XIV
Nu de grote dingen verdwijnen worden de kleine dingen groot: wat zonlicht op de gordijnen, een appel, een snee vers brood.
Met hoeveel overbodigs maken we ons leven stuk: er is zo weinig nodig voor wat eenvoudig geluk.
Zó zou ik oud willen wezen, klein bij de grote dood: Homerus om in te lezen, een appel, een snee vers brood.
Garmt Stuiveling (1907–1985)
|