Seffens vertrek ik met de bus naar mijn ouders, die gisterenavond goed en wel zijn aangekomen en door zus Greetje en haar man van de luchthaven naar huis werden gebracht. Deze voormiddag moest Moeke nog voor opvolging naar haar eigen Belgische dokter, maar we hopen dat alles weer zo goed gaat als ze zelf beweert!
Daarna volgt de rest van mijn allervroegste herinneringen, ondertussen weet ik al, dat er nog veel meer zeer vroege herinneringen zijn, teveel om ze allemaal in één stukje te krijgen.
Morgen dus nog even iets "beknopt" en de rest spaar ik op voor "dode momenten". Het stokje zal ook morgen doorgegeven worden.
Dàt was even schrikken ! ik kreeg het herinneringsstokje van Bojako tegen mijn kop, nu moet ik al die verre herinneringen chronologisch gaan rangschikken en beknopt weergeven.
Hmmm twee zware opdrachten : beknopt is moeilijk en dat chronologisch zal ook een klus worden, want er zwalpt wel vanalles door dit warhoofd, maar om dat ook nog in de juiste volgorde weer te geven
Toch ben ik vereerd, dat ik als eerste dit stokje kreeg en het lijkt me ook wel een leuke opdracht.
Daar gaan we :
-2 jaar : De geur van versgebakken brood in de bakkerij van mijn grootouders, het knikkend spaarpotnegertje op de toonbank en de halve geëtste glazen deur van de winkel naar de bakkerij. Hoe oud ik toen was moet ik vragen aan Moeke, volgens mij hielden mijn grootouders rond mijn 2de verjaardag al op met de zaak en verhuisden toen naar eengewoon huis.
-2,5 of 3,5 jaar : ik mag mee naar de nachtmis, waarvan ik me niks herinner, maar ik draag een donkerblauwe gebreide lange broek met knoopjes aan de enkels en galosjen: rubberen lage laarsjes met drukknopen, ik sta omhoog te kijken naar sneeuwvlokken die voorbij de ruitjes van een gaslantaarn dwarrelen. Het licht ervan lijkt een zachte witte bol en dit blijft tot op vandaag nog steeds een van de meest vredige, vriendelijke en veilige beelden die ik ooit zag.
-3 jaar : mijn wit lievelingskleedje met het geborduurde eendje-en- zonnetje-en-bloempje op het geschmockte platstuk is te klein geworden: de pofmouwtjes knellen en moeke zegt dat Jeske het nu mag dragen. Ik wil mijn kleed niet afgeven, ik wil het zelf dragen, ook al doen die knellende mouwtjes pijn. Ik ben heel triest en vreselijk jaloers.
-4 jaar : ik mag vaak bij Moemoe en Pépé gaan logeren. Dat doe ik heel graag, Moemoe is een geweldige kokkin, die mij vertroetelt met aparte schoteltjes en s morgens een eitje helemaal voor mij alleen, in een klein pannetje bakt in echte boter en ze warmt een kom melk waarin ze een grote brok pure chocolade gooit en ze kan goed vertellen! Als zij aardappelen schilt, zit ik op een voetbankje bij haar te luisteren. Soms kan ze wel ineens erg kortaf zijn en knuffelen zit er al helemaal niet in.
Moemoe gaat elke dag naar de mis en dan moet ik mee. Ze geeft mij dan een dun missaaltje. Ik zit naast haar aan de vrouwenkant(links) in de kerk en kan nog niet lezen, maar sla het boekje open en doe heel gewichtig alsof ik dat al wel kan. Moemoe rukt het boekje uit mijn handjes, draait het om, sist in plat Hobokens Gaawet oungderste bouve! en drukt het terug in mijn pollekes. Ik schaam me dood.
-in de kleuterschool was lieve zuster Marie-Laura die een beetje hinkte, maar altijd lief en gul was. Ik zat bij haar in de eerste en laatste kleuterklas. Zij leerde mij en nog een paar andere kindjes al lezen voor ik vijf jaar was. Ik kreeg toen zelfs een diploma waarop een kindje stond afgebeeld dat over een groot opengeslagen boek gebogen zat, met de woorden Ik kan lezen erop.
Eindelijk krijg ik de erkenning waarnaar ik snak! Vanaf dan verslind ik boekjes en van mijn ouders krijg ik er steeds moeilijker. Soms staan er rare letters zoals een g of een a die ineens als g of a geschreven worden en door dat extra krulletje het lezen bemoeilijken. Mijn eerste leesboek met prachtige prenten erin, ging over een ballonreis van een beer. De titel herinner ik me niet, maar ergens in het boek stond het woord waarempel: een woord dat niet alleen zeer lang was, maar ook totaal onbegrijpelijk.
Nog in de kleuterschool leerden we papiermatjes vlechten, een sjaal breien met een houten breimachientje waarin nageltjes staken, en punniken : hetzelfde systeem als het breimachien, maar ditmaal op een houten klosje met slechts 4 nageltjes. Daar kon je een lange staart mee breien, die dan opgerold aaneen werd genaaid tot een pannenlap. Op een klein weefgetouw moesten we ook een sjaal leren maken. Sommige kinderen deden dat in twee kleuren, dat had iets met voetbal te maken, maar ik moest een effen crème sjaal met visgraatmotief weven, wat ik een beetje saai maar toch wel deftig vond.
Boetseren vond ik leuk, omdat je daar soms je fantasie de vrije loop mocht mee laten. Als de grote blikken dozen tevoorschijn kwamen, waarin de bollen kakbruine plasticine zaten, raakte ik op slag geïnspireerd. Ik kneedde een bed met een kindje erin, dekentje erover en een pispotje naast het bed, waarin een piepklein worstje.
Toen zuster Gracilia naast mijn bank kwam gewandeld en mijn creatie zag, hield ik mijn adem in plots realiseerde ik me dat ik in de ogen van de zuster mogelijk iets onzedigs had gedaan. Even was het stil, maar toen begon ze te lachen. Veel van de andere kleuters gingen, door mijn succes aangemoedigd, bij de volgende boetseersessies potjes met worstjes erin maken, tot zuster zei dat het niet meer mocht.
En dan was er nog zuster Marie, een magere non met een groot boos gezicht, die op een keer de klas moest verlaten (toiletbezoek?) en ons bezwoer om stil op onze banken te blijven zitten, armen overeen, tot ze terugkwam. Als we niet braaf zouden zijn, zou de duivel zijn staart daarboven door dat rooster in de hoek van het plafond komen steken!
Toen verliet ze in zeven haasten de klas. Een stuk of twintig kleuters staarde doodsbang naar het dreigende rooster hoog boven hun hoofden en ineens begon er een te huilen, waarop binnen de kortste keren de hele klas aan het brullen was van schrik.
Zuster Marie kwam terug vooraleer de duivel zijn staart door het rooster had kunnen steken. Waarschijnlijk is ze boos geweest om alle herrie, maar ik kan me alleen maar de grote opluchting herinneren dat ze terug was om ons van de duivel te redden.
...wordt vervolgd (tja beknopt lukt dus niet hé)
Gisteren, nog voor de middag naar Malle gefietst om een nieuw rood visje te gaan kopen om in de vijver te zetten.
Donderdag komen Dario en Maura logeren en we willen niet dat ons klein ventje tevergeefs naar zijn visje, Dasja, gaat zoeken.
Dasja is hoogstwaarschijnlijk door een reiger meegepikt. We hebben haar al dagen niet meer gezien. Zij was ook de enige vis die niet schuchter was en meestal dicht bij de oppervlakte en de oever zwom
Een reiger hebben wij hier nog niet gezien, maar die komt steeds zeer vroeg in de ochtend, vertelt men mij in de dierenwinkel.
Tja vroeg in de ochtend, hahaha!, das niet direct onze stijl. Trouwens, wakker of niet : voorkomen dat er af en toe een vis verdwijnt, zullen we toch nooit kunnen.
Dus kocht ik een nieuwe rode shubunkin om ons kleine ventje niet teleur te stellen.
Pardon, het is een rode sarasa geworden, de shubunkins in de winkel waren allemaal gevlekt en het nieuwe visje is ook een beetje kleiner dan degene die we hadden.
Maar daar zal hij hopelijk niks van merken als wij vrolijk en met overtuiging roepen : Kijk Dario ! Daar zwemt Dasja!
Ik had hier graag de 2 hartveroverende filmpjes van Mauras eerste stapjes geplaatst, maar ondanks alle advies en hulp, slaag ik daar niet in. Haar mama heeft ze zonder problemen op facebook kunnen plaatsen, waar ik ze kon kopiëren, maar zij noch ik kunnen ergens een code ontwaren, waardoor het in mijn blog kan geplakt worden zucht ik hoop dat het me eerstdaags nog op een of andere manier lukt.
Minder goed nieuws is, dat Moeke tijdens de vakantie in Spanje in het ziekenhuis moest opgenomen worden, omwille van een hevig schommelende suikerspiegel. Alles is momenteel wel onder controle en voke en zij komen morgen, op het normaal voorziene tijdstip terug.
Wij zijn allemaal nogal erg geschrokken. Het besef dat een mens op ruim 85-jarige leeftijd wel erg kwetsbaar wordt, is ineens pijnlijk duidelijk geworden.
Moeke voelt zich nu wel helemaal OK, maar wordt nog tot de laatste dag in Spanje in het ziekenhuis opgevolgd. Voor Voke zijn het zeer bange en stresserende dagen geweest. Hij prees de bijstand van de OKRA-begeleider en van het ziekenfonds en kliniek, maar desondanks moet hij zich toch verloren en eenzaam gevoeld hebben.
Vooral het feit dat hij zich in een vreemd land bevond en niet in zijn moedertaal geholpen kon worden scheen een zware hindernis.
Morgenavond komen ze terug naar huis en we hopen maar dat er dan weer een gezonde periode mag aanbreken.
Die aanval in Spanje was trouwens niet de eerste zelf zijn wij er nog nooit getuige van geweest, maar Voke, die dit al enkele keren meemaakte, dacht telkens dat Moeke het niet zou halen. Het vreemde is, dat zijzelf niets van het gebeurde weet.
Het valt aan te nemen dat hij door zijn aanwezigheid en tijdig ingrijpen haar al enkele keren het leven heeft gered, maar telkens zelf van schrik een grote mentale klap moet incasseren.
Herman is deze namiddag gaan accordeon spelen : populaire deuntjes voor een rusthuis en woensdag mag hij dat nog eens gaan herhalen.
Ik vertrek seffens met de bus naar de stad om nadien samen met hem een schoonbroer gaan bezoeken die in het ziekenhuis herstelt van een hartoperatie. t Was een zware ingreep, maar alles is daar naar wens verlopen en Bob stelt het goed.
Als we tijd hebben, eten we nog vlug een hap voor we naar de afscheidsviering van een kennis uit de volksdans- en theaterwereld gaan. De laatste jaren hadden wij met Rob nog slechts sporadisch contact, maar ik heb hem nooit anders dan vriendelijk en als een opgewekte, drukke babbelaar gekend. Als je dan plots verneemt dat hij op 62- jarige leeftijd sterft is dat hoedanook een schok. Zijn zoon en ex-vrouw staan ons nader en daarom willen wij hen bij dit afscheid ook steunen.
Zelfs al wil het weer niet altijd mee, de tuin ziet er nu toch op zijn mooist uit. Het "artistiek gat" in de haag om gemakkelijk met buurvrouw Natoken te babbelen, zoals Bojako suggereert, zal er wel niet komen. Er ligt namelijk nog een buurman tussen ons in, die waarschijnlijk niet akkoord zou gaan met twee "artistieke gaten".
Het zonneke schijnt en mijn knoken voelen vandaag wat beter dan gisteren : reden genoeg om goedgezind aan de dag te beginnen!
Na het ontbijt bel ik mijn kapper, of hij vandaag een plaatske voor me heeft. Gelukkig kan ik om half elf bij hem terecht, want ineens is er niks meer met mijn coiffure te beginnen : tijd voor een goeie coupe!
Om half tien spring ik mijn fiets op : overschot van tijd om eerst nog een dikke brief naar onze zoon in Oostenrijk bij de post binnen te doen en even geld af te halen bij de bank, denk ik.
Herman roept me nog toe : Haal bij de bank dan ineens die envelop gereedliggende documenten af ook! Zelfs dat moet nog lukken
Ja, Taraaara!
In het postkantoor staat een lange rij, maar ik blijf toch maar aanschuiven, omdat ik Dries zijn paperassen zo vlug mogelijk wil laten toekomen.
Natuurlijk sta ik vlak achter een bejaarde man, die zijn hele familiegeschiedenis uit de doeken wil doen tegen de zeer geduldige postbediende!
Aan het andere loket schuift ondertussen de ene klant na de andere voorbij. Ik heb al enkele keren ostentatief op mijn horloge gekeken (ja, zon franke tik ben ik wel) en durf tenslotte zelfs met mijn enveloppe zwaaien.
De postbediende knipoogt en gebaart kom geef die maar gauw.
Ik schuif naast de babbelaar, zeg Sorry, meneer, maar ik heb over 5 minuten een afspraak. Hij muist er stilletjes vanonder, terwijl de bediende mij een dankbare blik toewerpt.
Ik heb nu nog 4 minuten om naar de bank te fietsen, geld af te halen, rekeninguittreksels af te drukken en die bewuste envelop gaan opvragen
Het is of de duivel ermee gemoeid is : voor mij staat aan het enige open loket een vrouw die na het afhalen van haar buitenlandse geld een heel verhaal over
onze Frederik begint
Ik sta te trappelen van ongeduld, ik haat te laat komen!
Eindelijk geraak ik aan de gereedliggende documenten en cross een kilometer verder naar de kapper .waar ik nog rustig vijf minuten mag uitzweten en -puffen vooraleer het mijn beurt is!
Eens te meer neem ik me voor om mij nooit meer druk te maken over te laat komen op een afspraak:
1)Je opwinden verandert helemaal niets aan het feit dat je te laat komt
2)je ziet eruit als een beest wanneer je tenslotte arriveert
3)de meeste mensen bezien je als een ongeduldig, vervelend of agressief mens
4)om die reden voel je jezelf dan ook nog eens slecht
Gelukkig word ik altijd vrolijk van een bezoek aan mijn kapper, niet alleen omdat hij geweldig snel en goed werkt, maar ook omdat hij een optimistische, zeer stereotiepe homo is, waarmee de luchtigste nieuwtjes kunnen worden uitgewisseld. Hoe getalenteerd ook in zijn vak, toen de hersenen werden uitgedeeld, stond hij beslist niet op de eerste rij en ik moet me vaak inhouden bij een of andere dolle uitspraak van hem. Als ik dan zijn salon verlaat, barst ik zowat van ingehouden plezier en er is dan heel weinig nodig om mij aan het lachen te brengen.
Zoals die vrouw die ik even later bij de supermarkt zie ze viel me al op toen we samen een winkelkarretje gingen halen : zowat mijn leeftijd, bolrond, met een zeer open, slim gezicht : een vrouwelijke clown, denk ik. Wanneer ik binnen wil gaan, begint haar gsm te rinkelen. Ze stopt, staat als een blok graniet en haalt onverstoord het toestel uit haar flodderbroek, terwijl ze met een lijzig kempisch accent zegt Dàà hààdde ze nij noëwet meugen euttvinne sè, kijkt op het schermpje en terug naar mij S mènne vent met een air van ik had het kunnen denken. Allemaal met een uitgestreken gezicht, maar oerkomisch en ze besefte het!
Zo gevuld, dat er geen tijd en zin meer overbleef om te bloggen.
Om de achterstal wat in te halen volgt hier een kleine opsomming van de belangrijkste gebeurtenissen
Mijn nachten zaten nog lange tijd vol Indonesië.
Deze reis was een unieke belevenis. Ik ben heel blij dat we dit ondernomen hebben en die andere wereld leerden kennen.
Zoals uit mijn reisverslag (4 maart) al kon vermoed worden, is PJ terug naar België gekomen. Met zijn gezondheid gaat het gelukkig een pak beter.
Omdat weldra het doek definitief over Doel zal vallen, hebben Lief en hij nu een huis in de Antwerpse rand gehuurd. Er moet nog een en ander opgefrist worden, maar binnen afzienbare tijd zullen ze een heel stuk dichter bij ons wonen, wat een prettige gedachte is.
Eentje kwam dus terug uit het buitenland, maar Dries, ons ander emigrantje liet daarentegen kort na onze thuiskomst weten dat hij zijn baan bij het taxibedrijf heeft opgezegd en zich definitief in Oostenrijk wil nestelen!
Tenminste als hij er zomerwerk kan vinden, nadat het snowboardseizoen is afgelopen. Wij zijn in hoopvolle verwachting : vandaag of morgen zullen we weten hoe het met zijn laatste sollicitatie is afgelopen, want ook in Oostenrijk liggen de jobs precies niet voor het rapen.
Op tweede paasdag ging een jarenlang gekoesterde droom in vervulling : onze kleinkindjes raapten paaseieren in onze tuin!
Voor het zover was, hebben wij in diezelfde tuin ontzettend hard geploeterd om hem toonbaar en vooral : veilig te maken. Met de vijver die er sedert vorig jaar ligt, was het nodig om hekken te plaatsen, zodat de kindjes veilig konden rondlopen en de gemoedsrust van ouders en grootouders verzekerd was.
Ook de gracht voor het huis werd geschoeid en we reden ettelijke malen met aanhangwagen naar het kringlooppark en naar de aannemer voor ladingen teelaarde, die dan weer moest weggewerkt worden. Hard werk, maar het ziet er voor ons nu toch allemaal picobello uit.
Na 15 jaar stond onze Hollandse vriend opnieuw op de planken en natuurlijk wilden wij dat niet missen, dus togen wij naar het noorden en zagen een heerlijke voorstelling van De Revisor van Gogol, met onze ijzersterke Adam in de rol van de rechter. Het was alsof hij nooit was gestopt met toneelspelen.
De kwaliteit van dit amateurgezelschap was van de bovenste plank!
Het toeval wilde dat net in deze periode de bollenvelden op hun mooiste waren, dus werd het ook nog eens een feest voor ogen en neus, toen we met onze vrienden een fietstocht door al die pracht gingen maken.
Hermans oude buurjongens en hun partners kwamen vorige week naar ons, voor de halfjaarlijkse bijeenkomst en s anderendaags pikten we Jade op voor een rit per motorhome naar Lichtaart, waar we in ons huisje op wielen kookten, spelletjes deden en de nacht doorbrachten. Het hoogtepunt van haar verjaarscadeau was het bezoek aan Bobbejaanland, de volgende dag.
Het was stralend weer en niet te druk, onze grote kleindochter heeft beslist genoten en wij mét haar.
Bij onze thuiskomst vond ik op het antwoordapparaat het bericht dat mijn Amerikaanse vriendin (pennevriendin sedert we 14 waren) over 2 weken naar hier komt. Eerst was nog niet duidelijk of ze alleen, met haar man, of met de drie kinderen zou komen, maar na enkele mislukte telefoonpogingen van mijn kant, kreeg ik haar eindelijk zelf te pakken en kwam er meer duidelijkheid : ze komt samen met haar jongste dochter van 20 en blijft slechts drie dagen hier
Precies goed gemikt tussen de logeerpartijen in, van onze twee kleine hartediefjes Maura en Dario en de steeds wisselende buitenlandse volksdanslogees die we ieder jaar herbergen.
We vervelen ons niet!
Tussendoor zijn er de gewone familiale en huishoudelijke beslommeringen Bezoekjes aan mijn ouders, afspraken, vergaderingen, voorstellingen allerhande
En wat had ik graag meer tijd gehad om bij PJ en Lief te helpen bij het opknappen van hun huis, dat is tot hiertoe nog maar één dag gelukt; wegens teveel andere bezigheden, maar ook door de artrose in mijn heup en knie die steeds meer de kop terug opsteekt en bijwijlen erg pijnlijk en hinderlijk is.
Nog even afwachten of het niet spontaan betert, anders moet ik misschien toch weer zon inspuiting halen.
Maar kijk : ik ben al terug beginnen bloggen, nu even doorbijten voor ik de draad weer verlies
Voor ons vertrek wandelen we naar Jalan Padma, om het bruin lederen rugzakje te kopen, dat we vrijdag gezien hadden. We moeten wat zoeken vooraleer we het kleine atelier Bali Bella terugvinden.
Vandaag zit er een jongen aan het tafeltje. Ik probeer uit te leggen dat we vorige keer een prijs hadden bedongen via zijn baas en de verkoopster.Na tevergeefs zijn baas bellen, kijkt hij in een register en zegt : 340.000 Rph yesterday, Okay! en ik kan mijn mooie rugzakje (er past perfect een a4-toneelbrochure in!) meenemen.
Terug in ons hotel is het inpakken geblazen en reiskleding aantrekken.
We betalen onze hotelrekening en installeren ons nog een poos op de vrij koele receptie-veranda.
Om kwart over één, een half uur te vroeg, is onze taxi er al. Madam Hotel rijdt zelf ook mee. Ze neemt afscheid van ons alsof we familie waren. Van Sari, het jonge meisje aan de receptie moet ik Lief veel groeten overmaken.
In de luchthaven hebben we tijd zat, we gaan nog iets eten en met onze laatste roepias kopen we nog een pakje koffie (Bali Gold mmm!)
Leddiiies en gennelmèn, make shoe yo sea-bell ies faashion! klinkt het door de luidsprekers en stipt om 16u15 gaan we de lucht in.
We hebben 3 stoelen voor ons 2 : fijn! Kunnen we seffens wat liggen.
Om 18 uur klappen de TV-schermpjes open. Ik zet even de koptelefoon op. Autos rammen elkaar een ravijn in en de overwinnaar rijdt een soort tunnel binnen, waarna die achter hem sluit James Bond, denk ik, hoewel deze held eruit ziet als Poetin; en jawel : Quantum of Solace wordt over het scherm gerold. Dit moet de nieuwste 007 zijn, met acteur nummer elvendertig als de huidige James Bond. Al de rest ziet er dezelfde zever uit als altijd. Zelfs Herman zet zijn headphone niet op, terwijl hij lang geleden een echte fan was. t Kan natuurlijk ook zijn, dat hij meer interesse heeft voor het mooie chinese stewardessje dat het eten begint te serveren.
Half zeven en de zon begint onder te gaan Onder ons zien we een groep eilanden : de Filippijnen? Er brandt geen enkel lichtje, zoveel onbewoonde eilanden nog ze zijn nochtans niet echt klein.
Om 21u30 komen we aan in Taipei : grote stad! Veel lichtjes, héél propere, rustige luchthavengebouwen, wat een groot contrast vormt met Indonesië.
We moeten hier meer dan twee uur opvullen en beginnen door de zeer kalme gangen te wandelen. Er zijn verscheidene tentoonstellingsruimten met grote fotos en voorwerpen van Taiwan, heel mooi voorgesteld. Ik denk dat dit een zeer mooi eiland is. Het is hier al merkbaar koeler dan op Bali.
Je kan hier gratis internetten en ik maak er een halfuurtje gebruik van.
Dat was wel wat zoeken : de startpagina was de chinese Yahoo. Dit was het enige woord dat ik herkende moest dus hier en daar klikken op al die vreemde tekens, tot ik in de mail geraakte, eens dat gelukt, kon ik mijn post nazien en even facebooken.
Om vijf voor middernacht stijgen we op voor onze tweede vlucht van 14 uur. Helaas zitten we met 3 op een rij, dus is er geen kans om even te liggen. Voor ons ligt een vrouw over 3 zetels Weeeeii! t Is niet eerlijk
De eerste uren verlopen nogal hobbelig en ik voel me mottig.
Na een viertal uren vliegen komt er wat inwendige paniek opzetten : ik hou dat hier niet uit!...Ik speur rond, maar over alle ongebruikte stoelen ligt allang iemand uitgestrekt. Naast ons zit een hoffelijke jonge chinees, maar die wil je natuurlijk niet voortdurend laten opstaan om jou even de benen te laten strekken.
Alle mogelijke houdingen worden uitgeprobeerd. Het gewatteerd dekentje bedekt mijn schaamteloze posities. Ik lig onderuit in de zetel, mijn benen languit omhoog tegen de rugleuning van de vorige rij, dan weer een beetje op mijn zij, knieën opgetrokken en voeten op mijn klaptafel. Even doet dat deugd, maar auw! Mijn poep en rug!
Ik bekijk de aangrijpende film Changeling met Angelina Jolie en volg verder de voortgang van onze vlucht. Het eten smaakt me niet, mijn maag ligt overhoop en ik raak nauwelijks wat aan.
Zon 3 uur voor aankomst voel ik me wat beter. Zo te zien gaan we tijdig in Parijs landen en als we onze bagage nu ook nog snel kunnen ophalen, geraken we hopelijk nog op de TGV .
We moeten drie kwartier wachten op onze bagage, dat wordt spannend!!! Dan de shuttle nemen om van terminal1 naar 2 te geraken
We rennen-rennen-rennen het TGV perron is leeg!!!! We kijken bedremmeld rond en zien hem al een eind verder staan, weer hollen met de valiezen -gelukkig hebben we er elk maar één- en kunnen nog net op tijd in het voorste rijtuig springen.
Het scheelde geen 5 seconden! Terwijl de trein al rijdt, sleuren wij onze valiezen door het smalle gangpad van wagon 1 naar wagon 8, waar we eindelijk kunnen neerploffen in een zo goed als leeg treinstel.
De lucht is blauw en het uitzicht op het rustige Franse landschap doet ons goed. Tot onze verrassing zien we nog kleine plekjes sneeuw in de berm liggen.
Vanop de trein bellen we Leo, die met onze auto naar Brussel zou komen om ons op te pikken.
De arme man doet er dankzij de files ruim anderhalf uur langer over om vanuit Oud-Turnhout tot in Brussel bij het station te geraken, dan wij vanuit Parijs. De GSM gebruikt hij alleen om te antwoorden, en we willen hem niet afjagen terwijl hij in het verkeer zit, dus staan wij de hele tijd beleefd te verkleumen op het stationsplein.
Het is een welkom gezicht, als hij er eindelijk aankomt, met onze als nieuw herstelde auto!
Nadat we Leo bij hem thuis hebben afgezet kunnen we eindelijk naar ons eigen huisje. Als ik daar de gordijnen van de living openschuif krijgen we een schitterend welkom : in onze tuin staan een paar honderd krokussen in bloei!
Na het ontbijt stappen we langs de zee naar de Discovery Mall, daar naartoe loopt een mooi aangelegd wandelpad van ongeveer een kilometer lengte, maar het grootste deel ervan is omzoomd met vuil en smeulend afval. Het zou hier nochtans zo mooi kunnen zijn.
De meisjes van Optik Seis herkennen ons direct. Hermans bril wordt nog wat aangepast tot hij helemaal goed staat en het verdwenen schroefje van mijn eigen leesbril wordt gratis vervangen.
We betalen en gaan blij naar buiten om een smoothie te gaan drinken bij Bali Colada,
voor een begrafenisstoet wordt de drukke hoofdstraat een hele poos afgesloten wandelen nog eens de hele mall door, vinden nog wat cadeautjes en laten ons voor een keertje door McDonalds verleiden.
de frangipanibloemen in mijn haar, staan bij honderden op de bomen rond het hotelzwembad
In de namiddag ga ik nog even op internet om onze terugvlucht te controleren. Alles ziet er ongewijzigd uit, ondertussen valt er buiten weer een stortbui uit. Nadien gaan we toch nog een uurtje zwemmen, wandelen naar het strand, onderweg alle menus bestuderend van de eethuisjes en dat zijn er véél !
Uiteindelijk kiezen we voor een Italiaans restaurant, waar ze een uitstekende Indonesische J rijsttafel aanbieden.bij La porchetta is de rijsttafel bijzonder lekker, maar zo overvloedig dat we het met ons beiden nog niet opkrijgen...
Terug in ons hotel volgt er nog een zwembeurt. De kikkers in de omgeving zijn heel luidruchtig vandaag er moeten er duizenden zitten; geen wonder ook in een land met zoveel water!
Zaterdag 7 maart
Het is onze laatste volle dag op Bali en we beloofden PJ dat we zeker een full body massage zouden nemen voor we naar België terugkeren.
Langsheen de hoofdstraat ligt de ene spa naast de andere, waar de meisjes buiten onafgebroken hun massààs! aanbevelen.
Op aanraden van PJ en Lief bestel ik de medium, wanneer Masseuse Tia vraagt : You want strong massaas? En dat is maar goed ook, want de medium voelt al meer dan stevig genoeg. Verbazend dat deze tengere meisjes zo sterk zijn. Het is een uur hard werken voor hen en relaxt genieten voor wie op de tafel ligt.
3 kost het ons per persoon en we voelen ons licht en verkwikt, zij het ietwat plakkerig van de lotion, ondanks het wasje dat ze nadien nog doen.
Terug in ons hotel horen we dat we in onze suite mogen blijven voor de laatste nacht, want er blijkt een boeking opgezegd.
Voor onze laatste dagen hangen we de luie toerist uit, en stappen terug naar het strand, huren parasol en ligbedden en nauwelijks gezeten komen de venters alweer om vanalles aan te bieden : houten lepels, sarongs, armbanden, massages, mani- en pedicure, horloges, zonnebrillen
Ik wil nog wel eens een manicure, want mijn vorige lak-met-bloemetjeslaag begint te slijten.
Ketoet doet het nog eens over en ik krijg zelfs een handmassage erbij.
Ik voel mij een luie profiteermadam om voor zo weinig geld zoveel werk te laten doen, ze is er toch makkelijk een halfuur mee zoet.
Maar het betekent hoedanook een inkomen voor deze mensen. We laten ons zelfs nog verleiden tot het kopen van 2 Rolexen en 1 Gucci-horloge
Ik weet het, het zijn copies en t zou niet mogen, maar de venters hier moeten ervan leven, of ze hebben helemaal niks.
We lezen wat en amuseren ons met de golfsurfers bezig te zien.
Om 6 uur komt onze parasolman zeggen dat hij moet opruimen, terwijl wij de zon nog eens wilden zien ondergaan, maar tot hiertoe waren er steeds teveel wolken t zou vandaag ook weer zo zijn, dus blijven we niet wachten.
Terug naar ons hotel wordt het weer spitsroeden lopen : Massààs! Taxi Mister? Where are you from? How are you doing Mama? T-seurt one dollah!.... We zijn erg goed geworden in glimlachen en neen-schudden, maar ik zal toch wel heel blij zijn als ik dat voortdurend aanklampen niet meer moet horen.
Voor onze laatste avond gaan we nog eens in het uitstekende O-c-en restaurant eten.
Op het terras zitten enkele klanten, maar binnen zijn wij de enigen en worden absoluut in de watten gelegd : de bediening is onberispelijk en we slaan een praatje met zowel Rai, die tevoren in jazzcafé Manneke Pis werkte, als met haar collega, die ons binnenleidde.
Als we vertrekken komen ze nog eens handschudden en hartelijk afscheid nemen, het scheelt niet veel of we kregen nog een kus ook!
We wandelen onze 3 km terug , douchen nog maar eens het zweet van ons lijf en het stof van onze voeten en duiken ons beddeke in.
Afscheid van Semarang, Bezoek Borobudur en een Krankzinnige Taxirit
Donderdag 5 maart
Om 9 uur opgestaan, ontbijt van pancakes met chocoladesaus.
Dan douchen en valies maken.
We gaan nog wat op het terras lezen tot PJ, Nick en Rischa voor het middageten thuiskomen.
Ima heeft lekker pikante spagetthi bereid.
Alle afrekeningen worden gemaakt en we nemen om één uur afscheid van PJ en onze bekenden in Semarang.
De firmawagen met gehuurde chauffeur staat al voor ons klaar. beelden van onderweg : met de eetkamer op stap 12 man in de laadbak
Dit is een jonge maar zeer voorzichtige chauffeur, die ons in ruim twee uur naar Borobudur brengt, waar we een uur krijgen om de beroemde boeddhistische tempel te bezoeken : de grootste ter wereld.
Het is een heel eind lopen van de parking tot de tempel en de toegangsprijs is hoog voor de korte tijd dat we hier kunnen blijven, maar we zijn hier nu eenmaal
De gehuurde paraplu moest ondanks de bewolking toch geen enkele keer open.
Op weg naar de tempel worden we weer aangeklampt door verkopers. We stappen flink door en kunnen ze vrij snel afschudden.
Dit is eens te meer een tempel met véél en zeer hoge treden. Aan personen met een handicap dacht men in de 11de eeuw duidelijk nog niet, maar de klim loont de moeite : het uitzicht is schitterend, zelfs al is het niet zonnig en het monument zelf is bijzonder genoeg.
Er zal straks waarschijnlijk een plechtigheid doorgaan, want rondom het grote bouwsel worden door de monniken op de laagste muren misschien wel 1000-den bekertjes met water en/of rijst gezet. Er wordt iets door de luidsprekers geroepen, maar enkel in t Indonesisch.
Thuis moet ik beslist de betekenis van die ontelbare reliefs eens opzoeken, een uur is te weinig om alles gedetailleerd te zien, of een gids te nemen.
Op de lange terugweg naar de parking plakken de verkopers als lastige vliegen rond ons. Ze geven niet op tot we aan de auto zijn, het is echt niet te doen, ik ben er ambetant van.
We proberen onze chauffeur duidelijk te maken dat we nog via een ATM (geldautomaat) moeten : de entreeprijs was hoger dan verwacht en wij moeten hem zijn dagvergoeding seffens nog betalen, evenals luchthaventaks
OK, hij heeft het gesnapt!
Om zes uur - ruim op tijd om in te checken- komen we bij de luchthaven van Jogjakarta.
Ons vliegtuig vertrekt pas om acht uur; we checken in en gaan naar de loungebar voor een buffet (3,5 ik sta nog steeds versteld van de goedkope prijzen voor het eten).
Eten en drinken à volonté, de keuze is niet uitgebreid, maar goed : we zullen zeker niet van honger omkomen.
Wanneer we om tien voor acht terug in de wachtzaal komen, merken we dat onze vlucht ruim een half uur vertraging heeft.
Er is nogal wat turbulentie op dit vluchtje; ik moest mijn schrijven zelfs even stoppen of k was misselijk geworden.
Om elf uur landen we op Bali. Gek : zon kort stukje, en toch in een andere tijdszone !
We bestellen een luchthaventaxi die ons naar hotel Sorgawi zal brengen.
Mensenlief, die man is krankzinnig!
Zodra hij achter het stuur zit en wegrijdt, begint hij luidruchtig te geeuwen, kreunen, wild met beide handen door zijn haar te woelen, legt zijn hoofd tegen het dashboard....!!! Hij zegt dat hij zeer moe is en rijdt tegen een waanzinnige snelheid van zodra hij ergens een doorgang ziet.
Op de duur roepen wij allebei Slow down! Relax! Easy man!
Hij lacht even, maar houdt toch wat in en ineens zien wij dat we tot onze grote opluchting vlakbij Sorgawi zijn. Herman zegt : Die gek krijgt geen fooi. Ik, onnozele, vraag nog of we hem niet moeten laten wachten om te zien of er wel plaats in het hotel is, waarop mijn doorgaans zo zachtaardige man uitbarst : Geen haar op mijn hoofd dat eraan denkt om daar nog bij in te stappen : das levensgevaarlijk!
Gelukkig krijgen we na wat puzzelen nog een kamer, het is zelfs een suite voor de prijs van een standaard!
Nog een fris douchke (een echte deze keer J) en een kop thee en we zijn weer helemaal OK.
Kantoor en Woning PJ, Ibu, Regen, een Belangrijke Beslissing
Woensdag 4 maart
Voor ontbijt krijgen we een chocoladedonut, die in individuele patisseriedoosjes op tafel staan. We gaan nog wat schrijven en lezen op het terras, want buiten de huishoudster en haar man, is er niemand in huis. En zij spreken enkel Indonesisch.
Rond 10 uur verschijnt Rischa; samen met haar rijden we naar kantoor.
Vandaag gaat ze met Nick naar een mogelijke nieuwe locatie voor de fabriek kijken.
We vinden PJ in zijn kantoor, over een schets gebogen voor een ligbed
en nemen een kijkje in het atelier, waar een scheepscontainer wordt volgestouwd met meubelen voor Europa.
Onder de vrachtwagen ligt de chauffeur in een hangmat te slapen, lekker in de schaduw!
PJs appartement ligt vlak naast de fabriek. Het is een mooie frisse ruimte, spaarzaam gemeubeld, maar aangenaam.
We voelen toch wel dat hij het werk hem geen voldoening geeft en dat hij zich verveelt. Hele dagen zitten tekenen of broeden op een nieuw ontwerp is niets voor hem.
We zien zijn brommerwerkplaats, waar hij 3 oude Vespas aan het opknappen is en stappen daarna terug naar Kalipepe.
Ima vraagt of we willen eten en tegen de tijd dat Nick en PJ thuiskomen staat er soep, rijst en een Javaanse versie van Gentse waterzooi, die erg lekker is.
We geven Ima (na afspraak met Nick) een mooie fooi voor al haar hulp en daar is ze erg blij mee.
Samen met PJ wandelen we naar Ibu Christine (Liefs tante), voor een beleefdheidsbezoekje, geven onze laatste Belgische chocolaatjes, drinken een kop koffie, praten wat via haar dochter die vertaalt. En dan begint het te donderen en te regenen
Ibu, die renpaarden kweekt, geeft haar paardenknecht opdracht om PJ per auto naar kantoor te brengen en ons naar huis, maar Nicks huis ligt vlak om de hoek, amper 300 m verder en wij willen wat bewegen, dat lukt ons hier al zo weinig.
Uiteindelijk komen we nog redelijk droog thuis.
We gaan terug zitten lezen op het voorste terras, veel kunnen nu toch niet meer doen. Morgen zullen we waarschijnlijk rond de middag vertrekken per auto, de tempel van Borobudur bezoeken en rond 20 u terugvliegen naar Bali.
We proberen te lezen, maar inmiddels ratelt de regen zo hevig rondom huis en terras, dat het moeilijk concentreren wordt.
Het is ook vrij donker Zó gek, dat regenseizoen
Ik kan me heel goed voorstellen dat mensen depressief geraken als dat hier zo twee, drie weken onafgebroken giet.
20u30 : Zopas thuisgekomen van een etentje waarop we onze gastheren hebben uitgenodigd : in hetzelfde restaurant als onze eerste avond.
Voor we vertrokken vertelde PJ nog dat hij met Nick heeft gepraat, die voelt zelf wel dat PJ niet echt gelukkig is in zijn situatie en dat hij misschien in België-bij zijn lief, die hij verschrikkelijk mist- op een of andere manier voor hem kan verderwerken.
PJ sprak er ook al met Lief over en ondanks haar enthousiasme om naar Indonesïë te komen wonen, was ze vol begrip over de wijziging van plannen. PJ zelf lijkt hierdoor al heel wat opgeluchter. Hij wou ook Nick niet teleurstellen, die zoveel vertrouwen in hem stelt en hem die kansen heeft geboden, maar hijzelf moet zijn handen kunnen gebruiken. Nu kan hij hem wellicht op een andere manier van dienst zijn en loyaal blijven.
Vervolg van dinsdag 3 maart Per auto rijden we verder de stad in om te eten bij Toko Oen, een oud Hollands restaurant uit 1937, waar je Hollandse gerechten en gebak kan eten of meenemen. De inrichting is ongewijzigd geblven en het heeft bepaald charme.
Ik koop koekjes voor Rischas medestudenten, die kan ze morgen meenemen.
Vervolgens rijden we naar de Duizend deuren. Dat is een gigantisch complex uit de kolonisatietijd, gebouwd voor en door de Nederlands-Indische spoorwegmaatschappij.
Aan de buitenzijde is men alles in een fris verfje aan het zetten, maar binnen is het verval helaas groot.
Er is een prachtig glasraam met allegorische voorstellingen die de spoorwegen symboliseren, hoog boven de monumentale trap en het gebouw is reusachtig, met ontelbare hallen, galerijen alles evenwel helemaal leeg en stoffig, maar misschien juist daarom zeer indrukwekkend.
De gebinten zijn alle in staal en als we helemaal op zolder komen, kijken we neer op een zoldering die een volledig ijzeren koepel vormt. Hier zitten massas vleermuizen in deze halfduistere ruimte.
De kelders bezoeken we niet : er is geen verlichting en ze staan onder water.
Je mag er wel in met een gids en laarzen, maar na een blik in het trapgat, blijven we toch maar boven, benauwd als het hier is, trekt met dit niet zo aan.
Tijdens de Japanse bezetting werden de kelders als gevangenis gebruikt. De zolders die door de Nederlanders ooit als munitiekamers werden gebruikt, werden folterkamers onder de Japanners. Onze gids vertelt dat de doden vanop de galerij in het voorbijstromend riviertje geworpen werden.
We steken de binnenkoer over, waar ik een grote kastanjeboom meen te herkennen, maar het blijkt een mango te zijn. Helaas is het seizoen net voorbij.
Ik geloof het direct, dat dit gebouw 1000 deuren heeft; je kan er gemakkelijk in verdwalen.
Voor het gebouw ligt een mooi onderhouden park met fontein en er staat nog een roestige locomotief ten toon.
We rijden nu naar de haven, waar het pas gegoten heeft, want eens te meer varen we door een overstroomde straat, het water hoog opspuitend langs onze autoflanken.
Vrolijke mensen roepen en zwaaien naar ons, wij zijn hier als witten echt een bezienswaardigheid. In de 1000 deuren vroegen ze ons ook weer mee op een foto.
Vanop een groot houten schip zien we jongens in het water duiken.
Dan gaat het verder naar Chinatown. We bezoeken er de grootste boeddhistische tempel. Die is erg mooi en anders dan wat ik ooit heb gezien. Niet zo moeilijk : dit is de eerste keer dat ik in een boeddhistisch heiligdom kom. Ik vraag me nog steeds af wat die swastikas achter de boeddas daar voorstellen
Vlakbij de tempel ligt op het water een replica van het schip van Kpt.Cheng Ho, de eerste chinees die hier aanlegde en zijn bedienden hier hun eigen nederzetting binnen Semarang liet stichten.
Water en groen zijn hier in Indonesië overal dichtbij en dat maakt het mooi, ondanks het vuil, de armoede en het verval.
We horen dat Nick bericht kreeg dat de huur van het fabrieksgebouw wordt opgezegd. Tegen juli moet hij een andere locatie vinden! Geen gemakkelijke opdracht. Hij zou volgens Rischa de ganse dag met PJ op zoek zijn naar een nieuwe vestigingsplaats.
Ze wil niet te vlug naar huis en laat de chauffeur nog langs een grote cosmeticazaak rijden, waar ze na 20 minuten buitenkomt, beladen met pakjes. We rijden naar Dokmai, een Thaise bar. We stikken ondertussen zowat van de dorst en zijn blij dat we eindelijk iets te drinken hebben.
Overal waar we parkeren staat een wachter, die vaak op levensgevaar het ander verkeer fluitend en heftig gesticulerend tegenhoudt om jou door te laten. De chauffeur heeft daarvoor constant 2000 Rph in de aanslag.
Het is al een poos donker als we thuiskomen.
Van PJ hebben we niks meer gehoord en hem opbellen kunnen we niet met onze Belgische GSMs, maar hij zal hier seffens wel per brommer arriveren, vermoed ik.
Ik vraag warm water aan de huishoudster, want ik wil mijn haar wassen.
Niet veel later heeft ze zon 15 liter gekookt, dat wordt in het rode plastic vat gestort en we kunnen aan een warme douche beginnen :
Een halve schep koud, in warm vat dopen en dan over je bol gieten
Ja, het vraagt wat handigheid.
Als Herman aan de beurt is, mag ik een foto maken van dit experiment. overal aanwezig : cekcaks
We moeten de kosten van het eten en de chauffeur nog aan Rischa betalen, maar ze is sedert onze thuiskomst niet meer te zien.
We maken een kleine wandeling om te zien of we nog wat fruit als avondeten kunnen vinden, maar er zijn enkel nog wat stalletjes met frisdrank en vettige bakseltjes te krijgen; desnoods doen we het wel zonder eten vanavond.
De grote baan is moordend om over te steken, dus blijven we aan deze kant en zijn we in een half uurtje reeds terug.
Rischa zit aan tafel noedels te eten en vraagt of we nog iets willen. Boven heeft ze vers fruit in de koelkast en ze komt dadelijk met Lengbeng (kleine zoete lycheesoort), granny Smith, kiwis en guave aandragen.
De guave is weer een primeur voor ons en we genieten van zijn lichte aardbeismaak.
Nota : achteraf bij wikipedia gevonden : de swastika zou het heiligste symbool in het hindoeisme zijn en wordt eveneens door de boeddhisten gebruikt.
Kampung, Oud-Hollands Semarang, Haven, Chinatown en meer
Dinsdag 3 maart
De dag begon met een koude douche. Letterlijk.
Dat is bij de eerste scheppen even snakken naar adem, maar vanaf de volgende valt dat best mee.
Yanti, de masseuse die hier driemaal per week langskomt, vraagt of ze ons een goede massage moet geven. We bedanken, want seffens vertrekken we naar de kampong(dorp), waar Rischa fieldworkdoet : lesgeven aan analfabete oude mensen, wegen helpen aanleggen, op de plantages werken
Zelf gaat ze met de brommer, omdat ze die in het dorp wil hebben, wij krijgen een bedrijfswagen en chauffeur mee.
Na een uurtje rijden, komen we via piepkleine bonkige wegeltjes in het dorpje aan.
Ja! Dit is het echte! Wij rijden tot op het dorpsplein, voor het kantoor van het dorpshoofd en gaan een ander gebouw binnen, waar Rischa en haar schoolmakkers logeren gedurende de maand dat ze hier fieldwork doen.
Hier slapen 28 jongens en meisjes op de grond, meisjes en jongens in een afzonderlijk lokaaltje. De meesten zijn moslim, want we zien nogal wat hoofddoekjes. Maar mensenlief, wat zijn ze hartelijk!
Allemaal komen ze uitgelaten handen schudden, we moeten direct een groepsfoto maken, onze naam op de gastenlijst zetten
Dan neemt Rischa ons mee naar de dorpsleider.
Eerst moeten we voorbij het bureau van zijn assistent. Deze man heeft puntig geslepen tanden : een gebruik dat hier en daar nog wordt toegepast. Hij doet zeer gewichtig, vraagt o.a. in luttel Engels waarom we hier zijn enz Wij doen heel erg ons best om hem te verstaan en zijn vragen goed te beantwoorden.
Vervolgens brengt hij ons bij zijn baas.
Die zit in uniform, zoals zijn medewerkers- achter zijn lege bureau, spreekt enkel Indonesisch en vertelt of vraagt vanalles aan Rischa
In zijn bureau staat enkel een schrijftafel met onderlegger, één klein kastje waarop een hoop trofeeën en achter hem hangen de portretten van de president en vice-president.
Dan gaat hij met ons en de 2 assistenten naar buiten, waar een foto moet gemaakt worden.
Heel Rischas ploeg medestudenten komen er ook bij voor nog een groepsfoto in uniformvest ditmaal.
De jongeren die een fototoestel bezitten, willen ook allemaal een eigen foto en tenslotte willen ze ieder nog eens afzonderlijk met ons gefotografeerd worden!
Als de fotoshoot is afgelopen, bieden ze ons kokoswater aan. Samen wandelen we naar de plantage achter hun logement. Eén van de jongens klimt als een aap vliegensvlug die bijna gladde stam op, tot helemaal in de kruin, wat toch zon tiental meter hoog is en gooit enkele kokosnoten naar beneden.
Een dorpsassistent hakt wat van de bolster af en maakt een klein gaatje om ons te laten drinken. Er zit ruim een liter sap in zon verse noot. Het vruchtvlees is zacht en lijkt niet op wat wij gewoon zijn van kokosnoot. De smaak van de verse noot is vrij neutraal, net als het sap, en het vlees is doorschijnend wit, zoals een schelletje gerookte heilbot eruit ziet. In Europa krijgen wij alleen de oudere, ingedroogde noten.
De acrobatische jongen kruipt in een tweede boom, waarin nog meer kokosnoten hangen en trapt met zijn voet de noten los.
Samen met een deel van de klas en de officials wandelen we de plantage en het hele dorpje door.
indonesisch ijsboerke...
Het is bloed- en bloedheet! Ik probeer hier en daar in de schaduw te lopen, maar mijn armen zijn onbeschermd en ik voel het geweld van de stekende zon.
Het zweet loopt in beekjes van mijn hoofd.
Als we terug op het dorpsplein komen, staat er een grote schaal voor het logement, waarin een mengsel van kokossap, kokosvleesschillen, ijsblokjes en thee. Wij krijgen elk een glas aangeboden, maar hier durf ik niet van te drinken, hoe verfrissend het er ook uitziet. Er zitten ook al direct vliegen bij die schaal en als het ijs met putwater gemaakt is, zit ik straks vast met diarree. Ik verga weliswaar van de dorst en het spul ziet er heerlijk koel uit, maar ik verontschuldig me, zeg iets van mijn Crohn-probleem.
Rischa brengt een kartonnetje soja-chocomelk en iemand anders komt alweer met een vers opengekapte kokosnoot aandragen waarin een rietje steekt.
Er wordt tempeh goreng en rijstkroepoek op tafel gezet.
Enkelen komen bij ons zitten, anderen steken af en toe nieuwsgierig hun neus om de hoek. Zij willen vanalles weten over ons en ons land.
Omdat sommigen een zeer beperkte engelse woordenschat hebben, vraag ik papier en pen om tekeningetjes te maken : groenten en inlands fruit van bij ons, dieren als eekhoorn, konijn, ree, ons huis, een kale loofboom in de winter en een volle in de zomer
Dit was zó leuk!
Wanneer we vertrekken komen ze allemaal nog eens de hand schudden. We beloofden de fotos via Rischa door te sturen.
Alle studenten, dorpshoofd-goodbye my love zegt die tot mijn verrassing ineens breedlachend- en de assistenten staan ons uit te zwaaien als we het dorp verlaten.
Dan rijden we naar de Oudtstad,gaan er de originele Nederlandse huizen en de Nederlandse protestante kerk uit 1763.
Heel veel sporen uit de kolonisatietijd zijn er niet meer over : slechts enkele huizen en oude pakhuizen in verkommerde toestand. De hele buurt is er slecht aan toe en we zien velen op straat slapen, gewoon op de grond. t Is bittere armoede we lopen langs houten hutjes van 1x3m, waarin mensen wonen, maar bij de grote gemetselde rechthoekige stadvijver liggen ook veel daklozen. Uit schroom durf ik hier niet fotograferen, maar een becakrijder, die zoals de meeste van zijn collegas in zijn eigen karretje slaapt, moet ik toch op de gevoelige plaat vastleggen.
Meubels-Bunny Brunel-Huis in opbouw-Indonesische katten
Maandag 2 maart
Vandaag staat het bezoek aan de fabriek op het programma. Het is helder weer en zeer heet, niet ideaal om daar in de fabriek rond te lopen, want het is er bloedheet. Het zweet breekt met aan alle kanten uit en dan moet ik er nog niet eens werken.
Het eerste wat ik zie is een schattig Z-vormig zeteltje, dat uit resthout gemaakt is. Ik vind het zeer origineel en mooi, de verschillende kleurschakeringen van het teak komen er goed tot uiting. Z-zetel, een ontwerp van PJ !
Ook deze terraszetel is PJ's design de houtschuurders zijn allen vrouwen
Tot onze verrassing blijkt dit een ontwerp van PJ te zijn!
In de namiddag moet er door Nick een groot bedrag van de bank worden gehaald. We wachten op het strand, in het Palm beach hotel tot er bericht komt dat alles in orde is.
Deze keer gaan we dan toch zwemmen. In het méér dan badwarme water geraken we aan de praat met Helga, echtgenote van de Duitse ingenieur-manager van de te bouwen elektriciteitscentrale. Zij is afkomstig van München en heeft omwille van de job van haar man al overal ter wereld gewoond.
Ook de jarige Bernard-Bunny-Brunel, een jazzmuzikant uit Los Angeles is een vlotte babbelaar. Hij is hier om muziekinstrumenten te laten bouwen, maar ook omdat zijn astrologe, Signe Quinn, hem heeft gezegd hierheen te komen op zijn 59ste verjaardag.
Toen ik Bunny Brunel bij terugkomst in België googelde, stelde ik vast dat hij een echte beroemdheid in de jazzwereld is. Heb ik toch een halve dag zijn verjaardag nog wel! met een ster zitten babbelen zeker!
Wanneer het stilaan naar zonsondergang gaat, vraag ik Louis(die dat al eerder had aangeboden) of we naar zijn huis in opbouw kunnen gaan zien, dat hier wat verder langs het strand moet liggen.
Louis moet op bericht van de bank wachten, maar zijn vrouw Sari gaat mee en we doent met de auto.
Het is een mooi, groot, overwegend houten huis op een reusachtig terrein. We gaan de voorlopige trappen naar de verdieping op, waar enkel wat losse planken over de balken liggen. Ik was nieuwsgierig om dit huis te zien, maar nu ook wel heel bang, om hierboven over dat grove rooster te lopen!
Het uitzicht zal evenwel grandioos zijn vanuit deze living, met 180° zicht op zee!
We zien de roze-paars verkleurende hemel bij zonsondergang en NU wil ik héél gauw weg, want in het pikkedonker geraak je hier niet heelhuids af!
Weer werd er hier veel geconsumeerd. Niet door ons : ik wacht tot we terug in Semarang zijn om te eten, helaas wist ik niet dat we hier zó lang zouden blijven hangen.
Wanneer de muggen beginnen te steken, besluit Nick aan terugkeren te denken. Om het eufemistisch uit te drukken : hij is enigszins boven zijn theewater en ik veronderstel dat de terugrit naar Semarang niet altijd op deze manier verloopt J. Thuisgekomen trekt hij naar boven en we zien hem vandaag niet meer terug.
Om half elf zijn we terug en Herman en ik rijden met PJ naar Pizzahut.
Iets over de Indonesische poezen : die hebben hier allemaal een misvormde staart : een kreuk erin, een stompje met een krul ik zag er veel en geen enkele was normaal, ook niet op Bali. Het zijn ook stuk voor stuk zeer magere scharminkeltjes, nog dunner dan ons Witteke op t laatst en ze hebben een zeer klein kopje. Europese katten zien er beslist aantrekkelijker uit.
We hebben uitstekend geslapen, zelfs de mullah hebben we om 4 uur s ochtends niet horen zingen, wat nochtans onvermijdelijk is, volgens Nick en PJ.
Eindelijk beginnen we wat te wennen aan de sanitaire gewoontes : water scheppen uit de tegelbak naast het toilet om je achterste schoon te maken, idem voor het douchen : Scheppen met de grote plastic schep en over je lichaam gieten.
Voor we gisteren naar het restaurant vertrokken, nam ik zo een douche. Dat was toch even naar adem snakken, want het putwater (komt van 22 meter diep) was frisjes !
Helemaal fris gewassen open ik onze kamerdeur voor de huishoudster, die lacht en vanalles in het Indonesisch vertelt, terwijl ze met een enorme emmer naar de aanpalende badkamer gaat.
Ik hoor water pletsen en denk dat ze weer even gaat dweilen, want daar is het meisje voordurend mee bezig.
Als Herman de badkamer inloopt, roept hij me om eens te komen kijken Hij tilt het deksel van een groot rood plastic vat op dat zopas half gevuld werd met zeer warm water!
Enfin, zon frisse douche schijnt wel gezond te zijn, maar morgen wacht ik toch tot Ima eerst met haar heet water is langsgeweest en het wassen op een prettiger manier kan gebeuren.
Als ik s morgens mijn neus in de living steek, vraagt het alomtegenwoordige meisje Koffie?
Ik schud van neen en vraag een handdoek, (het Indonesisch woord voor handdoek is......handdoek!) want we hebben alleen ons strandlaken, omdat we dachten altijd op hotel te zullen verblijven.
Ima komt dadelijk met 2 grote frisse handdoeken aandragen en wanneer ik gewassen en gekleed terug in de living kom, staat er koffie en versgebakken, dikke, gele pancakes met chocoladesaus op tafel voor ons. Lekker!
We gaan buiten wat zitten lezen en schrijven, om 11 uur zouden we naar Jepara rijden, naar de fabriek waar de meubelen vervaardigd worden.
Het ruwe teakhout komt daar binnen, wordt gedroogd en tot meubels verwerkt. Hier in Semarang gebeurt de afwerking en de verscheping.
Er werken in totaal zon 200 mensen in Nicks fabrieken.
Vlak voor we vertrekken, vernemen we dat we in Jepara zullen blijven overnachten, dus grabbelen we gauw-gauw bikini, zwembroek en toiletzak mee en weg !
Het is ruim twee uur rijden over zeer slechte wegen.
baden, tandenpoetsen, kleren wassen, alles in dezelfde rivier
de geoogste rijst wordt gedroogd en gekeerd
rijstvelden
Onderweg zien we mensen zich wassen in de rivier, kleren wassen, tanden poetsen : alles in datzelfde niet al te schone water. Hier en daar is er een glijbaan van afval langs de berm tot in de rivier. Ik probeer wat fotos te maken, maar weet niet in hoever die vanuit een rijdende auto gelukt zullen zijn.
Wij zitten met 6 in de grote, luxueuze terreinwagen : Herman zit naast chauffeur Teguh, Nick, zijn vriendin Rischa en ik nemen op de achterbank plaats en PJ zit op een extra stoel achterin.
We rijden naar het Palm Beach Hotel, dat op het strand ligt. Nick en Rischa zullen hier logeren, wij zullen straks naar een hotel in Jepara-stad rijden.
Wij installeren ons aan een tafel in de schaduw en wachten op Louis, de leider van de plaatselijke fabriek, ondertussen genieten we van het zeebriesje, en eten alvast iets.
Omdat wij denken dat die Louis elk moment gaat komen, durven we niet te gaan zwemmen.
Pas uren later komt hij, samen met zijn vrouw Sari en 7-jarig dochtertje Putri. Iedereen bestelt maar en eet en drinkt de hele tijd. Ik durf eigenlijk niet, omdat ik niet weet wat de plannen zijn voor die dag. Uiteindelijk ga ik met Rischa een wandelingetje over het strand maken en we doen een babbel in het Engels.
t Is een lief kind, een supertenger elfje van 22 jaar.
Het zou boeiend zijn om hier de inhoud van ons gesprek weer te geven,
Maar omdat dit mijn weblog is en niet het hare, noch dat van PJ, noch dat van Nick, moet ik het hierbij laten en ervoor kiezen om sommige gesprekken of gebeurtenissen voor mezelf te houden.
Als het donker is, rijden we met Teguh naar hotel Kalingga, dat goedkoop is. En dat is er aan te zien ook.
PJ's kamer valt nog mee, maar de onze is een gebarsten cementen bak met zeer povere meubilering, een schraal lichtje, een groot bed dat averechts is opgemaakt (onderlaken-deken!-bovenlaken). Het hoofdkussen is zo hard als een steen, in de spleten rond de airco zit papier gepropt, maar toch schieten de cekcak (hagedissen) over de muur.
Ik ben er niet bang voor, maar heb toch niet graag dat ze op het plafond boven mijn hoofd komen paraderen.
De badkamer is een lange smalle gang met een wiggel-wc en s nachts kan je door het vele licht dat in onze kamer naar binnenvalt nog nét niet lezen : niet erg bevorderlijk voor de nachtrust!
Ze wekken ons al om tien voor vijf! Zó vroeg moest het nu ook weer niet
De taxi staat al klaar als we beneden komen, dat maakt dat we reeds om half zes in de luchthaven van Denpasar aankomen. Er moet nog 30.000Rph luchthaventaks betaald worden, maar de controle is een lachertje : flesjes water in onze tassen kunnen er probleemloos door. Voor de internationale vluchten zal het wel anders zijn.
We vliegen met Mandala air, maar eerst gaan we nog ontbijten in een café op de luchthaven, vlakbij onze boardinggate.
Aan boord zal er niets van eten verstrekt worden en de autorit van Yogyakarta naar Semarang duurt 3 uur.
Na een vlucht van een uur landen we in Yogyakarta. Het is hier merkelijk koeler dan op Bali, maar nog steeds zeer warm.
PJs baas heeft zijn chauffeur Teguh gestuurd om ons af te halen.
Die voert ons langs bredere banen dan op Bali door een weids landschap naar Semarang. Het ziet er hier helemaal anders uit, maar toch : nog steeds palmbomen, bananen- en andere tropische bamboe en andere reuzen. We zien een grote nieuwe cacaoplantage en prachtige rijstterrassen.
Ik krijg de indruk dat het op Java minder rommelig is dan in Bali.
De hindoeheiligdommen van Bali zijn hier moskeeën, maar die vallen minder op dan alle zwart-en-rode bakstenen tempeltjes met geblokte doeken errond.
Als we Semarang naderen verschijnen toch wel weer de vele stoffige, kleine winkeltjes, manden met afval enz
Wij rijden de heuvels in naar het huis van Nick, PJs baas, het is een grote villa, waarin wij zeer genereus door hem worden uitgenodigd om te verblijven, een aanbod dat wij niet zomaar vanzelfsprekend vinden, maar waar wij uiteindelijk zeer graag op ingaan.
De huishoudster bereidt een schaal vol driehoekige, gebakken tofoehapjes, waarbij chocoladesaus gegeven wordt.
Er wordt heel wat besproken. PJ vertrekt naar zijn woonst bij de fabriek om wat te gaan slapen, wij blijven ondertussen bij Nick, krijgen tjap tjoy en praten over de zaak, over leven en gebruiken op Java en natuurlijk ook over PJ.
In de loop van de namiddag rijden we hoger de bergen in, waar het arbeiderspersoneel een daguitstap heeft met hengelen en picknick en waar Nick zich even moet laten zien (en bijdragen aan eten en geld voor cadeautjes).
Ook passeren we even langs het huis van de tante van Lief, vriendin van Nick en een zeer invloedrijke vrouw in Semarang. Ze is zelf niet thuis, wel ontmoeten we haar kinderen.
Het verkeer is hier nog erger dan op Bali, zo wordt gezegd.
En ik vond het dààr al zo erg Nick rijdt zelf bijna nooit, hij heeft wel zijn chauffeur altijd ter beschikking.
Die chauffeur verdient evenals Nicks andere personeel- dan ook zeer goed naar Indonesische normen.
De autobussen tussen Jogja en Semarang zijn moordend Niet zelden gebeuren daar ook ongevallen mee. We zagen hoe krankzinnig die bussen zich gedragen onderweg van de luchthaven : op een bergweg toeterend alle andere verkeer opzij dwingend en met elkaar racend!
Het schijnt dat ze onderling strijden voor het snelheidsrecord op dat traject en daar heel veel voor in de waagschaal gooien.
Je zal er maar in betrokken worden!
Wanneer we later wat zitten te lezen op het terras, zie ik plots 2 mannen de straat inlopen, elk met een haan onder de arm. Op het grasveldje voor het huis van de overbuur worden de twee dieren neergeplant, nadat ze-stevig in de handen van hun eigenaar- even aan elkaar werden "voorgesteld".
Ik ben ongewild getuige van een hanengevecht! Het is een wreed spel van wild fladderen en naar elkaars kam pikken. De nekveren staan als een wijde kraag open en de dieren zien er vervaarlijk uit. Hielsporen zoals "onze" hanen schijnen deze vogels echter niet te hebben, als die er al zijn, worden ze in ieder geval toch niet gebruikt zie ik, maar het pikken naar de vlezige korte kam ziet er al verschrikkelijk genoeg uit. De aanwezige mannen scheppen duidelijk plezier in de strijd. Af en toe worden de hanen door hun eigenaars even uit elkaar gehaald en gecontroleerd op verwondingen, waarna ze het gevecht hervatten. Even ben ik gefascineerd maar tegelijk walg ik van dit ongewoon spektakel en probeer me op mijn boek te concentreren.
Als zo'n half uur later het "spel" wordt beëindigd, merk ik dat één van de dieren met bloedende kop wordt meegenomen. Vreemd genoeg kreeg ik toch de indruk dat die mannen op een of andere manier zorg droegen voor hun dieren...
s Avonds rijden we naar een mooi restaurant in het zuiden van de stad.
Het is een strak, modern gebouw, waarin eigenlijk 4 verschillende restaurants zijn ondergebracht : 1 Japans, 1 Chinees, 1 Italiaans en een tearoom.
Het is een genoeglijke avond en rond half elf duiken we ons bed in.
Vanuit de bergen gezien bood Semarang s nachts een betoverend schouwspel van lichtjes. Het is dan ook een stad van 1.200.000 inwoners.
Vandaag is het weer inpakken voor verhuis naar een andere kamer.
Als ik onze paspoorten wil checken en het geld dat in mijn handtas in een afgesloten valies zit, schrik ik hevig : Onze passen en het geld zijn weg!
Ik krijg er de daver van, heel zeker wetend dat ik alles op die plaats had opgeborgen.
Herman zegt dat het niet mogelijk is, dan zou er iets aan die sloten van het valies te zien moeten zijn.
Ik ga de receptie verwittigen. Dit is nooit eerder in hun hotel gebeurd, zegt Roman, hij is zeer verbaasd dat dan ook alles onzichtbaar terug is afgesloten.
Ik beloof met weinig hoop- toch nog eens alles te gaan doorzoeken.
De handtas wordt helemaal ondersteboven leeggekieperd : niks! Hermans valies wordt helemaal terug uitgeladen :Het zal toch niet in uw jasje zitten zeker? vraag ik hem... Jawel hoor!!! Jippiejeee : de 2 paspoorten met het geld ertussen zijn teruggevonden!
We hadden ze vanuit de logische plek van mijn handtas, naar een minder voor de handliggende verstopt, onderin Hermans valies.
Dat waren we allebei vergeten, terwijl we dat toch pas eergisteren heel bewust hadden gedaan. Ik herinnerde mij enkel die eerste bergplaats. Ons verstand draait hier toch niet zoals gewoonlijk. t Komt waarschijnlijk door de warmte.
We krijgen nu een suite op de eerste verdieping, met een tweepersoonsbed en één enkel bed. Even later komt PJ eraan.
Hoera! Zijn paspoort is eindelijk in orde. Hij zal de tickets voor morgen gaan halen en vertrekt met onze passen.
Bij zijn terugkeer stellen we voor dat hij zijn spullen naar hier brengt en bij ons blijft slapen, nu we toch een extra bed hebben.
Want morgenvroeg moeten we al om halfzes vertrekken.
We drinken thee op de kamer en eten de overblijvende muffins van gisteren. Eigenlijk waren de gebakjes niet zo lekker, met slagroom die meer aan stijfgeklopt eiwit deed denken dan aan room.
Omdat Herman de Australische jongens op een trappist wou tracteren, wandelen we de Jl.Legian af, op zoek naar de Belgische bar Manneke Pis.
We hebben ruim 3 km gelopen en willen bijna opgeven, als we het Jazzcafé tenslotte vinden. Ze hebben er van Belgische bieren enkel Hoegaarden en Leffe, het enige dat trouwens nog voorradig is, is de donkere Leffe.
We slaan een praatje met de Brugse uitbaatster :
Ze zijn hier een een goed jaar bezig en met succes. Alleen is de invoer van bier en wijn erg moeilijk, soms komt er niets door van alcohol, vertelt ze.
Wij houden het op een lekker-frisse milkshake en komen straks misschien met de Australiers nog om de Leffe.
Na de hete wandeling doet ons zwembad eens zo goed, zeker op dit uur, nu het grotendeels in de schaduw ligt.
Er komt een berichtje van de optieker binnen : de lenzen zijn gekrast aangekomen en moeten opnieuw geslepen worden. Ze zullen pas volgende week klaar zijn. Typisch, reageert PJ nogal laconiek.
Terwijl Herman met de Australiërs per taxi naar Manneke Pis rijdt om de Leffe te gaan proeven, betaal ik intussen onze hotelrekening, plus een extra nacht voor PJ en regel het vervoer naar de luchthaven.
Als ik vertel dat we half volgende week waarschijnlijk terugkomen, zegt de Bazin, dat ik haar dan moet bellen en dat ze ons gratis zal komen oppikken.
Vanavond gaan wij met ons 3 bij Sheppys (Australisch eethuisje) eten.
We slapen lang en gaan na het ontbijt bij het zwembad zitten lezen.
In de hotelbibliotheek vind ik Koko van Peter Straub, in het Engels.
Het is een dikke pil, maar ik begin er toch maar aan.
Een vriendelijke jonge Australiër haalt matrassen voor onze houten ligbedden. Hij is hier voor zaken : kleding die hier gemaakt wordt voor zijn winkel in Melbourne.
We babbelen wat over-en-weer, hij is hier samen met zijn compagnon. Het zijn lieve gasten, ze halen flesjes water voor ons ook nog.
Rond twee uur komt PJ met hotelbrochures van Nusa Dua, dat rustige grote resort, waar we zijn gaan snorkelen, maar het is allemaal zoveel duurder dan waar we nu zitten, dat we toch niet zullen veranderen. Een duif pikt de rijstkorrels uit een van de duizenden offerschaaltjes die elke morgen opnieuw voor de ingang van ieder gebouw, of bij de zee geplaatst worden.
Wij wandelen naar het strand, terwijl PJ een massage laat doen.
Als we eraan komen staat er tamelijk veel wind.
PJ en Herman gaan zwemmen, ik lees nog wat, maar er komt een vrouw pedicure aanbieden. Die bloemetjes wilde ik ook wel graag op mijn tenen. Ze vraagt 20.000Rph en dan komt er een oudere vrouw bij, die zegt mijn handen in dezelfde kleur te zullen doen. Alles samen voor 50.000
Ik hap toe, maar het duurt wel een poos voor het klaar is met die verschillende laagjes. Het ziet er schattig uit, maar terug in ons hotel merk ik dat er al wat beschadigd is, door me aan te kleden voor alles droog was.
We komen via een andere weg van het strand en vinden nog enkele hotelletjes in dezelfde prijsklasse als het onze, maar waarom zouden we nu nog veranderen? Misschien als we terug van Java komen?
We halen nog een lekker ijsje in de supermarkt, maar het vers fruit waarnaar we zoeken is hier nergens te koop. Daar heb je een markt voor nodig, denk ik.
Lief sms-te rond half drie dat ze in Parijs was en haar TGV nog zou halen.
Hopelijk lukt het dan voor ons ook, volgende week (er is slechts 1u15 tussen landing en vertrek TGV)
Het was zeer heet vandaag, maar nu, om halfzeven, giet het weer.
We maken een avondwandeling naar de Mall.
Hermans bril zal waarschijnlijk zaterdag klaar zijn. Voor ons avondeten kopen we er zoete en zoute patisserie bij Breadtalk, nog een fris karton melk voor ons avondeten en wandelen via de zee terug.
Het is nog steeds drukkend warm om 10 uur, maar als we in onze kamer komen, horen we de regen ineens weer neerroffelen.
Inpakken ....weer uitpakken en een feestelijk diner
Woensdag 25 februari
In de voormiddag is het inpakken geblazen. We brengen alles in bewaring beneden bij de receptie, tot wanneer PJ nieuws heeft over zijn pas en onze vlucht naar Java. De hotelrekening wordt per visa betaald en ik haal nog eens een miljoentje uit de muur.
Bij het zwembad gaan we nog wat liggen lezen.
Kort na de middag belt PJ dat zijn paspoort slechts op vrijdag kan klaar zijn. Hij brengt de onze straks terug.
Omstreeks vier uur komt hij en beetje verslagen aan ons zwembad, zegt dat we dus toch ons verblijf hier moeten verlengen.
We krijgen nu een kamer op de eerste verdieping, dus minder trappen te doen, twinbedden en een echt bad en lavabo met aanrecht. Dit is een veel betere kamer, maar als we langer dan vrijdag blijven, zullen we opnieuw moeten verhuizen, want dan is ze al door nieuwe gasten geboekt.
PJ wil graag wat alleen zijn nu, dus laten we hem gaan. Wij wandelen naar het strand en eten bij het chique Bali O-c-en een uitstekend menu, alles samen voor 320.000Rph, maar het was superverzorgd. Wij zaten op het hoge terras met zicht op zee, maar binnen was een prachtig restaurant en het achterliggend hotel had iets zeer futuristisch zelfs. De zwembaden lagen als hoekige kanalen tussen de gebouwen, met bonsai of geschoren bompjes op de terrassen. Het is hier ook superclean en zeer stijlvol.
Menu en bediening waren perfect. Bij ons had dit in zon kader en met die presentatie wel driemaal meer gekost.
Op de terugweg kopen we nog een tweedehandsboek, waarvoor weer moet afgedongen worden. Ik kocht het voor 15.000 en dat is eigenlijk nog teveel, want bij nader toezien staat er gratis exemplaar, aangeboden door AW Bruna Uitgevers op. Eerst wilden ze er zelfs 75.000Rph voor (5). Bij ons in de kringloopwinkel kost zoiets slechts 15 cent, dus hoef ik me niet schuldig te voelen over mijn bod.
We kopen drinkwater in de supermarkt en zakjes cappucino, doen nog een zwemmeke en trekken dan naar ons kamer.
Het is nu 22 u; het verfijnde eten heeft me een feestelijk gevoel gegeven.
Ambachten, Plantages, Vulkaan in de regen, Besakihtempel
Dinsdag 24 februari
Onze chauffeur en gids staan ruim op tijd op de hotelparking te wachten. We betalen het saldo en vertrekken eerst naar Tohpati, een batikatelier.
We bewonderen de verschillende bewerkingen van de batik, die soms tot 10 verschillende kleuren krijgen en waslagen die telkens in kokend water moeten uitgewassen worden, vooraleer een nieuwe kleur kan worden bijgevoegd. Ook Ikat-weven is hier te zien.
Daarna worden we uiteraard naar de grote winkel geleid. Dit is een zeer keurige grote zaak, die Westers aandoet, tenminste qua inrichting, niet wat de koopwaar betreft. Omdat ik al een sarong had gekocht bij de heetwaterbronnen, kopen we hier niets.
Verder naar Celuk, waar we een zilversmidatelier zouden moeten zien. Het enige dat we hiervan merken is één kamertje waar 3 vrouwen een beetje zilver zitten te solderen. Snel-snel worden we naar de grote verkoopzaal gebracht, waar een massa glazen toonkasten vol zilveren juwelen staan. Ik word zo ambetant van de verkoper, die bijna neus aan neus met me staat en vanalles wil uithalen, dat ik niet meer rustig kan kiezen en absoluut geïrriteerd geraak. Na vijf minuten beslis ik om hier niet te kopen en gewoon langs de kasten te wandelen, natuurlijk op de voet gevolgd door die nare man.
De volgende halte is bij de werkplaats van de houtsnijders in Mas. We zien beelden snijden uit ebbenhout, mahonie, hibiscus (2kleurig) en krokodilboomhout (bijna wit). We wandelen rustig door de winkel en kunnen redelijk ongestoord rondkijken. Er zijn heel mooi gemaakte dingen bij, die van groot vakmanschap getuigen, maar daarom passen ze nog niet in ons interieur.
Yuda, onze chauffeur-gids, spreekt vrij verstaanbaar Engels. Hij is 30 jaar en komt uit een dorp in het noorden, is in Kuta terecht gekomen om zijn brood te verdienen, of beter gezegd : zijn rijst, want brood vind je hier zelden. Hij heeft een vrouw en een zoontje van 1.5 jaar. Zijn vrouw werkt niet buitenshuis, hij heeft een vast inkomen van 500.000 Rupiah per maand, maar door de tours komt er soms nog eens evenveel bij en dat is goed, vindt hij zelf. Dit betekent dat hij in de beste omstandigheden omgerekend 67 euro per maand verdient.
Agus is een jongen van 19, gids in opleiding, zo wordt ons gezegd. Hij kent geen Engels, maar haalt de tickets, knoopt onze sarongs om als we op de heilige plaatsen komen, opent de schuifdeur van de auto en houdt de paraplu boven ons hoofd, voor de zoveelste tropische regenbui.
We waren met bloedheet weer vertrokken, maar later zou het er met bakken gaan uitvallen. De bergwegen lijken meer op rivieren.
We bezoeken de Goa-tempel met de olifantengrot, dit is een meditatieplaats in een Ganesjheiligdom (god met de olifantskop). Die tuinen rond de tempels zijn onveranderd mooi en zeer verzorgd. Maar trappen , trappen en nog eens trappen! Meestal zijn de treden ook nog eens zeer hoog.
Bij Tegalalang stappen we uit om de rijstterrassen te zien. Prachtig!
Maar eens te meer word je geen seconde gerustgelaten door verkopers van oud tot zéér jong.
In Udjung bezoeken we een koffieplantage, eigenlijk een botanische tuin met allerlei specerijen als kaneel, vanille, kruidnagel, cacao, betelfruit, kardemom, slangenvelvrucht (heel lekker, Lief had het ons al eens laten proeven)
Onze Yuda weet nogal wat van de planten. Na ons wandelingetje door de plantage komen we bij een open plek, waar een vijftal mensen koffie en cacao zit te roosteren in metalen schalen boven een vuurtje, of de geroosterde bonen fijnstampt in een vijzel.
Een hoogzwangere vrouw schenkt aan tafel verschillende drankjes uit om te proeven : limoen-kaneel, chocolade-koffie, moka-kaneel-cacao, gemberthee heel lekker allemaal. De gewone koffie beviel ons nog het minst.
We kopen limoenthee en moka-kaneeldrank.
En dan gaat de tocht naar de vulkaan. Maar wat het hoogtepunt van onze tocht moest worden, verzuipt in de tropische stortbui. Als we in Kintamani aankomen, is er alleen maar een witte wolkenmuur te zien.
In het hooggelegen restaurant krijgen we een uitstekend Balinees buffet : zoveel als je wilt, koffie en thee inbegrepen, voor 60.000 Rph. Onze serveerster is zo content met haar fooi, dat ze ons nog 2 handvollen vers fruit brengt : een trosje kleine bananen, wat rambutan(soort lychee) en mandarijnen. Voor onderweg, zegt ze.
En eindelijk klaart het wat op!
Mount Batur komt bijna volledig uit de wolken tevoorschijn, enkel Mt Agung, de grootste vulkaan, kunnen we niet zien. Maar het uitzicht is wel onbetaalbaar.
Ons laatste bezoek vandaag is aan de Besakih-tempel, de hindu moedertempel van Bali.
Yuda verwittigt ons dat hijzelf niet op de site mag gidsen. Hij zegt dat als we een gids willen die zeer opdringerig zijn- vooraf een duidelijke prijs moeten afspreken en als we het niet willen, dat we dan best doen alsof we geen Engels verstaan. Dat blijkt een goed advies te zijn. We spreken platvloms en doen dat met de glimlach. De gidsen ter plekke zien er boos uit, maar laten ons na enige tijd toch met rust, idem dito voor de verkopers. Prettig is dat allemaal niet, maar dit is wel een erg mooi gelegen tempel, helemaal uit zwarte lavasteen, gouden biezen en rieten daken, opgetrokken tegen een steile helling. Ook hier weer is de tempelsite een prachtig onderhouden park.
Het is nu heel wat koeler en onze jongens hebben kippenvel als we onderweg uitstappen om nog wat fotos te maken. Dat is sterk voor mij is het nu precies goed van temperatuur, ik denk dat het toch nog altijd 25° is.
In twee uur rijden we terug naar Kuta. Yuda en Agus krijgen een welverdiende fooi (die hun maandloon moet goedmaken) en iedereen is tevreden.
Daarmee is ons geld weeral op. Seffens drentel ik nog even naar de geldautomaat.
Tegen 19u30 komen PJ en Lief naar ons. Ze zien er allebei stralend uit, hoewel PJ zegt nog wat slapjes te zijn. Morgen moet hij zijn vingerafdrukken gaan zetten, hopelijk krijgt hij dan ook ineens zijn paspoort
Lief vertrekt morgen terug naar België. Samen gaan we nog wat drinken in de Kopi Pot : yoghurts en milkshakes, zittend in de kussen op een van die grote tafels-onder-een dakje. Nadien willen de kinderen nog een cocktail gaan drinken, maar we laten hen ondereen feesten en gaan zelf nog onze zwembabbel doen in de pool van hotel Sorgawi (dat betekent Paradijs, vertelde onze gids van vandaag).
Hewel, zo ziet het er wel een beetje uit, ook al is binnen alles redelijk camelot
Gisteren was men in de gang een lek in het dak aan het dichten : het water spoelde langs de binnenmuren en de lichtschakelaars De kleerkastdeur wordt met een kartonnetje ertussen dichtgehouden, slechts één van de 2 nachtkastlampen heeft een lampje zitten enz Maar toch ja : een beetje paradijs.
Het zwemmen deed weeral deugd, zo rustig door het water glijden, met de sterren boven ons en dan bedenken dat het in België nog vriest!
PJ en Lief komen nog even langs na hun cocktails. Ik geef mijn Dimitri Verhulst mee (om op haar terugvlucht te lezen), en aan PJ onze paspoorten en geld voor onze vliegtickets naar Java.
Ik ben een vrouw. Paz, de naam die ik kreeg bij mijn geboorte, betekent "vrede". Beter kon ik het mij niet wensen. Herman is de schat waar ik al 43 jaar lief en leed mee deel. Samen kregen wij in die tijdspanne 3 zonen, 2 schoondochters, 2 kleindochters en 1 kleinzoon . Die zijn altijd welkom in ons nest in de rand van Antwerpen. Mensen, theater, natuur en taal staan bovenaan mijn lange lijst van interesses.