de onrust sluipt onmerkbaar binnen ik voel hem in mijn botten en mijn denken woelen en vroeten en alles wat ik kan om hem te weren is meer pillen slikken.
Dat lost niets op, de tijd brengt alles weer. Ik weet niet waar mijn rusteloosheid ooit begon. Mijn lichaam protesteert. Ik weet niet waarom maar leef er mee.
Ik zoek in alle hoeken van mijn geest, ik graaf mijn ziel langs alle kanten open en vind in de leegte van mijn leven zoveel vragen over liefde die nooit begon.
Ik wil nu slapen en mijn denken laten rusten in vergetelheid. Misschien komt morgen als ik wakker word een goed gevoel terug dat vrede brengt in mijn verhakkeld lijf.
ik weet niet wat er nu gebeurt mijn lichaam scheurt. mijn maag rebelleert en maakt me zo slecht dat ik van niets meer geniet
ik vind geen oorzaak, geen begin een tas youghourt met wat suiker en mijn buik werd hard, mijn geest verward. hoe meer ik het niet wou, hou meer de pijn
mijn lichaam teisterde. ik rook nu af en toe drie sigaartjes per dag, dat brengt rust, mijn afkicken deed meer pijn dan ooit dacht ik want nu weet ik het niet meer.
Studeren heb ik ook gestopt, faalangst en stress dacht ik. mijn lichaam reageerde fel en deed intens pijn met wangen die als koorts aanvoelden.
ik studeerde dus niet meer ik begon weer te roken en nu mijn apéritief nog weg en toch blijft alles overhoop
liggen. ik ga vandaag alles weglaten en zien en horen wat ik voel of zit het enkel en alleen tussen mijn oren maar ik voel het wel en hoe!!
en ik stapel de pillen zachtjes op voor de maag en de pijn en meer dan mij lief is al jaren zolang pilletjes om rustig te denken.
die hebben zich o zo zachtjes genesteld in de gewoonten van mijn lijf en gedachten dat ik ze broodnodig heb en niet meer los kan laten. maar ik huiver
als ik er meer zou moeten nemen, want je weet nooit waar zoiets stopt. misschien raak ik er allemaal wel door en valt alles voor de grote zomer op zijn plooi!
Dit gedicht las ik deze morgen in de poëziekalender. Het klonk raar in het begin, maar na herlezen vond ik er een heel rijke inhoud in. Otdek hem maar! en je zou me enorm plezieren als je je bedenkingen op mijn blog zou neerpennen ( maar daar hoef je je helemaal niet verplicht toe voelen). Geniet nu maar.
Spaceshuttle
Willen we de rompslomp langzaam kwijtraken, dan moeten we ons zijn in glijvlucht brengen op een hoogte waar de luchtdichtheid en de weerstand gering zijn.
Het lichaam moet een zeer lang traject door de rampkring afleggen alvorens de verrukkingsvaart te kunnen minderen, ter vermijding dat de ijle lucht de huid overmatig zou verhitten.
Om echter op grotere hoogten te zinderen moeten onze gedachten en gedragingen met machtiger vleugels opveren, en dit werpt natuurlijk weer verscheidene moeilijkheden op. Met weidse
vleugels op de hoogste trap, zouden de stabilisatievinnen op de laagste trap eveneens aanzienlijker moeten zijn, maar dat vraagt meer brandstof, oorlof voor de lusthof.
Kwestie is te kiezen tussen vreugdsels met een lager huid- temperatuur en meer sobere met een opgewekt temperament. Als men de daad heeft, zal men het kluwen wel vinden.
Ter geruststelling: eens blijven we daar.
Mark Van Tongele uit: 'Lichtspraak' Atlas, Amsterdam, 2008
ik maak me nu klaar voor de nacht omdat morgen een andere dag wacht en als ik jou daarin, al was het maar even, ontmoet komt met jou, komt met mij, alles ooit goed.
Het is vandaag Pinksteren. In wat of wie je ook gelooft, ik wens dat de Geest van wie wij God noemen je leven bezielt. Dat Hij vrede, vriendschap, schoonheid en liefde in je leven mag brengen.
En dat je verdriet, je eenzaamheid, je pijn die onlosmakelijk deel uitmaakt van elk leven, het voorportaal moge zijn van een voltooiing waarin je kunt zijn wie je wil zijn!!
aan allen die hier langs komen wens ik vandaag of ooit in hun leven de vreugde van een bevrijdende Geest!!! liefs,
ik las deze morgen een schitterend gedicht op de poëziekalender, en ik wil jullie er ook laten van genieten of er verdrietig om zijn, het kan alle twee.
De moeder en het water
Ik ging naar moeder om haar terug te zien. Ik zag een vreemde vrouw. Haar blik was wijd en leeg, als keek zij naar de verre overzijde van een water, niet naar mij. Ik dacht: misschien
- toen ik daar stond op het gazon, pilsje gedronken in de kantine van het verpleegtehuis, de tijd ging langzaam in die godvergeten eenzaamheid - misschien zou 't goed zijn als nu Psalmen klonken.
Het was mijn moeder, het lijfje dat daar roer- loos stond in 't gras, alleen haar dunne haren bewogen nog een beetje in de wind, als voer
zij over stille waatren naar een oneindig daar en later, haar God. Er is geen God, maar ik bezwoer Hem Zijn belofte na te komen, haar te bewaren.
Rutger Kopland uit 'Tot het ons loslaat' Van Oorschoot, Amsterdam 1997
ik ben sinds 15 april gestopt met roken. ik heb al sinds jaren last van maagpijn. de laatste onderzoeken wezen uit dat ik vrij veel last had van maagontstekingen. daar kreeg ik maagmedicatie voor. en af en toe had ik nog wel last.Maar nu begon bij die last ook een zekere onrust te komen. (sinds mijn 26 jaar neem ik per dag 2,5 mg temesta per dag. mijn lichaam is daar aanverslaafd. en nu stelde ik vast dat die onrust en die ergere maagpijn van de laatste weken, vermindert en weggaat als ik meer temesta neem. Maar ik wil niet meer temesta nemen!!! ik heb daarover met mijn huisarts gepraat. Toen ik hem vroeg of al die ongemakken van de laatse weken ook te maken konden hebben met mijn rookstop antwoordde hij dat hij dat niet mocht beamen maar dat hij dat ook niet afwees en uiteindelijk zei hij toch dat een 3tal kleine sigaartjes per dag beter zou zijn dan nog meer temesta nemen. Toen ik thuis kwam was mijn vrouw razend. Maar ik had voor mezelf al uitgemaakt dat ik na de middag terug een sigaartje zou roken! Ik vind dat ik op mijn 68 jaar moet doen waar ik mij best bij voel. Ik heb een eerlijke poging gedaan om te stoppen met roken, (ik rookte 10 sigaartjes per dag) en nu dat niet blijkt te lukken en mijn lichaam of mijn geest! daar slecht op reageert, zal ik daar dus op terugkomen, zij het in mindere mate. Onrust en angst is iets verschrikkelijk!!! en als dat door die sigaartjes stopt, zou ik mezelf erg in de problemen brengen. Hopelijk komt mijn vrouw tot rust en ziet ze dat ook in, maar daar vrees ik wel voor. Maar tijd zal bij haar ook wel aanvaarding brengen.
de ontluistering was groot toen ik haar ik die lege kamer voor het raam zag staan hoe zij naar buiten keek gaf vreemde tekens aan mijn beeld van haar. zij was het niet
die omkeek en mij herkende en blij was maar niet wist waarom. ik ging mee, ik moest wel, in haar onbekende wereld waar zij zelf wetend zo verloren liep.
de wereld die zij creëerde in haar beelden bestond niet meer. erger nog! hij was er nooit geweest voor haar. ik stond versteld te kijken naar een schitterende vrouw die niemand was.
mijn zoenen zegden haar tot later maar ik wist dat korter dan de gang naar buiten zij het al vergeten was. nu zag zij beelden die zij nooit
Weet je wat mij nu echt ontgoocheld?? en tegelijkertijd heel erg verbaasd!! Dat mijn bedenkingen over eeuwig leven (enkele dagen terug) geen enkele reactie hebben gekregen.ik dacht nochtans dat heel wat mensen op deze blog ook daarin geboeid waren en heel wat vragen daaromtrent hadden. dus niet blijkbaar. je mag je nooit te veel verwachten. mea culpa! mea maxima culpa!!!
Dit schreef ik de eerste dag van mijn blogactiviteit (22 april). Er is nog niets aan veranderd. Ik ben er helemaal nog niet uit, en de tijd begint te korten. Want de dood komt als een dief in de nacht en ik ken mijn nacht niet. Hopelijk straalt nog lang de zon!!!!!
Iedereen hier in huis is gaan slapen. Ik zit wat te spelen met mijn
toetsenbord, ik wil woorden opdiepen die zeggen wat ik denk, die kleuren hoe ik
denk, die twijfels kunnen omvatten in rustige zekerheden. Maar daar precies
mangelt het. Daarom ga ik op weg. Daarom wil ik niet stoppen.Waarom schrijf ik
het hier en niet in een veilig dagboek dat zich lekker voelt in de onderste
schuif van mijn bureau. Karin leeft in het NU zegt zij, maar dat nu is maar
geworden wat het is door de duizenden jaren die eraan vooraf gingen. En ik ben
daar het product van. In mijn transcendent leven is er een aanwezigheid die
ik niet kan benoemen. Ik geloof niet meer in God, maar schoonheid en liefde
bestaan, zij zijn in mijn ogen het eeuwig Aanwezige, zij beantwoorden aan een
godsgedachte die ik nog niet kan neerschrijven, maar die dikwijls bepalend is
in mijn luisteren en denken. Van daaruit vertrek ik nu, ik weet
dat het verwarrend klinkt, maar ik kom er wel uit. Alleen weet ik nog niet
hoe.