De sonnetten van de kleine waanzin nr. 4
Ik loop waar ik val en mij op moet rapen. Geen boom en geen struik en geen horizon. Er hangen alweer stormen voor die zon. Ik wou dat ik één uur, één uur kon slapen.
Heet mij toch welkom, wereld van vandaag. Of van vandaag niet dan misschien van morgen. Ik ga in mijn splinters en onweer verborgen en ga alleen en weet niet wat ik vraag.
Maar ik wil de moed hebben tot het laatste, niet meer aan mij denken of aan die ander of aan wat mijn woorden aan zon terugkaatsten.
Dood is hier. Ik wil zien hoe ik verander en of ik weggaan of alweer leven moet. Maar ik wil niet zonder zijn, niet zonder moed.
Hans Andreus
Categorie:Andreus Hans
|