Trezeke Meyers
Van Piet Moesen van Dilbeek die er een hoogstam boomgaard beheert kreeg ik een oorspronkelijk document betreffende de appel Trezeke Meyers.
Ik heb die geënt in 1991 op MM106, doch de vruchten vond ik maar middelmatig. Had ik een juiste ent gekregen? De boom gedeeltelijk omgeënt met Ashmead’s Kernel.
Daarstraks gaan kijken: mooie vruchten van de Engelse Appel, dikwijls niet moeders mooiste. Alhoewel soms nummer één op proeverijen in Engeland, moest deze vrucht zeer lang wachten op een award van de Royal Horticultural Society.
Nog een paar vruchten van de Trezeke Meyers(?) gevonden: alwat melig maar nog wat smakend.
In het plantaanbod van de NBS omschrijft men: dessert en keukengebruik, spilmvorm, nov.-febr. groot, geribd, vast, vrij zoet, sappig, met wijnsmaak, weinig schurtgevoelig. Mijn vrucht beantwoordt daar alleszinds niet aan.
Piet
Ik heb samen met een bevriend pomoloog eindelijk na veel zoeken en gesprekken met oudere fruitkenners uit O-Vl en Vl-Bt de oorsprong van de hier in deze regio voorkomende variëteit Trezeke Meyers gevonden. Het was mijn vriend Peter De Ridder uit St-Pieters-Leeuw die een stapel oude tuinbouwtijdschriften gekocht had en er de beschrijving van de moederboom in vond.
Ik stuur je de bewuste tekst uit Het Tuinbouwblad 1922. Ik heb vroeger al onvolledige berichten over deze merkwaardige appel in ons tijdschrift Pomologia laten plaatsen met verhalen van oude kwekers over de boomgaard van een oud vrouwtje Trezeke in de gemeente Drongen bij Gent. Nu weten we quasi zeker dat de zaailing of de moederboom in de boomgaard van het jachtwachtershuis van het kasteel te Landegem gevonden werd en dat is inderdaad een locatie grenzend aan Drongen. De vrouw of de dochter van de jachtwachter heette blijkbaar Trezeke Meyers.
Rond 1913 stond de moederboom er nog en was toen waarschijnlijk reeds 100 jaar.
Het Tuinbouwblad 1922 kan je ook zelf raadplegen in de biblioteek van de Plantentuin Meise. Er zijn slechts een twintigtal jaargangen verschenen
|