Enkele leden van het Emiel Hullebroeckkoor rond oud-voorzitter Gust Van Imschoot.
11 November 2007
"De Vlaamse Vredesdag"
Eucharistieviering ter nagedachtenis van alle slachtoffers van beide wereldoorlogen en van de repressie.
Georganiseerd door V0S (Vlaamse Oudstrijders) in de Sint-Theresiakerk - Wetteren Overbeke.
"Niets van wat overal de velen noemen, geluk en welvaart heeft mij ooit bekoord. Slechts op dit ene wil ik gaarne roemen: geen enkele Macht te hebben toebehoord, die 't mensenhart houdt voor een koopbaar ding."
(Uit 'Kort Manifest van Wies Moens)
Op uitnodiging van VOS-Wetteren zong ons koor in de Sint-Theresiakerk te Overbeke de mis van Armand Preud'homme. Het eerbetoon aan de oorlogsslachtoffers en aan de slachtoffers van de repressie is voor ons allen nog steeds een onroerend moment. We zingen er dan ook altijd dat ietsje beter dan bij andere gelegenheden. Nergens klinken de Nationale Liederen (Gebed voor het Vaderland, het Wilhelmus en ons Vlaams Volkslied) met zoveel overtuiging en vastberadenheid als in de Sint-Theresiakerk. Ongetwijfeld komt dat ook door de uitstekende organisatie door VOS-Wetteren en niet in het minst door de inzet van onze oud-voorzitter Gustaaf Van Imschoot en zijn familie.
Prachtige teksten, voorgedragen door Mevrouw Sofie Vion en die wondermooie Last Post gespeeld door Tony Oyen op de trompet. Niemand blijft er onberoerd bij. Het gaat door merg en been.
Toch nog even een dankwoord aan E.H. Johan Pringels (Celebrant), Mevrouw Sofie Vion (Lector), onze vaste begeleider Jan Janssens, onze gelegenheidsdirigente Wies Versyp en aan trompetist Tony Oyen.
Ik wil toch nog vermelden dat het Emiel Hullebroeckkoor, bij het einde van de eucharistieviering, een applaus kreeg van de aanwezigen.
PB
"Ballade van de kleine man" van E.H. Anton van Wilderode
De kleine Vlaamse man ging in augustus veertien vrijwillig weg van huis, weg naar het garnizoen Misschien dacht hij, misschien komt er voor mij geen weerzien maar voor mijn land, mijn land, mijn land moet ik het doen.
De kleine Vlaamse man liep in september zestien een maand cachot op wegens weerspannigheid. Hij sprak zijn taal, doch mocht niet, laat u dat een les zijn en vecht maar dapper, want straks komt de laatste strijd.
De kleine Vlaamse man hij heette Frans of Jan hij heette alleman De kleine Vlaamse man hij begreep er weinig van.
De kleine Vlaamse man kwam in november achttien tot in de ziel gekwetst thuis uit de moerlemei. Hij zei: ze zullen in dit land nu onze macht zien, wij zijn geen beedlaars meer, maar eisende partij!
De kleine Vlaamse vrouw zat al die jaren, augustus veertien tot november achttien, thuis. Zij las zijn brieven die zo droef en moedig waren en dacht: nog één, nog één, nog één, dan is hij thuis.
De kleine Vlaamse man wachtte geduldig. Zijn vaderland werd ondertussen honderd jaar. De eeuwelinge, lang en breed en luid gehuldigd, zei niets en niets, maar and'ren spraken namens haar.
De kleine Vlaamse man hij heette Frans of Jan hij heette alleman de kleine Vlaamse man hij werd er verdrietig van.
De kleine Vlaamse man voelde zich bedrogen. Hij zei dat... en dat, zei men, was totaal verkeerd. De Vlaamse macht, zei men groeit zienderogen. Hij moest maar wachten, zei men, had hij niets geleerd?
De kleine Vlaamse man hij heette Frans of Jan hij heette alleman De kleine Vlaamse man hij werd er opstandig van.
De kleine Vlaamse man was overal aanwezig. Hij vocht met woord en daad. Hij werd een flamingant. Maar sinds mei veertig was een nieuwe oorlog bezig en plotseling bestond er weer een vaderland.
De kleine Vlaamse man hij wist er alles van.
De kleine Vlaamse man werd zo maar aangehouden. Wanneer de vrijheid uitbrak, kreeg hij levenslang. Tien jaar verdroeg hij schaamte, honger, koude, de rest stond hem te wachten buiten het gevang.
De kleine Vlaamse man en dan... en dan... en dan?
De kleine Vlaamse vrouw zat al die tien jaren op haar belegerd eiland, eindloos droef en bang. Zij liep de huizen langs met boeken en sigaren tot in de ziel gekwetst, ook levenslang...
* * *
|