| Ik kom van ver
 van waar jij mooi was tussen je haren
 als een eiland tussen het riet.
 En je mond viel traag, traag
 over mijn gezicht als avond
 over de landen, als stilte
 over dit gedicht.
 Hoe zijn mijn handen witsindsdien, als om te leggen in een schrijn:
 in de droom dat wij nog samenzijn.
 
 Herman de Coninck
 
 
 
 
 
 Categorie:de Coninck Herman
 
 |