Sprookje ...
Er was eens een lief klein musje. Het was een huismusje. Ze woonde onder een scheve dakpan van een wat ouder, dus slecht geïsoleert huis. Dat was een fijn plekje, want door de slechte isolatie was het er altijd lekker warm. Nu, lieve lezertjes, was het niet zo als u wellicht denkt: je vind een scheve dakpan, en je bouwt er je nestje onder, nee! Ook als vogeltje heb je je aan zekere regels te houden.
Nou, je begrijpt natuurlijk wel dat aan het hoofd een grote kraai staat. En dan zo'n echt grote he ? Maar de grote kraai zet slechts de grote lijnen uit. Daaronder komen de kauwtjes, kleiner, maar nog steeds verwant aan de kraai. Weer een stap lager, op uitvoerend niveau dus, vind men de opportunisten van het vogelrijk, de eksters. Zo is de pik-orde, zo houdt met de controle.
Goed, Huismusje had dus een fijn plekje, en hield zich aan de regels zo als deze verkondigd werden door de grote kraai. Op een dag zong huismusje het hoogste lied. Een van de eksters kwam naar haar toe, en zei: Musje, je zingt best leuk, maar ik vind dat je toch wat meer van het gezang van ons, de eksters, moet verwerken in jouw gezang. Daar was ons huismusje wat verbaasd over; ze had toch niets verkeerds gezongen?
Maar deze ekster lieve lezertjes, was niet zomaar een ekster. Het was een ekster met een zangkunst die nog minder was dan we van eksters gewend zijn, en haar gekras was werkelijk een oordeel om aan te horen. Deze ekster wist dat best, en had daarom een overduidelijk minderwaardigheidscomplex, dat -zo als gebruikelijk- overgecompenseerd werd. Teneinde zelf beter af te steken werd ons lieve huismusje dus gesommeerd om toch wat wat het gekras van de ekster - grappig genoeg, roodborstje genaamd- over te nemen. De ekster ging zelfs zo ver dat ze zei dat haar eigen gekras maatgevend was voor wat andere vogels zongen, en als ze dat niet wilde horen, ze geen volwaardig bewoner van dat dak was. Ons lieve musje voelde zich in een hoek gedrukt en verweerde zich: "Maar ik mag toch wel zelf weten welk gezang ik mooi vind, en over neem?" Maar de ekster was resoluut: Nee, als je een volwaardig bewoner wilt zijn van dit dak heb je mijn gekras, en dat van anderen die mij imiteren, maar mooi te vinden. De ekster refereerde zelfs -volkomen onterecht- aan de tijd dat ons musje het slecht had. Dit werd ons lieve kleine huismusje te gortig, en ze tjilpte zo hard ze kon naar de andere mussen, de eksters, en ook naar de kauwtjes, en naar de grote kraai.
De andere mussen hoorden haar wel, maar de overige eksters en de grote kraai hoorden haar niet.
Ze kreeg veel reakties van andere mussen, maar die deden er niet toe blijkbaar. Er waren ook wat reakties van lijsters, schijtlijsters om precies te zijn, maar die doen er zowieso niet toe. Ze kreeg ook een "officieele" reaktie van de boze ekster roodborstje. Het was kiezen of delen: de ekster wilde dat ze onmiddelijk haar laatste gezang terug zou nemen, het gezang dat ze in haar wanhoop geuit had. Dat weigerde ons lieve kleine huismusje, want ze was dan wel klein, maar ze had wel een mening.
Maar de boze ekster roodborstje wees op de regels: je hebt te hard gezongen, en nu zul je een straf moeten ondergaan! Afgezien van een paar andere mussen reageerde er niemand. Blijkbaar waren de overige eksters het met roodborstje eens. Blijkbaar deed de rare eis van de ekster roodborstje, om het gekras te imiteren, niet ter zake. Daarop werd ons kleine lieve huismusje voor een week verbannen van het dak, En dat rond de kersttijd, die vrede en vergeving in zou moeten houden.
Ik vraag me af of de grote kraai dit allemaal weet .......
-deze blog word niet geupdate tot huismusje weer terug is-
|