Stan van Houcke beschrijft een schilderij van de schotse schilder Stephen Conroy als hij schrijft:
"Afgebeeld zijn modieuze mensen die verloren zijn geraakt in een postmoderne wereld, opgesloten in hun eigen doelloze werkelijkheid, ingeklemd tussen verticale lijnen, met ogen die nergens op focussen. Geslaagde individuen, de helden van het einde van de twintigste eeuw -managers, filmsterren, reclameboys, politici, cocedealers-, die in een niemandsland rusteloos van de ene ruimte naar de andere dwalen, verstrikt in hun eigen succes, die zich zichtbaar nergens bij betrokken voelen en vreugdeloos rondzwerven in afwachting van niets, die onder het gewicht van hun eigen isolement zijn bezweken, onverzadigbaren voor wie het beste van de wereld nog niet genoeg is. Mensen zonder overtuiging, wier leven geen zwaartepunt kent."
Ik ken het schilderij niet, maar ik kan de beschrijving net iets te gemakkelijk projecteren als ik weer een onbeduidende flutauto, rondom van tupperware voorzien en luidruchtig bonzend van de bespottelijk grote car-hifi voorbij zie komen. Als ik moet aanschouwen hoe de reclames en soapseries op televisie een totaal verwrongen beeld van de werkelijkheid opdringen aan kijkers waarvan een steeds groter wordende groep niet meer in de gaten heeft dat dit niets met de werkelijkheid van doen heeft. Als ik merk hoe modieuze kleding en bijbehorende snuisterijen als zonnebrillen en mobieltjes een gebrek aan persoonlijkheid moeten verdoezelen.
Conroy moet een goede schilder zijn. Van Houcke moet een goede waarnemer zijn. Fijn dat ze er zijn. Maar ze bereiken slechts een klein, en steeds kleiner wordend publiek.
09-06-2005, 19:31 geschreven door Caerwyn
|