Nieuwe pagina 1
Ik heb me dit
de voorbije jaren herhaaldelijk afgevraagd, wat, indien, als
Ik lees het zo
hier en daar en ervaar het als een persoonlijk gemis: het kunnen zorgen voor
vader of moeder
Zestien (en
een half) was ik toen mijn moeder stierf, en oudste van zes. Nog geen half jaar
later moeten we afscheid nemen van bobonne, die een 3-tal jaren bij ons inwoonde
vóór mama opgenomen werd in het ziekenhuis. Bijna dag op dag een jaar later
sterft papa, hij is zesenveertig, nèt
Wanneer mijn
moeder overlijdt lijken mijn jongste zusjes en broer dit, schijnbaar, min of
meer gemakkelijk te aanvaarden. Ons Bietje: ah dan is mama in de
hemel
We praten er nauwelijks over ook, uit schrik wonden open te rijten.
Op een familiefeest, vijf maanden na mamas heengaan, verzucht onze vader dat
niemand aan haar denkt. Wel integendeel! Maar we vermijden het om dat onderwerp
aan te raken!
De last die op
mij weegt, wanneer ook papa sterft, kan ik aan niemand beschrijven. Ik voel me
zo verantwoordelijk, maar weet niet hoe ik dit in daden kan omzetten. Ik weet er
geen raad mee. Nergens kan ik ermee terecht. Over gevoelens wordt dan immers
niet gepraat.
Dus werk ik
mijn humaniora af, terwijl de toekomst één groot vraagteken is. Ook al weet ik
dat het zinloos is, toch ga ik voor het maturiteitsexamen en haal het
bekwaamheidsdiploma, indertijd een ticket voor de universiteit. Het stelt niet
zo veel voor, maar toch
Ik voel me droef omdat de weg die ik wil inslaan,
doodloopt
Met loden
schoenen zoek ik dus werk. Het zijn gouden tijden, keuze te over. De jaarbeurs,
de spiegelfabriek, het consulaat. Het eerste heeft mijn voorkeur, hectische
perioden afgewisseld met kalmere tijden. Maar blijkbaar zit men dringend om een
kantoorhulp verlegen op de spiegelfabriek. Wat een aanpassing! Daar geldt nog de
42 ½ uren-week! Lange dagen.
Nauwelijks verlof. Het werk op zich vind ik wel leuk. Voor mij is het een
uitdaging vlugger uit het hoofd te rekenen dan het toestel! Ik vertrouw ook niet
klakkeloos op mijn machine, maak gebruik van mijn mathematisch inzicht. En dat
wordt gewaardeerd.
Maar niet in
het loonzakje! Maandelijks worden we cash uitbetaald. Het hoort niet om tijdens
het werk de inhoud van je omslag te controleren. Eigenlijk moet je werken voor
je plezier, het loon is bijkomstig, zo suggereren mijn collegas, en ik, dom
schaap, trap daarin!
Mijn verdiende
geld geef ik thuis af, tot op de laatste frank. Iedereen vindt dit normaal. Ook
ik. Het enige dat ik voor mezelf hou, is mijn nieuwjaarspremie, en daardoor kan
ik me een platenspeler veroorloven op mijn 21e, al voel ik me
daarover schuldig. Geen van mijn zussen heeft immers zon extraatje!
Thuis doe ik
mijn best maar ik heb voortdurend het gevoel dat ik niet aan de normen voldoe.
Seske is een huishoudelijk talent, ik niet. Dat ik het op school niet slecht
doe, telt nu niet mee, zal nooit meer meetellen
Of toch?
Wanneer mijn broer achttien wordt wil hij niet verder studeren, ondanks ons
aandringen. Hij is nochtans intelligent genoeg
Ik heb toestemming van mijn
Kempische nonkels (ook al vinden zij diep in hun hart een opleiding voor meisjes
nutteloos), en schrijf me in op de normaalschool, een korte opleiding van twee
jaar. Ik wil graag les geven in het BLO. De directrice is blij met mijn
kandidatuur, een gemotiveerde leerling
Mijn werkgever belooft me opslag als
ik blijf. Maar ik wil koste wat kost verder studeren, al moet ik mijn droom
Germaanse laten varen
September
1974.. Ik word afgeroepen bij de start van het schooljaar. Maar ik ben er niet.
Boontje zoekt geen werk. Ik berg mijn droom op. Blijf bij mijn werkgever, zonder
salarisverhoging. Voel me triest.
Een jaar later vind ik een manier om een nieuwe job te combineren met een nieuwe
studie. Wat ben ik gelukkig!
Uiteindelijk
hebben we het er allemaal zonder kleerscheuren vanaf gebracht. Boontje volgde
avondschool en kreeg daarna een universitaire opleiding, naast zijn fulltime
job. En nu, nu we in kalme waterkens varen, krijgen we toch af te rekenen
met de demonen van vroeger. Waar bleef de ondersteuning? Waar moesten we heen
met ons verdriet, ons gemis?
Mijn eigen
pubers werpen me terug in de tijd. Het is zo confronterend! Maar nu ben ik
volwassen en zelf moeder. Niet meer de oudste zus die zich geen raad weet en
geen natuurlijk gezag heeft.
Zelfs nu is het moeilijk, met mijn eigen kinderen. Zonder partner. Zonder iemand die het af en toe van mij overneemt en zegt dat
ik het goed doe. Zonder iemand die af en toe zegt: zo is het, en niet anders
|