omdat Laura haring kocht
In het voorjaar van '88 was ik op weekend bij Laura en D. Hun oudste zoontje was toen twee, de drie volgende kinderen waren vage plannen voor de toekomst.
D zocht iets in de frigo, we hoorden hem rommelen. - Laura … ? - Ja ? - Hebt gij zure haring gekocht ? klonk het verbaasd. - Ja, neem maar hoor, er is genoeg. 'k Heb twee emmertjes meegebracht. - Dat zie ik ja …, zei hij voorzichtig.
D kwam de woonkamer binnen en kwam erbij zitten. Hij bleef naar Laura kijken alsof hij haar voor het eerst zag, opgetogen als een verliefd kalf van zestien, een en al aanbidding. Nu is Laura bij momenten wel een schoonheid, maar ik vond juist dat ze er wat grauw en getrokken uit zag. Moe. 't Was in de zaak de meest drukke periode van het jaar, vandaar.
- Zoudt gij niet koken? vroeg ze verstrooid. - Ja, jaja, zei D. Terwijl hij naar de keuken ging liep hij bijna een stoel omver.
Na het eten werd Pieter in zijn bedje gelegd, met alle ceremonieel dat erbij hoorde. Daarna was het grote-mensen-tijd. De grote mensen keken een eindje TV en gingen toen ook slapen.
Toen ik uit de badkamer kwam hoorde ik kreetjes. Het kwam niet uit de kamer van Pieter. Daar was alles rust en vree.
Later zat Laura aan het voeteinde van mijn bed en schudde me wakker bij mijn enkels. Dat deed ze als kind ook. Eerst wachtte ze tot iedereen sliep en dan kwam ze aan mijn enkels schudden om me iets mee te delen dat onmogelijk kon wachten, iets van intergalactisch belang.
- Ik ben in verwachting, zei ze. - En dat weet ge nú al, laat mij slapen. - Nee, echt, ik ben in verwachting. Al drie maanden of langer. - Kondt ge dat daarstraks niet vertellen? - Toen wist ik het nog niet. - En nu wel? - Ja. - Ah, oké. - Door de haring.
'k Werd iets meer wakker, vanwege die haring.
- De eerste keer kocht ik ook zoveel zure dingen. Ik at augurken uit het vuistje. Heelder potten.
Dan zal ik wel op zee geweest zijn, dat van die potten augurken heb ik nooit geweten of gezien.
- Zoudt ge niet eerst een test doen. - Heb ik gedaan, daarstraks al, en D is zot van contentement. - Ah, dát waren die kreetjes … - Wat? - Niks.
Het zoete nieuws was aangekondigd door twee emmertjes haring op zuur. Fijn dat D kan frigo-lezen hé.
Nu iedereen op grootouderleeftijd is heeft D een enorm verlangen naar babies. Hij wil kleinkinderen. Ik dacht dat zoiets voorbehouden was voor aankomende grootmoeders, die soort tweede nestdrang, maar D doet daar opgewekt aan mee.
- Hebben de meisjes al plannen in die richting, vroeg ik. - Nog niet …, maar ik hou toch al de koelkast in 't oog.
Zei hij met dromerige blik.
m - HiH-11/2015, bijgewerkt
|