Dagelijkse gang van zaken Wim en Jantje groeiden op. Wim bleef het rotjong dat hij altijd al geweest was. Wim miste overdag de strenge hand, want zijn vrouw was veel te zacht voor hem, maar hij zorgde er voor dat dat 's avonds wel weer ingehaald werd !. Dan kafferde hij het rotjong uit, of sloeg hem stevig om z'n oren. En als er geen reden was verzon hij er wel een. Ja, dat was een slimme streek geweest, om zijn eigen zakradiootje stuk te maken en Wim de schuld te geven, kon hij gelijk een nieuwe kopen zonder gezeur. Jantje, die stil en teruggetrokken was, overlaadde hij met attenties, ja, die mocht zelfs op zondagochtend vijf minuutjes bij hem op schoot zitten, maar vreemd genoeg leek Jantje daar nauwelijks in geïnteresseert. Hoe dat mogelijk was snapte hij niet, want hij was toch Jantje's vader ? en bovendien liet hij er geen twijfel over bestaan dat hij de voorkeur gaf aan Jantje, boven het rotjong Wim dus. En eeuwig en altijd dat gezeur over geld, dan weer wilde ze nieuwe pannen, dan weer moesten er kleren komen voor Wim, kleren voor Jantje waren nooit een probleem, die kon mooi de oude kleren van Wim dragen. Ze wilde zelfs een koelkast ! Wat een verspilling, ze kon haar etenswaar toch wel in het schurenblok, onderaan de flat bewaren ? daar was het altijd lekker koel, en het wat maar vijf minuutjes lopen. Ze had toch de hele dag niets anders te doen. Maar goed, ze troffen een compromis, zij kreeg d'r koelkast als ze zich nog een keer als hoer opmaakte, en zich er lekker van langs liet geven. Op die manier is er vervolgens ook nog een stofzuiger gekomen, ondanks dat ze een prima bezem had. Een keer flikte ze hem een wel heel vuile streek. Zijn vork, die hij nog uit de oorlog had, en waar hij elke dag mee at, had ze weggegooid. "Het rotding is vlijmscherp, en ik heb me nu wel vaak genoeg er aan verwond" had ze gezegt. Het was natuurlijk alleen maar pesterij.
Schoonmoeder Vanaf een zeker moment ging echt alles helemaal fout. Zijn vrouw vertelde dat haar moeder ernstig ziek was. Te ziek om haar taken als huishoudster te blijven uitvoeren bij die ouwe binnenvaartschipper waar ze al jaren intern werkte en leefde. Er was volgens haar maar een oplossing, die ouwe moest in het gezin opgenomen worden, daar bleef ze bij. Nou ja, doe ouwe tang was dik in de zestig, en als ze echt zo ernstig ziek was zou het niet al te lang duren, en zou hij helemaal van haar af zijn, bovendien kon hij haar zien wegkwijnen, en dat was ook wat waard natuurlijk. Vervolgens leverde ze bijna haar hele AOW in, en dat tikte lekker aan. Maar het zat niet mee. De artsen hier waren zeker slimmer dan die in Rotterdam, en ze behandelden haar zo goed dat het op deze manier nog wel jaren kon gaan duren. De jongens sliepen nu samen op een kamer. Wim klaagde niet, natuurlijk niet, hij had een machtige bondgenoot aan z'n oma. Vreemd genoeg klaagde Jantje ook niet, maar ja, die zei toch al nooit echt veel. De ruzies, met zowel zijn vrouw als zijn schoonmoeder werden frequenter, en heftiger. Op een dag was hij het zat, en hij besloot om zijn uiterste troef uit te spelen. Hij stelde dat het mooi geweest was, en dat het hem maar beter leek als hij weg zou gaan. Die zelfde avond nog ging hij naar kleine Jantje, 11 jaar nu, en vertelde van zijn plan. Jantje barstte niet in snikken uit zo als hij verwachtte, huilde niet dat dat pappa moest blijven, maar hoorde het gelaten aan, draaide zich op en viel met een diepe zucht in slaap. Nou ja, dat kwam nog wel, als het eenmaal tot hem door zou dringen. Jantje is er nooit meer op teruggekomen.
Vertrek Hij kocht een hutkoffer, en met veel gevoel voor dramatiek pakte hij regelmatig wat in in die koffer, die overigens goed op slot zat. Net als "zijn" kast, die zat ook op slot, want wat daarin zat, was alleen maar voor hem. Ja zeg, daar zaten zijn aanstekers in, zijn scheermessen, zijn dozen met doosjes, zijn poten met potjes, zijn radio's zijn kisten vol mooi glanzend maar nutteloze gereedschap, en bovendien zaten daar zijn loonstroken in, als ze er achter kwam dat hij elke week 50,- voor friet en speelgoed achterhield zou het huis te klein zijn. Langzaam schreden de weken voort, maar ze wilde hem maar niet vragen om te blijven. Dus vroeg hij werkelijk scheiding aan, met een heuse advocaat, en nam hij zijn intrek in een pension. Hij was niet gek, hij zou haar dwingen om hem te vragen om terug te komen, smeken zou ze hem ! In die tijd moest een van de twee verklaren vreemd te zijn gegaan, anders was er van een scheiding geen sprake. En via zijn advocaat liet hij weten dat hij niet de schuld op zich zou nemen. Dat zou haar wel even leren ! Via haar advocaat hoorde hij dat ze wel degelijk bereid was om de schuld op zich te nemen, als ze maar van hem af was. Pure bluf natuurlijk. Op het werk maakte hij daar natuurlijk mooie sier mee, zie je nou wel, dat rotwijf ging altijd vreemd, nu heeft ze het eindelijk toegegegeven. Zo gaat dat met gevallen vrouwen, ze duiken met iedereen het nest in ! En slecht dat ze voor me was, ze hield meer van de hond dan van hem ! De meesten knikten begrijpend, hier kon hij tenminste op medelijden rekenen. Het rotjong Wim hoefde hij niet meer te zien, en voor zijn Jantje was er een bezoekregeling. Om de week was Jantje een dag bij hem, maar hoeveel friet en rookworst hij ook voor Jantje kocht, Jantje leek het nooit echt naar z'n zin te hebben. Natuurlijk lag dat niet aan hem, en hij besloot om maar eens wat anti-propaganda te gebruiken. "Leeft dat ouwe mens nou nog ? Ik ben mooi belazerd, ze zou nog maar een jaartje of twee te leven hebben" Jantje zei die dag helemaal niets meer. Uiteindelijk, na nog drie jaar ging ze dan toch. Notabene deden ze de begrafenis op de bezoekdag van Jantje, en tot zijn stomme verbazing kwam Jantje niet opdagen, maar was de hele dag bij de begrafenis en daarna thuis gebleven.
Jantje (2) Jantje deed het niet best op school, hij spijbelde. Zal de invloed van het rotjong Wim wel geweest zijn, want die deed al twee jaar niet anders. Jantje wilde niet meer leren, maar gaan werken, dus regelde hij dat Jantje, inmiddels 15 en Jan geworden, twee weken na de laatste schooldag aan de slag kon in de zelfde drukkerij waar hij werkte. Dat was fijn, nu zag hij hem elke dag, en dat deed hem goed. Bovendien had hij die baan geregeld, en dat zou hem de nodige dankbaarheid opleveren. Al na een jaar bleek Jan niet helemaal de briljante drukker in spé te zijn die hij aan de baas en de voorman beloofd had. Regelmatig stond de voorman Jan uit te kafferen voor alles wat mooi maar vooral lelijk was, en natuurlijk kon hij daar niets van zeggen, want die voorman stond boven hem, hoog boven hem zelfs. Trouwens, die voorman had gelijk, Jan presteerde niet erg best. Natuurlijk weer een gebrek aan leiding, Jan's moeder was weer gaan werken, op de Willem Arntz hoeve, een gekkenhuis in den Dolder. Tsja, als je met gekken omgaat wordt je zelf ook gek, dat weet iedereen, bovendien liep daar een stelletje ongeregeld rond, die de boel wilden hervormen. Dagelijks waren ze in het nieuws met hun akties en ze rookten nog stickies ook, dat kon je zo wel zien aan die vieze lange haren van ze. Dat zou zijn Jan nooit doen. Jan deed het wel, liet niet alleen zijn haren lang groeien, maar er kwam ook af en toe een raar luchtje met hem mee als hij van de WC af kwam.
Joden, roomsen, gereformeerden, negers en ander gespuis Er was bij Jantje en zijn moeder ook een kostganger in huis gekomen, een jood notabene, Jan noemde hem Ies. Wat bezielde dat mens om een jood in huis te nemen ? Die lui kun je niet vertrouwen, dat weet toch iedereen ? Net als gereformeerden trouwens, dat zijn allemaal huichelaars. En vlak vooral de roomsen niet uit zeg, die zijn me toch achterbaks ! Stuk voor stuk bijna net zo erg als negers. Nee, dat soort lui moest hij niets mee te maken hebben. Nee, het enige wat je kan vertrouwen zij VVD'ers, kapitalisten dus, want die zijn overal de baas, dus die weten het beter. Oh ja, en het leger-des-heils, die zijn ook goed. Daar hebben ze rangen en standen, zo als het hoort. Bovendien was zijn hospita een heilsoldaat, en omdat ze zijn hospita was, was ze hoger dan hij, dus moest ze wel gelijk hebben. Voorts sprak ze vloeiend duits, dus het moest wel een heel goed mens wezen.
Omzeilen Wim was inmiddels het huis uit, in de verpleging gegaan, en intern. Ies was alweer weg, en via een kennis (want vrienden had hij nooit gehad) hoorde hij dat zijn ex-vrouw was getrouwd met een weduwnaar die zelf ook al drie kinderen had. Jan was meegegaan. Het kostte nog heel wat moeite om alles te achterhalen want niemand was erg spraakzaam meer. Zelfs zijn collegaas niet, die leken hem eerder te omzeilen. Een collega gooide hem zelfs een keer voor z'n voeten dat Jan hele andere verhalen over de vroegere thuissituatie verteld had dan hij. Pure leugens natuurlijk, wat kon Jantje daar nou van geweten hebben, die was nog zo klein.
|