| Hij   Ja, hij is weer in het land Alle kinderen stonden aan de kant Aan de kant van de kade Om hem binnen te zwaaien En straks mogen ze thuis bij de schoen graaien Want er gaat iemand het kind met cadeautjes verblijden Ja, die man kwam van ver En maakt iedereen opgewonden Eigenlijk is het zonde Dat iedereen een kind daarin laat geloven Want hij brengt niets mee Maar men laat een kind vals geloven Dat hij een weldoener is En dat die zwarte pieten het werk voor hem doen Ja, het is zo s landswijs s land eer Maar toch denk ik dan Later geloof je er niets meer van Maar het komt elke jaar weer terug En de Man die werkelijk iets had te geven Die blijft velen om het even Een Man die vol beloften was En geheel uit Zichzelf alles gaf Een weelde die het menselijk hart overstijgt Hieraan gaat de wereld voorbij En men doet van alles om de kinderen Met al die rarigheid te hinderen Kinderen worden hebberig of begerig Maar niet naar hetgeen tot hun welzijn dient Nee, het gaat om de commercie die er van alles aan
verdient En die man die geeft helemaal niets uit eigen zak Die zit niet eens met gemak op de schimmel Want paardrijden kunnen vele sinterklazen ook al niet Ja, nu weet u wat u ziet Niet één sinterklaas maar net zoveel er zijn als de pieterbazen Die komen ook steeds meer in grote getale Om allerlei onzin uit te halen En de vaders en moeders vertellen aan hun kinderen
allemaal onzin verhalen Wat de ledigheid al niet met een mens doet Je laat je zwart maken als roet In de hoop dat je het ook nog als pieterbaas goed doet! En dan te weten dat die Man het eens af moest leggen
tegen deze leugen Ja, zelfs in de kerk was er die grote leugen Ik kan het me nog als de dag van gisteren heugen Dat men op allerlei verenigingen met die leugenaar aan
het werk ging En zo was het dat het geloof in de Ene echt goeddoende
verging En wie kreeg de zwarte piet Een mens dat er tegen in opstand kwam en later beefde
als een riet! Want dan zullen ze je wel mores leren En hoe je het maakte kon ze in het geheel niet deren De mensen met die afschuwelijke afgodendiensten is
nimmer iets af te leren Ze hebben alleen de volgelingen van Satan doen
vermeren! En dan zie je dat de mens van zichzelf altijd de
leugen zal eren In plaats van de heiligheid van God te eren Ja, dat doen ze in hun ogen wel Om altijd op een kerkbank te gaan zitten En op elkaar te letten Maar niet in de juiste zin van het woord Ze te wijzen op dat enige helle oord Waar je nimmer meer uit kan komen Als God je niet zelf heeft gered En op het laatst vergaat dan ook nog de enige pret Die ze zo graag op de eerste rij hadden gezet De rij van de afgodendienst Maar wie God echt in alles dient Die komt dan wel op dat moment niet uitgegriend Maar verder heeft ieder wel de rechtvaardige straf verdiend Om nu niet te kunnen of te mogen delen In een Zaligmaker die alle ziekten kwam helen Ja, het kon ze toch allemaal niets schelen Weg met Hem we horen niet bij Hem En als ze dan later Hem willen ontvangen Dan zien ze dat Hij niet meer naar zon ondankbaarvolk
wil en kan verlangen
 Ja, ze behoren tot de slangen Ze hebben daar hun waarheid aan willen ophangen Maar mij maakte het niet bange Er was er Eén die zorgde voor mijn aller grootste
belangen En dat was om verlost te worden van al deze afgodische
kwallen Maar dat betekent steeds tegen de stroom in te gaan Dan zie je niets van je heilige droom vergaan!     Openbaring 1    15-11-2011 om 22:33 geschreven door Liesbeth
 |