Hou ik mijn hoofddoek aan?
De directrice van het Atheneum in Antwerpen heeft het aangedurfd om voor volgend schooljaar het dragen van de hoofddoek te verbieden in haar school! Schande daalt over de school en over de stad neer, want dat doe je niet. Het laat ons toe om geen respect voor mevrouw de directrice te betonen, we onderbreken haar dus geregeld tijdens haar motiverende toespraak, dreigen met ons uit te schrijven uit de school en organiseren tevens opmerkelijk vlug een manifestatie waarbij we de gezegende hulp krijgen van onze Iman. Alle tegenstanders van het dragen van het hoofddoek worden dus met de vinger gewezen en lekker gestigmatiseerd. Lijkt toch allemaal logisch, zeker.
Alle gekheid op een stokje: de polemiek van het hoofddoek, de boerka en andere vestimentaire geplogenheden bij de moslimmeisjes vormen nu al een hele tijd en op veel plaatsen de aanleiding tot hevige discussies en ongeregeldheden. Het wordt dus hoog tijd dat men hierover een degelijk maatschappelijk debat houdt en dat mag m.i. gerust op Europees vlak gebeuren.
Onze westerse maatschappij heeft zich in lange vormingsgeschiedenis stilletjes de fundamenten gelegd van een maatschappij waarbij een zekere vorm van persoonlijke vrijheid wordt aangewend en het religieuze leven meer en meer losgemaakt wordt van de individuele en sociale gedragingen. Godsdiensten zijn dan ook meer verworden tot raadgevende eerder dan dwingende leefregels. Godsdienst is een individuele vrijheid die eenieder vrij staat aan te kleven en te beleven volgens zijn eigen geweten voor zover er respect betoond wordt voor de ander. Het begrip vrijheid dat de Franse revolutie hoog in haar vaandel droeg, heeft in de loop der tijden zijn eigen weg gevolgd en zijn eigen invulling gekregen. De politieke leiders, die een regulerende macht zouden moeten zijn om een goed functionerende maatschappij te waarborgen, hebben de opdracht de waarden van het individu ten opzichte van het andere individu en ook ten opzichte van de maatschappij te definiëren en te doen naleven. Op deze wijze krijgt iedereen de mogelijkheid zijn eigen gaven te ontplooien zonder schade toe te brengen aan iets of iemand. De optimale toestand is zeker nog niet bereikt, maar er wordt toch aan gewerkt, al is het met vallen en opstaan, met schande en met scha.
Dat godsdienstige regels nu de bovenhand krijgen op de civiele leefregels, draait de klok terug naar het verleden. Het geeft bepaalde individuen veel macht over anderen en dit op een onaanvaardbare wijze. Natuurlijk is dat gelinkt aan de cultuur en natuurlijk zal het een werk van lange adem zijn om mekaar in alle sereniteit tegemoet te komen.
Dat meisjes niet gedwongen worden om het hoofddoek te dragen, zal in sommige gezinnen wel een feit zijn, maar het is denkbaar dat in de meeste gevallen juist het tegenovergestelde het geval is. De moslimwereld is een mannenbastion bij uitstek. De mannen vormen de macht, de mannen leggen de regels op. Zolang dit het geval blijft, zullen de meisjes slachtoffer blijven van de dwangregels die hen door hun mannelijke tegenhangers worden opgelegd. Meisjes die nu verklaren geen dwang te ondervinden en het hoofddoek dragen uit vrije keuze, hebben waarschijnlijk een vorm van psychologisch gelijk. Als je in dergelijke cultuur opgroeit en van kleins af aan er op gewezen wordt dat het hoofddoek nu eens fatsoenlijk op je hoofd moet vastgemaakt worden, dan is met ter tijd dit in wezen een routine geworden die op dat moment niet meer ervaren wordt als een verplichting. Deze ligt immers in de indoctrinatie vanaf de prilste leeftijd. Meisjes die dit begrijpen en het hoofddoek niet meer willen dragen hebben geluk wanneer ze in een gezin leven waar vader en de andere mannen weinig of geen verzet hiertegen vertonen. Helaas, is dit niet het geval voor die meisjes die leven in een gezin waar het dragen van het hoofddoek als een verplichting gezien wordt en desnoods dwangmatig opgelegd wordt.
Onze maatschappij heeft nood aan een grondig debat waarbij een gezond compromis niet uit de weg gegaan wordt. Zo zouden perfect definities kunnen opgesteld worden die het dragen van het hoofddoek regelen. In de moskee bijvoorbeeld, of zelfs op straat zou het dragen van het hoofddoek in principe geen belemmering mogen ondervinden, maar op de speelplaats, in de klas, enz
moet het hoofddoek dan weer afgenomen worden. Op dezelfde manier zou de vorm van de vestimentaire gewoontes kunnen vastgelegd worden: bijv. Geen boerka of geen gelaatsbedekkende kleding.
Tussen weldenkende mensen moet een compromis waar iedereen zich min of meer in terug kan vinden, toch mogelijk zijn?!
Dat zou pas een uiting van respect zijn en een snelle integratie mogelijk maken.
Komaan, wijze mannen van de politiek en wijze mannen van de islam, maak daar werk van!
|