was, stel u voor, met een gescheiden mens gehuwd te zijn en ze daarom absoluut verboden was geen enkel van de sacramenten te ontvangen. Ik wees hem erop dat verschillende Pausen, die hun neus ook in de vrucht hadden gestoken (in het verleden) en op den duur zelfs getrouwd waren met hun vriendinnen toch de mis hadden blijven voort lezen en al de sacramenten hadden blijven bedienen. Hij had me nog zuurder aangekeken, bij manier van spreken eigenlijk, want Pasters kijken de mensen nooit recht in de ogen, lachen ook nooit vriendelijk en wrijven altijd voortdurend in hun handen, omdat ze altijd zweten van de goesting, terwijl hij uiteen legde dat het verboden was feiten uit het verleden aan te halen, te twijfelen aan dogma's, twee keren dezelfde vraag te stellen, altijd maar “waarom” te vragen, over de inquisitie uit te wijden, moeilijke onderwerpen op de tafel te gooien, kortom, dat ze, wilde ze ooit de sacramenten ontvangen ze, of zowel moest scheiden van mij, of nog beter, wachten tot ik dood ging, want dat alleen zou het probleem definitief kunnen oplossen.

    Ik had al eerder verdacht dat het onmogelijk was met een Katholieke Paster te trachten gedachten te verwisselen over eender welk onderwerp, maar toen werd ik er ineens absoluut zeker van. Ze hebben geen eigen gedachten, ze bezitten geen eigen initiatief en alles wat ze moeten lezen en zeggen gedurende de mis is eerst behoorlijk opgeschreven geweest door hun respectieve overheid, die het ook voorgeschoteld had gekregen van hun eigen overheid en die het op zijn beurt uit Rome had ontvangen, waar iemand anders en die niemand persoonlijk ooit heeft ontmoet het destijds had opgeschreven op een perkament papier, vierhonderd jaar geleden, wat hun moderne thesissen betreft en tweeduizend jaar geleden wat over hun dogma’s behandelt (zoals de drie personen in één) en alle verboden onderwerpen (min of meer drieduizend, allemaal samen) die, ge moogt gij niet aandringen hé, door een experte Paus bijeen waren gerakeld geweest, kort daarna, met de opdracht zich daar nooit nemeer mee te bemoeien.

    Na diene overtuigende uitleg heb ik afscheid genomen, zonder zijn hand te drukken, want ik was er absoluut zeker van dat hij zijn handen dan meteen zou willen (en moeten) wassen, in dat kommeke wijwater, daar in de hoek van de sacristie en ik oordeelde dat het beter was hem dat ongemak niet aan te doen.

    Hij zat daar dus nu terug, aan dat grenzend tafeltje, samen met een meneer, rond de dertig, die ik voortdurend in mijn richting voelde gluren om er zichzelf van te vergewissen dat ik hun gesprek niet aan het volgen was. Ik heb het niet gevolgd, eerlijk, maar de Paster, die een watertje aan het drinken was en daarna nog eentje, terwijl de andere meneer al aan zijn derde pintje bezig was, knikte voortdurend van nee, had geen antwoord op niets, veegde de lenzen van zijn bril voortdurend proper, gaapte verschillende keren luid en onbeschaamd met zijn mond wijd open, reinigde voortdurend zijn nagels met een zakmesje dat hij voor dat doel altijd in zijn zak bewaarde, keek om de twee minuten naar zijn horloge, rekte om de drie minuten zijne nek uit, veegde een stofje van zijn hemd, knikte terug van nee gedurende meerdere seconden en de man daar, die bleef maar aandringen, hopend de weerstand van de Paster te breken, maar er was geen doen aan, net zoals een ezel die niet vooruit wil stappen en nog minder achteruit en toen was ik er zeker van dat die meneer aan het expliceren was dat hij wilde trouwen met een gescheiden vrouw en toch verder de sacramenten wilde blijven ontvangen en toen herinnerde ik mij dat verhaaltje van Meester De Snak, in de Broederschool, in Roeselare: ’t zal gemakkelijker zijn de gehele oceaan in dat putje, in het strand van Blankenberge, te gieten, dan te verwachten dat de KK zal toelaten een condoompje te gebruiken of een mens opnieuw te laten trouwen (ge moest het maar vantevoren geweten hebben hé, dat uw vrouw zo’n tange is).

    En dat is het. Punt en andere lijn.

    22-01-2011 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)
    21-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nota Bene (2)

    ’t Zal toevallig zijn, daar ben ik zeker van, maar t’is nu al bijna tien jaar dat ik weeshuizen frequenteer en ik herinner me niet ooit eens een Paster, laat staan een Bisschop, daar ontmoet te hebben, vooral om de kinderen te komen gelukwensen dat ze aan abortus ontsnapt zijn geweest, dank zij God en nu zullen moeten strijden om niet te sterven van de honger, van’t geweld en van de tientallen ziekten, de helft ervan ontvangen van hun eigen moeders, die resoluut het verbod van de KK in acht hadden genomen absoluut geen capootjes te gebruiken, eerst en vooral omdat die het grootste part van het genot verbrodden, maar ook en vooral omdat ze dan zo niet alleen hun eigen geslachtsziekten, maar ook die van hun eventueel gezelschap (ondere andere, hun echtgenoten), aan hun kinderen zouden kunnen door spelen.

    Kinderen, voor hen (de KK), zijn maar belangrijk tot en met de dag dat ze geboren worden, want daarna is het iedereen voor zichzelf en God voor allen, uitzondering gemaakt voor de eeuwige zondaressen die getrouwd zijn met voordien gescheiden mannen en voor wie er geen enkele manier van genade bestaat.

    Wat ik wel heb gezien zijn honderden Protestantse Pastoors, die sinds vroeg hun aandelen beleggen in verlaten kinderen, gevangenen van alle graden en typen en zieken, overal waar ze men kan vinden.

    Ik zie niet met sympathie geen enkele van de twee, herkennend nochtans dat de KK ouder is dan de PK en dus over meer traditie zou moeten beschikken, terwijl, van de andere kant, maar vooral in de PK, het allemaal een pure kwestie van geld is geworden, aandelen en beleggingen, waarbij de mens alleen maar het middel vertegenwoordigt om het geld, na enkele overtuigende preken, van eigenaar te doen veranderen.

    Ik heb gezegd.

    21-01-2011 om 00:00 geschreven door Rudo  


    >> Reageer (0)


    >

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!