Foto
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
Inhoud blog
  • praktisch
  • bloemen
  • vogel
  • de jonge
  • lied
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Altijd in beweging met van alles en nog wat...

    18-07-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.riet
    Een gedicht van een onbekende schrijver...Martin Valk
    Maar een natuurgedicht is iets waar ik voor zwicht!

    Riet, kabbelend water.
    Wanneer je aan de waterkant zit
    Is dat het eerste wat je ziet.

    Dan later een fuut die plotseling vedwijnt.
    En even later ergens anders weer verschijnt.

    Een kikker, hij klautert zojuist op de kant.
    Hij is nu liever even op het land.
    Er heerst een zekere vrede en rust.
    Daar word je jezelf wel van bewust.    

             

    18-07-2011 om 13:35 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    17-07-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.regen
    Een gedicht van Salomon Bonn 1881-1930

    REGEN

    De regen viel met gootjes
    het koren wier zo nat,
    de velden en de slootjes
    verdronken, en het pad.

    De boeren op hun klompen
    bleven maar zachtkens gaan,
    Alleen hun petjes krompen
    tegen hun koppen aan.

    De peerden glanzig druipend
    en maan en steert verward,
    zeulden haar pas, als kruipend,
    alleen ze dampten hard.

    De lekker groene blaaien
    die stoeiden met elkaar,
    joegen te spel e-waaien
    en klik-kiek! zoenden maar.

    Melker, melkster, getweeën
    die schuilden in het groen ... .
    en wat ze verder deeën ? ... .
    .... wat jongelieden.... doen ...

    Een arme spreeuw was rouwig
    die zat alleen en koud
    bij zandkuil, en keek grauwig
    naar 't paar in 't groene hout.

    hoe regen viel met gootjes
    hoe de lucht op 't koren zat,
    hoe de velden en de slootjes
    verdronken, en het pad.

    schrijver

    17-07-2011 om 12:44 geschreven door Dora


    >> Reageer (1)
    16-07-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gaan
    Een gedicht van Remco Campert

    Gaan

    Ik zal gaan
    O met genoegen zal ik gaan
    met diepe vreugde en trompetgeschal
    ik zal gaan

    Als jij roept zal ik gaan
    mijn werk mijn eten en mijn handen
    zal ik laten staan
    als jij roept zal ik gaan

    Als jij roept in de morgen
    in de middag in de avond
    in mijn dromen in mijn waken
    als jij roept zal ik gaan

    Ik zal gaan
    al breken ze mijn benen
    al moet ik kreupel gaan
    engelen binden dan mijn wagen
    vleugels aan

    Ik zal gaan

    schrijver

    16-07-2011 om 17:10 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    15-07-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.natuur-lijk
    Een gedichtje geschreven door Johanna

    Natuur- lijk

    Na de zon, komt altijd weer regen,
    na de regen komt meestal de zon,
    maar het lijkt als of met zijn allen
    alleen de regen maar zien vallen!

    Want geen mens zul je vandaag horen
    dat de zon schijnt.

    15-07-2011 om 15:17 geschreven door Dora


    >> Reageer (1)
    14-07-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.wat
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Een gedicht van Karel van de Woestijne 1878-1929

    Wat is het goed aan 't hart van zacht verliefd te zijn

    Wat is het goed aan 't hart van zacht verliefd te zijn,
    zijn luimen naar een verre' of naêre lach te meten,
    en, te elken avond weer het kommer-brood gegeten,
    weer blij te mogen rijze' in iedre morgen-schijn,
    deed nieuwe liefde-lach het oude leed vergeten.

    Ik weet niet wat geluk is; maar uw schoon gelaat
    is kalm, en maakt me blijde, en doet mijn leden rillen;
    - en 'k lách, gelijk een kind dat door een water waadt,
    en, vreemde vreugde in de ogen, áarzelt, in den kille
    en ringlend-zilvren vloed die zijne voeten baadt.

    Want ik bemin u, vrouw; en zo mijn dralend schromen
    slechts de ogen toé uw tegen-lachen is genaakt:
    zo was ik als een kind dat, gerens-blij gekomen
    naar glanz'ge vruchten-pracht in lomende avond-bomen,
    beducht om zóveel schoons, geen enkle vrucht en ráakt.

    14-07-2011 om 18:01 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    13-07-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.woud
    Een gedicht van Abraham van Collem 1858-1933

    Het woud

    Donkre bomen uit mijn kostbaar woud,
    Geboren naar de hemel op te schieten,
    En uit uw waaiend koepel-dak te gieten
    Koelte, waarvan de grijze aarde houdt,

    Zoals een orgel zijt gij opgebouwd:
    Pijpen van klank en fijne hoge sprieten,
    Die uit hun steigering stemmen loslieten, —
    Te roepen staat gij, klankenwachtend hout.

    Des ochtends komt uw hemelse bespeler,
    Uw organist, uw goudenklankuitdeler, —
    Zijn voet aanraakt uw donkerend pedaal,
    Zijn vingers zijn op dansende lichtstraal,
    Hij loopt met trillers langs uw stammendos,
    En uit uw takken breekt verrukking los.

    Liederen van huisvlijt (1917)

    schrijver

    13-07-2011 om 10:17 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    12-07-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.over
    Een gedicht van Hernriëtte Roland Holst-van der Schalk  1869-1952

    Over het eigenlijke in ons en hoe dat te onderscheiden

    Het ware-in-ons is dat wat onverloren
    ’t schokken en geweldig deinen doorstaat
    waarmee ons weze-in-wording zich ontlaadt
    van dinge’ in hem die hem niet toebehoren.

    Gedachte’ en voelingen, daaruit geboren
    vormen iets blijvends dat ons niet verlaat
    en dat we als ons hart stil is, kunnen horen
    als een klok die diep onder wat’ren slaat.

    Gemak’lijk zijn deze te onderkennen
    aan hun vastheid en aan ’t volstandig wezen
    dat hun oorsprong uit een weten verraadt,

    zoals het niet zwaar valt de uitgelezen
    en hoge geest van een mens te herkennen
    aan iets voortreffelijks in zijn gelaat.

    Sonnetten en verzen in terzinen geschreven

    schrijver

    12-07-2011 om 19:15 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    11-07-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ruiter
    Een gedicht van Edward Koster 1861-1937

    De ruiter

    In vlammenpracht, die pralend hem omvangt,
    Rijst hoog de ruiter op zijn donker ros,
    De wapperende manen waaien los
    Van 't edel dier, dat naar 't gebied verlangt,

    Waar reiner lucht het vonkelend omprangt,
    Waar het zal dolen door 't fantastisch bos
    Van sprookjesrijken, waar met vreemde dos
    Onaardse kleur 't onaardse land omhangt.

    De ruiter is éénswillend met zijn dier,
    En laat het vrij te vliegen naar zijn aard,
    Ook hij streeft naar een hoger land van licht.

    Zo gaan zij beiden, hooggestemd en fier,
    Als in apocalyps, èn man èn paard,
    In vlammenpralend, visionair gezicht.

    Ver van 't gewoel (1922)

    schrijver

    11-07-2011 om 08:51 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    10-07-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.verschiet
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Een gedicht van Jan Prins 1876-1948

    Het verschiet

    Tot in de donkerste spelonken
    Van levens alverlorenheid
    Heeft mij uw zuiver licht geblonken,
    Mij uw gedachtenis verblijd.

    Nog uit mijn bitterste uren klonken
    De woorden op aan u gewijd.
    Gij waart mijn heul, mijn troost, - gij zijt
    De enige toevlucht, mij geschonken.

    Nu is dan ’t ogenblik gekomen,
    Dat we aan de nieuwe morgen staan,
    En de waranden opengaan,
    Die en alzijdig, onzer dromen, -
    Dat liefdes ongestoord verschiet
    Rondom ons ligt, - en anders niet.

    Getijden

    10-07-2011 om 10:53 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    09-07-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.woud
    Een gedicht van Marie Boddaert 1844-1914
    Laatst toegevoegde gedicht (nr. 3.329):

    Woud bij nacht

    Luister.... tussen de stammen van het woud
    Gaan zachte schreden... zacht en zachter: 't Leven
    Dat wegtrekt en zich neervlijt. Alle dreven
    Zijn leeg nu van geluid; de Stilte houdt
    Haar intree en de Schemering, gedreven
    Door hare broeder Nacht, blust snel het goud
    En alle purperglansjes, die op 't hout
    En op de verre wolken zijn verheven.
    De stammen witten òp een wijle in 't dicht
    Neervallend vaal als bleek gebeelde zuilen
    Van droometempel zwijmend voor 't gezicht.
    Dan wèg - als lichaamloos - zuilen en tuilen
    Van slapend loof; wèg in 't aldonkrend zijgen
    De ruimte in 't rond.... Zwarter het zware zwijgen.

    schrijver

    09-07-2011 om 10:47 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    08-07-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.geduld
    Een hartenkreet van Victor R. Meijer

    uit "hoelang duurt geduld?" "waarom vliegen merels heel dicht langs jou heen?"

    waarom vliegen merels heel dicht langs jou heen
    ik zie het steeds dit fenomeen
    zie het telkens om je heen
    net als ik het geeft ze een kick
    dicht bij jou te zijn
    dus daarom vliegen de merels
    steeds heel dicht langs jou heen

    waarom vallen sterren
    zomaar uit de lucht
    ik zie het steeds het lijkt een vlucht
    ik zie het telkens om je heen
    net als ik het geeft ze een kick
    bij jou te zijn
    dus daarom vallen sterren
    dan zomaar uit de lucht

    op de dag dat jij geboren werd
    zeiden de engelen tot elkaar
    we maakten haar uit toverstof
    de droom die is nu klaar
    dus ze strooiden een regenboog door je blonde haar
    beschenen door wat sterrenstraal
    dat was slechts een gebaar
    dus daarom kijkt iedereen steeds om
    ik ben alweer een hartslag kwijt
    ja,zelfs de maan die lacht naar haar


    schrijver

    08-07-2011 om 10:52 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    07-07-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.spinoza
    Een gedicht van Noco van Suchtelen 1878-1949

    Spinoza

    Wijd wijkt de vale hei: mijn peilende ogen turen
    Rusteloos door de mist die deint alom in ’t rond.
    Ik zie niet waar ik sta, ik zie niet waar ik stond,
    Omvangen te allen kant door onvatbare muren.

    Ik ben niet bang: vast treedt mijn voet de ruwe grond:
    Ik deins niet zo een wolk van weemlende figuren
    Welt uit het nevelwaas als schimmen die niet duren;
    Niets blijft, alles vervloeit … onzeker dwaal ik rond.

    Maar vóór mij zie ik plots een lichte lijn opblinken,
    Als boven ’t grauwe duin vér streept de zilvren zee;
    “Dit is de weg” en ‘k ga, zacht fluitend, weltevree.

    Zo dool ik door de neevlen die rondomme zinken
    Op weten’s sombre hei; maar doemt, Spinoza, mij
    Uw glanzend pad, hoe ga ‘k dan rustig, licht en blij!

    Illustratie: Spinoza

    schrijver

    07-07-2011 om 11:57 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    06-07-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.rijmelarij
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Nicolaas Beets 1814-1903

    Rijmelarij

    Zo veel
    Het filomeel-
    gekweel
    Verschilt van ’t schorre meeuw-
    geschreeuw
    En ’t rauw gekras
    Van ’t ravenras,
    Zoveel verschilt de Bard,
    Wiens hart
    Zich-zelf verplicht
    Tot zang en dicht,
    Van hem, die ook poëet
    Zich heet,
    Maar van gevoel noch geestdrift weet,
    En enkel regels smeedt
    En kneedt,
    Als een, die slaafs zijn taak verricht.-
    O zie! met doodsverf op ’t gezicht,
    Met de ogen strak op ’t blad gericht,
    Dat voor hem ligt,
    Zit daar
    Jan Rijmelaar;
    En zwoegt
    En ploegt
    Aan zijn gedicht,
    Alsof ’t een reuzenarbeid waar,
    Voor mensenkracht te zwaar.
    ’t Gerimpeld voorhoofd van
    De man,
    Zijn wenkbrauwboog, zo laag hij kan
    Op ’t oog gedaald
    En neergehaald,
    Zijn daar de blijken van.
    Op eens! daar slaat hij ’t oog
    Omhoog,
    Daar staart hij strak
    naar boven, O!
    Wat deert mijn sukkel dan?…
    Daar slaat hij, met een woest misbaar,
    De linkerhand in ’t zwetend haar,
    En hijgt en steunt zo zwaar:
    Daar brengt zijn magere rechterhand
    De ganzenveder, die ze omspant,
    Stuiptrekkend naar zijn mond,
    Mond, waar zij ’t woeden van zijn tand
    Zo dikwijls ondervond.
    Balorig stampt hij op de grond,
    Verschriklijk rolt zijn blik in ’t rond;
    Hij slaat zich voor de kop;
    Hij grijpt zijn RIJMREGISTER op…
    Daar leggen hem de ontsloten blaân
    Nog eens zijn ijslijk nood-
    lot bloot,
    En siddrend staart hij ’t aan.
    Daar valt hij ruglings in zijn stoel,
    En, meer dan half in zwijm,
    En snikt (wie laat zijn jammer koel?):
    ‘ Helaas!… ik… vind… geen… rijm!’
    ……………………………………………………….
    ……………………………………………………….
    Hij werpt zich op zijn
    legerstee,
    Maar slaapt (o smart!) niet in;
    Nog maalt die halve
    regelsnee
    De dichtworm door de zin.
    In ’t eind bezwijkt hij voor ’t geweld
    Des zoete slaaps. Maar nu beknelt
    Een bange droom de rijmerheld,
    Die hem met duizend angsten kwelt,
    Hem rillende op de pijnbank stelt,
    Alwaar de diepbeklaagbre bloed
    Zijn vers voltooien moet.-
    Het is hem of hij ’t doet,
    En of de faam, door stad en veld,
    Zijn zuur behaalde zege meldt…
    Maar hij ontwaakt en ’t woord
    Is voort,
    En – vruchtloos nagespoord!

    Ach, staak een pogen, rijmerstoet,
    Met zoveel zweets betaald;
    Zo u de ware dichtersgeest faalt,
    ’t Is vruchtloos wat gij doet!
    Het is een ingeschapen gloed,
    Die dichter maakt. Geen vlijt en zweet,
    Geen duizend regelen saamgesmeed
    Met moeite, zorg, en kunst,
    Verheffen immer tot poëet;
    En, schoon ’t u schamele domheid heet,
    Die van gevoel noch vinding weet,
    De muzen, dwaze rijmerdrom!
    Ontzeggen u haar gunst;
    Zij sluiten u haar heiligdom.
    Ei, keer weerom!
    En spaar uzelf ’t onvruchtbaar leed
    Der distelige paân,
    Die de eerzucht op doet gaan.
    Geslacht, dat niet gewaardigd zijt
    Tot Phebus’* hoge luit!
    Verslijt
    De tijd
    Met veêl*-
    gespeel;
    Beschouw de houten kermisfluit
    Als uw gerechte deel;
    Maar strek, in onbesuisde vaart,
    Geen handen naar de citer uit,
    Voor waardiger bewaard!-
    O gij, wie dichtvuur ’t hart niet blaakt,
    Dat van verrukking gloeit!
    Waartoe een enkle toon geslaakt,
    Waartoe met beuzlend rijm
    gelijm
    Uw duizlig brein vermoeid?

    En gij,
    Die mogelijk Poëzij
    Erkent in ’s rijmers lied;
    In wie de geest dier bastaardij
    Nog heftige bewondraars ziet,
    Nog schutspatronen vindt,
    Wat, ezels! maakte u zo ontzind?
    Wat heeft uw oog verblind?

    Zo schaart, wanneer de wijde mond
    Eens luiaards opengaat,
    Die, VAN de wijs en UIT de maat,
    Langs gracht en straat
    Zijn jammerdeunen horen laat,
    De domme volkshoop zich in ’t rond,
    En ieder staat
    Genageld aan de grond.
    Maar, als de zachte filomeel
    Haar duizendtonenrijke keel
    Ontsluit tot lief gekweel,
    En ’t lied doorgalmen doet door ’t woud,
    Dan gaat die zelfde hoop voorbij,
    Die haar zo zuivre melodij
    Voor slechte wildzang houdt.

    Ach, maakte eenmaal uw dwaas-
    heid plaats
    Voor dichterlijk gevoel;
    Ontvonkte eenmaal die gloed
    Uw bloed,
    Hoe liet u ’t beuzlend rijmen koel,
    Hoe streelde u ’t dichtrenkoor
    ’t Gehoor,
    Hoe zoudt gij hun verheven toon
    Eerbiedigen als ’t ENIG SCHOON,
    schoon,
    Hoe ruiste u die in ’t oor!

    In ’t oor?… o neen, de ware Bard
    Dringt tot het hart
    En ’t innigst leven door!

    ------------------------------------------------
    Filomeel: nachtegaal
    Phebus: bijnaam van Apollo, god van o.a. de muziek
    Veêl: vedel; viool

     

    06-07-2011 om 12:43 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    05-07-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.nufje
    Een gedicht van Aagje Deken 1741-1804

    Het nufje

    'k Behoef geen vinger uit te steken,
    Huishouding werd mij niet geleerd;
    Waar zou ik dan mijn hoofd mee breken,
    Wijl Moeder niets van mij begeert?

    Op 't kostschool leerde ik bezigheden,
    Geschikt voor lieden van fatsoen;
    Wat Franse taal, wat Franse zeden,
    En meerder heb ik niet van doen.

    Ik kan wat dansen, zo wat zingen,
    'k Speel zo, dat mij mijn Vader prijst:
    Ik kan meest al die nutte dingen
    Waarin men dames onderwijst.

    Ik kan, 't is waar, maar sober schrijven,
    En 't Hollands lezen gaat niet glad;
    Maar zie, dit zijn ook tijdverdrijven
    Bij grote liên niet hoog geschat.

    Kon ik nu maar op speelpartijen,
    Carrousels en concerten gaan,
    Wat zou de tijd mij dan ontglijen,
    Die nu voor mij schijnt stil te staan!

    Ik heb wel goût om zo te leven
    Zo als de grote wereld doet;
    Maar 'k ben niet hoog genoeg verheven,
    En ook 't ontbreekt me aan geld en goed.

    'k Zit wat te knopen, wat te naaien,
    En drentel zo wat op en neer;
    Maar al dat klunglen, en dat draaien
    Verveelt mij daaglijks meer en meer.

    Zo 'k iemand had om mee te spreken,
    Een soupirant, of een vriendin!
    Maar niemands liefde is mij gebleken,
    En vriendschap ken ik even min.

    Hoe komt dien dag toch weer ten ende?
    Dat weet ik inderdaad nog niet!
    Waar op zal zich mijn aandacht wenden?
    Wacht; ik ga lezen uit verdriet.

    Wat heb ik aan 't gegeeuw, het zuchten?
    Ik zoek zo 't mooglijk zij 't vermaak.
    Ik heb komediën en kluchten,
    En ook romans zeer goed van smaak.

    Waarom de juffertjes meer lezen
    Dan arme of wel schatrijke liên,
    Is door dit voorbeeld klaar bewezen:
    't Is, om 't vervelen toch te ontvliên.

    --------------------------------------
    goût - zin
    soupirant - minnaar

    Economische liedjes (1781)

    schrijver

    05-07-2011 om 10:07 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    04-07-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.oude visser
    Een gedicht van Jules Schürmann 1873-1927

    Oude visser

    Waar avond-zon op 't koele blanke zand
    Goudene gloed in plassen blinken laat,
    Een oude visser onbeweeglijk staat,
    Turend naar zee, op het verlaten strand.

    Het stompje pijp geklemd in grove hand,
    De helmhoed boven 't stoer, verweerd gelaat,
    Dat half in rode halsdoek schuilen gaat
    Staat hij daar groot in late zonnebrand.

    D' oneindigheid van lucht en water leeft
    In zijn hemel-blauwe en vochtige ogen,
    Aandachtig naar onzichtbaar doel gericht.

    Zoekt hij van ver blank-zeilig scheepje een licht.
    Of denk hij door 't zacht golf-gedein bewogen
    Aan doden, die de zee genomen heeft?

    Onze Eeuw (1911)

    Illustratie: 'Zittende oude visser' (1883) schilderij door Vincent van Gogh

    schrijver

    04-07-2011 om 11:08 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    03-07-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.portret

    Een gedicht van P.N. van Eyck 1887-1954

    BIJ SPINOZA’S PORTRET

    Meester van ’t stil, wijs woord, lichtend fanal
    Dat al wat is doordringt; de heldere blik,
    Die dwars door waan en wankelbaar beschik
    Het Ene als grond, vorm, zin zag van ’t Getal.

    Van ’t diepste zwijgt wie stamelt: God is Al, -
    Gij, grote Ziel, aanschouwde in ’t Ogenblik
    ’t Volmaakte Godsgeheim van ’t ik-loos Ik,
    Dat door uw wijsheid spreekt en spreken zal.
    Uw geest schiet stralen verder dan men weet:
    Gij zelf de zuivere vorm van al dat licht,
    Sterk en onschendbaar, boven sterfelijk lot.

    Die vol van liefde vóór u staat, vergeet
    Uw tijdelijkheid, en ziet in uw gezicht
    Het hoog gezicht van ’t Eeuwige, onze God.

    -------------------------------
    fanal - vuurtoren, lichtbaak

    Verspreide en nagelaten gedichten (1958)

    schrijver

    03-07-2011 om 11:35 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    02-07-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zonnebloem
    Een gedicht van Cornelis Hongh 1846-1896

    De Zonnebloem.

    Je bent een kleine bengel,
    En waarom 'k je zo noem?
    Eerst rukte je aan de stengel,
    Toen plukte je aan de bloem.

    Goudgeel zijn wel haar bladen,
    Maar donker is haar hart.
    Wie 't aanraakt, wordt verraden,
    Kijk maar, je handje is zwart.

    Kwam je aan je mondje er mede?
    Dat is ook zwart als roet,
    Laat maar de bloem met vrede,
    Die nog wat groeien moet.

    Dan krijgt ze zwarte zaadjes,
    Die strooit de wind in 't rond.
    En met je kameraadjes
    Raap jij die van de grond.

    En als je die gaat drogen
    En in een doosje sluit,
    Zaai ze allen - 't zal wel mogen -
    Als 't voorjaar komt, dan uit.

    Dan krijg je zonnebloemen,
    Nog groter wel dan ik.
    Elk zal je tuintje roemen,
    En jij hebt grote schik.

    Kijkjes in het rond (1881)

    schrijver

    02-07-2011 om 11:22 geschreven door Dora


    >> Reageer (1)
    01-07-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.hand

    Nog een hartenkreet vandaag...in zulke heb ik een behagen als je
    weet dat je door de Troost bent gered en wordt gedragen! Dat is voor een
    ander mens dan die onzichtbare hand!
    Dat is de ontfermende Vader hand! Waarmee je gaat naar het Beloofde land!

    Schrijver Hans Uding

    EEN TROOSTENDE HAND

    Een troostende hand zegt vele malen meer
    dan ontelbare goedbedoelde woorden
    het gevoel heeft het gehoor overtroffen
    in het leven kan je toch nog boffen

    weggehaald voor de poorten van de hel
    dat beseft hij nu zeker wel
    dit was het verhoren van zijn gebed, maar
    die warme troostende hand heeft hem gered



    01-07-2011 om 10:57 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vrede
    Een hartenkreet van Anke zij is voor mij een onbekende maar haar
    gedicht is er één van een bekende!

    Vrede

    Als Jezus in mij geboren wordt
    heeft heel mijn wereld vrede.
    Dan kom ik God in mensen tegen
    en dat betekent: geen tekort.

    Als Jezus in mij geboren wordt
    kan ik de waarheid uit gaan dragen.
    En antwoord geven op wat vragen
    geboren heelheid groeit dan voort.

    Als Jezus in mij geboren wordt
    zal ik bedoelingen begrijpen
    en kan ik groeien en gaan rijpen
    dan is er weinig, wat me stoort.

    Als Jezus in mij geboren wordt
    heeft heel mijn wereld vrede.
    Dan kom ik God in mensen tegen
    en doe ik niemand iets tekort.

    schrijver

    01-07-2011 om 10:48 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    30-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vlinder
    Een gedicht van Prudems van Duyse 1804-1859

    De vlinder en de mier.

    Bij het lachend morgenkrieken
    Zeide een vlinder, hups en fier
    Aangesneld op bonte wieken,
    Aan een arbeidzame mier:
    ‘Zie mijn vlerken!
    Blijf maar werken;
    Nergens zijt ge wellekom.
    Waar ik vliege,
    En mij wiege,
    Volgen de ogen mij alom.’

    't Miertje zweeg; maar, toegesprongen,
    Greep, met rapgesloten hand,
    Naar de vlinder reeds een jongen,
    Roepend: ‘Ha, ik ving u, kwant.
    O, hoe vonkelen
    En hoe kronkelen
    Al die kleuren onder een!
    Welk een buitje!
    Aardig guitje,
    Gij ontvlucht me niet, o neen!’

    't Miertje, onder 't kruid verdoken,
    Sprak, wanneer 't de vlinder zag
    Met een spelde 't lijf doorstoken:
    ‘Kan een kind zo wreed zijn, ach!
    Wie zijn schoonheid
    Zo ten toon spreidt,
    Vaart ellendig menig keer.
    Ik leef rustig,
    Ik werk lustig;
    Wat verlange een miertje meer?’

    Gedichtjes voor kinderen (1849)

    schrijver

    30-06-2011 om 11:48 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per maand
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2006


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!